De Vlaamse Opera heeft het gedurfd de Ring aan te pakken, en na de proloog te hebben gehoord én gezien, zijn wij daar niet rouwig om. Regisseur Ivo Van Hove heeft Das Rheingold in een hedendaagse context binnengebracht, op een manier die volstrekt vanzelfsprekend overkomt. En dat is een uitzondering, want wij herinneren ons nog Peter Sellars‘ Don Giovanni in de straten van het New Yorkse Harlem, dat, hoewel een belangrijke stap in de evolutie van de opera, in retrospect toch een beetje van het goede teveel was.
Van Hove bezondigt zich daar niet aan. De setting dient als achtergrond en illustratie, en trekt niet nodeloos alle aandacht naar zich toe. Het goud als allegorie voor kennis en macht, wat op de scène wordt voorgesteld door de digitale wereld. De informatie wordt bewaard in een computerzaal, de kennis blijkt downloadbaar op een USB stick. Waar de wereld bij Wagner nog bestond uit boven (de goden, het Walhalla) en onder (de onderwereld), heeft tegenwoordig iederéén toegang tot informatie. Het wereldbeeld werd niet gewoon gemoderniseerd door Van Hove, maar geactualiseerd aan de huidige situatie. En dat is precies de reden waarom de enscenering werkt.
Voor Wagner zelf was de uitbeelding van ondergeschikt belang aan de thematiek en de muziek. Hoewel de afbeeldingen van Arthur Rackham zeer tot de verbeelding spreken, hadden de in berevellen en ijzeren harnassen verscholen acteurs voor een veel minder aangrijpend schouwspel gezorgd dan de hedendaagse bezetting van Van Hove. Wagner zelf was overigens dermate ontgoocheld in die potsierlijke dress code dat hij luidop droomde van een onzichtbare enscenering (net zoals het onzichtbare orkest dat hij in Bayreuth diep in de orkestbak had verstopt).
Bij Van Hove krijgen de acteurs een prominente rol toebedeeld. Net zoals de enscenering is de muziek belangrijk als ondersteuning (Wagner is tenslotte de uitvinder van het Leitmotif), maar krijgen de zangers een belangrijke rol. Hun zang is duidelijk en op de voorgrond, en zorgen ervoor dat het verhaal direct naar de luisteraar wordt gebracht. De muzikale motieven en de dramatische uitwerking dienen voornamelijk als ondersteuning, en het maakt er deze uitvoering alleen maar krachtiger op. De moderne (hier is dat woord dan toch) ondersteuning van de televisieschermen, waarop onder andere het vreselijke lot van Freia bij de reuzen zeer aanschouwelijk en afschrikwekkend (maar niet obsceen) wordt afgebeeld, zorgt voor een zeer waardevolle aanvulling.
Thuis luister ik met veel plezier naar Solti’s Ring, een uitvoering van 1965 die nog steeds als een van de meer representatieve wordt beschouwd, en die ik ergens in de jaren 90 tot grote consternatie van de verkopers in de Fnac mijzelf heb toegeëigend (ik was te jong voor dergelijk oeuvre). De opvoering in de Vlaamse Opera, tijdens de première dinsdag, kan nochtans met glans de vergelijking weerstaan. Technisch kunnen bepaalde gedeelten in Solti’s versie als superieur worden beschouwd, maar in zijn geheel kan ik u niet alleen deze nieuwe versie aanraden; deze vertolking behoort ongetwijfeld tot het betere werk dat de Vlaamse Opera de laatste jaren heeft geleverd. Niet te missen!
Das Rheingold, gezien op 13 juni. Nog te zien tot 9 juli in de (Vlaamse) Opera aan de Kouter. Info en tickets via de site van de Vlaamse Opera.
(Deze bespreking verscheen eerder al op Gentblogt.)