what’s for tea?

What’s for tea? is de vraag die ik elke dag van mijn collega Martini te horen krijg. Daarmee bedoelt hij niet welke theesoort ik tot mij ga nemen –ik sta ook hier reeds bekend als een notoir koffiedrinker– want met die uitdrukking informeert een Engelsman naar uw avondeten.

Edoch, gezien de ziekte van vorige week nog niet geheel uit mijn kleren is verdwenen (snipverkouden –ik bespaar u het woordspelletje), ben ik al zowat een week van de koffie af (lees: ik beperk mij tot een halve liter daags). Thee is tegenwoordig het sleutelwoord.

Van de Delhaize hier om de hoek, heb ik mij een half assortiment eigen gemaakt (van het bio-label): Earl Grey (Indische thee met bergamot), Darjeeling Ambootia (ook al Indisch), Cidreira (kruidenthee met cirtoenmelisse; Portugees), groene thee met citroen, groene thee met ginkgo (goed voor het geheugen en de hersenen), en groene thee met ginseng (opwekkend middel ter bevordering van de fysieke en intellectuele prestaties).

Zoals u ziet, niets tegen verkoudheid of ter bevordering van het afweersysteem. Verder had ik nog gedacht een klein vergelijkend onderzoek te houden, maar ik vermoed dat door mijn verkoudheid, mijn smaak werd aangetast.

Zolang het maar gezond is. *kuch* Excuseer.

kim

(Sorry, DM en Kim, het is de tweede en laatste keer.) Maar ik vind die cartoons van Kim steeds beter worden:

Cartoon van Kim: koop DM

(Kopen, die krant (of die cartoonboekjes).)

er is er een jarig

U hebt het misschien al gemerkt, maar ik herhaal het hier graag: Gentblogt bestaat vandaag precies 1 jaar!. Door sommigen wordt het ondertussen gekoesterd als hun favoriete sidekickproject, maar vandaag is Gentblogt gegroeid tot een stilaan volwassen project van vrijwilligers waar we allemaal met veel plezier onze tijd insteken.

Om dat te vieren posten de medewerkers vandaag over de ganse dag verpreid hun best of, met favoriete momenten en artikels van het afgelopen jaar Gentblogt. Het wordt ook anders gevierd. Met minstens één vat waarop we onze lezers willen trakteren op 24 februari (in een nog nader te bepalen Gents café).

Gaat dat zien!

slaapverwekkend

Zo goed als de vorige opleiding was, zo slecht was die van vandaag. Het lijdend voorwerp was Wintime van Flexsys, een tijdregistratiesysteem.

Soit, ik ga er niet over uitwijden, maar in tegenstelling tot de naam van het bedrijf, blijkt het systeem allesbehalve flexibel te zijn. De front end voor de gebruikers is eenvoudig, zolang men zich houdt bij het normale in- en uitklokken, maar wat erachter zit is veel te complex. (Opties zijn goed, maar het moet wel intuïtief, of op zijn minst overzichtelijk, blijven. Ik durf wedden dat er nog nooit useability testing op gebeurd is.)

*zucht*

gat in de markt

Wat ik dolgraag zou doen, is een winkel houden in Gent voor de verkoop van klassieke en jazz cd’s. Het is volgens mij een ga(a)t(je) in de markt. De enige plaats waar men in de Gentse regio klassiek en jazz vindt, is in de Fnac (of in een paar uitzonderlijk goed verborgen winkeltjes). Alleen vrees ik een beetje aan de financiële haalbaarheid van zo’n project. (Nu ja, dat en ik zou weer maar eens van mijn hobby mijn beroep maken.)

Een beetje een winkel zoals Limerick (of Walry) is voor boeken. Met een café/brasserie-achtig iets als annex, luisterposten met een tafeltje en comfortabele stoelen, eventueel zelfs listening booths, en optredens of signeersessies. Ik zie dat helemaal zitten.

(Moet ik echt wakker worden?)

geen inspraak in gent

Ze hebben grootse plannen met de stationsbuurt, de mannen van ’t stad. Gent-Sint-Pieters is het belangrijkste station van Vlaanderen, dus hoort grootschalige ontwikkeling daar thuis., aldus schepen van Stedenbouw Karin Temmerman. Alleen weigert ze pertinent de bewoners van de stationsbuurt daarin een plaats te geven.

