twee maal bijloke

Vorige week mocht ik genieten van Jos van Immerseel en Anima Eterna, terwijl het er eergisteren eerder stuntelig aan toe ging met Luca Pfaff en het Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera. Tsja, enige toelichting.

Van Immerseel bracht Mozart met Anima Eterna. Het concert was uitverkocht, en met reden. Van Immerseel geniet ondertussen grote (en verdiende) faam in het klassieke wereldje, ondermeer door zijn naar authenticiteit strevende opvoeringen van muziek. Mozart was een van de eerste componisten die hij op die manier aanpakte.

De opvoering was voorspelbaar van grote kwaliteit (voor dergelijke voorspelbaarheid teken ik graag). Het deed deugd om de populairdere deuntjes uit het 21 Pianoconcerto en de 40e Symfonie op een dergelijke, heldere, manier te mogen beluisteren. Weg was de notenbrij zoals we die kennen van Richard Clayderman (om maar eens een extreem tegenvoorbeeld te geven). Elke noot werd afzonderlijk gespeeld, gespeend van de gebruikelijke klef-romantische overdrijving.

Eergisteren lag het niveau beduidend lager. Onder het mom ‘een Rota-opvoering laat je niet zomaar links liggen’ had ik te elfder ure nog een ticket voor de voorstelling gekocht. De vertolkingen waren helaas nogal inspiratieloos, en op een ludieke interventie na zat er zelfs maar weinig animo in de Strada-suite van Rota. De volgorde waarin de stukken werden gespeeld, was bovendien gewijzigd waardoor we niet Battistelli – Rota – Stravinsky – Tippett te horen kregen, maar wel Tippett – Rota – Battistelli – Stravinsky. Dat was geen goede zaak. Tippetts muziek is niet meteen de meest toegankelijke, en mede daarom ook niet aangewezen om een avond mee te openen. Weinig durf in de interpretaties. Jammer.

Tips voor de melomaan: