Carlo Nardozza en Gwen Cresens speelden gisteren bij Opatuur in De Centrale. Er zaten een paar hoge noten mis (vooral in de eerste helft), maar voor de rest werden we getrakteerd op de virtuositeit die we van Nardozza gewoon zijn. Het tweespel lijkt hen beiden goed af te gaan, ondanks hun protestgemompel –maar dat was gewoon voor de vorm, denk ik. Tuur was in een sentimentele bui; ruwe bolster, blanke pit? Ladies beware! (Maar dat weten ze al langer.)
Maand: november 2009
Muzikale begeleiding
De Sint was er! Barbie was er! Maar ook de VEM was er (al staan ze op geen enkele foto aldaar). En Henri.
“Zet mijn wekkertje maar, mama,” had hij vrijdagavond gevraagd aan Tessa, toen we hem rond 21u30 in bed stopten. Hij had de ganse avond gerepeteerd met het orkest van de VEM, van 18u30 tot 21u. De volgende ochtend moest hij om 10u al present geven aan de Graslei, zodat hij kon meespelen in het orkest om de Sint te ontvangen. Hij keek er enorm naar uit.
Het weer zat niet echt mee, zaterdag. Pas rond 11u, een half uurtje voor de Sint eraan kwam, begon het iets of wat op te klaren (eventjes maar). Het kon hem allemaal niet deren. Eerst stonden ze zich met vier blazers op te warmen, en pas toen de regen wat minderde en de komst van de Sint steeds dichterbij schoof, kwamen ook de strijkers het podium op. Dat hout is immers nogal gevoelig voor regen en vocht.
Met verkleumde vingertjes, maar boordevol enthousiasme, trotseerden ze regen en wind. Ik had een videocamera mee, maar was (natuurlijk!) vergeten de batterij op te laden, dus moeten we het met een paar windbebibberde gsmfoto’s stellen (misschien moeten we toch maar eens pocketcamera aanschaffen –een M9 of zo).
Gratis jazz
Of het goed is, weet ik niet, maar Jason Parker aka One Working Musician (uit Seattle!), biedt in traditie van Black Friday de drie cd’s van zijn kwartet aan als gratis download (zelfs in Apple Lossless versie).
Onder de noemer 100 cd’s Project verspreidt Parker ook nog eens 100 cd’s van zijn band gratis, eerst in de omgeving van Seattle, maar hij wil ze graag over de ganse wereld kwijt. Wanhoop of een geslaagde marketing stunt?
Het is niet meteen vernieuwende muziek maar redelijk mainstream; No More, No Less bijvoorbeld, bevat voornamelijk aangename, rustige standards, heb ik de indruk. Ik zal er eens beter naar luisteren, maar wou u alvast de kans bieden de albums gratis te downloaden. Leg uw oor te luister (meer info via BLACK FRIDAY SPECIAL: All Jason Parker Quartet CD’s are FREE All Weekend!).
Onjuistheden
Ze hadden mij een brief gestuurd. Een tweede. De eerste was aangetekend, opdat ik mij zeker zou komen aanbieden; de tweede was per gewone post verstuurd, en bevatte eigenlijk een minder aangename tijding dan de eerste, aangetekende. Dat ik mij komen aanbieden was –gehorig de eerste brief die een uitnodiging daartoe was– en dat ik mij had laten bijstaan voor een ondervraging.
Een gewone mededeling, behalve dan dat ik niet was gehoord. En al zeker niet dat ik zou zijn bijgestaan (daar was geen nood aan). Ik had mij wel degelijk aangediend, vertelde ik dan ook aan de vriendelijke juffrouw aan de telefoon, maar ik was niet gehoord. En dat die datum van 12/10 eigenlijk niet klopte, maar dat ik zulks niet erg vond in het licht van die andere onjuistheid.
De mevrouw vond die verkeerde datum wél erg, en die onjuistheid betreffende de verhoring ook. Ik zal u opnieuw uitnodigen, besloot ze terstond. U ontvangt daarover binnenkort een brief.
U tast net zozeer in het duister als ikzelve.
Yo soy una muchacha
Mijn profiel komt overeen met het profiel van de 1.058 lezeressen van het maandblad Feeling. De booschap is duidelijk,
lees ik in het artikel bij De Standaard (Vlaamse vrouw droomt niet van chique spullen): de Vlaamse vrouw wil kunnen doen waar ze zin in heeft (77 procent), reizen (73 procent) en tijd voor zichzelf (72 procent).
