hardhorig

U kunt er tegenwoordig niet meer naast: het is niet goed gesteld met het gehoor van de jeugd. De grote schuldige is de MP3-speler, of liever, de eigenaar die dopjes steeds dieper de oren induwt en het volume steeds luider aanhoudt. Ik zou het niet wagen mijn eigen tekortkoming daarop af te wentelen, al is het natuurlijk niet onmogelijk dat mijn hardhorigheid daarmee iets heeft te maken.

Al staat het volume van mijn iPod meestal stil. Verder dan één derde wordt het niet opengedraaid, en eigenlijk houd ik het vaker nog lager. En kijk, ik ben de mens die tijdens popconcerten (en BNRF) oordopjes insteekt.

Mijn hardhorigheid gaat al langer mee, en werd, zo denk ik, familiaal doorgegeven. Nietwaar moeder? (“Wablieft? Wat zegt ge? Sorry, maar ik heb u niet verstaan.”) Let wel, ik ben niet doof. Meer nog: ik hoor té goed. Als een televisie in een andere kamer aan staat, het volume muted, dan hoor ik dat aan het gesnerp van de beeldbuis (bij een LCD zal dat dus niet lukken, denk ik). Als ik mij in een kamer aan de tuinzijde van ons huis bevind, dan hoor ik dat er iemand zijn wagen voor onze poort parkeert.

Niet een zolang geleden, heb ik mijn gehoor laten testen. 10 op 10, was het resultaat, al diende ik de examinator te vragen die score even te herhalen omdat ik hem niet had begrepen. Piepjes en getuut, op gelijk welke frequentie, worden door mijn oren zonder probleem omgepikt. (Tijdens de test heb ik overigens met opzet mijn reactie vertraagd, in een poging de score negatief te beïnvloeden. No such luck. Nu ja, luck is hier relatief.)

Vandaag staat mijn probleem haarscherp beschreven in DS: Rage opgepepte mp3-spelers is ramp voor oren van jeugd

Eén van de eerst symptomen van gehoorschade is het zogenaamde cocktaileffect. “In een ruimte waar veel omgevingslawaai is, kost het dan veel moeite om een gesprek te volgen. Ook oorsuizingen komen bij jongeren steeds vaker voor. De gevolgen van gehoorschade gaan trouwens verder dan alleen maar slecht horen. Jongeren met beschadigde oren raken achter op school omdat ze in het geroezemoes van een klas niet meer verstaan wat er wordt uitgelegd. En gehoorschade is onomkeerbaar”, beklemtoont Vinck. “Eens je haarcellen zijn beschadigd, takelen ze veel sneller af. Een remedie is er niet.”

Cocktail party effect (en niet: cocktaileffect): check. Oorsuizingen (tinnitus): check.

Dus als u mij tijdens een conversatie dwaasweg ziet knikken, of tijdens een groepsgesprek de dingen langs mij heen laat glijden, ga er dan niet zomaar van uit dat het gespreksonderwerp mij niet interesseert. Vermoedelijk begrijp ik u niet goed, en wacht ik op een teken tot slot/samenvatting voor ik u verzoek dat laatste nog eens te herhalen.

balans

Wij hebben een deal, de madam en ik. Zij is verschrikkelijk fragiel gebouwd –astma, allergieën galore, whiplash, gebroken ribben, pneumonieën, noem maar op– en ik ben zo kloek als een hoender. Zij klaagt nooit (ze heeft ooit –een jaar of twee geleden– een paar weken zonder morren met een longontsteking rondgelopen), en ik neut bij het minste symptoom dat ook maar op een schijn van een verkoudheid zou kunnen wijzen. Bovendien publiceer ik mijn misbaren op mijn weblog –een echte ziekte zou mij maar eens onopgemerkt voorbij kunnen gaan!

Maar zo blijft het allemaal wel weer mooi in balans. Schitterend toch?

vervloekt

Ziet, dat is één van de redenen waarom ik deze periode van het jaar[*] vervloek: de ziektes. Tijdens deze grauwe periode valt een mens ten prooi aan alle mogelijk (hypochondrische) ziektekiemen, gaan de van half-depressiviteit en kregeligheid tot verkoudheden, griep en zelfs longontstekingen.

De verkoudheid ben ik net doorgekomen, maar nu zit ik al de ganse ochtend met een penchant tot migraine opgescheept. Ik had gisterenavond al nattigheid gevoeld, en vanochtend wist ik dat het prijs was. Kotsmisselijk en koppijn en nekpijn en een trillend ooglid [**].

Pijnstillers zijn uw vriend. Als ze zouden werken tenminste.

