10 kilometer plus vijf minuten

Grmbl. Ik ben een dikke vijf minuten trager dan een maand geleden, toen mijn winterstop begon. Daarnet heb ik er 55 minuten over gedaan om ocharme 10 kilometer af te leggen. Maar bon, op de iets te hoge hartslag na ging het nog steeds vlot. Mja, ik heb nog veertien dagen om weer op niveau te geraken, dus dat zal wel lukken zeker? Tijd om mijn schema van vorig jaar terug uit de kast te halen, en dan kunnen we per 1 maart hopelijk opnieuw een versnelling hoger.

Er staan voorlopig twee wedstrijden op het programma: de 10km van Gent, en de 20 km door Brussel. Zuiver recreatief overigens, en geheel volgens het Olympische motto.

Lopen! Verder lopen!

Of ik niet wil meedoen met een challenge, vroeg iemand mij niet zo heel lang geleden. “Gelijk gij zo veel loopt en omdat ge ook blogt, past ge eigenlijk zo goed als perfect in het profiel dat we zoeken.”

De challenge gaat uit van Nike. Vijf mannen komen uit tegen vijf vrouwen, om zoveel mogelijk kilometers af te leggen. De vrouwen –maak zelf uw geslachtsbevooroodeelde opmerking– mogen veertien dagen voor de mannen beginnen. Die mannen, dat zijn aaiboek, Ardi XIV, dipfico, Kristof Nizet, en ikzelve. Langs vrouwelijke kant gaat het om Jess jogt Jess sport, Kaat loopt, Lien Braeckevelt, Lies Deruddere, en mijn naam is Georgina. Wie nog niet in mijn RSS lezer zat, zit er bij deze in. Kwestie van de concurrentie en de teamgenoten wat in de gaten te houden.

We krijgen de nodige tools en gear, en de enige echte voorwaarde die eraan verbonden was, is dat we alles bijhouden op Nike+. Alles zijnde datgene wat de Nike+ sensor registreert. Vroeger heb ik zelf nog zo’n sensor gehad, maar mijn iPod nano heeft het vorig jaar laten afweten. Sindsdien loop ik met Suunto, maar zo’n Nike+ kan daar zeker bij. Mijn gebruiksnaam bij Nike+ is volume12, het mannelijke team gaat van start vanaf 1 maart. Ga ondertussen toch maar al eens kijken bij al die vrouwen, dat gaan wij mannen immers ook doen.

dooi. juij!

Vergis u niet, ik vond het verschrikkelijk leutig dat er nog eens iets volumineuzers dan het vijvertje in onzen hof dichtgevroren lag. Mijn looplongen waren –zo berichtte ik vorige week nog– daar iets minder verheugd om. Maar sinds vanochtend dooit het. En wel zo vlak na het weekend, dus iedereen die zich op het ijs nog wou vermeien, heeft daartoe zondag nog de kans gehad.

Het was van vorige maandag geleden dat ik de loopschoenen had aangetrokken, dus ging het daarnet voorzichtig richting Blaarmeersen voor een korte rondtocht. En een tweede. En hoewel een derde er ook nog wel in zat, vond ik het welletjes, na zo’n weekje abstinentie. Het ijs, dat lag er nog wel, zowel op de Blaarmeersen zelf als op de Leie die mij daarheen leidde. Begaanbaar was het echter niet langer, tenzij dan voor de vele watervogels die de Leie als kleine jezusjes leken te bewandelen door het overwaterde ijs.

Maar deugd dat het deed, die training. Ik voelde mij meteen weer tot rust komen.

training 200812

December was goed voor 260 km ofte 16.371 kcal gedurende iets meer dan 21 uur looptijd. Dat valt nog mee, ik heb niet eens de volle 24u gelopen.

