Nathan Daems Quintet

Nathan Daems Quintet @ Vooruit door Bruno Bollaert

Het was een sterk statement van Nathan Daems, om het concert in Vooruit bijna solo te openen, enkel gesteund door drummer Simon Segers. Het Nathan Daems Quintet wordt immers druk bevolkt door de leden van De Beren Gieren, iets wat ongetwijfeld ook de jury van het Jong Jazztalent Gent concours niet was ontgaan toen ze het kwintet in 2010 bekroonden, een jaar nadat De Beren Gieren zelf de wedstrijd hadden gewonnen. Beide groepen zijn echter beslist verschillend, en zelfs onder het aanstekelijk-spontane haantjesgedrag van wonderkind Fulco Ottervanger blijft de klankkleur van Daems nadrukkelijk present.

Het openingsnummer wordt gespeeld op sopraansax en geeft een duidelijk oosters getinte indruk; het tweede nummer gaat absoluut de rockerige kant op. In het derde nummer, Koekel Ziet is Alles, een bijna chaotische compositie van Ottervanger, komt de gierende gitaar van Bart Vervaeck op de voorgrond, en bespeuren we een gezonde invloed van rock opera. Met deze drie nummers werden meteen ook de drie bepalende factoren in de groep geïntroduceerd: eerst Daems zelf, vervolgens het Quintet, en tot slot de invloed van Ottervanger.

Er zit een aanstekelijke dynamiek in de groep, waardoor een context wordt gecreëerd voor de melodieën die Daems er tegenaan gooit. Typisch voor deze aanpak zijn de nummers Rashko –geschreven voor een vriend– en The After Renovation Lack –“ge weet wel, ge renoveert een huis, en dat is allemaal nieuw en goed en zo, maar toch verdwijnt er ook iets, in die renovatie”, legt Daems uit. In de samenwerking in het kwintet is het net andersom: er wordt alleen maar toegevoegd. Zelfs al lijkt het soms dat Daems wat verdwijnt in de storm van de andere muzikanten, hij blijft hardnekkig doorgaan als een wervelende onderstroom met zijn eigen beslissende rode draad.

Wie het kwintet anderhalf jaar geleden heeft gehoord tijdens het Jong Jazztalent concours en nadien op Gent Jazz 2011, zal de gigantische evolutie die deze groep heeft meegemaakt, niet zijn ontgaan. Ondertussen is de groep nóg gegroeid, en dat belooft voor de toekomst. De positieve vibe is bijna tastbaar, de energie en het samenspel zijn opvallend. Bas Gommeren speelde een schijnbaar onverwachte solo op contrabas, waarop Simon Segers intuïtief inpikte –Segers speelt graag met onverwachte maar organische ritmes– en de medodie kwam uiteindelijk bij Ottervanger terecht. Dit samenspel is de essentie van jazz.

Ook Nathan Daems genoot zichtbaar; tijdens het encore stond hij een tijdje –zoals Wayne Shorter– geleund tegen de piano mee te genieten van de uitwisseling tussen zijn medemuzikanten. “Dankuwel, dit was een schitterende avond”, vertrouwde hij het publiek toe.

Er is een cd uit, bij De Werf, maar ik heb hem nog niet gehoord. U kan vier stukjes voorbeluisteren op de soundcloud van het Nathan Daems Quintet, of de cd aanschaffen na het optreden. Dit is echter een groep die u zeker live aan het werk moet zien, en dat treft, want de groep toert momenteel in het kader van de JazzLab Series door Vlaanderen. Zo kan u zaterdagavond (20.30 u.) terecht bij De Werf in Brugge, en zondagnamiddag (17 u.) bij Vrijstaat O. in Oostende. Sterk aangeraden.

