Amir ElSaffar (Lezing & Concert)

Twee jaar geleden organiseerde Prof. Stef Slembrouck voor het eerst een reeks lezingen over jazz, aan de Faculteit Letteren & Wijsbegeerte van de UGent. Dat kende een redelijk succes, want op elke lezing waren toch wel 40-50 mensen aanwezig. Dit jaar neemt hij de draad opnieuw op, onder de noemer Know Your Jazz. Voorlopig is het nog niet drummen (ongeveer de helft zoveel mensen dan twee jaar geleden), maar vermoedelijk zit het slechte weer daar ook wel voor iets tussen.

De Iraaks-Amerikaanse trompettist Amir ElSaffar mocht de spits afbijten, en nam ons mee op een stukje van zijn eigen ontdekkingstocht doorheen allerlei invloeden die zijn muziek richting hebben gegeven. In de praktijk kwam het vooral neer op een introductie tot de Arabische muziek aan de hand van het maqam muzieksysteem. Sterk vereenvoudigd is maqam te vergelijken met de Westerse toonladders en het minor/majorsysteem in de muziek, alleen is het een pak uitgebreider. De Arabische muziek werkt met een microtonaal systeem, waarbij gebruik wordt gemaakt van toonsprongen kleiner dan onze gebruikelijke halve toonafstand. Een bijzonder boeiend gegeven, dat u zeker al hebt gehoord –het zorgt mede voor de herkenbaarheid van de Arabische muziek.

Cruciaal in de lezing –en belangrijk om de muziek van het concert daags nadien goed te kunnen inschatten– was het concept heterofonie. De muziek die opgebouwd wordt uit de verschillende maqams, werd vroeger op het gehoor ingestuurd. Elke maqam laat ruimte voor interpretatie, en het staat de muzikant vrij om die zelf op te bouwen. Vaak werd een eigen interpretatie gepuurd uit een synthese van de het beluisteren van de verschillende varianten, en het is dan ook eerder regelmaat dan uitzondering dat twee muzikanten eenzelfde maqam op een verschillende wijze uitvoeren. En dat is dan heterofonie: eenzelfde stuk dat door meerdere muzikanten tegelijkertijd op een andere manier wordt ingevuld.

Het concert van het Amir ElSaffar Two Rivers Ensemble begon met een drumsolo, gevolgd door een melodie van de trompet. Het concept van de heterofonie uit de lezing wordt meteen in de praktijk omgezet wanneer ook de oud en de buzuq in actie schieten. Ritme zou een bepalende factor worden voor het concert, in een steengoede triobezetting van drum, bas en trompet. Bassist François Moutin is zonder meer de held van het concert, met de fenomenale virtuositeit waarmee hij de muziek door alle stijlen heen mee dirigeert. Hij voelt zich duidelijk net zo goed thuis in de Westerse jazz als in de Arabisch geïnspireerde melodieën.

Er wordt voornamelijk gespeeld uit Crisis, een suite die ElSaffar in 2013 heeft gecomponeerd. Na openingsnummer From the Ashes volgde The Great Dictator, wat ruimte bood voor de voor de hand liggende grap over Trump. “When I was writing this piece in 2013 I of course didn’t anticipate the current state of affairs.” Soms is het iets te gemakkelijk om te scoren.

ElSaffar wisselde zijn trompet af met de hammered dulcimer, een trapezevormig snaarinstrument dat wordt bespeeld met hamertjes. Hij zong daarbij ook een fragiele, emotionele tekst, die vlijtig ondersteund werd door oud en buzuq. De buzuq was vaak iets te opdringerig in deze bezetting, en de tenorsax misschien iets te bedeesd. Saxofonist Ole Mathisen paste nochtans goed in het verhaal –er waren een paar heel mooie unisono momenten van sax en trompet– maar bleef over het algemeen te veel op de achtergrond. Op het einde van het concert ruilde Zafer Tawil zijn oud in voor een drum, en kregen we zelfs een mooi duelling banjos-moment met Stéphane Galland.

Het concert was enorm verscheiden, van maqam tot free jazz, en was dan ook zeer representatief voor de verscheidenheid en de veelheid aan invloeden waaraan ElSaffar zich graag laat blootstellen. Het publiek kon het duidelijk ook smaken, want men hield niet op met applaudisseren tot een bisnummer kon afgedwongen worden. Hopelijk krijgt dit ensemble nog de kans om in onze contreien te spelen.