  • 18,36 km lopen / 1:28:43 / 1048 kcal / 02-12-2008
  • 8,83 km lopen / 0:42:54 / 509 kcal / 03-12-2008
  • 13,12 km lopen / 1:02:46 / 810 kcal / 04-12-2008
  • 18,94 km lopen / 1:35:25 / 1111 kcal / 06-12-2008
  • 35,36 km lopen / 2:56:16 / 1828 kcal / 07-12-2008
  • 12,95 km lopen / 1:01:14 / 751 kcal / 09-12-2008
  • 7,66 km lopen / 0:37:01 / 479 kcal / 10-12-2008
  • 7,42 km lopen / 0:33:54 / 499 kcal / 11-12-2008
  • 17,95 km lopen / 1:25:55 / 1152 kcal / 13-12-2008
  • 12,24 km lopen / 1:04:09 / 725 kcal / 15-12-2008
  • 12,08 km lopen / 0:58:13 / 820 kcal / 16-12-2008
  • 5,86 km lopen / 0:28:58 / 400 kcal / 17-12-2008
  • 6,84 km lopen / 0:36:07 / 452 kcal / 18-12-2008
  • 11,98 km lopen / 0:59:27 / 870 kcal / 19-12-2008
  • 6,82 km lopen / 0:35:08 / 435 kcal / 20-12-2008
  • 7,17 km lopen / 0:36:50 / 486 kcal / 23-12-2008
  • 12,12 km lopen / 0:59:35 / 865 kcal / 24-12-2008
  • 10,16 km lopen / 0:51:03 / 702 kcal / 26-12-2008
  • 17,01 km lopen / 1:24:39 / 1187 kcal / 27-12-2008
  • 6,05 km lopen / 0:29:59 / 402 kcal / 28-12-2008
  • 12,03 km lopen / 1:01:17 / 840 kcal / 30-12-2008

De loopafstand wordt gemeten met een Suunto t6c + footpod.

(training vorige maand)

ver of snel?

Gisteren heb ik mijzelf op een Grote Pita Met Frieten getrakteerd. Henri had ergens opgevangen (karrewiet?) dat het vorige week de week van de friet was, en ik had hem beloofd dat we toch zeker één keer frieten zouden eten. Gisteren was mijn laatste kans, en van de pitaman hier wat verder in de straat, bracht ik voor hem een klein pakje (met mayonaise) mee, samen met dat monster voor mij.

Op net geen drie uur had ik 2162 kcalorieën (tweeduizend, jawel) verbrand, dus zo’n pita ging er –zelfs na ongeveer twee liter water (en extra mineralen)– best in. “Gemiddeld zit ge goed boven de elf kilometer per uur”, had een fietser mij toegeroepen, toen hij –op het voetpad– zichzelf een halve kilometer had verplicht achter mij aan te blijven rijden. “Niet slecht toch, na 35 kilometer”, had ik hem geantwoord. De uitdrukking op zijn gezicht was geld waard.

Met dat The Ultimate Ultramarathon Training Plan ligt de klemtoon tegenwoordig wel wat meer op afstand, dan op tijd; uithouding i.p.v. snelheid. Er zit wel iets tussen van intervaltraining, maar al helemaal geen tempotraining.

Met zicht op die Leopoldslopen zou ik misschien beter mijn schema aanpassen naar dat voor een halve marathon, zoals Ryan Hall’s Half-Marathon Training Plan. Of ik kan die Leopoldslopen zien als een stap in de onvermijdelijke richting van een marathon (marathon training plan).

Grmpf. Ik ga er nog eens goed over nadenken. (Net zoals over refuelling: ik leg die 3 uur training af zonder voedsel of drank tijdens mijn loop. Niet goed.)

loping

Vanochtend had ik afgesproken met B. Diens dochter gaat naar dezelfde school als Henri, en haar moeder, B.’s echtgenote S. zat samen met Tessa een tijdje in het oudercomité. Vorige week gingen we met zijn allen uit eten naar Brasserie Nero voor een heerlijk en gezellig diner.

B. loopt ook, hij heeft al meermaals aan wedstrijden deelgenomen, waaronder de 10km van Gent waar ik zo naar uitkijk. Hij verwonderde zich erover dat ik nog nooit onder het spoorwegbrugje aan de Blaarmeersen (richting Drongen Station, zo stelt de fietsbewegwijzering) had gelopen. “Wij spreken nu af voor volgende week zaterdag. Om hoe laat gaat ge lopen? Ok: om 10u30 aan de Albertbrug.” Meer had hij niet nodig.

