postnummers

We gaan eens van afkijkerken doen. Kathleen had begin dit jaar een schitterend voornemen gemaakt:

1000 tot 9000
Alle steden met als postcode een duizendtal bezoeken. Dat wil zeggen Brussel (1000), Antwerpen (2000), Leuven (3000), Luik (4000), Namen (5000), Charleroi (6000), Bergen (7000), Brugge (8000) en Gent (9000). Mwahaha… Dit is echt een leuke. Of het gaat lukken is natuurlijk een andere vraag. Oh en het hoeft niet in die volgorde, anders lukt het zeker niet!

Dat zweeft al lang ergens in mijn onderbewustzijn rond, dat idee (lees: ik zal het wel al eens van ergens anders willen pikken hebben), maar vraag mij niet hoe ik nu vandaag net op die pagina ben terecht gekomen. Leuk. Dat is dan al het tweede project dat ik mijzelf stel. Transportmiddel: de trein vanzelfsprekend –hm, moet ik dan voor 9000 van ’t Sint-Pietersstation naar de Dampoort sporen? (O, en ik warm alvast mijn fototoestel op, Clopin.)

Zou Henri dat een leuk project vinden denkt u?

you’ve been challenged

Het leuke aan een community zoals Nike+ is dat je er ook kan meedoen aan ‘wedlopen’. Zo doe ik momenteel mee in de 17 Provinciënstrijd der lage landen (voor de naam alleen al zou ik het doen) en de Nederland-België (Belgique) herfstkampioenschap.

Onlangs kreeg ik een nieuwe challenge in mijn inbox. Een uitdaging om mee te doen aan de Europe countries teams: Team with most kilometres over 365 days. Wijs. Tot ik wil deelnemen aan de uitdaging en onder join challenge de volgende landen zie: benelux, Spain, France, Italy, Germany, Scandinavia, Greece, Rest of europe, Eastern europe, UK.

Run for your own country staat er bovendien nog bij. Komaan, voor een wedstrijd die een jaar duurt kunnen we toch wel meer landen opnemen? Als we 17 provinciën in de lage landen kunnen vermelden, kunnen de Belgen toch wel zonder de Nederlanders of de Luxemburgers lopen in een Europese landenmatch? Doen!

dief!

Een ‘oeps’-moment?

Pariser has a very broad definition of “stealing.” When questioned by Richard Gabriel, lead counsel for the record labels, Pariser suggested that what millions of music fans do is actually theft. The dirty deed? Ripping your own CDs or downloading songs you already own.

Gabriel asked if it was wrong for consumers to make copies of music which they have purchased, even just one copy. Pariser replied, “When an individual makes a copy of a song for himself, I suppose we can say he stole a song.” Making “a copy” of a purchased song is just “a nice way of saying ‘steals just one copy’,” she said.

Sony BMG’s chief anti-piracy lawyer: “Copying” music you own is “stealing” [via]

Straks mogen we betalen voor elke keer dat we een cd via onze cdspeler afspelen.

muntjes

Sinds eergisteren zitten er muntjes verscholen in dit weblog. Aanleiding was een link naar Mint: Year Two in Review die een tijdje geleden opdook in mijn newsreader.

Mint is een programma dat wat cijfermateriaal bijhoudt betreffende het bezoekersgedrag op uw site (hoeveel bezoekers, welke pagina’s worden het meeste bekeken, hoeveel hits, wie linkt door, welke links worden het meeste geklikt, enz.).

Destijds, bij de eerste release, was het een beetje een hype, maar tegenwoordig laat ik hypes meer en meer aan mij voorbijgaan, zo heb ik ontdekt. Nu het programma echter twee jaar bestaat, heb ik het nog eens van dichterbij bekeken, en het ziet er eigenlijk heel geschikt uit. Met een plugin-architectuur: de basis software heet mint, en daarin kan je allerlei peppers laden (peppermint, hebt u hem), die je steeds meer informatie kunnen bezorgen. De meeste peppers zijn bovendien gratis.

Alle gegevens omtrent uw site staan mooi op één pagina, waarin ik de Tufte Mint Style heb geënt: the inspiration and namesake of the style was Edward Tufte’s The Visual Display of Quantitative Information. Helder en duidelijk dus.