BYJO plays Michel Herr

BYJO @ Flagey door Bruno Bollaert

Gisteren zat ik in Flagey Studio 4 voor de première van het BYJO o.l.v. Michel Herr. Het BYJO, dat is het Brussels Youth Jazz Orchestra, een organisatie van Jeugd en Muziek Brussel onder de artistieke supervisie van Frank Vaganée (van het BJO). Het BYJO werd opgericht in 2008, en een aantal van de muzikanten die nu als jonge beloften worden bestempeld, speelden er sindsdien in mee (o.a. saxofonisten Marjan Van Rompay en Nathan Daems, trombonist Peter Delannoye, en pianist Bram De Looze). Het BYJO werkt telkens met gastdirigenten. Onder andere Bert Joris en Bob Mintzer gingen Michel Herr reeds voor, en de komende drie jaar komen pakweg Lode Mertens, Nils Landgren en Michael Abene langs.

Met één uitzondering –een arrangement van Wayne Shorters Ana Maria– kwam de muziek gisteren integraal van Michel Herr. De dirigent had vier dagen nauw samengewerkt met de jonge muzikanten, en die samenwerking kwam tot een climax in –hoe passend– het laatste nummer (voor het encore) Extremes. Wij onthouden verder vooral tenorsaxofonist Matthias Van den Brande en trompettist Antoine Dawans, al blijft het steeds boeiend om zo’n groep jonge snaken bezig te zien. Ik weet niet waar ze hierna nog optreden, maar in april volgend jaar gaat alvast het nieuwe concert met gastdirigent Klas Lindquist in première.

La Resistenza Barcella

Giovanni Barcella @ La Resistenza door Bruno Bollaert

Als ik in La Resistenza toekom, zo ongeveer een kwartier voor de voorziene aanvang van het concert, zit Giovanni Barcella er te eten met de twee muzikanten die hij heeft uitgenodigd om die avond met hem te concerteren. De begroeting is hartelijk. Ik ken Gio niet alleen van de lokale scène, we zetelen beiden al een paar jaar in de jury voor het Jong Jazztalent Gent concours dat gehouden wordt tijden het Gent Jazz festival. Barcella is de Gents-Italiaanse drummer die elke maandagavond een programma in elkaar steekt voor La Resistenza. Vroeger deed hij dat voor El Negocito, waar hij zorgde voor de Barcella Sessions en de concerten in duo met tenorsaxofonist Jeroen Van Herzeele. Toen Rogé Verstraete, de man achter El Negocito en La Resistenza, het el NEGOCITO Records label boven de doopvont hield, was de eerste release een live album van het Barcella/Van Herzeele duo. Nu de jazzactiviteiten van El Negocito overgeheveld zijn naar La Resistenza, verhuisden de Barcella maandagavonden mee.

Net zoals El Negocito is ook La Resistenza een eet- en praatcafé. Voor 12 euro is er een lunch voorzien (soep, schotel naar keuze en koffie of thee), en wie naar een concert komt, kan de integrale entreeprijs dezelfde dag aanwenden voor drank of voedsel. Een fantastisch concept, dat voor de bezoeker zorgt dat hij zo goed als gratis concert een concert bijwoont, en tegelijk de uitbater garandeert van een minimale omzet. Het café bevindt zich op het gelijkvloers, de concerten vinden plaats in de kelder. Er is geen deur tussen beide ruimten, maar er werd een zwaar gordijn gehanden aan de voet van de trap om muzikale kruisbetuiving te vermijden. In het café moet men kunnen blijven praten, in de kelder moet men enkel de muziek horen.

“Je vais vous lire une petite quelque chose de deux lignes”, zegt Barcella als we allemaal een plaatsje in de kelder hebben gevonden, en hij verontschuldigt zich meteen voor zijn Engels.

Never divide the great longing
into a host of small satisfactions.

Hij declameert het met een tongval die uit The Godfather kon komen, alleen is het bij hem niet geacteerd. Barcella haalde zijn inspiratie uit een ondertussen beduimeld tijdschrift waar hij tijdens de maaltijd nog ijverig in zat te bladeren. Als ik het citaat thuis in Google steek, kom ik terecht bij Esther (Etty) Hillesum, een jonge Joodse die op 29-jarige leeftijd gestorven in Auschwitz in 1943. Sinds 1941 hield ze een dagboek bij, op advies van haar minnaar, Julius Spier. Het dagboek werd pas in 1981 gepubliceerd en pas nog later (in 1983) vertaald in het Engels. In 2006 werd aan de UGent het Etty Hillesum Onderzoekscentrum (EHOC) opgericht.

