Vele mensen beginnen spontaan te hyperventileren als men suggereert een bechamelsaus te maken. “Miljaar, dat klontert bij mij onmiddellijk!” Bechamel is nochtans heel erg éénvoudig te maken. Ik heb nog nooit klonters in mijn saus gehad, behalve de eerste keer dat ik ze maakte. Iemand mij had bezworen dat de melk geleidelijk aan bij het bloem-en-botermengsel moest worden toegevoegd. Ik heb toen staan roeren gelijk een zot, met dikke klonters onbevochtigde bloem als gevolg.
Benodigdheden
Bechamel wordt gemaakt in een verhouding van 50-50-50.
- 50 g boter
- 50 g bloem
- 50 cl melk
Zo gemaakt
Zet een sauspan op een middelhoog vuur, en smelt de boter. Haal de pan van het vuur en voeg er de bloem aan toe, terwijl u roert tot alle boter door de bloem is opgenomen.
Zet de pan opnieuw op het vuur, en giet er in één keer alle melk bij. Breng –onder voortdurend roeren– aan de kook, en laat heel even doorkoken tot de saus genoeg ingedikt is. (Als de saus té dik geworden is, kan u er altijd opnieuw wat melk aan toevoegen.)
Klaar! Breng op smaak met peper, zout, en (bij voorkeur versgemalen) nootmuskaat.
Gebruik
Bechamel wordt gebruikt bij schorseneren en lasagne, en als basis voor andere sauzen zoals mornay (voor uw moeder haar witloof mee hesp in den oven).
Wij aten gisteren onglet (bereid zoals deze steak) met pastinaak in de bechamel. (Schil de pastinaak en stoom of kook ze, en wentel de stukken in de bechamelsaus alvorens ze op de borden te verdelen.)
Smakelijk!