Waar brandt de lamp?

De lamp

De Sint bracht voor ons een lamp. Hij liet ze wel eerst bij mijn moeder achter, maar aan die vergissing was rap verholpen. En ze ophangen nam ook al niet meteen veel tijd in beslag. Iedereen content (en wij een beetje (veel) extra). Danukwel Sinterklaas.

PH 50 van Poul Henningsen, ontworpen in 1958.

(Nu nog de tafel opruimen.)

Cd’s 201011

Bereiken we nog de kaap van 300 nieuwe albums voor 2010 ten einde is? Als ik erin slaag ze allemaal op te lijsten, kan ik alvast bevestigend antwoorden. Ik heb hier nog drie stapels van zo’n tien cd’s elk liggen, dus kwantiteit is het probleem niet. (Tijd daarentegen…)

We beginnen weer properkens: werden vorige maand gewetenloos van de harddisk verwijderd:

  • Catching a Tiger / Lissie / 2010
    Niet dat het slecht is, maar er zijn er dertien in een dozijn, van die platen.
  • Septentrion / Alain Caron / 2010
    Een ongetwijfeld virtuoos basgitarist, die weinig geïnspireerde maar heel makkelijk verteerbare fusion uit de jaren 70-80 (na)maakt. Als dat uw ding is, niet twijfelen: kopen.
  • 1983 / Sophie Hunger / 2010
    Ik heb er wel drie keer naar geluisterd, naar die plaat, maar ze kan mij niet bekoren. Overgehyped.
  • Love Songs / Anne Sofie Von Otter & Brad Mehldau / 2010
    Pft. Ik heb het bijna de ganse cd uitgehouden, wat zeg ik, de ganse twee cd’s, maar toen Von Otter aan Blackbird van The Beatles begon, was het genoeg geweest. Waste of talent, voor zowel Von Otter als Mehldau. “Gelijk een tang op een varken”, luidt het dan.
  • Dust Lane / Yann Tiersen / 2010
    Een beetje nostalgisch, maar de jaren 80 en 90 zijn wel degelijk voorbij.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=l7q9Ykns5_M&fs=1&hl=en_US&rel=0&hd=1]

  1. Israeli Song / Eli Degibri / 2010 / ***(*)
    Zeer standaard jazz, al zou het geheel verkeerd zijn om die als mainstream commercieel te omschrijven. Hoge kwaliteit, boeiende interpretaties en voldoende eigen werk door een hoogstaand kwartet –met Brad Mehldau aan de piano.
  2. January / Marcin Wasilewski / 2008 / ***(*)
    Google zegt mij dat hij bij Anderlecht speelt, maar dat klopt niet, hij speelde eerst piano bij Tomasz Stanko en heeft ondertussen zijn eigen trio. Homonymie, het is wat. Om in de gaten te houden.
  3. Turbulence / Michel Portal / 2010 / ***
    Stond in de recente Jazz Magazine nog als één van de vijf disques essentiels van de man, en wie zijn wij om Jazz Magazine tegen te spreken? (Alleen maar als het in ons kraam past.)
  4. Lonely Avenue / Ben Folds & Nick Hornby / 2010 / **
    Op zijn best doet dit album denken aan de muziek van Paul McCartney kort na zijn post-Beatles periode. De muziek is tegelijkertijd wild en dun, beschaafd en wild, gelijk een stuk onbehouwen dat eigenlijk wel weet tot hoever hij mag gaan en er moeiteloos in slaagt zijn beste manieren te houden. Ik ben halvlings wel geneigd om hem in luxe-uitvoering op lp in huis te halen (omdat daarbij vier kortverhalen van Nick Hornby zouden zitten). Het is in elk geval een concept-album dat actief moet beluisterd worden, en muzikaal niet altijd overloopt van de genialiteit. Laat er mij nog wat over denken.
  5. Signs & Signatures / Brussels Jazz Orchestra / 2010 / ***
    BJO laat zich van zijn (haar?) meest zachtaardige kant zien, dank zij de gerearrangeerde werken van Bert Joris. De pers is unaniem lovend over de nieuwe weg die Belgiës grootste jazzorkest is ingeslagen, en ook in het buitenland waren ze onder de indruk. Een cd om in uw collectie te plaatsen (en naar te luisteren).
  6. De Beren Gieren / De Beren Gieren / 2010 / ***
    Heel mooie eersteling/demo van deze jonge helden. Ze hebben hun hype moment gehad, wij zijn benieuwd hoe ze verder gaan evolueren. Haal dit album in huis!
  7. Catalogne / Christian Escoudé / 2010 / **(*)
    Weinig opvallende plaat die een heel breed publiek aanspreekt. Perfect getimed om met de feestdagen cadeau te doen. Heel gemoedelijk, heel beluisterbaar, heel aangenaam, maar dan weer wel iets minder avontuurlijk. Met Thomas Savy op klarinet!

