’t Is vertrokken hé!

“Surprise!”, was het onderwerp van de eerste e-mail, een maand geleden. En dat was vergezeld van volgende video (die ik op youtube heb durven posten gezien de persoon er zelf toch niet opstaat).

Dat was een zaterdag, en de maandag erop kreeg ik een tweede: “’t Is vertrokken hé!” Met als bedenking: ben nu toch curieus hoelang het er gaat over doen…. Heel lang, duidelijk, want de milde schenker postte op 22 mei nog dit berichtje: De Post zal haar personeel laten fouilleren, nadat ik hem had gemeld dat er nog steeds geen koffie in zicht was.

Maar kijk! Wat stond er vandaag bovenop onze brievenbus? Het pakje! Proper en wel, stevig verpakt in de originele Mokabon-verpakking –ik denk niet dat er douane of DEA aan te pas is gekomen.

Dankuwel, Huug!
(Dank zij u ga ik net toekomen met mijn koffievoorraad, denk ik.)

Rampart Ridge Trail

We hadden het reeds over het hoogste en het laagste punt dat we bezocht hadden bij onze uitstap naar Mount Rainier National Park. Daar tussenin zijn we nog een paar keer gestopt, maar de langste trail die we hebben gevolgd, lag in het verlengde van de Trail of the Shadows in Longmire. (Het eerste pad dat we hadden bewandeld.)

Longmire Longmire

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Dit was het zicht dat we hadden vanop de korte Trail of the Shadows. Die liep eigenlijk rond de vlakte (zie de foto’s hierboven), die bestond uit opborrelende mineral springs. Dat water kwam ondergronds de berg(en) af –zo werd op de borden uitgelegd– nam koolzuur op, verzamelde zich op de vlakte, en borrelde daar naar boven.

Rampart Ridge Trail

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Ter hoogte van bovenstaande foto was er een vork waarlangs we de korte trail konden verlaten, en zo op de Rampart Ridge Trail terecht kwamen. Dat pad leidde ons het woud door, zigzag de berg op. Waar we beneden op de kleine trail nog door de sneeuw dienden te waden, was het pad dat de berg opging, bijna geheel sneeuwvrij. Het smeltwater stroomde echter langs vele beddingen de berg af, waardoor het pad op sommige plaatsen moeilijk begaanbaar was. En we hadden duidelijk niet het geschikte schoeisel aangetrokken.

Rampart Ridge Trail Rampart Ridge Trail

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Boven zou de Rampart Ridge Trail in de Wonderland Trail opgenomen worden, en als we die naar rechts volgden, dan zouden we vanzelf opnieuw bij de Longmire basis terugkomen. De Wonderland Trail is een 150 kilometer lang pad, dat zowat het hele National Park rondloopt. Een 200-tal mensen leggen jaarlijks het volledige parcours af –en doen daar ongeveer 14 dagen over– en het kriebelde waanzinnig hard om één van die 200 te zijn. Ooit eens –want, los van het feit dat we op zo’n onderneming niet waren voorzien en andere praktische hinderpalen, was het veel te vroeg in het seizoen om de tocht aan te vangen.

Rampart Ridge Trail

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Toen we bijna de berg opgeklommen waren, nam de sneeuw opnieuw toe. Voor we het goed en wel beseften was het pad volledig ondergesneeuwd, en was het onmogelijk om verder te wandelen. Niet alleen was de sneeuw te diep, maar we konden onmogelijk bepalen waar het pad verderging. Voeg daar nog eens bij dat er zich onder de sneeuw vaak kleine, snelle stroompjes bevonden die het smeltwater van de berg afvoerden, en er zat niks meer op dan rechtsomkeer te maken.

Jammer, maar het was slechts een te verwaarlozen domper op de wandeling die we hebben kunnen maken in de prachtige natuur.

twee winkeltjes, liefje

Voor het eerst in lange tijd is het goed weer in Seattle. Het is een running joke bij alle locals waarmee we te maken krijgen. “So, how do you like Seattle so far“, vragen ze steevast als we vertellen dat we hier voor drie maanden zijn. “It’s great, now that the sun is out“, vertelden we nog aan de bankbediende vandaag. Wat resulteerde in breed grijnzende gezichten alom.