(Ikookikookikook!)
Wat heeft professor Ignace Glorieux, tijdssocioloog aan de Vrije Universiteit Brussel, daar verder over te zeggen?
Vrouwen hebben het gevoel dat hun werk nooit gedaan is, precies door de aard van de taken die ze opnemen […] Vandaar dat bij vrouwen vandaag heel sterk het gevoel overheerst: laat mij toch gewoon eens allemaal gerust. […] En waar zit de nieuwe man in heel dit verhaal? […] Hij trekt zich terug in zijn bureau, of in een hobbykamer om muziek te maken.
Ziet ge, ik wist het. Ik wil al gans mijn leven een instrument spelen –ik ben ooit zelfs eens notenleer begonnen aan de akademie. Misschien moet ik dat toch maar dringend eens opnieuw overwegen, kwestie van mijn mannelijk kant toch nog aan bod te laten komen.
Damn. Nog goed dat ik elke dag anderhalve krant lees. Want dáár heeft een échte vrouw geen tijd voor, geloof ik. Ha!
Wij willen Leterme weg
In de krant citeert men Herman Van Rompuy tijdens het RTBF journaal: Leterme krijgt een tweede kans. Wij hopen dat hij zal slagen. Voor zichzelf en voor het land.
(voorpagina DM, 25/11/2009)
M.a.w. laat ons nog maar eens experimenteren met België. Tegen Pasen moet er een definitief akkoord zijn over B-H-V, lees ik in de inleiding. Klinkt dat niet bekend in de oren? Werden tijdens Leterme I niet steevast deadlines gesteld om vervolgens met zo mogelijk nóg grotere regelmaat te worden uitgesteld? Hoeveel wangen heeft een Belg eigenlijk, om ze Leterme toe te kunnen keren? Hoe dociel is de Belg? Wanneer ís trop te veel?
Helaas ken ik (veel) te weinig van de Belgische politiek om gefundeerde uitspraken ter zake te maken. Maar soms lucht het gewoon eens op.
Mathilde E. Horlait-Dapsens
Wij zaten gisteren in Brussel. Niet eens zo heel ver van de Albertina (hieronder net niet op de foto), waar ik bij Lemca eens wou gaan kijken voor een trompet voor Henri (open van dinsdag tot zatderdag vanzelfsprekend).
Maar eigenlijk moesten we in het Paleis der Academiën zijn, waarin de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten is gevestigd. Daar werden de beurzen van de Fondations Artistique & Médicale Mathilde E. Horlait-Dapsens uitgereikt.
Mathilde G. F. E. Dapsens werd geboren in 1884 in een familie die actief is geweest in de uitbating van kalkgroeven en cementbedrijven. Ze schilderde, en haar man, Emile A. Horlait, die overleed bij het begin van de eerste wereldoorlog, was arts. Toen zij –kinderloos– overleed in 1969, had ze reeds testamentair laten vastleggen dat haar fortuin moest worden gebruikt voor de oprichting van twee stichtingen, een medische en een artistieke stichting, die haar naam zouden dragen. De stichtingen werden opgericht in 1975, en in 1980 werden de eerste beurzen uitgereikt.
De artistieke stichting wil bijdragen aan de ontplooiing van de schilderkunst, beeldhouwkunst en muziek; de medische stichting beoogt bij te dragen tot de ontwikkeling van de geneeskunde en chirurgie, biologie, biochemie en psychologie. De laureaten worden telkens gelozen door een jury van experten.
En kijk, ik zat daar omdat ik mij zou kunnen vervolmaken in de studie van de Belgische jazz, omdat ik Tessa (wiens sierlijke en gracieuze beweeglijkheid ik kon vastleggen op de foto hier rechts) mocht vergezellen. Zij is één van de (zes) laureaten voor de medische prijs 2009, waarmee ze zichzelve in de Verenigde Staten (Houston, Texas & Seattle, Washington) verder mag gaan vervolmaken. (En dan achteraf haar expertise hier in het Gentse UZ verder kan toepassen.) De ouders mochten mee, en dus zaten wij daar met drieën te blinken van trots toen ze haar getuigschrift in ontvangst mocht nemen.