Vanochtend liepen wij onder dat brugje door, en ontvouwde zich voor mijn ogen –nadat we een andere brug waren over gelopen– een fantastisch Leielandschap. We zijn door Afsnee en Drongen gelopen, en mogelijks nog wat gemeentes, goed voor een heel ontspannen anderhalf uur ofte 18 kilometer. Met hopen lussen en paadjes en rust en buiten en met moeite een paar andere lopers –al is dat in de zomer wel anders, vertrouwde B. me nog toe.

Minstens één van mijn trainingen zal vanaf nu ook een van de vele Leiepaden volgen. En met die bruggen krijgen mijn spieren nog wat klimtraining ook. Bedankt, B.

Het loping uit de titel is een poging tot woordspeling op wandeling en op de vele lussen (ofte loops in het Engels) die het parcours in het Leielandschap biedt.

training 200811

Een nieuwe maand, dus tijd voor de lijstjes. En ziet, we hebben vanaf deze maand een nieuw lijstje. Na anderhalf jaar geloop en een eerste wedstrijd, achten we eindelijk de tijd rijp om ook dat onderdeel van ons leven op een sequentiële manier vorm te geven. Inderdaad, het gefiets zit er nog niet bij; het is immers winter, en dan wordt er minder gefietst. Misschien voeg ik het toe vanaf de lente. Of zo.

Alle cijfers zijn geheel onwetenschappelijk en dus louter indicatief. Het kcal verbuik blijft gokwerk, zo heb ik me laten vertellen; en zo’n footpod heeft al gauw een foutmarge van een paar procent, wat zeker op de langere afstand een ietwat optimistischer beeld kan geven. Het dichtst bij de waarheid is vermoedelijk de tijdsduur, want daarvoor duw ik zelf een knopje start/stop in.

Niettemin, ik heb er een overzicht bij.

  • 25 km lopen / 2:03:10 / 1696 kcal / 02-11-2008
  • 21,53 km lopen / 1:46:20 / 1299 kcal / 04-11-2008
  • 6,34 km lopen / 0:31:24 / 361 kcal / 05-11-2008
  • 12,77 km lopen / 1:00:51 / 785 kcal / 06-11-2008
  • 6,30 km lopen / 0:31:33 / 370 kcal / 07-11-2008
  • 6,26 km lopen / 0:29:14 / 359 kcal / 08-11-2008
  • 8,93 km lopen / 0:41:24 / 536 kcal / 09-11-2008
  • 21 km lopen (*) / 1:41:59 / 1368 kcal / 11-11-2008
  • 12,83 km lopen / 1:00:18 / 769 kcal / 13-11-2008
  • 9,27 km lopen / 0:43:34 / 410 kcal / 14-11-2008
  • 16,22 km lopen / 1:09:23 / 946 kcal / 16-11-2008
  • 6,28 km lopen / 0:31:17 / 338 kcal / 17-11-2008
  • 15,93 km lopen / 1:13:40 / 933 kcal / 18-11-2008
  • 7,82 km lopen / 0:37:51 / 436 kcal / 19-11-2008
  • 13,17 km lopen / 1:02:38 / 826 kcal / 20-11-2008
  • 20,34 km lopen / 1:32:48 / 1238 kcal / 22-11-2008
  • 20,03 km lopen / 1:32:23 / 1310 kcal / 23-11-2008
  • 6,29 km lopen / 0:29:43 / 352 kcal / 24-11-2008
  • 18.97 km lopen / 1:29:29 / 710 kcal / 25-11-2008
  • 8,75 km lopen / 0:41:19 / 424 kcal / 26-11-2008
  • 14,27 km lopen / 1:08:18 / 870 kcal / 27-11-2008
  • 18,41 km lopen / 1:26:15 / 1113 kcal / 29-11-2008
  • 35,76 km lopen / 2:58:32 / 1825 kcal / 30-11-2008

De loopafstand wordt gemeten met een Suunto t6c + footpod.