“Het valt toch goed mee”, vindt Tessa, die er vanzelfsprekend niet echt mee inzit dat het oude wijven regent of koud is terwijl zij binnen haar rondes afloopt en wij vanachter de grote terrasramen verlangend naar buiten kijken. Nog een week of twee maximaal en we kunnen het schooljaar afsluiten: Henri en ik zijn helemaal voorbereid op de hittegolf die nadien zonder enige twijfel Seattle liefhebbend zal omarmen.

Voorlopig stellen we het met die paar warmere weekends. Dit is een verlengd weekend bovendien, want overmorgen is de laaste maandag van mei, en dat is Memorial Day –een beetje zoals wapenstilstand bij ons.

“Laat het ons rustigaan doen, vandaag,” besloten we unaniem, “we gaan gewoon downtown naar die Italiaan eten, en dan kan Henri eens in de Magic Mouse binnenspringen.” Een goed plan, voorwaar. “Oh, en ik zou graag nog gewoon twee winkeltjes bezoeken, liefje”, voegde Tessa er nog aan toe. Twee.

Van de Italiaan ging het naar de Magic Mouse (een spy watch voor Henri); naar de G. Gibson Gallery (om werk van Michael Brophy te bekijken); naar de Rocky Mountain Chocolate Factory (voor een appel); naar A Mano (and very European, zo werd het ons toegefluisterd alsof het een zoete zonde was); Borders (ik smijt mij binnenkort op Capote en de biografie van Sylvia Plath); Anthropologie (beter dan Urban Outfitters!); om uiteindelijk af te ronden bij Monorail Espresso (burnt creme latte). Oh, en een klim langs Pike Street van 5th naar 15th.

Zes uur van ons leven, zeer erm… aangenaam gespendeerd. In amper “twee winkeltjes”.

koud in het park

Een mens zou bijna weemoedig worden van dit pokkeweer. Seattle is een regenstad, zo had ik gehoord, maar al bij al valt de hoeveelheid neerslag hier heel goed mee. Wij Belgen zijn meer gewoon. Maar koud: “Seattle kent een zeer gematigd klimaat,” had iemand mij voor ons vertrek verzekerd, “het is er vanaf ergens april nooit echt koud meer, eerder gematigd 18-20 graden.” En ook hier luidt het dat het precies toch wel abnormaal lage temperaturen zijn voor deze tijd van het jaar. We zijn een maand van de zomer verwijderd, en ik hoef mijn t-shirts nog niet uit de kast te halen –behalve dan om ze onder een dikke trui aan te trekken.

Dit noopt mij om halvelings mijn oog naar warmere gebieden te richten, die pakweg met de wagen bereikbaar kunnen zijn. Dan trek ik een week of zo met Henri wat rond, terwijl Tessa hier verder onder haar noeste arbeid gebukt gaat. Voor een kleine 200 USD kunt ge voor een week een wagen huren, of 24 uur ver (heen en terug) met Amtrak. Vermeerderd nog logies en/of benzine natuurlijk. En de meeste tracks in de National Parks binnen dat bereik are still covered by several feet of snow, dat ook. Grmbl. Laat de temperatuur hier maar gauw een paar graden klimmen.

Paradise

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Een totaal ondergesneeuwde trail achter het Jackson Visitor Center in Paradise, Mount Rainier National Park, WA. De weg werd aangegeven door zwart-oranje gekleurde stokken die her en der in de sneeuw waren geplant. Niemand anders was blijkbaar zo zot om dit parcours af te leggen –maar wij hebben er ons wreed geamuseerd.

