…moeten thuisblijven. (Of op zijn minst uit mijn kantoorruimte wegblijven.)
Categorie: dokter! dokter!
bij bosjes
Ze vallen hier bij bosjes, de collega’s. Of liever, ze vallen niet, maar gaan gekreund en krakensklaar als een boom met meer sneeuw op zijn takken dan hij eigenlijk kan dragen. Het ganse gebouw moet hier één grote incubator voor bacteriën en virussen zijn. Voorlopig blijf ik eraan ontsnappen –zelfs ondanks een ontmoeting met de aanrichter van ravages op maandag voor Het Project.
Mijn antidote is nog steeds de dagelijkse (over)dosis aan clementijnen/mandarijnen die ik uit mijn Express GB op het werk binnenbreng (ook bij Sandra blijkt dat te werken).
Maar hoe ontwijkt u het besmettingsgevaar?
gruwel
Read it and weep: Helft besneden vrouwen clandestien verminkt (DM 2006/11/06). Niet zozeer omwille van het clandestiene aspect, maar wel degelijk over die verminking zelf.
De meest verregaande vorm van vrouwenbesnijdenis, infibulatie, gaat als volgt: de clitoris wordt met een glas of scheermesjes uitgeschept, de grote en de kleine labia worden weggeknipt. De wondranden worden afgeschuurd met een steen en dicht genaaid, soms met visdraad.
“Het enige wat overblijft is een opening ter grootte van een speldenknop als ’toegestane’ uitgang voor urine en menstruatiebloed: de zogenaamde pinpoint”, vertelt Goerdin. “Hoe kleiner het gaatje en hoe gruwelijker de operatie, des te duurder de bruid. Veel doula’s lokken een ontsteking uit om het littekenweefsel taaier en de vrouw minder toegankelijk te maken.”
Zie ook het artikel over Clitoridectomie op wikipedia (veel meer uitleg in EN versie).
ziek
El hombre zit ziek thuis, na vandaag reeds twee keer de inhoud van zijn maag aan de wc-bol te hebben overgegeven (eenmaal op het werk, andermaal thuis). Ik steek het op de doodzieke madam die maandag insisteerde rechtover mij te komen plaatsnemen op de trein. Of gewoon op de tijd van ’t jaar natuurlijk, want het is één hoest- en snuitconcert waar ge u ook begeeft, tegenwoordig. Als het dat maar is.
energie(k)
Begin deze maand schreef ik nog dat ik geplaagd zat met een batterij aften, en dat –zoals gewoonlijk– pijnstillers niet helpen. Tradonal blijkt toch iets van effect te hebben, al is het maar dat ik er duidelijk misselijk van word, en een beetje ijl in het hoofd (deugenieten zullen dan weer graag opmerken dat ik altijd al een beetje ijl in het hoofd ben). Soit, de beste resultaten tot nog toe. Maar de ondingen verdwenen er niet mee.
Dus zijn we nog maar eens een kuur Medrol gestart. En kijk, in minder dan een week zijn ze zo goed als verdwenen. Ik ben wel weer ongelooflijk hyper geworden –en ja ook dat is anders al erg genoeg– en vermoedelijk kan ik de slapeloosheid ook daaraan een beetje wijten. Ondertussen bouwen we al ijverig af (nog twee dagen een kwartje per dag), want als het nog lang doorgaat (met dat slaaptekort e.d.) zou ik wel eens kunnen crashen. Maar hey, ik voel mij goed, vol energie, de aften zijn weg, en de zon schijnt.
kleine chirurgische ingreep
Donderdag onderging Henri een kleine chirurgische ingreep. Niks bijzonders, wel noodzakelijk. De timing kon beter natuurlijk, een dag voor school herbegon. Een fikse jump start om opnieuw op tijd te beginnen opstaan, want we werden om 7u30 op de dagkliniek van het UZ verwacht. De nodige tijd incalculerend voor Murphy en andere vertragingen, stelden we de wekker in op 5u45. Henri diende nuchter te zijn, maar dat bleek voor hem, net zoals voor zijn vader, niet het minste probleem op te leveren. Het zou weer niet het enige vergelijkingspunt blijken, die dag.
Aan de kassa’s van het UZ verliep alles uitermate vlot. Op het werk zijn we sinds 1 juli bij een nieuwe groepsverzekering aangesloten (DKV) en het einige wat we dienden te doen, was de mediCard afgeven opdat de verzekering alle kosten op zich zou nemen. Handig is dat.
Om 7u45 mocht hij naar het OK –vergezeld van zijn moeder, die tenslotte zelf dokter is, al opteerde ze ervoor tijdens de operatie zelf, niet in het OK te blijven. Een goede keuze, dacht ik, want hoewel ook ik tegen heel wat kan, zou ik liever niet mijn eigen kind halfdood van de narcose op de operatietafel zien liggen. Het bloed en gesnij zou veel minder effect hebben dan de wijze waarop hij daar ligt.
Een uurtje later mocht hij al naar de PACU. Helemaal zijn vader: door de effecten van de narcose was alle zelfbeheersing weg. Men waarschuwt ouders daar vaak voor, en vooral voor Tessa was het een grote verrassing. Ik herkende er vooral mijzelf in, in het ongecoördineerde doen, de vertwijfeling, en de woede omdat je de controle kwijt bent. Helaas mocht ik er amper vijf minuten bij blijven –slechts één van de ouders mag het kind begeleiden. Tessa dus, om evidente redenen.