De lezing van Amir ElSaffar vond plaats in het kader van de reeks Know Your Jazz, aan de faculteit Letteren & Wijsbegeerte van de UGent op woensdag 22.02.2017

Amir ElSaffar Two Rivers Ensemble gehoord in Muziekcentrum De Bijloke, Gent op donderdag 23.02.2017 / Amir ElSaffar, trompet, hammered dulcimer; Ole Mathisen, tenorsaxofoon; Zafer Tawil, oud, tabla; François Moutin, contrabas; Tareq Abboushi, buzuq; Stéphane Galland, drums

BRAIN//CHILD

Kent ge dat? Het ligt op de tip van uw tong, maar het wil er maar niet uit rollen (het zou bij mij nochtans met een schone Gentse ‘r’ zijn). Dat gevoel heb ik nu al een week. Ergens in mijn hoofd zit er een connectie die maar niet gelegd wil worden. De muziek van het (met gastmuzikant Bo Van der Werf) tot sextet uitgebreide kwintet van Artan Buleshkaj en Daan Demeyer klinkt zó vertrouwd in de oren, maar ik kan ze net niet thuisbrengen. Zelfs niet (of juist daardoor niet) na een ganse week naar hun pas uitgebrachte eponieme album te hebben geluisterd. Ik ging vorige maandag (13.02.2017) luisteren in Trefpunt.

De sfeer in Trefpunt (ik kom daar veel te weinig) is in niets vergelijkbaar met die van pakweg de Hot Club. Het overgrote deel van de mensen komt er om te praten (en te drinken), en de muziek lijkt op het eerste gezicht eerder een secundaire rol te spelen. Wanneer de muzikanten hun optreden starten –beschamend op tijd voor een jazzgroep– worden ze door het grootste deel van het café dan ook passief genegeerd. Passief, daarmee bedoel ik dan dat de meeste mensen wel doorhebben dat er gespeeld wordt, maar daarvoor hun gesprekken niet onderbreken. Naarmate de inleiding van nauwelijks hoorbaar aanzwelt tot stevig, verstillen de gesprekken en gaan de hoofden steeds meer meeknikken op het dwingende ritme. “Niet echt heletegans belabberd, dienen jazz.” Wanneer wat later het nummer “Between One and Two” (een stuk van Daan Demeyer) wordt geïntroduceerd, roept iemand uit het publiek algauw “lies three“. Abstracte wiskunde heet dat.

De muziek is heel harmonisch. Grote stukken melodie worden unisono gespeeld door groepjes instrumenten: Fender Rhodes met sax en gitaar, tenorsax en bariton sax, elektrische bas en Fender Rhodes en bariton sax, … Johann Fux zou trots zijn op zoveel contrapunt. Het draagt bij tot de onmiddellijke herkenbaarheid van de muziek, maar haalt tegelijkertijd meteen ook de spanning wat uit de toch wel heel lineaire muziek.

Af en toe komen er wel eens dwarse slagen van drummer Raf Vertessen of haakse ritmes van bassist Alessandro Fongaro tegenover, maar het geheel blijft vooral goed te volgen –zelfs wanneer toetsenist Daan Demeyer helemaal loss gaat op zijn Fender Rhodes. En de muzikanten spelen goed. Op het album valt het niet zo meteen op, maar tenorsaxofonist Nicolò Ricci voelt zich ook live helemaal thuis in die heerlijke hoge registers van zijn instrument.

Iedereen krijgt de kans om uit te blinken, van de opvallende toetsenist (live meer dan op het album) die tijdens een schone drumsolo met gefrutsel aan een paar elektronische gizmo’s voor een neutrale achtergond zorgt, tot de drone van de bassist en alles wat ik hierboven reeds vermeldde. En nee, we vergeten vanzelfsprekend Bo Van der Werf niet.

Het lijkt wel alsof Van der Werf ervoor behoed is het laken niet te veel naar zich toe te willen trekken. Zijn solo’s zijn vooral to the point, helemaal noodzakelijk in het muzikale dénouement en ontdaan van de vaak goedkope franjes die men bij de somtijds iets te overijverige jonge garde wel eens pleegt terug te vinden.