(*) Een wedstrijdloop. Mijn eerste wedstrijd. Volgens mijn Suunto was het 22,46 km. Dus ofwel komt dat door ‘afwijkingen van de juiste lijn’; ofwel zit er toch een serieuze foutmarge op die afstandberekening.

ge moet niet zot zijn…

…maar het helpt. Dat zag ik Tessa denken, toen ik daarnet weer binnenstrompelde. Twee weken geleden ben ik begonnen met The Ultimate Ultramarathon Training Plan van de Amerikaanse Runner’s World. Voor zondag staat daarbij een training van drie uur op het programma, maar toen ik daar vorige week aan begon, bleek al gauw dat ik beter wat meer boterhammen had gegeten. Dus begon ik deze week opnieuw. Aan hetzelfde programma, jawel.

En zo telde mijn hartslagmeter daarjuist netjes 2 uur 58 minuten en 32 seconden voor mij uit, en veronderstelde de footpod dat ik op die tijd 35,76 km heb afgelegd (wat waarschijnlijk een overschatting is).

Ik denk dat ik mij voor de rest van de dag op mijn bed ga leggen.

ijslopen

“Ik was nogal ongerust hoor”, verzuchtte mijn moeder toen ik van mijn training terug thuiskwam. “Om half negen ongeveer hebt ge mij een sms gestuurd om te zeggen dat ge zoudt meegaan, maar eerst nog gingt lopen, en toen ik hier een beetje voor tien aankwam, waart ge nergens te bespeuren. En met dat ijs overal…”

Het was gisteren een fenomenaal interessante training –op meer dan één vlak. Ik heb net geen 19 km afgelegd, op een parcours dat voor ongeveer de helft veel weg had van een ijspiste. Het ergste was het stuk van de Watersportbaan ter hoogte van het GUSB en het Jan-Palfijnziekenhuis, dat ongelooflijk glad lag, en bovendien naar het water afhelde (spannend!). Bijna net zo glad was het stuk bocht aan de kant van de R4. Nog een geluk dat men gestrooid had op het brugje aan de Noorderlaan, want –hoe minimaal die helling ook mag zijn– ik was er anders waarschijnlijk niet op geraakt. Op de rest van het parcours had men evenwel niet gestrooid, zodat ik niet alleen moest lopen, maar ook voortdurend naar mijn evenwicht moest blijven zoeken. Mijn bovenbenen protesteren nog steeds van die ongewone inspanning. Na een tijdje begon het bovendien zacht te regenen, waardoor er bovenop het ijs een laagje water kwam, wat de piste zo mogelijk nog gladder maakte.

Edoch, tijdens mijn tweede tocht (van de drie) rond de Watersportbaan, werd ik voor mijn beproevingen beloond. Niet dat ik plots sneller begon te lopen, of dat het ijs als bij toverslag verdween, maar ik werd getrakteerd op mogelijks de mooiste regenboog die ik ooit al heb gezien (ik heb hem volledig zien opbouwen, bijna volledig weten verdubbelen, en vervolgens opnieuw zien verdwijnen); en voorbij de bocht aan de R4 op het mooiste ochtendlicht dat ooit al op de Zuiderlaan heeft geschenen.

Fantastisch!

(Al bleef het gevaarlijk precies, al dat ijs.)

ge gaat lachen

Dat van die rukwinden, dat viel nog mee. Tenminste zolang het parcours van de halve marathon Deinze-Aalter langs het Kanaal van Schipdonk bleef. Ergens na de veertiende kilometer gaat het via een brug het kanaal over, en wordt de tocht verder gezet langs het Kanaal Gent-Brugge. En daar begon de wedstrijd eigenlijk pas.