Elke bezoeker aan de kelder –vijf euro was de toegang die avond– krijgt drie fotocopies die met een nietje in de linkerbovenhoek haastig met elkaar werden verbonden. Het herinnert mij aan de bijeenkomsten uit mijn studententijd, een periode waar de meeste bezoekers nog middenin zitten. Barcella soleert, en zijn drumspel klinkt zoals zijn aankodiging. Hij bouwt een verhaal op, eerst in snelle beats die van een machine konden komen, en waaruit hij dan specifieke klemtonen haalt. De gasten die hij heeft uitgenodigd, knikken geboeid mee.

Yuko Oshima neemt de solo van Barcella over, in een stijl die nu nog wel haaks op die van haar voorganger staat, maar die straks geheel complementair zal blijken. De brushes bouwen een langzaam ritme op, de cymbalen worden spaarzaam maar nadrukkelijk gebruikt.

In het derde deel speelt ook tubist Daysuke Takaoka mee. Barcella leest voor uit het gedicht dat voor ons werd gefotocopieerd, in een rustige, bijna monotone stem: “considera prima di tutto la posizione delle cose”. Het gedicht heet La prossima malattia (de volgende ziekte), van Adriano Spatola, die wordt gerekend tot een van de belangrijkste dichters uit de Italiaanse neo avant-garde. De tuba van Takaoka en de drums van Oshima zorgen voor de klankkleur bij de voordracht.

Wanneer het gedicht helemaal is voorgelezen en Barcella meedrumt, blijkt hoe groot de noodzakelijke symbiose tussen de drie muzikanten wel is. Terwijl beide drummers voor een basis zorgen, exploreert Takaoka de grenzen van zijn instrument. Hij legt het mondstuk weg en in de buis van de tuba als was het een dwarsfluit, of bespeelt hij een elleboogstuk dat hij van het instrument het losgemaakt.

Als ik niet veel later naar huis fiets, komen flarden van het concert opnieuw bij me op. De declamatie van Barcella, de brushes van Oshima, en het gefluister van Takaoka vergezellen me naar huis.

Volgende week maandag (14 november) is er een ‘Barcella invite’ en spelen Nate Wooley en Marc Ducret samen met Teun Verbruggen. En wie donderdag (10 november) niet op Follow The Sound in Antwerpen zit, mag gerust opnieuw naar La Resistenza voor een double bill van John Hollenbeck & Jorrit Dijstra en het Alexandra Grimal Quartet.

Trigger me(graine)

Kijk, zei ik tegen Henri, het zou een schoolvoorbeeld van ironie kunnen zijn. Uw vader post iets over hoe gezond hij wel is, en vervolgens kan hij met moeite zijn bed uit van de migraine. (Tenzij om te kotsen. Maar dat wilde u niet horen.)

Ondertussen heb ik al twee triggers ontdekt, die bij mij migraine opwekken.

Een eerste is een overdosis muizen van Côte d’Or (of double lait), zo mocht ik ontdekken toen mijn schoonouders een mand met –voornamelijk gezond– lekkers hadden achtergelaten voor Tessa en Henri op hun verjaardag. De mand stond in de gang op ons te wachten toen we terug kwamen van de orkestrepetitie die vrijdag, en er zaten een heleboel van die muizen in, die ik dezelfde avond allemaal heb opgegeten en waardoor ik de volgende dag geheel onbruikbaar was. Ik zoek er geen opzettelijkheid achter.

Een tweede heeft iets met kaas te maken. Gisteren heb ik één of andere lokale kaas uit Nancy gegeten, en waarvan we eerst hadden geproefd en die ik dan volledig heb opgegeten –met een appeltje bij– omdat ik ’s avonds nog honger had. Ik ben de ganse nacht ziek geweest, en heb de rest van de dag in de zetel doorgebracht, en ik hoop straks naar een concert te kunnen (in La Resistenza, het ziet er boeiend uit), desnoods met dafalgan codeïne en oordopkens. Tessa had die kaas meegebracht, maar ik zoek er geen opzettelijkheid achter.