Maar ik ben er nog steeds niet uit dus. Ik herken in de muziek flarden van Toine Thys, maar net zo goed Yves Peeters. Het is vooral de manier waarop die sax aanblaast, en dan de harmonie erachter. Luistert u vooral zelf eens (naar ‘Wetty Sprinter’ bijvoorbeeld), en laat het mij gerust weten als u het gevonden hebt. Live beslist nog meer de moeite dan op plaat trouwens!

[spotify id=”spotify%3Aalbum%3A76D7yVoHUJIISzEi7jDeeY” width=”320″ height=”320″ /]

BRAIN//CHILD feat. Bo Van der Werf, gehoord in Trefpunt, Gent op maandag 13.02.2017 / Nicolò Ricci, tenorsax; Artan Buleshkaj, gitaar; Daan Demeyer, Fender Rhodes; Alessandro Fongaro, elektrische bas; Raf Vertessen, drums; Bo Van der Werf, baritonsax

BRAIN//CHILD is nog steeds op release tour, en vallen o.a. te beluisteren op woensdag 22.02 in Café De Koer (Meibloemstraat 86, Gent).

Artan Buleshkaj speelt op donderdag 9.03 in duo met Daan Demeyer bij Opatuur in Mub’art – Brasserie MSK (Fernand Scribedreef 1, Gent)

Movable Type + Jukwaa 221

Het was slechts bij toeval dat ik aan de Bijloke-manufactuur van vorige vrijdag herinnerd werd. Thijs Troch had in allerijl (daags ervoor) nog een bericht gepost op facebook, en daardoor waren er toch nog een dozijn extra gegadigden opgedaagd. De avond was in twee gedeeld, met eerst een ietwat experimenteel concept van Movable Type, gevolgd door Jukwaa 221, waarvoor Troch extra reclame had gemaakt. En Movable Type had een special guest, zo bleek uit een haastig geposte foto op Instagram: “Vanavond! Zowaar met Liesa Van der Aa.”

Bij Movable Type mocht het publiek op het podium van de concertzaal plaatsnemen, lekker dicht bij de muzikanten (eigenlijk in een vergelijkbare setting met het Kraakhuis voor het tweede deel van de avond). Movable Type startte met (laat renaissance of vroeg-) barokke muziek, waarbij de blikvanger (en ‘klankvanger’) zonder twijfel de cornetto (of zink) van koperblazer Lambert Colson was. Ook Jon Birdsong zou zijn trompet een paar keer voor dat vreemde instrument inruilen. De klank van de cornetto is zeer vergelijkbaar met die van een trompet, behalve dan dat het instrument vaak van hout is gemaakt, en daardoor een warmere klank krijgt.

De klassiekere stukken werden afgewisseld met meer jazzy werk, en het was er de muzikanten voornamelijk om te doen om een staalkaart te bieden van de mengeling van de muziekstijlen, zowel inhoudelijk als instrumentaal. Dat kwam exemplarisch tot uiting bij de bloemenreeks, die begon met twee versies van Petite Fleur: een compositie van een vroeg-barokke componist en de bekende tune van Sidney Bechet. Voor die laatste versie kwam Liesa Van der Aa op het podium, met een loepzuivere (duh) en empatische stem.

Anthony Romaniuk speelde trouwens net zo goed op klavecimbel als piano, en Nathan Wouters stak met zichtbaar genoegen een heleboel effecten op zijn (akoestische) bas (nooit gratuit), inclusief een synthesizer die perfect paste in het stuk dat toen werd gebracht.

Jukwaa 221 trok zich rustig op gang. De klanken druppelden het Kraakhuis binnen zoals regen tegen een zolderraam. Een voorzichtige druppel hier, en kort salvo daar, bijgestaan door een aanhoudend geroffel op de drum, dreigend als een donder die toch maar niet dicht genoeg komt om het onweer in volle razernij te laten losbarsten. Een toevallig melodie tikt voorbij, de druppels pikken het tempo even op, en worden dan opnieuw rustig. Het onweer zou altijd op veilige afstand blijven.