Mij was nummer 172 toebedeeld. “Ge weet toch dat het een zeer mooi en symbolisch nummer is”, vroeg Tessa aan Henri. “Maar er moet wel nog een 9 tussen hé mama.” De start was in Deinze, en ik had mij een plekje in één van de bussen voorzien, zodat de tweekoppige fanclub drie uur in Bellem op mijn terugkeer mocht wachten. Maar ze stonden er wel, goed zichtbaar springend en roepend en wuivend aan de finish.

Het hele stuk langs het Kanaal Gent-Brugge (Vaart-Zuid) hadden we tegenwind. En echt wel tegenwind. Iemand van de organisatie fietste geregeld met de lopers mee, en hij moest op die weg herhaaldelijk stoppen en afstappen, omdat hij niet meer vooruit geraakte. Ik had –op aanraden van een aantal veteranen waar ik onderweg mee aan de klap was geraakt– gelukkig wat marge ingebouwd, want dat laatste derde was wel degelijk wat men in sporttermen omschrijft als beslissend.

Er waren –volgens het resultatenblad (PDF)– 365 deelnemers. Om bij de beoogde eerste helft te eindigen, mocht ik dus maximaal 182e worden of, volgens de resultaten van vorig jaar, binnen de 1u42 de finish halen. Mijn tijd was –ge gaat dus lachen– 1:41:59, en daardoor eindigde ik op de –en ge mocht bijna opnieuw lachen– 174e plaats (mijn rugnummer was 172).

Ben ik tevreden? Welja: ik heb mijn ‘doel’ gehaald én het was héél plezierig om eens aan zo’n wedstrijd deel te nemen. Was het goed? Nah, niet echt, ik had zeker een paar minuten vroeger kunnen eindigen. Het was mijn eerste wedstrijd, en zeker niet slecht, maar ik heb duidelijk een paar beginnersfouten gemaakt. Bij de start ben ik traag vertrokken. Daar kan ik mij best nog in vinden: ik kom eerder traag op gang, om tijdens de tweede helft tijd in te halen met de opgespaarde energie. Eigenlijk is dat een strategie die in deze halve marathon nog goed zou kunnen werken ook, op voorwaarde dat ge op tijd aan die tweede helft begint. Vier kilometer vóór de brug over het Schipdonkkanaal dus.

Na het rustige vertrek –een rondje op de atletiekpiste in Deinze– heb ik eerst de kat wat uit de boom gekeken. Ik ben gewoon van alleen te lopen, op mijn eigen tempo, en nu lopen daar plots een heleboel mensen rond mij, elk aan hun eigen tempo, en zeker daar aan het begin van de wedstrijd. Na een tijdje ben ik dan van groepje naar groepje verder naar voor gesprongen, op zoek naar een geschikt tempo. Daarbij had ik wel even onderschat hoe ver achteraan ik mij wel bevond, bij die start. Eventjes –voor een kilometer of twee-drie– heb ik een goed tempo gevonden bij een redelijk flashy uitgedoste loper, die ik evenwel op de brug achter mij heb moeten laten. Al dat gehop en gezoek deed mijn tempo (of strategie) echter geen deugd. Langs het Kanaal Gent-Brugge heb ik nog een heleboel mensen achter mij gelaten, en op het laatste stuk Mariahovelaan richting kerk en eindmeet, heb ik nog een kort sprintje ingezet. Ik had nog veel te veel energie over.

“Al die mensen zijn hier puffend en uitgeput over de meet gekomen, en gij ziet eruit alsof ge juist ne keer gaat joggen zijt”, vatte Tessa het samen. Volgende keer sneller aanzetten dus, is de boodschap. Volgende keer, dat wordt waarschijnlijk de Leopoldsloop in Watervliet. Er zijn er overigens twee: eentje van 21 km op 10 januari, en een tweede van 27 km op 21 februari, en ik voel mij wel geroepen om aan allebei mee te doen. Waarmee ik meteen ook de belangrijkste vraag (nogmaals) beantwoord: was het leutig, en ga ik het nog doen? Ja, absoluut!

(Proficiat ook aan Anje, die op de 51 plaats (als tweede vrouw) is geëindigd met een schitterende tijd van 1:27:55. Wauw!)