Te vermijden dus: muizen en kaas. Moeilijk kan dat niet zijn, gezien ik muizen niet (zelf) in huis haal, en ik zuivel probeer te mijden.

Zijt ge wel gezond? (bis)

Begin dit jaar liet ik mijn bloed onderzoeken. Ik was toen dik drie maand (strikt) vegetarisch, en de vraag die ik het meeste kreeg was of ik wel gezond was. Met mijn bloed bleek niks aan de hand, maar ik deed toen ik niet echt meer aan sport. Ondertussen loop ik al ongeveer een half jaar opnieuw, en besloten we mijn bloed nog maar eens te laten testen. Een vegetariër die een vijftigtal kilometer per week loopt, dat moet wel fout gaan.

  • B12: 594 pg/mL (vorige keer 887); de referentiewaarden liggen tussen 197 en 866
  • Ferritine: 164 ng/mL (vorige keer 270); ref. 20-280

De cijfers zijn wel wat gedaald, maar liggen nog helemaal binnen de referentiewaarden. (Voor wie met de vorige post vergelijkt: mijn cholesterol werd niet opnieuw nagekeken.) Niks aan de hand, dus we lopen lustig verder.

Boeken 201110

Geen slecht boek gelezen, vorige maand, met als hoogtepunt Kyle Ganns avonturen met 4’33” van John Cage. 4’33” is het stukje ‘stilte’ dat John Cage componeerde in 1952 –hij heeft er ongeveer vijf jaar over gedaan om het te schrijven. Een bijzonder boeiend inzicht in dit stuk, en waaruit duidelijk blijkt dat er veel meer in en achter zit dan op de meest opvallende eigenschap. Hier blijkt nog maar eens hoe belangrijk context is.

  1. Fallen / Karin Slaughter / 2011
    Slaughter lijkt zich op haar best te voelen, niet alleen als ze vrouwen macht ken geven, maar ook als ze mannen kan emasculeren. Als u zich daarover kan tillen, dan is dit best een goed boek.
  2. The Sense of an Ending / Julian Barnes / 2011
    Hij heeft er (eindelijk) de Booker Prize mee gewonnen, Julian Barnes, al ben ik niet onverdeeld gelukkig over de afloop van het boek –een beetje doorzichtig. Gelukkig is de man een fantastisch schrijver, en er is waarschijnlijk geen letter die ik niet graag heb gelezen.
  3. The Affair / Lee Child / 2011
    Een ondertussen klassiek Jack Reacher verhaal. Dit keer gaat Child terug naar het verleden van Reacher, toen die nog in actieve dienst bij het leger was. Daarom vergeven we hem ook dat dit een beetje te veel op een format begon te gelijken.
  4. No Such Thing as Silence: John Cage’s 4’33” / Kyle Gann / 2010
    Fenomenaal goed, een absolute aanrader voor iedereen die ietwat in hedendaagse muziek (klassiek en/of geïmproviseerd) geïnteresseerd is.

(boeken vorige maand)

Concerten 201110

Een goede maand, met als hoogtepunt waarschijnlijk het concert van FES. Hopelijk was u erbij, want anders hebt u iets gemist.

  1. BackBack / Progressive Patriots / 05-10-2011 / Vooruit, Gent / Foto’s: BackBack / Progressive Patriots
  2. The Thing / 06-10-2011 / La Resistenza, Gent / Verslag: The Thing
  3. Bert Joris Quartet / 08-10-2011 / De Werf, Brugge / Foto: Bert Joris – Verslag: Piano! Piano?
  4. Sporen: Erik Vermeulen & Seppe Gebruers / 09-10-2011 / deSingel, Antwerpen / Verslag: Piano! Piano?
  5. Carlo Nardozza & Michel Bisceglia / 09-10-2011 / Opatuur, De Centrale, Gent
  6. Erik Vermeulen & Jeroen Van Herzeele / 10-10-2011 / La Resistenza, Gent / Verslag: Piano! Piano?
  7. Vijay Iyer Trio / 13-10-2011 / De Roma, Antwerpen / Verslag: When in Roma…
  8. Mikael Godée & Eve Beuvens / 16-10-2011 / Opatuur, De Centrale, Gent
  9. FES / 19-10-2011 / Concertgebouw, Brugge / Verslag: La Malle-Valise de l’Heimatlos du Sleeping
  10. Pascal Schumacher Quartet / 20-10-2011 / AB, Brussel
    Er zat maar weinig leven in deze voorstelling. Spijtig, want de cd is best te pruimen. Ondertussen heb ik gehoord dat het concert op andere plaatsen beter was.
  11. Phronesis / 26-10-2011 / De Bijloke, Gent / Verslag: Phronesis: try-out in De Bijloke
  12. McCoy Tyner Trio (feat. José James en Chris Potter) / 31-10-2011 / AB, Brussel / Verslag: The Real McCoy