De inleiding van dit concert was zuiver ritmisch. De contrabassen spelen geen melodie, en Nils Vermeulen tikt zelfs de ganse (lange) intro met zijn vingers op de klankkast. Thijs Troch raakt nauwelijks de toetsen van zijn (prepared) piano aan, maar ligt languit met het bovenlichaam in de klankkast de snaren te beroeren. Wat opvalt –in die twee keren dat ik hem kort na elkaar heb bezig gezien– is dat Thijs Troch, nog veel meer dan vroeger, erg bezig is met geluid en klank (vs melodie).

Ritme zou de rode draad doorheen het concert blijven (zelfs al klatert de piano bijwijlen). Heel even lijkt het op phase shifting uit te draaien, wanneer alle instrumenten op het zelfde ritme beginnen te spelen, maar de muziek wordt alleen subtiel dreigender, zonder dat de ritmes uit elkaar gaan lopen. (Ik speur angstvallig naar een douche, met al die Bernard Herrmann-vibe.) Sleutelwoord voor deze muziek is zonder twijfel filmisch. Wie zich mee laat voeren op de muziekstroom, gaat mee op een boeiende trip.

Movable Type & Jukwaa 221, gehoord in Muziekcentrum De Bijloke, Gent op vrijdag 10.02.2017
Movable Type: Lambert Colson, cornetto | Jon Birdsong, trompet, cornetto | Anthony Romaniuk, piano & klavecimbel | Nathan Wouters, contrabas | Guest – Liesa Van der Aa, zang
Jukwaa 221: Thijs Troch, piano | Nils Vermeulen, contrabas | Laurens Smet, contrabas | Sigrfied Burroughs, drums | Elias Devoldere, drums

Frederik Leroux + Bart Maris en Thijs Troch

Met maandelijkse regelmaat strijkt de (mobiele) jazzclub Opatuur neer in De Centrale. De geafficheerde muzikanten zorgen steevast voor een mooie staalkaart van de Belgische jazzscene (Opatuur schuwt de andere kant van de taalgrens niet), en ze treden er vaak op in een minder voor de hand liggende bezetting. Menig samenspel of muzikantencombinatie is (mede) ontstaan onder de vleugels van Opatuur. Er wordt nog steeds gespeeld zonder drums, dat spreekt vanzelf, en zonder stem ook —of het moet zijn dat die ene onverlaat geheel onvoorzien en tegen de instructies in, het heeft vermogen toch enkele keelklanken uit te stoten onder het mom van extended instrumentation. Het ontlokt aan de ingewijden steevast een glimlach die zich door de zaal verspreidt als in een klaslokaal nadat de durfal kattenkwaad heeft uitgehaald.

Tot vorig seizoen vonden de concerten plaats in de cafetaria van De Centrale, bij momenten gretig voorzien van ritmische begeleiding door de danslessen erboven of de concerten elders in het gebouw. Dat bood een mooie uitdaging voor de muzikanten, daar niet van, maar ideaal was het niet.

Sinds oktober mag Opatuur echter gebruik maken van de Kelderzaal van het wereldcultuurhuis. Een ‘kleine’ schaalvergroting naar een oppervlakte van 200 m2, die voor de jazzconcerten wordt ingericht als een intieme club. Er is een voorgeborchte met toog en veel licht, een intiem, schaars verlicht gedeelte met tafeltjes en stoelen voor de luisteraars, en het podium. En er zijn vele knopjes waar Opatuur zich met genoegen aan kan uitleven, zodat hij naast de microfoons waarmee hij de concerten op zijn laptop opneemt, nu ook de lichten secuur kan afstellen naar zijn behoefte.

Opatuur heeft niet alleen een nieuwe locatie, er is ook een nieuwe format. Van de gebruikelijke concerten is het Opatuurconcert —spontaan, zo lijkt het wel— geëvolueerd tot twee geheel verschillende sets met andere bezetting of zelfs helemaal andere muzikanten. Eind vorige maand gingen we luisteren naar Frederik Leroux solo + Bart Maris en Thijs Troch duo.

Frederik Leroux focust zich al een hele tijd op banjo. En al werden wij indertijd helemaal wild van zijn improvisaties op gitaar, die banjo lijkt steeds meer een onderdeel van Leroux te worden. Het concert begon dan ook met een Leroux in innige omhelzing met zijn instrument. Enkel een paar intieme klanken werden uit de banjo getokkeld, maar naarmate de set vorderde, werd de muziek steeds weidser, en stelde ook de muzikant zich steeds opener op voor het publiek. Het was alsof er ter plekke een taal werd uitgevonden om met het publiek te communiceren; met de ontwikkeling van een vocabularium en een grammatica kwam ook een verhaal waarvan de stukken steeds meer samen kwamen.

