“Ik was nogal ongerust hoor”, verzuchtte mijn moeder toen ik van mijn training terug thuiskwam. “Om half negen ongeveer hebt ge mij een sms gestuurd om te zeggen dat ge zoudt meegaan, maar eerst nog gingt lopen, en toen ik hier een beetje voor tien aankwam, waart ge nergens te bespeuren. En met dat ijs overal…”
Het was gisteren een fenomenaal interessante training –op meer dan één vlak. Ik heb net geen 19 km afgelegd, op een parcours dat voor ongeveer de helft veel weg had van een ijspiste. Het ergste was het stuk van de Watersportbaan ter hoogte van het GUSB en het Jan-Palfijnziekenhuis, dat ongelooflijk glad lag, en bovendien naar het water afhelde (spannend!). Bijna net zo glad was het stuk bocht aan de kant van de R4. Nog een geluk dat men gestrooid had op het brugje aan de Noorderlaan, want –hoe minimaal die helling ook mag zijn– ik was er anders waarschijnlijk niet op geraakt. Op de rest van het parcours had men evenwel niet gestrooid, zodat ik niet alleen moest lopen, maar ook voortdurend naar mijn evenwicht moest blijven zoeken. Mijn bovenbenen protesteren nog steeds van die ongewone inspanning. Na een tijdje begon het bovendien zacht te regenen, waardoor er bovenop het ijs een laagje water kwam, wat de piste zo mogelijk nog gladder maakte.
Edoch, tijdens mijn tweede tocht (van de drie) rond de Watersportbaan, werd ik voor mijn beproevingen beloond. Niet dat ik plots sneller begon te lopen, of dat het ijs als bij toverslag verdween, maar ik werd getrakteerd op mogelijks de mooiste regenboog die ik ooit al heb gezien (ik heb hem volledig zien opbouwen, bijna volledig weten verdubbelen, en vervolgens opnieuw zien verdwijnen); en voorbij de bocht aan de R4 op het mooiste ochtendlicht dat ooit al op de Zuiderlaan heeft geschenen.
Fantastisch!
(Al bleef het gevaarlijk precies, al dat ijs.)
Ik heb die regenboog ook gezien (maar geen dubbele), allez, toch een stuk ervan, door het raam van mijn bureau. Prachtig. Ben dol op regenbogen