te veel keuze

…is ook niet goed.

Ik heb altijd al problemen gehad om een goede ‘koptelefoon‘ te kopen. Ge kunt die dingen niet proberen, en toch kosten ze soms meer dan pakweg een mp3 speler. Vandaag diende ik in de Apple Store aan de University Village te zijn. Ik had geen goesting, het was veel te schoon weer en ik wou veel liever op ons terras liggen bakken –nu er eindelijk zon is. Maar Henri wou wel, en bovendien had Tessa gevraagd om voor haar een USB Flash Drive te halen.

Bus op, bus af, verdwalen tussen 45th & 15th en de U Village, ergens tussen alle fraternities in. Man, man, man, daar moet geld zitten; die fraternities zijn gehuisvest in kasten van huizen die stukken van mensen moeten kosten. (Toen we een hele tijd later terug huiswaarts gingen –en opnieuw verdwaalden– passeerden we door een al even schitterende campus.)

In de Apple Store hadden ze enkel een 1GB en een 2GB drive –tegen een redelijke prijs, maar toch, dat is een beetje weinig. Maar ze hadden er ook massa’s van die draagbare luidsprekers. De Bose In-Ear Headphones: 99 USD; V-Moda Vibe Duo: 99 USD; Ultimate Ears super.fi 4 VI: 150 USD; Etymotic hf2: 179 USD; Bang & Olufsen EarSet 3: 199 USD. En dan wist ik niet wat te kopen. Die ‘goedkope’? Dat is ‘minder erg’ als die slecht zijn, maar toch 99 USD in de vuilbak. Of die dure? De kans is dan groter dat ze goed zijn, redeneert men, maar dat is toch wel veel geld om die zonder proberen te kopen.

Dus hebben we dan maar in de Radio Shack een beetje verder een sandisk 4GB drive gekocht (25 USD), en een setje van vier nieuwe ‘moesjes’ voor mijn oude oordingetjes (4 USD). Meteen een pak minder geld kwijt ook.

geocentrisme (*)

Hebt u dat ook? Toen wij destijds (9 jaar geleden) zwanger waren, kwamen wij op elke hoek van de straat bezwangerde medemensen tegen. Het leek wel alsof de wereld samen met ons zwanger was. Nadien is er vanzelfsprekend niemand ooit meer zwanger geworden, behalve dan de mensen die wij op één of andere manier persoonlijk kenden.

Nu is het weer van dat: de ganse wereld heeft zich geconcentreerd in Seattle –terwijl ik een drietal maand geleden had kunnen zweren dat het Gent was. Overal kom ik referenties naar Seattle tegen.

Neem een willekeurig artikel uit The New Yorker/Runner’s World/NYTimes: gaat over Seattle; de schrijvers die ik momenteel lees hebben allemaal wel iets met Seattle te maken (Chuck Palahniuk, Jack Kerouac); de fotografen die ik ‘ken’ van op het internet: dito; en ik kan u verzekeren, die lijst stopt niet. En het is niet alsof ik ernaar op zoek ga of zo.

It’s uncanny, zouden ze hier zeggen.

(*) Die titel –voor wie graag uitleg heeft– omdat de mensheid er door Ptolemaeus verkeerdelijk van uit ging dat de aarde het centrum van het universum was.

woensdag, aquariumdag

Eindelijk! Op anderhalve week van de eindmeet, zijn we tot in het Seattle Aquarium geraakt. Niet goedkoop (25 USD voor ons beiden), niet te groot, niet te spectaculair, maar niettemin plezant.

Woensdag is een rustdag voor deze loper, en na even traag wakker worden in bed begonnen we onze reis bij Stumptown voor een Americano (OK, maar niet zo goed als bij Café Presse, er vlak naast), een hot chocolate (mét whipped cream), een cinnamon doughnut, en een stuk pompoencake (heel lekker!). Dat hebben we verorberd langs Madison Street richting downtown, waar we op 5th net op tijd waren om de door Rem Koolhaas ontworpen Seattle Public Library te zien opengaan. Dus zijn we nog even mee naar binnen geglipt, en ik heb er nog wat (zonlichtloze) foto’s gemaakt.

Nog een beetje verder naar beneden zijn we op 1st een uitnodigende boekenwinkel binnengestapt (Arundel), waar een norse meneer mij met waar genoegen wist te vertellen dat nee, ze niks van Ira Levin hebben. (Ira Levin is de auteur van Rosemary’s Baby en The Stepford Wives, en ik ben op zoek naar de hardcover versie van elk.) Zo’n onvriendelijkheid waren we al een tijdje niet meer gewoon. (Gisteren zijn we bij Peter Miller binnengestapt, zoals aangeraden, en die was heel vriendelijk, maar hij verkoopt enkel designboeken, en dan nog voornamelijk architectuur.)