En ik weet niet hoe het met mijn schoonouders zit, maar ik zit hier eigenlijk nog te blinken. (Ofwel moet ik dringend mijn haar wassen.)
Ethiek
Het hoeft niet allemaal oud en Grieks te zijn. Begin deze maand stond er in The New Yorker een artikel over Ayn Rand (Thomas Mallon: Possessed, The New Yorker, 7 November 2009, pp. 62-67). Rand is bekend door haar boek Atlas Shrugged (1957), een turf van een flinke 1.000 bladzijden, waarin ook haar filosofie van het objectivisme gepromoot wordt. De realiteit, stelt ze, is niet gecreëerd door god of mens, maar bestaat als iets concreets en extern (buiten alles om); bovendien is de ethiek van de mens vooral ingegeven door eigenbelang, en niet altruïsme.
De collectie essays Virtue of Selfishness: A New Concept of Egoism die ze samen heeft geschreven met haar epigoon en minnaar Nathaniel Branden, opent met haar geschrift The Objectivist Ethics. Ze citeert er John Galt, die niets meer is dan het hoofdpersonage in haar boek Atlas Shrugged; m.a.w. ze citeert zichzelf (John Galt, whom Rand, according to Heller, ‘formed the habit of quoting… as an independent authority who proved her points.’
i). De ganse tekst leest u hier, ik haal er dit stuk (uit het begin) even uit.
What is morality, or ethics? It is a code of values to guide man’s choices and actions—the choices and actions that determine the purpose and the course of his life. Ethics, as a science, deals with discovering and defining such a code.
The first question that has to be answered, as a precondition of any attempt to define, to judge or to accept any specific system of ethics, is: Why does man need a code of values?
Let me stress this. The first question is not: What particular code of values should man accept? The first question is: Does man need values at all—and why?
Ze was sterk beïnvloed door Aristoteles (voorstander) en Plato (tegenstander) en Kant (tegenstander), lezen we in het artikel in The New Yorker. Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve bank van 1987 tot 2006, was op zijn beurt beïnvloed door Rand, net zoals Jimmy Wales (van Wikipedia) en Craig Newmark (van Craigslist).
—
- Aangehaald uit Thomas Mallon: Possessed, The New Yorker, 7 November 2009, p. 67
Invloed
Een kleine 2500 jaar geleden beweerde Aristoteles ‘anthropos zoon politikon physei estin‘ (cfr mijn tekst vrijdag): de mens is een sociaal dier. Voor hem wist Plato reeds dat de invloed van de maatschappij ontegensprekelijk was.
In zijn boek De Staat (soms beter bekend als De Republiek), zegt Plato dat de mens door alles wat hem omgeeft wordt beïnvloed –van kleur en geur tot architectuur en literatuur. Het is dan ook belangrijk, zo stelt Plato, dat de staat controle houdt over wat de mens te zien en te horen krijgt. Als de menselijke gedachte wordt ‘gemaakt’ door wat hij te zien en te horen krijgt, en de mens eigenlijk niet bij machte is zelf te oordelen wat goede gedachten zijn, dan moet iemand (in casu de staat) dat voor hem doen. In zijn visie bestonden de leiders van de staat dan uit mensen die op zoek waren naar die wijsheid. In theorie een fantastisch principe, maar in praktijk moeilijk verwezenlijkbaar, zo toont ons bijvoorbeeld het communisme (de vroege communisten moesten niet ver zoeken voor hun ideologie –Plato had het allemaal al voor hen uitgewerkt).
Maar bon, het is niet omdat zo’n theoretische staatscontrole niet meteen in goede praktijk om te zetten is, dat zijn basis niet zou kloppen. De mens wordt wel degelijk beïnvloed door alles wat hij meemaakt.
Wat voor de staat niet werkt, werkt ook voor de ouders niet. Kinderen worden voortdurend beïnvloed, en het is dan ook belangrijk dat ze de juiste impulsen krijgen: hence the importance (as Plato says) of having been trained in some way from infancy to feel joy and grief at the right things
i. Het is echter onmogelijk gebleken –behoudens in de totalitaire staat (en dan nog)– om alles te ‘filteren’, vandaar de nood aan bijvoorbeeld rolmodellen (zowel menselijk als virtueel ii) en het verwerven van phronesis.