Mount Rainier

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Dit was het zicht dat we van daaruit op Mount Rainier wisten te bemachtigen. Zeg nu zelf: de moeite waard toch?

bergbeklimmers

contrast

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Zaterdag dwaalden we rond op Mount Rainier National Park. De eerste stop was Longmire, waar we als opwarmer de Trail of the Shadows afwandelden. Ocharme een kilometer lang, was de trail echter nog volledig ondergesneeuwd, waardoor we er toch iets langer over hebben gedaan dan de geafficheerde 30 minuten. De bubbling mineral springs bruisten als was er een aspirine in gegooid, en borrelden ook buiten hun normale, zomerse, inkapselingen. Het was een sterk contrast tussen de milde temperatuur van de lucht, en de toch wel dikke sneeuwlaag op de grond. Heel verraderlijk, want die sneeuw was niet overal even hard, en als we er te diep doorheen zakten, was de kans niet onbestaand met de voeten in een ondersneeuws waterloopje terecht te komen.

Na drie vierde van het traject te hebben afgelegd –ongeveer op de plaats waar bovenstaande foto werd genomen (een hele tijd later weliswaar)– kwamen we op een splitsing die ons naar onze tweede, langere, tocht bracht.

Snoqualmie Falls

Vanavond hebben we afscheid genomen van de schoonouders. Morgenmiddag vertrekken ze opnieuw naar België, en ik had beloofd eerst nog een avondmaal voor hen te bereiden (een stoofpotje van flank steak). Henri was maandag bij hen op de hotelkamer blijven slapen, en ze hebben samen het Olympic Sculpture Park bezocht (waar wij eerder al hadden vertoefd); de Space Needle; en het Experience Music Project/Science Fiction Museum and Hall of Fame. Allemaal zaken die van het programma WO mogen worden geschrapt.

De schoonouders hadden vorige week een auto gehuurd, en die werd maximaal benut. Dinsdag hadden we nog alles te voet gedaan (zoals het bezoek aan SAM), maar vanaf woensdag trokken we erop uit.

Snoqualmie FallsNa een snelle blik in een brochure suggereerde schoonvader E. de waterval die reeds op mijn verlangenlijstje stond (maar waarvan ik de naam was vergeten).

Snoqualmie Falls is a 268 ft (82 m) waterfall on the Snoqualmie River between Snoqualmie and Fall City, Washington, USA. It is one of Washington’s most popular scenic attractions, but is perhaps best known internationally for its appearance in the cult television series Twin Peaks. More than 1.5 million visitors come to the Falls every year, where there is a two acre (8,000 m²) park, an observation deck, and a gift shop.

Woensdag was een miezerige dag. Niettegenstaan had er zich een grote snowmelt voorgedaan, en die had de anders rustig kabbelende waterval herschapen in een woest kolkende waterbrij. Het regende de ganse tijd, een aanhoudende miezelregen die zo zacht was dat ik hem eerst voor een natuurlijke verhoging van de vochtigheidsgraad door de waterval hield.

Snoqualmie Falls

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Vanop een uitkijkpost konden we het steeds aanzwellende water bekijken. We waren duidelijk op het juiste moment langsgekomen, gezien het waterlijk tumult steeds toenam. Wij konden de waterval nog net in vol ornaat bekijken, maar toen zwol de massa steeds meer aan, en vulde ze met dichte nevel de vallei aan haar voeten. We vonden een pad dat ons beneden naar de rivier beloofde te leiden, dwars door een vruchtbaar groen bemost bos.

Snoqualmie Falls

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

De afdaling verliep –zoals steeds– heel gewillig, maar de beklimming van het glibberige pad waar ook de regen een weg naar beneden zocht, zou heel wat langer in beslag nemen. Beneden troffen we een station aan, waar een beperkte hoeveelheid elektriciteit uit de waterkracht werd gewonnen. Een kooi van dikke geïsoleerde kippendraad hield ons van de apparatuur vandaan.

Snoqualmie Falls

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Een fantastische uitstap, in achteraf bekeken schitterende omstandigheden. Zon was misschien leuk geweest, maar de combinatie van de nevel en de lichte regen zorgden voor een heel mooi landschap.

a walk through union street

In de inbox, een tijdje geleden:

Ik weet niet of het er nog zal staan als jullie zouden gaan, maar er stond daarnet op de hoek van Union and 19th een wasmachine of droogkast of zo en er hing een briefje op: FREE! Works! Manual inside.