[*] Niet dat ik iets tegen seizoenen heb overigens, maar tijdens de winter verwacht ik sneeuw. De aanzet van de herfst is een mooie tijd –vooral de nazomer dan– maar de echte herfst is grauw en zwartgallig. En de winter zou mooi moeten zijn, niet guur maar wit.

[**] Betreffende dat ooglid, daar zit ik nu al twee maanden mee geplaagd. Het is ook niet echt af-en-aan, maar bijna constant bibbert het bovenste lid van mijn linkeroog. Zolang mijn madam maar niet denkt dat ik gedurig naar andere vrouwen knipoog.

misselijk

Wat het is, weet ik niet, maar de laatste drie weken heb ik me nog geen dag goed gevoeld. Fysiek dan, want psychisch is alles in orde (behalve dan dat mij madam weg is, en dat ze maar beter snel terugkomt).

Vanochtend opnieuw opgestaan met iets wat lijkt op een milde migraine. Misselijk, hoofdpijn, duizelig, en een trillend ooglid aan de linkerkant. Dat laatste is niets nieuws, want die trilling gaat ook al zo’n drie weken mee. Toch maar iets gegeten, na eerst twee motillium instant naar binnen te hebben gewerkt. Kleine dingetjes, gelukkig. “Ge moet dat onder uw tong laten smelten”, had mijn lijfarts mij aangeraden.

Na een kwartiertje heb ik dan een croissant doorgespoeld met twee tramadols, onder de geïnteresseerde blik van collega Martini, die ondertussen de werkplaats had bereikt, en gelukkig opnieuw een broek had aangetrokken. “How many people in this office, do you think, are not on prescription drugs“, vroeg hij zich af terwijl hij twee bruistabletten in een glas water liet vallen.

de voorbije week

De voorbije week is allemaal een beetje vaag. Van dinsdag herinner ik mij zo goed als niks. Ik herinner mij dat ik opstond toen de wekker afliep (om 6u15), de badkamer ben ingelopen, en quasi onmiddellijk terug in bed ben gekropen. Woensdag ging het plots heel wat beter, en donderdag zakte ik weer ineen. Vrijdag ben ik dan toch maar wat pijnstillers beginnen nemen, en gisteren heb ik mij zelfs buitenshuis gewaagd voor Henri zijn eerste ‘optreden’.

Henri is overigens verschrikkelijk lief geweest. Zijn grootouders dropten hem hier elke avond aan de voordeur –op mijn uitdrukkelijke vraag, omdat ik de rust nodig had. Dinsdagavond –ik herinner mij niet veel, maar dit wel– kwam Henri boven met een potje waarin hij druiven had gelegd, en een mandarijn. De druiven waren van de tros gehaald, en de mandarijn gepeld (iets waar hij een hekel aan heeft), en ertussen had hij brokjes chocolade gestrooid. Ik kon er niets van eten, dus heeft hij het na een half uurtje maar zelf opgegeten, maar ik vond het ongelooflijk lief. De ganse week heeft hij van de kleine dingetjes gedaan ‘om zijn papa te verzorgen’.

Ondertussen voorzag mijn (t)huisarts mij van alle mogelijke medicatie om de pijn te bestrijden en de misselijkheid te laten overgaan –de eerste dosis heb ik uitgekotst, en pas vrijdag durfde ik echt de medicamenten te gebruiken.

Het was –zo wordt mij verteld– een combinatie van een beetje vanalles: uitputting, migraine, virale infectie, en daar bovenop die aften en een verkoudheid. ’t Is er ’t seizoen voor, nietwaar.

dank u, dokter

“Het is een beetje vanalles”, zo beweert mijn persoonlijke dokter, die tussen al haar ‘echte’ patiënten ook nog wat tijd heeft gevonden voor mij. “Uw aften zitten er voor een groot deel tussen, maar ge hebt waarschijnlijk ook een virale infectie ergens.” Dus binnenkort mag ik er misschien ook aan geloven, zie ik haar erbij denken.

“Maar vooral zoudt ge het toch maar eens wat kalmer aan moeten doen. Ge zijt geen drie maal zeven meer, en eigenlijk,” zegt ze terwijl ze pseudo-peinzend voor zich uitstaart, “zijt ge ook geen vier en zelfs geen vijf maal zeven meer. Rust is wat ik u voorschrijf en voor de rest kan ik u alleen maar symptomatisch behandelen.” Toen stond ze al met de klink in haar handen.

“Allez toe, rust wat, en blijf van diene computer weg.” En vlak voor de deur dicht ging: “oh ja, en ’t zal waarschijnlijk wat later zijn vanavond. Ik heb nog een vergadering of drie in de namiddag.”