(Op het einde van volgende maand zal ik kan ook eens wat feedback geven over zoektermen en dergelijke.)

verhuisd (2)

We zijn van provider veranderd. Voor wie van lijstjes houdt, ik vul even aan:

Datamatters is een zeer competent bedrijf, en kan ik eigenlijk met gerust hart aanraden. Ze richten zich evenwel op de professionele markt.

Pair ken ik vanuit de begintijden van het internet, en werd altijd al aanzien als een van de stabiele, en dus betere hosts. Helaas had ik er pech, want mijn site werd bediend door een ‘slechte’ database server, waardoor we de laatste maand of zo met de regelmaat van de klok een foutmelding kregen ipv een webpagina.

Dus heb ik de knoop doorgehakt, en ben ik naar Frankrijk getrokken. Ik heb al een paar keer met OVH gewerkt, en ik heb nog geen enkele keer problemen gehad (hout vasthouden). Je moet er wel een klein beetje technische kennis hebben, maar de prijs valt zeer goed mee.

Onwards.

time capsule

Hm. Opruimen brengt zo zijn verrassingen met zich mee. De twee Billy’s die ik gisteren heb gemonteerd, noopten mij tot een lichte herorganisatie van mijn documenten. Dat wil zeggen, ik hoop dat het snel papierophaling is, want ik denk dat ik een paar dozen oud papier heb om aan de voordeur te zetten. Sommige dingen gaan evenwel niet weg, zoals Knack nr. 39 van 27 september – 3 oktober 1995. Alwaar ik op pagina 123 lees:

KUIFJE IN CYBERSPACE
De Hergé-page: een uitstekend IDEA

De Gentse student Bruno Bollaert bouwde een schitterende web-site voor Kuifje. Het is zonder meer de mooiste web-pagina over de bekende stripheld. Er waren er al tientallen (waaronder een Finse en een hele mooie van Sony), maar die van Bollaert valt op door zijn eenvoud en vooruitstrevendheid. De Hergé-page is volkomen in HTML 3.

HyperText Markup Language (HTML) is de gecodeerde taal achter de web-pagina’s. De nieuwste standaard in evolutie is versie 3. Op zich niet erg moeilijk, de grootste computeranalfabeet kan web-pagina’s schrijven. Het alfabet telt echter ook maar 26 letters en de notenbalk slechts 8 noten. Toch kent elke generatie jammer genoeg weinig grote komponisten of schrijvers. De Hergé-page verhuisde al drie keer van adres. Een typisch fenomeen waardoor de meeste gebruikers bij een tweede bezoek verloren lopen. Het leven van de meeste web-sites is overigens kort. Het nieuwst adres is gehuisvest bij Netpoint. Een joint-venture van twee grafische bedrijven en IDEA. Bollaert en een vriend uit Gent zijn de mannen achter IDEA. Van studeren zal allicht niet veel meer in huis komen…

[door Lode Goukens]

Muhahaha. Twaalf jaar geleden, dames en heren, twaalf jaar. IDEA stond voor Internet Design and Authoring, en ge moogt drie keer raden wie die vriend uit Gent was (zonder te spieken).

media catalogus

Pffft. Ik geef het op. Die catalogus is gewoon niet bij te houden; ik verslind de zaken sneller dan ik ze kan ingeven. Het probleem is ook een beetje dat ik alles manueel moet ingeven, en voor deel dus ook op het internet moet gaan opzoeken (imdb en amazon links bvb).

Gisterenavond ben ik overstag gegaan, en heb ik de *pedia suite van Bruji aangeschaft. Ik heb een tijdje getwijfeld aan de Collectorz suite, maar die was bijna driemaal zo duur. Delicious Library was geen optie, want die vindt niks wat niet Engelstalig is. (Er is eigenlijk weinig veranderd in twee jaar tijd.)

Items toevoegen gaat wonderbaarlijk snel: het volstaat de UPC code (barcode) of een trefwoord in te geven, en de *pedia zet zich aan het werk. Ik heb zopas een plank stripverhalen ingegeven (een vijftigtal) in mijn bookpedia, en dat was in geen tijd gebeurd. De UPCs kunnen ook met iSight of een barcode reader ingelezen worden, maar dat heb ik nog niet geprobeerd. En je kan er ook smart collections mee maken, een beetje zoals iTunes: “toon alle boeken van het genre fictie en in hardcover formaat”.

De *pedia’s laten ook toe de gegevens te exporteren, in HTML, BibTex & EndNote, naar de iPod notes (eindelijk mijn catalogus mee op zak), rechtstreeks naar .Mac, naar een FTP-server, en tenslotte ook als Tab Delimited Text of in het CSV-formaat.