(concerten vorige maand)

The Real McCoy

Ik had het geluk, maandagavond, om de 24 te zien voorrijden net toen ik het Sint-Pietersstation buitenstapte. Vroeger, voor de mensen die niet van Gent zijn, reed de 4 een cirkeltje rond het Maria Hendrikaplein voor het station, maar sinds de tramlijnen helemaal overhoop zijn gehaald voor de werken aan (de) PaGas, is die rol overgenomen door de 24. Een troep belhamels had het tramperron ingepalmd, en bezette vrolijk het achtersteven van de tram (waar ook ik bleef hangen, want ik moest er al twee haltes verder af). De vrolijkheid van de jeugd was gecatalyseerd door een hoeveelheid alcohol –verse blikjes openden zich unisono even voor de tram vertrok. Minder blijdschap evenwel voor een dertiger zich een weg door de olijke jongeren baande, en met veel misbaar een gelukzalig glimlachende jongen van voor het ticketontwaardingsapparaat duwde. “Dwaze zattekloot”, mompelde hij, en hij keek afgunstig naar de grote fles Johnny Walker die de ronde deed en in colaflessen werd bijgegoten.

“Ge zult wel moeten opletten,” waarschuwde ik de jongeman die, met de whiskeyfles in de hand, tegen de deuren van de tram stond geleund, “of ge gaat eruit vallen als ik op het knopke duw.”

“Oei, dankuwel,” antwoorde hij, “ik dacht dat ze langs de andere kant open gingen.” Niet eens een noodzakelijk door drank ingegeven redenering, want aan het station gaan ze inderdaad langs de andere kant van de tram open. “Ne goeien avond hé meneer, en bedankt voor de waarschuwing”, riep hij nog.

Eerder die avond zat ik in de AB voor het concert van het McCoy Tyner Trio (feat. José James en Chris Potter) voor die Contemporary Exploration of John Coltrane en Johnny Hartman die ik al kort had aangehaald. Ik zat er naast Bart Cornand, een enthousiast applaudisseur overigens, en zag er nog de helft van de Vlaemsche jazzscène passeren (behalve Frederik, want die was naar Kuifje gaan kijken –wij gaan zondag). Die zaten daar allemaal (mijzelf incluis) met een gigantische verwachting voor wat komen zou. De line-up was op zijn minst interessant te noemen: pianist McCoy Tyner omschreef zichzelf als een belangrijke invloed op de evolutie van John Coltrane; de bariton van José James raakte bekend door de gesmaakte samenwerking met Jeff Neve (For All We Know en nadien ook Facing East: The Music of John Coltrane); en ten slotte saxofonist Chris Potter in de rol van Coltrane himself. Nee we vergeten niet bassist Gerald Cannon en al evenmin drummer Joe Farnsworth, die beide vrolijk stonden mee te grappen –Farnsworth speelde fantastisch.

Het concert begon met drie instrumentale nummers. Het opende met een wervelend Fly With The Wind, gevolgd door Ballad for Aisha en vervolgens Moment’s Notice. Chris Potter speelde met zijn gewone virtuositeit, zeer bedreven maar niet geheel beklijvend –zijn muzikale klemtonen kunnen mij veel minder in de muziek betrekken dan (tsja) Coltrane die hij moest vertolken. Het zal wel een persoonlijke voorkeur zijn. Potter klinkt –en klonk die avond ook– het best als hij zijn eigen idoom meer op de voorgrond kan laten komen. José James mocht een viertal Hartman nummers brengen. Tyner deed als hij James’ naam niet kende –een routine die hij al de ganse toer volhoudt. James wisselde nummer na nummer de partituur voor Tyner, een charmant detail. De klankkleur van James’ stem ligt soms verbazingwekkend dicht bij die van Hartman, zo viel mij op toen ik op de terugweg nogmaals naar John Coltrane and Johnny Hartman luisterde.