Op het einde van de set werd de uitbundigheid tot zo’n toppunt gedreven, dat het tragisch en aangrijpend werd —nee, niet melancholisch of droevig, maar bijna pijnlijk. Een schitterende apotheose.

Op de scène stond al de ganse avond een buffetpiano te wachten op de begerige vingers van Thijs Troch. Op een tafel ernaast stond een klavier, omgeven door een horde bakskes waar menig gitarist jaloers van zou worden, en daar nog eens naast een stoel met een al even impressionante rig voor de trompet. De piano werd die avond niet gebruikt.

Aan de oppervlakte was het voornamelijk de trompettist, Bart Maris, die het woord zou nemen. Troch stuurde vanuit de achtergrond bij, zorgde voor een basis en een veld waarop Maris kon verder breien. Maris liet aan één stuk door zijn trompet of bugel praten, nu eens in een beschaafde conversatie (met zichzelf of met Troch), dan weer schril schreeuwend of klanken spuwend op het publiek. In dat laatste geval werd de elektronica van de trompet stevig bijgetreden door de toetsenist. Soms was het niet eens een kwestie van klank of geluid, maar van harmonische tempi die van elkaar werden afgepakt en (soms (bijna)) contrapuntisch werden teruggestoten.

Het was een zorgvuldige symbiose, die tussen beide muzikanten werd opgebouwd. En al viel er dan muzikaal of (vaker) louter op volume wel eens een leider aan te duiden, het was vooral het samenspel dat van deze set een interessante belevenis maakte.

Frederik Leroux solo + Bart Maris en Thijs Troch duo, gehoord bij Opatuur in de Kelderzaal van de Centrale, op 29.01.2017

Boeken 201701

Het is van lang geleden dat ik nog een eens mijn leesvoer heb opgelijst. Niets als een nieuw jaar om een traditie opnieuw op te pikken.

  1. No Man’s Land (John Puller #4) / David Baldacci / 2016
  2. De greppel / Herman Koch / 2016
  3. Night School (Jack Reacher #21) / Lee Child / 2016

Strips en aanverwanten

  • Revival, Vol. 1: You’re Among Friends (Revival #1) / Tim Seeley, Mike Norton, Mark Englert / 2012
  • Revival, Vol. 2: Live Like You Mean It (Revival #2) / Tim Seeley, Mike Norton / 2013
  • Clean Room, Volume 1: Immaculate Conception (Clean Room, Volume 1) / Gail Simone, John Davis-Hunt / 2016
  • Clean Room, Volume 2: Exile (Clean Room, Volume 2) / Gail Simone, John Davis-Hunt / 2017
  • Big Bang Saigon / Hugues Barthe, Maxime Peroz / 2017
  • La boucherie / Bastien Vivès / 2016
  • Le Passeur / Hermann, Yves H. / 2016

Sport 201701

December slaan we voor het gemak maar even over. Niet dat ik niet heb gesport, maar ik heb geen zin om het allemaal weer te gaan opzoeken. Ik geef u gewoon nog mee dat de zoon en ik wilde plannen hadden voor de Rapha Festive 500, maar dat we die hebben laten varen nadat (1) het plots wel erg koud is geworden tussen oud en nieuw, en we van plan waren in de Walen te gaan fietsen waar het veel kouder is en (2) ik een beetje gecrasht ben na de eerste 250 km naar de kust en terug (gecrasht zoals in: totaal uitgeput, niet zoals in: gevallen).

Januari dus. Een nieuw jaar, een nieuwe start voor dit lijstje en vanalles. Ik heb blijkbaar meer gefietst dan gelopen, en dat weerspiegelt zich in de doelstellingen die ik mijzelf heb opgelegd in Strava. Dit jaar zou ik graag 1.200 km lopen, en 3.650 km fietsen. Ja, die getallen zijn wat random en tegelijk symbolisch gekozen, dank u voor de vraag.

