’t Is toch een serieuze opstoot, deze keer. In de scharnieren van het kaaksbeen, onder de tong, aan de zijkanten van de lippen, op het verhemelte: ze eisen zich weer overal territorium toe. (En neen, vermoeidheid heeft daar niks mee te maken, maar seizoenswissels wel.)
Pijnstillers helpen niet, enkel eten helpt, en dan vaak nog alleen tijdens het eten zelf. Lauwe soep (zonder brokjes), of ijsjes, of iets coherents waarop valt te kauwen (ttz dat niet afbrokkelt, zoals brood) is nog het beste. Maar ik kan moeilijk constant zitten eten (ik zou plots wel aan veel punten geraken).
Zeer vervelend, vooral tijdens meetings waarin voornamelijk ík dan nog het woord moet voeren. (De meeting van gisterenavond werd overigens –zoals verwacht– uitgesteld. Een goede zaak, gezien de helft van de deelnemers door griep waren geveld.)
—
Met Henri gaat het ondertussen beter. Ttz we weten nu wat er aan de hand is, want de schoonouders zijn even voor de middag met hem naar ’t spoed getrokken. Ja, dank u, het was ook voor mij een aangename verrassing. Nog steeds 39+ (zelfs met koortswerende middelen), en hij vroeg er zelf achter, om door een dokter te worden gezien. Gezien we geen huisarts hebben (tsja, dat zou nogal dwaas zijn met een madam die zelf dokter is), en na eerst een aantal andere opties hebben geprobeerd, bleek –tot onze collectieve geambeteerdheid– spoed de enige mogelijkheid. Enfin, het is een zware angine met zware koorts.
—
Vanavond doen we van fotografie, eerst tijdens een interview, en nadien tijdens een concert. En vandeweekend doen we niks (behalve foto’s afhalen, en naar Jef Neve gaan luisteren), wegens dringende recuperatienood. Neenee, niks. U hoeft niet aan te dringen. Echt niet. Serieus. Toe, niet doen.