Mijn grootste vergissing was toch op de gang te blijven wachten, en ik kan u verzekeren dat er geen grotere marteling bestaat dan uw kind te horen roepen van pijn en angst (“maar wáár ben ik”), en er niet bij te kunnen gaan om het te troosten. Ik ben dan ook binnen de kortste keren weggevlucht naar de cafetaria, om na een fikse koffie, op de kamer zijn terugkomst af te wachten.
Hij is al verschrikkelijk flink geweest. Amper gejammer, en gisteren is hij naar school getrokken, zoals al zijn vriendjes. Wij bleven de ganse dag op stand by, de nieuwe meester verzekerend dat hij niet moest aarzelen ons te bellen in geval van de minste problemen.
Vandaag houden we het rustig, en morgen mag het verband er reeds af. Verder geen gepruts, want er zitten subcutane hechtingen in, die niet moeten worden verwijderd.
(Hij zou niet te veel pijn mogen hebben, zo vertelde men ons achteraf. We hebben hem product X en Y en Z gegeven, waarbij Tessa een groot koppel ogen opzette, gezien de kracht van de vermelde farmaceutica. Net zoals zijn vader blijkt hij dus weinig gevoelig te zijn voor pijnstillers.)
Vanochtend vonden we een berichtje op ons antwoordapparaat, van het UZ. Of alles in orde was met Henri, en of hij niet te veel pijn had. Wij waren ten zeerste onder de indruk.
tussenseizoen
Iedereen heeft altijd wel iets over het weer te vertellen. Te warm, te koud, te vochtig, te droog; het is het perfecte gespreksonderwerp in de rij naar de kassa van uw grootwarenhuis.
Zelf maal ik er niet al te veel om; ik houd nogal van een duidelijk merkbaar klimaat. Maar laat dat nu net het probleem zijn. Augustus was zomer noch herfst, en voor september en de rest van het najaar wordt een gematigde nazomer voorspeld. Zeer goed, dan kan ik de motor nog een paar keer van stal halen, maar minder goed voor mijn gezondheid (niet de nazomer, maar de aarzeling tussen zomer en herfst). Het tussenseizoen is mijn nemesis.
Tijdens het tussenseizoen raakt er in mijn lichaam immers ‘iets’ in de war, en dat uit zich voornamelijk door een batterij aften die zich geestdriftig in mijn mond –en als het écht tegenzit ook keel en slokdarm– nestelt. Zo ook nu.
Lippen, de huid aan de scharnieren van mijn kaaksbeen, tong, kaakwanden, ze mogen er allemaal aan geloven. Niet dat ik veel ga klagen, het zijn gewoon die vervelende symptomen (de foetor en de pijn) waaraan zo weinig te verhelpen valt. We hebben weer een aantal nieuwe pijnstillers geprobeerd: naast pakweg Brufen en Dafalgan Codeïne kennen we nu ook Apranax, Mesulid, Arcoxia (het helpt allemaal niets), en binnenkort waarschijnlijk ook Tradonal –de tussenstap tussen het voorgaande en Morfine, zo wordt mij verteld (van Morfine kreeg ik alleen maar een kater, dus neen, dank u).
(Donderdag hebben we overigens ontdekt dat Henri mijn ongevoeligheid voor pijnstillers heeft overgeërfd –maar daarover vertel ik morgen nog wel.)
Weg met het tussenseizoen, dát wou ik u nog meegeven.
damn you, scoville
In een zoektocht naar endorfines heb ik gisteren iets overdreven met de zelfgekweekte pepers, vrees ik. Drie van die dingen met zaad en al naar binnengewerkt: heerlijk, daar niet van, maar in de strijd maag vs capsaïcine heeft laatstvernoemde duidelijk gewonnen. Niet alleen heeft vannacht voornoemde maag haar inhoud moeten prijsgeven, vanochtend was ik nog steeds geheel van de kaart.
U vindt mij vandaag dan ook in bed.
aankondiging (bis)
(Kucht —opnieuw— bescheiden in de microfoon.)
Ik ga er echt geen gewoonte van maken, maar we zijn nog geen maand verder, of ik heb opnieuw een reden om mijn madam in de schijnwerpers te plaatsen. Vanavond in de brievenbus:
Hierbij hebben wij het genoegen u mee te delen dat de Raad van Bestuur op 26 juni 2006 beslist heeft om u met ingang van 1 oktober 2006 toe te laten tot de proefperiode van twaalf maanden als voltijds adjunct-kliniekhoofd bij de dienst hematologie van het departement medisch-technische diensten.
Er kom schot in de zaak, na 16 jaar medische studies. Adjunct-kliniekhoofd. Hm. Does that sound sexy or what?
yotta
Ons Tessa heeft het ook zitten. Opgescharreld van mij, heeft het voor haar natuurlijk iets meer consequenties gezien haar voorgeschiedenis van astma, allergieën en andere luchtwegtoestanden. Ik moest ze vanochtend ei zo na niet aan het bed vastbinden, want ze had voorbereidingen, patiënten, en andere zaken die op haar lagen te wachten. Allemaal waar natuurlijk, en ze is in haar werk veel onmisbaarder dan ik in het mijne (denk verhoudingsgewijs aan yotta vs yocto), wat ik meteen als argument kon gebruiken (als ge u nu niet verzorgt zult ge zonder twijfel voor langere tijd ‘out’ zijn –de vorige keer liep ze met een longontsteking rond).
Ze blijft dus thuis, zodat ze maandag opnieuw kan gaan werken, en zondag meekan naar ParkJazz.