Nog een beetje verder beneden kwamen we bij Sound Sports, een loopwinkel! En gezien ik op zoek was naar betere schoenen, en Henri geen bezwaar opperde, zijn we meteen binnengestapt. Een uiterst vriendelijke verkoper heeft mij wel tien paar schoenen laten passen, mij met elk paar laten lopen, gekeken hoe ik liep, aandachtig geluisterd naar mijn feedback, en daardoor steeds beter aanvoelende schoenen laten passen. Ik heb mijn Nike Vomero 2 opnieuw gepast; de nieuwe Vomero 3; de Asics Nimbus 9 en de nieuwe 10 en de Gel-Kayano 14 (die bij ons stukken van mensen kosten). Uiteindelijk ben ik met de Nike Triax 11 naar buiten gestapt, zeer redelijk geprijsde schoenen, die gewoon fantastisch aanvoelen.

Uiteindelijk kwamen we dan toch nog op Alaskan Way, en langs de kaaien zijn we naar het Seattle Aquarium gewandeld. Het aquarium is niet zo groot, er zijn weinig spectaculaire vissoorten te zien, maar het is eerder opvoedkundig geconcipieerd. Het begint met een aquariummuur, waar duikers elkaar bijna continu aflossen, en een team van medewerkers de vele kinderen die ervoor gegroepeerd zitten, een algemeen inzicht proberen te geven in het marine leven.

Een beetje verder komen we in een interactief gedeelte, waar de bezoekers zeesterren en anemonen kunnen aanraken; waar kwallen in een ring ronddwalen; een (echte) octopus tegen de ruit plakt; af en toe demonstraties worden gegeven. Veel koraal, een paar nemo’s (cfr. de iPhone foto’s hieronder), en een soort viswormpjes die regelmatig hun kop uit het zand kwamen steken. Grappig.

we're in Seattle, baby! we're in Seattle, baby!

In het tweede gedeelte kwamen we zeevogels tegen (zoals de schattige Tufted Puffins); otters; zeehonden; en een zalmladder, een soort terrasjes waar de zalmen tegenstroom kunnen opspringen. En toen was er de shop, en dan stonden we weer buiten. Het was niet meteen het Aquarium of the Americas (New Orleans, waar ik in 1999 met Henri in de draagzak rondwandelde terwijl Tessa op congres zat), maar we hebben toch serieus pret gehad.

zon! zon! zon!

“Henri jong, let op,” waarschuwde ik hem door de wijd openstaande terrasdeuren, “dat ge niet te veel in de zon zit!”

“Echt?”, vroeg hij een beetje angstig vanop de zetel waarop hij het laatste uur met de resterende schaduw steeds verder naar binnen was geschoven.

“Ja jong,” grapte ik, “want zodra de zon op uw lichaam schijnt, smelt ge weg!”

“Pa-paaa!”

sun!

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Er was zon vandaag! Veel zon! Veel meer dan gisteren. En volgens de voorspelling blijft het goed! Eindelijk!

Een rustige loop; twee filmpjes binnenbrengen; een bezoekje aan een nabijgelegen park –met een Americano en een hot chocolate gehaald en a slice of banana bread. Eerst zaten we in het midden van het grasveld, maar daar was iets te veel wind; dan dichter bij de struiken, maar daar was het te warm; uiteindelijk half in en uit de schaduw van een grote boom, en daar heb ik de nieuwe Palahniuk (Snuff) uitgelezen. Rond half één via de Thesis Exhibition van PCNW naar de Skillet Street Food getrokken voor een burger en asperges, en nadien de ganse namiddag in de rust van ons terras doorgebracht –met veel zonnecrème, cranberry sap en Prestons The Monster of Florence (true crime).

sun!

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

En ten slotte afscheid genomen van de zon met –u raadt het al– een sproeifestijn. “Gaat papa geen foto’s nemen vandaag”, vroeg Henri beteuterd.

zon, jawel!

Gisteren kondigde het zich al een beetje aan: de wolken trokken weg. En, lo and behold, vanochtend was er geen watje meer aan de hemel te bespeuren. Het was wel nog redelijk fris, maar naast het punctuele gekraak van de raven, scheen zo rond een uur of vijf-zes vanochtend de zon –ter navolging van de volle maan vannacht– vrolijk ons raam binnen. Eindelijk kon ik nog eens een short aantrekken –ipv de leggings– om mijn zondagse 15 kilometer uit te lopen.

Happy father’s day“, wenste onze vriendelijke waitress mij toe in de Café Presse waar we een laat ontbijt gingen nuttigen. En ondanks mijn leeggelopen benen gingen we daarna nog naar het Cal Anderson Park en de Farmer’s Market daar vlakbij –vergis u overigens niet, de Farmer’s Market is nóg duurder dan het gehypte organische mekka Madison Market.

Achteraf werd ik samen met de (weinige) gekochte goederen (waaronder een chocoladekoek van 3 USD), en een iced coffee gedumpt in het park, terwijl mijn lievelingen een nabijgelegen vestiging van Urban Outfitters een bezoekje brachten. Alweer.

we're in Seattle, baby! we're in Seattle, baby!