Wacht maar dacht ik monkelend, vlak voor mijn snee brood en half glas water me oprispte, het duurt zo lang niet meer voor jij ook met vijf mag vermenigvuldigen.

crash

Vannacht nog tot half twee aan een artikel zitten doorwerken, vanochtend tussen bed en bad gecrashed. De eerste keer dat ik sindsdien uit bed kom –mogelijks migraine– maar als u mij vergeeft, ga ik eerst even boven de pot hangen, voor ik opnieuw in bed kruip.

tradonal

Tradonal is eigenlijk wel fun. Pijngewijs helpt het mij niet bijzonder vooruit (laten we zeggen op een schaal van 1 tot 10 helpt het mij anderhalf punt), maar het heeft wel een aantal neveneffecten. Volgens de bijsluiter:

Tradonal® kan misselijkheid en duizeligheid veroorzaken.

Nee, ja. Van die misselijkheid had ik gisteren wel last, maar nu niet meer. Duizeligheid daarentegen: I feel the earth move under my feet!

Af en toe werden volgende effecten gemeld: braken, constipatie, hoofdpijn, transpiratie, droge mond, verwarring, slapeloosheid en sufheid.

Nee, nee, ja, nee, ja, ja, ja, ja. Hoofdpijn, jongens toch, al is ook dat al veel beter dan gisteren. Droge mond, jawel, maar ik hoop een beetje dat dat die aften gunstig beïnvloed. Verwarring en sufheid, al zou men durven zeggen dat het niet erger is dan anders. Slapeloosheid: helaas. Geen oog dichtgedaan vannacht. Ik dacht nog gauw een pilleke of twee te pakken gisterenavond om makkelijker in slaap te geraken (wegens iets minder pijn), maar dat had averechts effect. Dus zit ik hier nu duizelig, suf en verward, maar niet in het minst vermoeid.

Zeer zelden werden gemeld: een gevoel van zwakte bij bepaalde bewegingen, eetluststoornissen, gezichtsstoornissen, problemen bij het urineren, evenals gedragswijzigingen en humeursveranderingen.

Ja, ja, nee, nee, nee, ja. Geen honger, absoluut niet. Humeursverandering: normaal gezien krijgen aftes mij serieus down, maar dit maakt mij absoluut hyper. Vanochtend stond ik te zingen onder de douche, en met meer dan gezwinde tred ging ik naar het perron ongeduldig mijn trein opwachten.

Conclusie: ondanks het geringe pijnstillende effect, voel ik mij wel beter. En dat is een meer dan welgekomen bijwerking.

f-ing aften

Jawel, ik blijf (voorlopig) gespaard van snotvallingen en andere verkoudheden –onlangs aanhoudende stroom besmette mensen waarmee ik voortdurend in aanraking blijf komen. Maar niet getreurd, die andere ziekte is alweer mijn deel: aften.

De ondingen hebben er al voor gezorgd dat ik op het werk plots weer een onverstaanbaar Engels loop te wauwelen waarbij collega Martini alle vijf voeten moet vragen om mijn woordgroepen te herhalen (“that’s not really Queens English, innit?“); ze hebben ons vrijdagnacht noodgewongen laten wegvluchten van een anders heel aangenaam feestje; ze hebben ervoor gezorgd dat ik gisteren niet echt kon genieten van het diner in de Mechelse Koekoek, maar ineenzakte als een pudding naarmate de gangen mijn neus voorbij kwamen; en dat ik vanmiddag maar al te blij was dat ik terug in mijn bed kon kruipen na een anders heel gezellige brunch in de Foyer. Met mijn verontschuldigingen aan al die leuke mensen die tot mijn gezelschap verplicht waren.

Wat fijn dat er pijnstillers zijn, denkt een mens dan. Tot ik mij weer in de Tradonal smijt (100mg, maximum dosis per inname), wat niks doet aan de pijn, maar mij wel weer misselijk maakt, en draaierig, en zelfs hoofdpijn geeft. Leuk.

radiojournaille

Had ik het eergisteren nog over het Radiofonisch Instituut, dan wil ik u vandaag toch niet het plastisch proza van die andere radiostem onthouden:

Misschien kan ik stiekem een foto maken tijdens de operatie, heb ik vooraf gedacht. Niet dus. Ik heb niet eens durven vragen of het mocht, een operatiekwartier is nogal intimiderend. En toen ik onder de lamp lag, besefte ik dat het hoogst ongepast zou zijn de efficientie van zo’n snijploeg te doorkruisen ter wille van de illustratie van een weblog.

Jawel, Koen Fillet ondergaat zijn meniscusoperatrie. Bewust en wel (hoewel enkel –gecertifieerde– zotten gaan voor een lokale verdoving!).