Het was een vrijdag, dus ik was die ochtend gaan lopen, maar toen ik het berichtje na het ontbijt las, gingen Henri en ik alsnog op pad –een viertal uur nadat Tessa er ons was voorgegaan– vastberaden het curiosum te spotten. Voor ons huis vonden we reeds deze ijskast:

union street

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

De avond ervoor hadden we het gevaarte met veel gestommel en gevloek naar buiten weten slepen. “No, thanks, we can manage“, kreeg ik als antwoord toen ik aanbood om te helpen ze de trappen af te dragen. Toen we terugkwamen van onze wandeling was ze verdwenen –nog goed dat ik een foto genomen had voor we vertrokken– en ik heb ze nadien ergens in de laadbak van een pickup zien liggen.

Nog geen block verder hing een sweater in een boom.

union street

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Vergeten na het boomklimmen? Daar verstopt? Geen idee, maar ook dit kledingstuk was verdwenen toen we van onze wandeling terugkeerden. Een niet-gedocumeneerde feature van mijn fototoestel of van de film die ik gebruik?

De machine waarvan Tessa ons op de hoogte had gebracht was verdwenen voor we er een foto van hadden kunnen nemen –dus daar heb ik alvast geen hand in gehad. Ter hoogte van 19th troffen we deze handgeschilderde wagen aan:

union street

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

En –hoewel het niet zo duidelijk is op de foto– hij is echt wel doelbewust beschilderd. Ik vraag me overigens af hoe het zit met wagens in de USA. Moeten die ook naar de keuring? Ik heb hier al exemplaren zien rondrijden die zelfs met de diepste decolleté of de dikste fooi niet door de Belgische autokeuring zouden geraken. Ook al worden sommige wagens/wrakken wel heel kunstzinnig opgesmukt/gecamoufleerd.

Seattle is overigens redelijk kunstzinnig aangelegd. Dit is een kot achter ons huis:

seattle = art

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Aan de zijkant ervan staan onze vuilniscontainers. Ik probeer alvast nog meer dergelijke kunst te spotten.

moe (alweder)

Vandaag gingen wij dus Mount Rainier beklimmen, en zover zijn we ook geraakt –enfin, niet tot de top natuurlijk, maar tot Paradise– en van zover zijn wij ook teruggekomen. Een fotoverslagje volgt later (ergens volgende week), het was zeer de moeite.

creative writing life is hard

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Volgende week is het gedaan met de leute –of de opeenstapeling van lessen W.O.– en krijgt Henri opnieuw wiskunde en taal en spelling. We kijken er al naar uit!

Eerst slapen.

over trainen. en zo

De laatste weken loop ik gemiddeld 7 miles per run. Wie op de link klikt zal zien dat het net iets meer dan 11 km is, en ik loop die in minder dan 55 minuten. Op zich allesbehalve wereldschokkend, behalve dan dat ik geen atleet ben, en dat ik een viertal –opgaande– hellingen genre Sint-Kwintensberg op mijn pad aantref (en een hele hoop vals-platten, zowel opgaand als aflopend gelukkig). Niet dat de prestatie daardoor evenwel wereldschokkend wordt.

Hoe dat hartslaggewijs zit, weet ik niet langer. Mijn hartslagmeter vertoont al een paar maand kuren. Eerst dacht ik dat het de batterijen waren –twee keer heb ik ze vervangen– maar gezien ik probleemloos een footpod met het uurwerkgedeelte kon connecteren, vrees ik dat er iets anders aan de hand is. (Geen nood, ik zie dat Garmin een nieuw speeltje uit heeft, dus we houden dat backup plan wat in de gaten.)

Maar ik vrees dat ik een beetje overtrain. Vier keer per week 7 miles is niet genoeg variatie, en door het bijna dagelijkse boodschappen doen (Henri zuipt melk bij de gallon), worden de noodzakelijke rustperiodes ook niet echt in acht genomen genomen. Twee uur per dag in de heuvels van Seattle rondstappen is geen uitzondering.

Vandaag had ik dan ook een broodnodige rustdag ingelast –niet na eerst 7 miles te zijn gaan lopen– en rond de middag trok ik op mijn duizenden gemakken downtown in (tóch weer stappen). Henri werd gisterenavond aan de goede zorgen van de schoonouders toevertrouwd, waardoor dit mijn eerste ‘ego’-dag van deze trip werd.