Het buurtcomité wil immers graag zetelen in de stuurgroep van het project, die vandaag enkel leden telt uit de stad, de NMBS, de Lijn, en het Vlaamse Gewest. Inspraak is bovendien één van de twee punten waar het buurtcomité over valt.

Het andere punt is de verbindingsweg met de R4. Temmerman hield echter vol dat zowel over de voorziene kantoorruimte als de weg en de parking geen discussie meer mogelijk is. Gevraagd waarom ze het buurtcomité liever niet in de stuurgroep heeft, antwoordt ze (DM 13/02/2006: Gentse stationsbuurt eist halvering ‘werf van de eeuw’):

Inspraak is nuttig en ik ben ervan overtuigd dat we tot een beter project zullen komen als we elkaar regelmatig horen. Maar iemand in de stuurgroep opnemen lijkt me geen goed idee. Daarvoor zitten we nog in een te vroeg stadium. We kunnen niet zomaar alles op de straatstenen gooien.

Een te vroeg stadium, beweert schepen Temmerman. Maar het is wel te laat om nog iets te wijzigen aan de beslissing van de verbindingsweg met de R4, en ook al wat betreft de capaciteit van de geplande kantoren.

In een memo met het verslag van de IKW RUP stationsomgeving Gent St.Pieters – Fabiolalaan (20/01/2006), laat het kabinet Leterme echter reeds voorbehoud optekenen bij de mogelijke hoogbouw, vooral bij de torens in zone C van het bestemmingsgebied ‘Stationsomgeving’. En datzelfde kabinet heeft ook bedenkingen bij het aantal parkeerplaatsen in de voorziene ondergrondse parking. Het kabinet Vandenbroucke benadrukt de woningsbestemming van de stationsomgeving, en suggereert het aandeel woningbouw te vergroten (van 20 naar 30%).

Hoewel inspraak dan wel geen agenda-item mag zijn, manen volgens datzelfde verslag de aanwezigen aan om te anticiperen op de argumenten van het buurtcommité (sic) en deze op voorhand te ontkrachten. En daar sta je dan als buurtcomité natuurlijk.

bestellen

Het boek dat Tessa bij Limerick besteld had, werd voorlopig niet herdrukt. Wel was er een versie beschikbaar met een filmcover, en die kon er waarschijnlijk binnen de week zijn. (My Summer of Love, het debuut van Helen Cross, dat werd verfilmd door Pawel Pawlikowski.)

“En terwijl we toch bezig zijn met bestellen…”, hoorde ik mezelf plots zeggen. Met deze bestelling als resultaat:

  • Miles Davis &Quincy Troupe: Miles, de autobiografie van Miles Davis
  • Jan Van Loy: Alfa Amerika; ik was niet echt onder de indruk van Bankvlees, maar we geven hem een tweede kans.
  • Henk van Woerden: Ultramarijn
  • Tommy Wieringa: Joe Speedboot

Hopelijk zijn er volgende week al een paar binnen, want ik zou ze graag gelezen hebben voor de bekendmaking van de winnaar van de Gouden Uil, op 25 maart. (Deze week begin ik in Zwerm.)

benieuwd

rawfishboys (v) Het was maar droevig, vorige week bij Opatuur, en dan bedoel ik daarmee dat er maar weinig volk zat. De muziek was van uitstekende kwaliteit, hoewel dit misschien niet als ‘pure’ jazz kon worden omschreven (niet dat wij daarom malen). Het was het soort muziek waar ik in mijn studentenjaren een maand zou lopen kwijlen hebben, want waarin duidelijk een ondertoon van minimalistische invloeden merkbaar waren. Spek naar mijn bek.

Al heb ik een beetje gelogen, bij de aankondiging vorige week. Geheel onbekend waren de Rawfishboys mij niet, of toch tenminste een deel. Tijdens Jong Jazz Talent in Gent, op de laatste Gentse Feesten, maakte Brice Soniano (contrabas) deel uit van El Stick (dat toen tweede is geworden in de competitie). Ik was er toen al enthousiast over.