Mijn vraagt blijft. Waar zit die context tegenwoordig? Hoe en door wie wordt ze aangereikt? iii
—
- Citaten komen uit: Aristotle, Ethica Nicomancea, Penguin Classics, 1953-2004, ISBN 978-0-14-044949-5
- Menselijk zijnde concrete personen; virtueel zijnde in de ideologie van pakweg kunst en wetenschap.
- Los van het anekdotische eigen leven. Niet iedereen beschikt over de ‘juiste’ directe omgeving, de bezorgde ouders, de ‘goede’ opleiding.
Eudaimonia en phronesis
In de eerste twee boeken van zijn Ethica Nicomancea i gaat Aristoteles op zoek naar het doel van het leven en de morele gronden die daarvoor nodig zijn. Het doel van het leven is de eudaimonia, te vertalen als ‘geluk’, met daaraan gekoppeld een soort van morele deugdzaamheid en phronesis (praktisch inzicht). Gezien de mens enkel juist kan beoordelen wat hij begrijpt, zo zegt hij over die phronesis, is de goede criticus (van het leven) niet zozeer de specialist, maar een polymathes –ofte homo universalis, waarmee hij vanzelfsprekend niet doelt op de zelfverklaarde alweter, die via het internet een immer groeiend publiek van onmondigen (cfr selbstverschuldeten Unmündigkeit
in Kants Beantwortung der Frage: Was ist Aufklärung?) weet aan te spreken ii. Die phronesis bereikt men dus enkel door levenservaring, een gegeven dat overigens niet hoeft verbonden te zijn met leeftijd.
Eudaimonia kan men ‘bereiken’ door het goede na te streven. Het ‘goede’ is geen universele waarde, maar een praktisch gegeven bepaald door de omstandigheden. En het is een doel op zich: het goede kan geen onderdeel zijn van een proces om iets anders te bereiken.
Er zijn drie manieren om te leven, stelt Aristoteles: voor vertier, eer, of contemplatie. De zucht naar vertier draagt bij tot de inschikkelijkheid van de massa voor wat de 18jarige Étienne de La Boétie later als ‘vrijwillige slavernij’ zal omschrijven (in zijn Discours de la Servitude Volontaire). Het streven naar eer (of aanzien) is een stap in de goede richting, maar wordt volgens Aristoteles vooral beoogd voor zichzelf (people seem to seek honour in order to convince themselves of their own goodness
). Nee, zo stelt hij, de goede manier om te leven is via de bios theoretikos, het contemplatieve leven. (Hij heeft het nog even over het leven van de ‘zakenman’: wealth is obviously not the good that we are seeking, because it serves only as a means; i.e. for getting something else.
)
Hoe zit het met de menselijke ethiek, vroeg ik in mijn vorige tekstje. Niet fantastisch, zo kan men vermoeden. Het goede nieuws is dat zo’n ethiek kan aangeleerd worden. Het kan afgeleid worden van het geheel van handelingen en ervaringen die ook de eigen identiteit en –belangrijker– die van een volk of gemeenschap uitmaken. Identiteit is tegenwoordig opnieuw actueel in het licht van integratie en andere migraties, maar dat is stof voor een andere tekst.
Van belang is, stelt Aristoteles, om van kindsaf aan op een of andere manier getraind te worden om genot en pijn te voelen bij de juiste impulsen. Enkel ervaring kan leren om te ontdekken wat het goede is. Het is abstract en tegelijk concreet; het is geen gevoel en geen eigenschap; de deugd is een gesteldheid (de juiste ingesteldheid t.o.v. het leven). De deugd is te vinden tussen twee extremen; niet noodzakelijk in het midden, maar steeds (lichtjes) neigend naar wat ‘ervaren’ wordt als het beter van de twee. Bijvoorbeeld tussen lafheid en overmoed bevindt zich moed; de juiste invulling daarvan hangt bovendien af van de situatie.
Maar waar zit die context tegenwoordig? Waar zijn de rolmodellen, waar is de opvoeding, en wie zorgt voor de ethiek?
—
- Citaten komen uit: Aristotle, Ethica Nicomancea, Penguin Classics, 1953-2004, ISBN 978-0-14-044949-5
- Waarmee ik in geen geval deze commentator bedoel, mocht u of hijzelve dat al veronderstellen.