We gaan eens wat films ingeven zie.

I touched the iPhone

In de lobby van het hotel bevond zich een Information Stand. De vrouw zag mij al van ver aankomen.

Do you need assistance, Sir?”, vroeg ze toen ik op een paar passen van haar was verwijderd.

Actually yeah, I do.” (Ik was ondertussen al helemaal mee met de local speak, vandaar de ‘yeah‘ waar de subtielere ‘yes‘ ruimschoots had volstaan.) “Would you happen to know whether there is an Apple Store somewhere on the Strip?”

Ze keek me niet begrijpend aan. “An apple store? Like the fruit? What kind of apples are you looking for, Sir.”

Erm, well, it’s more Apple as in Apple Computers,” corrigeerde ik voorzichtig.

Oh!”, stootte ze uit. “You sound just like my daughter who tells me all kind of stuff I don’t know nothing about when I get home.” Ze ging net zeggen dat ze geen idee had waar ik dat kon vinden, toen een jongere collega ons toeriep: “at Fashion Show! It’s all at Fashion Show.”

Fashion Show is de grootste shoppping mall op de Strip. De Strip is de Las Vegas Boulevard, de drukste weg in Vegas, waarlangs alle (belangrijke) casino’s/hotels gevestigd zijn. Wij logeerden in Circus Circus, helemaal op de noordkant van de Strip, en het zuiden werd afgesloten met Mandalay Bay. Er waren nog wel wat hotels voor en achter, maar ik had niet het gevoel dat die nog ergens voor meetelden. Fashion Show lag daar ergens tussenin, eigenlijk nog redelijk dicht bij ons hotel. Er was een stuk braakliggend grond, een McDonalds, een hotel dat aan het begin van juli er na 65 jaar mee was opgehouden (Frontier, 1942 – 2007), een tijdelijk (?) office voor de in aanbouw zijnde Trump Building, en dan was er Fashion Show. De eerste volle dag dat we in Vegas waren hebben we er grotendeels in doorgebracht.

De shopping mall telt three floors (een gelijkvloers en twee verdiepingen), waar je honderden winkels vindt, voornamelijk kledingszaken. Op de tweede verdieping (third floor) was er een food court vol junk food ketens. De Apple Store bevond zich op het gelijkvloers, helemaal achteraan. De winkel was eerder aan de kleine kant (geen verdieping hier), maar had alles in huis wat je je op Applevlak kon wensen. Inclusief de iPhone. Tessa zou er tijdens de laatste dag van ons verblijf de MacBook aanschaffen (nog goedkoper dan de studentenprijs in België) waarop ik deze tekst zit te tikken.

De iPhone had een plaatsje gekregen, prominent vooraan in de winkel, waar ik straal voorbij was gelopen, om met Tessa de verschillende laptop modellen te overlopen. Henri had er evenwel al onmiddellijk een in zijn handen, en voor ik het goed wist, zo vertelde Tessa even later, had hij al YouTube video’s afgespeeld en een route geplot van Salt Lake City (onze eerste nacht in de USA) naar Vegas.

Het is een fantastisch toestel, die iPhone, en de weinige beschikbare exemplaren vliegen dan ook de winkel uit. “How to buy an iPhone“, stond er op een officiële pancarte bij de ingang. “Be here when the store opens at 9 a.m. We receive new iPhones daily, but only in limited supply.” Hoe het toestel werkt? Net zoals in de reclame. Slide to unlock, slide to scroll, internet, adresboek, sms, verander de oriëntatie van de tekst (landscape naar portrait en omgekeerd) door het toestel te draaien, enz. Het is redelijk plat –platter dan de meeste GSMs in elk geval– en het scherm wordt niet vuiler dan het scherm van een gsm. Tekst tikken en op links klikken kan een beetje moeilijk zijn voor mensen met grotere vingers, maar het is zeer zeker werkbaar vor iedereen. Een stylus zou misschien een asset zijn, maar misschien bestaat die mogelijk ondertussen al. Ik heb het niet geprobeerd, en evenmin gevraagd. De hebbeding-factor is –ondanks de prijs– onmetelijk hoog. Er kwam geen Amerikaan voorbij of het stond op zijn verlangenlijstje.

In elk geval: I touched the iPhone. En dat voelde zeer goed.