Tot mijn blijdschap werd de ‘officieuze’ CD bij Opatuur te koop aangeboden (10 EUR – een koopje). Tijdens de pauze vroeg ik Soniano of hij er zijn krabbel wou opzetten. Hij keek me even aan, zette zich bij aan mijn tafeltje, bekeek het cd-boekje vooraan, achteraan, en heel kort ook vanbinnen, en zette zich toen met de stylo in de aanslag te broeden. Toen zijn kompaan, Joachim Badenhorst, erbij kwam staan, begroette ik hem met hetzelfde verzoek. Soniano keek hem bijna smekend aan: “Joachim?”, waarop hij de stylo naar hem uitstak. “Tu peux peut-être…” Badenhorst stelde hem gerust. “On fera ça après le concert?” “Oui, oui.” Soniano keek verheugd op. “Comme ça on aura plus de temps d’y penser”, waarmee hij liet merken dat zijn opdracht meer inspanning vroeg dat de muziek die hij uit zijn instrument wist te toveren.

Het is het soort muziek dat ik echt wel graag hoor (het was muisstil bij Opatuur). Maar kijk, voor u er mij ervan zou verdenken dat ik mij alleen maar positief uitlaat over die optredens; de tweede set begon met een mindere noot. Soniano en Badenhorst brachten een Beatlescover (Fool on the Hill), en ik vond het eigenlijk niet goed gebracht. Te weinig creativiteit, te vasthoudend aan de oorspronkelijke tune. Nuja. Wel zeer goed waren dan weer het stuk van Kenny Wheeler, en hun eigen composities (die ook op de cd staan), waaronder Imaginary Breakfast. U kan stukjes voorbeluisteren op de site van Joachim Badenhorst.

Misschien komt er wal wat meer volk vanavond, want dan spelen Pierre Van Dormael en Reggie Washington. Al zal het waarschijnlijk duren tot Erwin Vann en Jozef Dumoulin (26/2) alvorens álle tafeltjes aan het podium bezet zullen zijn. Tot straks?

Ysayë vs. Paganini

Dat het een goed concert was. Maar of het nu door de virtuositeit van Zehetmair was, of door het dwingende stemtimbre van Erna Metdepenninghen, ik zat nog helemaal met mijn hoofd in de muziek toen ik eindelijk Frederik eens ontmoette. (Sociale vaardigheden, ik? Vergeet het.)

Erna Metdepenninghen? Die mocht niet alleen van het concert genieten, ze mocht –als voorzitter van de Vereniging van de Belgische Muziekpers– vlak voor de pauze de René Snepvangers Prijs én de Caeciliaprijs aan Zehetmair overhandigen.

In elk geval is zonder enige twijfel Ysayë als winnaar uit de strijd Ysayë vs. Paganini gekomen. Paganini is zeer technisch, en het was dan ook ronduit verbazingwekkend wat Zehetmair allemaal uit zijn viool wist te toveren. Maar Ysayë is des te beklijvender, en wordt recht naar het hart gespeeld.

Een dikke pluim ook voor de programmatie, want –in tegenstelling tot de vorige keer (Battistelli – Rota – Stravinsky – Tippett)– waren de stukken heel logisch geprogrammeerd. Het begon met Ysayë, gevolgd door de technische Panini, waarbij Hartman na de pauze perfect aansloot, en het concert werd afgerond met Bach.

Dergelijke concerten mogen er nog zijn. (Als er nu nog wat meer volk zou komen…)

de standaard sucks (ter)

“Om lange wachttijden te vermijden zullen wij nu deze verbinding afsliten. Probeert u het later nog eens opnieuw.” Klik.

Na drie minuten dertig seconden had de klantendienst van DS het welletjes gevonden. Al hun operatoren waren bezet, en ik kon maar beter terugbellen, zo was hun oordeel. Niet alleen ontzeggen ze me de weekendkrant, nee, ze zullen ook meteen maar beslissen hoe lang ik ‘on hold‘ mag geplaatst worden.

Na een uurtje probeerde ik opnieuw. Net toen de drie dertig opnieuw angstwekkend dichterbij kwam, werd ik doorverbonden.

“Hallo, met Frederique X van de klantendienst van De Standaard, hoe kan ik u helpen?”

Door de krant in mijn bus te komen steken, dacht ik.

– Geef mij maar een verlenging zeker?

Het was niet de schuld van de bezorger deze keer, maar er was een technisch probleem geweest vannacht, waardoor bijna niemand van de abonnees de krant had gekregen, vanochtend. Ze vertelde het niet zonder trots.

Het had geen enkele zin mij op te jagen, de juffrouw af te snauwen, of zelfs de DS fabriek tot as te herleiden. De krant ging er niet zijn, dit weekend.

– Tot de volgende keer, juffrouw.

“Nog een prettige dag, meneer”, zong ze in de telefoon.