Morgen trekken we namelijk voor een dagje de bergen in, naar Mount Rainier. Een tube 55SPF zonnecrème hebben we al, maar mijn zonnebril(len) heb ik domweg thuis gelaten, en een hoofddeksel heb ik niet. En sinds onze rondreis in de blakende hitte van de National Parks vorig jaar, weet ik dat zulks geen luxe is. Niet dat we de Wonderland Trail zullen bewandelen (helaas niet), maar we zullen op zijn minst in Paradise vertoeven.

Liggen dus klaar: hoed, zonnebril, filmpjes en camera (analoog, ja, u zal even op de foto’s moeten wachten). En terwijl ik toch in de REI was, heb ik meteen ook het juninummer van de Amerikaanse Runner’s World meegebracht. En wat vind ik daarin?

Fit & fast. You, too, can achieve peak fitness buy training like the pros. Stay in shape year-round with our base program, then use these four-week plans to run your first 5-K or your best 10-K of half-marathon.

Het ziet er een veelbelovend schema uit (volledig artikel), en eindelijk eens eentje waarin meer dan twee-drie dagen per week wordt gelopen. Misschien dat ik tegen volgend seizoen dan ook eens aan zo’n loopwedstrijd kan deelnemen?

SAM

Na Henri’s lessen en een korte trip naar Capitol Hill 60 Minutes Photo om mijn ontwikkelde filmpjes af te halen, begaven wij ons in de druilerige regen naar Pike Place Market. We hadden er met de schoonouders afgesproken in Seattle’s Best, één van de vele koffieshops (niet in de Nederlandse betekenis van de woord) die Seattle rijk is.

Laat ons naar het Seattle Art Museum (SAM) gaan, met zulk een weer, hadden we allen gedacht. We gaan eerst rap iets eten, en hoewel we van plan waren om opnieuw naar die heerlijke Italiaan te gaan vlak bij Pioneer Square, strompelden we –totaal uitgewaaid en -geregend– het restaurant van het museum binnen: TASTE at SAM. Betaalbare prijzen, lekker eten, en porties die net groot genoeg zijn om te vullen, maar niet overladen: zo hoort het.

skyline skyline

Bovenstaande foto’s hebben niets met het museum te maken, het is het zicht vanop ons balkon, overdag en ’s nachts (duh).

Het museum is zeer ruim opgevat, maar de getoonde collectie is (daardoor?) eerder beperkt. Ze bevat Australische/Oceanische, Afrikaanse, Amerikaanse, Asiatische, Europese, Native ’traditionele’ kunst, en hedendaagse kunst. Weinig verbazingwekkende items, maar toch zeer de moeite om als overzicht onder ogen te krijgen.

Het meest opvallend aanwezig was het werk van John Covert, waarvan ik nog nooit had gehoord, en waarover ook Wikipedia heel karig is met informatie. Weinig van die Amerikaanse ‘modernistische’ kunstenaars kwamen bekend voor. Wat betreft die moderne kunst hing er een lelijk iets van Georgia O’Keeffe, een Pollock, een stuk of twee Warhols, en een werk van Do-Ho Suh, een Koreaan waar op het naamplaatje nadrukkelijk stond bijgeschreven works in America –alsof dat een vereiste was voor de appreciatie.

Leuke collectie, maar niet iets om speciaal voor naar Seattle te komen. Dan was het Olympic Sculpture Park interessanter. Wel blij dat ik het gezien heb –en die Amerikanen weten precies ook wel goed hoe ze iets moeten tentoonstellen.

mailboxes

Dat was het zowat. ’s Avonds heb ik voor het bezoek een steak gebakken (vlees in Amerika blijft een weldaad) en Belgian Brownies gemaakt. Morgen (vandaag reeds voor u) gaan we ergens watervallen bezoeken. De schoonouders hebben een wagen gehuurd, en die gaan we maximaal benutten!

De foto hierboven toont de brievenbussen aan ons huis. Dat gele briefje plakt op de onze.