Tsja. De zon heeft geschenen vandaag (getuige daarvan mijn rood voorhoofd), dus moest Henri de planten wel water geven. Alsook de grote terrasdeuren waarachter ik mij met de camera had opgesteld.

het begint korten

Twee weken zal zowat een gemiddelde vakantie zijn. Dat denk ik tenminste, want wij zijn de laatste tien of zo jaren eigenlijk niet echt meer op vakantie geweest –een congresje hier en daar meepikken zat er wel bij, of een snoepreisje van een paar dagen, of die ene grote reis vorig jaar. Ook nu was het niet echt vakantie. Zeker niet voor Tessa, en met al dat schoolwerk eigenlijk ook niet voor Henri (mijn leven is één grote vakantie, dus ik laat mezelf wijselijk buiten beschouwing). Euh, waar zat ik?

Juist: dit verblijf nadert de eindmeet, al is die dus nog zo’n gemiddelde vakantie ver. Het begint hier stilletjesaan te kriebelen, vooral bij Henri en mijzelf dan, want Tessa amuseert zich hier te pletter. (Ze werkt zich ook te pletter, maar die twee kunnen best samengaan –zoals u hopelijk zelf al hebt ervaren.) Zo’n verlengd verblijf heeft vele voordelen: het scherpt de band met de Heimat en het verlangen naar de vele mensen die ge daar hebt achtergelaten; het laat u toe uw vooroordelen t.o.v. den vreemde te toetsen aan de praktijk; het laat u eigenlijk al die materiële toestanden nog veel meer relativeren dan voorheen.

Al heb ik mij –materialistischgewijs– niet meteen ingehouden. Hoe gaan we al die boeken terug mee naar huis nemen, vragen we ons nu al geruime tijd af. Vandaag hebben we bovendien nog aan de stapel toegevoegd. Niet alleen heb ik nog meer boeken gevonden in de Borders dan voorheen, we hebben ook een minuscuul tweedehands-boekenwinkeltje ontdekt (gelukkig hebben we dat pas nu ontdekt, bedenk ik zo plots).

“In een valies, kieken”, hoor ik u brommen. En hoewel ik ervan overtuigd ben dat er waarschijnlijk plaats genoeg is, in onze valiezen, heeft zo’n valies van de luchtvaartmaatschappij een maximum toegelaten gewicht meegekregen. Misschien dat we ons nog een klein maar stevig carry-on model aanschaffen, waarin we een groot deel van boeken kunnen wegmoffelen. We zien wel.

Vandaag ben ik overigens voor de tweede keer naar een film gaan kijken. Vorige week hadden we met zijn allen –en een paar collega’s van Tessa– de nieuwe Indiana Jones bekeken (de bespreking verschijnt eerstdaags bij Het Project, en nadien ook hier); vandaag ben ik –terwijl zoon en wederhelft gingen shoppen– alleen naar The Happening gaan kijken (ook daarvan volgt een verslag). Na twee maanden abstinentie kon ik het niet meer houden, en nu heb ik de smaak dan ook weer goed te pakken gekregen. Binnen de kortste keren ga ik ook naar The Hulk en hopelijk ook The Strangers en misschien zelfs Iron Man (die eerste twee zijn nog niet uit in België, ik weet het).

Enfin, het loopt op zijn einde, maar daarom gaan we nog niet bij de pakken zitten. En we moeten nog steeds naar dat aquarium. Begin volgende week! Zeker weten.

vaderdag

father's day

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

De Amerikaanders houden pas deze zondag vaderdag, vandaar leek het mij passend om nog even de rozen die ik vorige week had gekregen, op dit blog te plaatsen.

kijk, mist!

it sprays mist!

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

“Papa, de zon heeft vandaag wel geschenen hé!”, verklaarde Henri daarnet. In het anderhalf uurtje voor zonsondergang, kwam de zon inderdaad van achter de wolken piepen. Misschien krijgt de lokale weerman toch gelijk, en gaan we een zonnig weekend tegemoet.

“Inderdaad jongen. Eventjes toch”, bevestigde ik hem.

“En als de zon schijnt, dan moeten we van Kirby de planten op het terras water geven”, voegde hij er met twinkeloogjes aan toe.

“Erm, ja jongen, Kirby heeft dat inderdaad gevraagd. Doe maar gerust”, moedigde ik hem enigszins verstrooid en zonder argwaan vanuit mijn boek aan.

it sprays mist! it sprays mist!

Colder than Siberia!

we're in Seattle, baby!

Colder than Siberia, blokletterde de Seattle Times gisterenochted op de voorpagina. 58°F (14°C) in Seattle, Washington vs 61°F (16°C) in Tomsk, Siberië. De temperatuur heeft de voorbije twee weken nog geen enkele keer de 20°C gehaald (en de weken daarvoor slechts heel uitzonderlijk). En u dacht dat ik overdreef wat dat slechte weer betrof?!

Zie ook de Foto van de Dag bij Gentblogt.