Heel uitgekiend aan dit concert was de afwisseling tussen instrumentaal en vocaal –het hoogtepunt daarin vult u geheel naar eigen voorkeur in. Met In A Mellow Tone en African Village mocht McCoy Tyner zich nog eens uitleven, en hoewel het publiek behoorlijk enthousiast (én hoopvol) was, kwam er geen encore meer.

Films 201110

Vergeet het meeste hieronder, en bekijk Simon Werner a disparu…. En anders zijn er series genoeg om u mee bezig te houden, als u dan toch tijd op overschot heeft.

[update 03/11/2011] Ik was vergeten Deconstructing Dad: The Music, Machines and Mystery of Raymond Scott op te lijsten, de enige film die ik gezien heb op het filmfestival. Meteen een schot in de roos, want hoe pover de fotografie ook mag wezen, des te interessanter was de inhoud!

  1. Skyline / Colin Strause, Greg Strause / 2010
    ’t Heeft potentieel, het is mooi verfilmd, maar er zit net niet genoeg inhoud en creativiteit in.
  2. Simon Werner a disparu… / Fabrice Gobert / 2010
    Zeer intelligent in elkaar gestoken film, die uitgaat van de snelle veronderstellingen die mensen maken, gebaseerd op een fractie van de kennis van het geheel van een situatie. Deze film belicht een gebeuren vanuit verschillende standpunten, op een boeiende manier, en waarbij de kijker steeds dichter bij de waarheid komt. Aanrader, dit langspeelfilmdebuut van Fabrice Gobert.
  3. Long Weekend / Jamie Blanks / 2008
    Life’s a beach and then you die. Pfft. Koppel gaat naar strand in wildernis en op het einde zijn ze alletwee dood. Voilà: u kan nu uw tijd aan iets zinnigs spenderen.
  4. Knight and Day / James Mangold / 2010
    Wel, dat was grappig. Hij heeft niet veel om het lijf, die film, maar laat zich makkelijk bekijken. Ontspannend niemendalletje dat zelfs een beetje zelfspot lijkt te bevatten.
  5. Nine Miles Down / Anthony Waller / 2009
    Measurements: 34-25-35 staat er op de IMDB pagina voor Kate Nauta, en daarmee kent u het meest interessante aan deze film.
  6. The Killer Inside Me / Michael Winterbottom / 2010
    Een fantastisch concept, dat mij helaas totaal niet kon boeien. Casey Affleck is een verschrikkelijk eendimensionele acteur, en het verhaal stagneert in zijn vertelling. Het zit een beetje in hetzelfde soort verfilming als The Black Dahlia, heel mooi, intrigerend en interessant, maar zo latent verfilmd dat ik erbij in slaap val. Ik heb het zo niet voor die trage, schrijdende verteltrant waarin men alle aandacht van de wreedheden wil wegtrekken –een daar ook in slaagt, maar meteen ook alle vaart uit de film haalt. Niet mijn genre.
  7. Saw 3D: The Final Chapter / Kevin Greutert / 2010
    De zevende film in de Saw franchise. Er loopt nog altijd een rode draad door de reeks die een verhaallijn moet voorstellen, maar een mens kijkt alleen nog maar voor de gruwelijk idiote verzinsels (dat mag u naar wens interpreteren) om mensen om het leven te brengen. Het schokeffect is al jaren geleden verdwenen.
  8. The Virginity Hit / Huck Botko & Andrew Gurland / 2010
    “Ranzige tienerkomedie met een pak blootscènes en pornoster Sunny Leone in een weinig verhullende bijrol”, stond er in de beschrijving. Wel één van de betere films in het genre.
  9. The Music, Machines and Mystery of Raymond Scott / Stanley Warnow / 2010
    Zeer interessant; zie ook: mijn verslag.

(films vorige maand)