Fietsen gebeurt vooralsnog binnen, vandaar ook de wat kortere afstanden. Ik heb ook definitief gekozen voor Zwift (vs TrainerRoad en The Sufferfest). Zwift is het meest interactief van de drie, het minst competitief, en biedt teglijk ook trainingsprogramma’s. Die volstaan misschien niet voor de (semi)pro, maar daar ligt mijn ambitie ook helemaal niet.

(vorige maand)

Films 201701

De kop is eraf. Als ik er eentje moet uithalen, dan is het La tortue rouge van Michael Dudok de Wit. Zeker bekijken als u de kans hebt.

  1. Jack Reacher: Never Go Back / Edward Zwick / 2016 / **
    Jack Reacher must uncover the truth behind a major government conspiracy in order to clear his name. On the run as a fugitive from the law, Reacher uncovers a potential secret from his past that could change his life forever.
    Tsjah. Ik blijf het moeilijk hebben om in Tom Cruise de Jack Reacher van de boeken te zien. Voor de rest aanvaardbaar gemaakt: leutig tijdverdrijf.
  2. The Jungle Book / Jon Favreau / 2016 / *(*)
    After a threat from the tiger Shere Khan forces him to flee the jungle, a man-cub named Mowgli embarks on a journey of self discovery with the help of panther, Bagheera, and free spirited bear, Baloo.
    Hier had ik niet echt nood aan.
  3. La tortue rouge / Michael Dudok de Wit / 2016 / ***(*)
    The dialogue-less film follows the major life stages of a castaway on a deserted tropical island populated by turtles, crabs and birds.
    Zeer mooi, zelfs wanneer het verhaal verrassend abstract-surrealistisch wordt.
  4. Carnage / Roman Polanski / 2011 / **
    Two pairs of parents hold a cordial meeting after their sons are involved in a fight, though as their time together progresses, increasingly childish behavior throws the discussion into chaos.
    Een film die ik veel liever door Woody Allen had geregisseerd gezien.
  5. Frat Star / Grant S. Johnson, Ippsie Jones / 2017 / *
    “Frat Star” explores the alluring, superficial, manipulative, and dark world of Ivy League fraternity culture. An insecure, poor, and broken-hearted Nick enters freshman year with no interest in fraternities. This all changes when his old money roommate Billy convinces him to pledge.
    Voorspelbaar.
  6. Between Us / Rafael Palacio Illingworth / 2016 / ***
    Thirlby and Feldman play a couple confronted by the fear that settling down and getting married means their carefree days as city-dwelling young adults coming to an abrupt and depressing end. Both are tempted by the allure of another life before ultimately realizing why they fell in love in the first place.
    Atypisch voor mij, maar ik vond deze film eigenlijk wel interessant.
  7. Ouija: Origin of Evil / Mike Flanagan / 2016 / **(*)
    In 1967 Los Angeles, a widowed mother and her 2 daughters add a new stunt to bolster their seance scam business, inviting an evil presence into their home.
    Ik ben gelijk niet helemaal fan van Mike Flanagan. Ok, maar niet opmerkelijk.
  8. The Girl with All the Gifts / Colm McCarthy / 2016 / **
    A scientist and a teacher living in a dystopian future embark on a journey of survival with a special young girl named Melanie.
    Het is wel al goed geweest met die dystopische films. Gemma Arterton speelt niet slecht.
  9. Demon / Marcin Wrona / 2015 / **(*)
    A bridegroom is possessed by an unquiet spirit in the midst of his own wedding celebration, in this clever take on the Jewish legend of the dybbuk.
    Ondanks de op cliché afstevende premisse, is dit goed geacteerd en redelijk deftig uitgewerkt.
  10. The Autopsy of Jane Doe / André Øvredal / 2016 / ***
    A father and son, both coroners, are pulled into a complex mystery while attempting to identify the body of a young woman, who was apparently harboring dark secrets.
    Maar ja: een beetje verrassend zelfs (ik onthoud mij van de verassende woordspeling in het mortuarium).
  11. The Hollow Point / Gonzalo López-Gallego / 2016 / **
    A new sheriff of a small town along the U.S. & Mexico border investigates a drug cartel deal that went horribly wrong.
    Beter dan u zou verwachten (maar ook niet meer dan dat).

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(films vorige maand)