Binnen gehaald op (oud) vinyl:

  1. Walter Carlos’ Clockwork Orange / Walter Carlos / 1972
    Fan.Tas.Tisch. Walter Carlos heet ondertussen Wendy; Carlos was één van de eerste klanten van Robert Moog, de man van de legandarische Moog synthesizer –hij overhaalde Moog om touch-sensitivity in te bouwen in de toetsen. Walter Carlos schreef de soundtrack voor Stanley Kubrick’s film A Clockwork Orange, maar bracht nadien –naast die officiële soundtrack– ook zijn eigen volledige score voor de film uit. In diezelfde periode liet hij zich chirurgisch ombouwen tot Wendy, al was het wachten tot 1979 tot het eerste album verscheen dat offieel aan Wendy Carlos werd toegedicht —Switched-On Brandenburgs. Geniale muziek, al ben ik misschien een beetje nostalgisch.
  2. Listen to Art Farmer and the Orchestra / Art Farmer / 1962
  3. Le Piano Démécanisé / Frederik Croene / 2010
    Leutig éénmaal ge u ervoor openstelt. Frederik Croene bespeelt een ‘gestripte’ piano volgens een aantal regels die niet geheel vreemd zijn aan het Dogme 95 principe. Nieuw, en geen oud vinyl, maar bon. We gaan niet hokjesdenken toch?
  4. Harmonium / John Adams / 1984
  5. Get Happy with the Randy Weston Trio / Randy Weston Trio / 1955
  6. Ringo / Ringo Starr / 1973
    Het derde solo album van Ringo Starr wordt wel eens beschouwd als het laatste Beatles album. Alle vier de Beatles komen immers op het album voor, al spelen ze wel nooit allemaal samen op dezelfde track. Typische Ringo muziek, een beetje naïef en heel goedlachs, maar niettemin een heel genietbare plaat.
  7. Make Love To Me / Julie London / 1957
  8. Nuits de la Fondation Maeght Vol. 1 / Albert Ayler / 1970
  9. Discovery! / Charles Lloyd / 1964
    De eerste plaat van Charles Lloyd als hoofdman. Tenor sax en fluit; van basklarinet is nog geen sprake.
  10. Kind of Blue / Miles Davis / 1959
    Geen eerste persing, maar een heruitgave uit 1962.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=_B1j6tLEjiA&fs=1&hl=en_US]

  1. Doo-bop / Miles Davis / 1992
    Het laatste album van Miles, slechts zes tracks waren afgewerkt toen Miles Davis op 28 september 1991 overleed. Just diggin that doo-bop sound with Miiiiiiiiles, Miles Davis –Miles overleed vlak voor hij verder de weg van de hiphop ging inslaan.

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(cds vorige maand)

Duke

Een tijdje geleden was ik bezig over Duke Ellington in mijn antwoord aan Frederik, en ik kwam nog meer interessants tegen over de muzikant. Ik heb overigens een beetje rondgekeken op amazon, maar verschrikkelijk veel is er niet te vinden aan jazz- of muzieklectuur in digitaal formaat. Tips zijn altijd welkom.

Een paar Ellington citaten dus. We vertrokken van if it sounds good, it IS good, dat voluit waarschijnlijk dit was: if it sounds good, it’s good music, and if it doesn’t, then it is the other kind. In een citaat wat verder hieronder, legt Duke het nog verder uit. Over critici had hij het volgende te vertellen:

I’m sure critics have their purpose, and they’re supposed to do what they do, but sometimes they get a little carried away with what they think someone should have done, rather than concerning themselves with what he did.

In The Duke Ellington Reader (niet digitaal beschikbaar helaas) van Mark Tucker staan een pak interviews die Duke indertijd heeft gegeven, zoals bijvoorbeeld The Art Is in the Cooking met Stanley Dance uit 1962, waaruit we onderstaand fragment lichten.

People are told that they must never drink anything but a white wine with fish or a red wine with beef. The people who don’t know, who’ve never been told that, who’ve never been educated along these lines –they drink anything. I suspect they get as much joy out of their eating and drinking as the other people.

It’s just like people who listen to music. They don’t necessarily know what they’re listening to. They don’t have to know that a guy is blowing a flatted fifth or a minor third, but they enjoy it, and this I consider healthy and normal listening. A listener who has first to decide whether this is proper when a musician plays or writes something –that’s not good. It’s a matter of “how does it sound?” and, of course, the sound is modified by the taste of the listener.

The listener may like things that are pretty, what we consider pretty or schmaltzy. Another may like a graceful melodic line, with agreeable harmony under it and probably little romantic element. A third may like subtle dissonance, while a fourth may go for out-and-out dissonance. A fifth may have a broad appreciation and enjoy all kinds. But what is really involved here, I think, is personal taste rather than categories. Music itself is a category of sound, but everything that goes into the ear is not music. Music is music, and that’s it. If it sounds good, it’s good music, and it depends on who’s listening how good it sounds.

Of in het essay Where Is Jazz Going?, gepubliceerd in Music Journal, opnieuw in 1962:

As you may know, I have always been against any attempt to categorise or pigeonhole music, so I won’t attempt to say whether the music of the future will be jazz or not jazz, whether it will merge or not merge with classical music.

There are simply two kinds of music, good music and the other kind. Classical writers may venture into classical territory, but the only yardstick by which the result should be judged is simply that of how it sounds. If it sounds good it’s successful; if it doesn’t it has failed. As long as the writing and playing is honest, whether it’s done according to Hoyle or not, if a musician has an idea, let him write it down.

And let’s not worry about whether the result is jazz or this or that type of performance. Let’s just say that what we’re all trying to create, in one way or another, is music.

’t Is gewoon jazz, godverdomme!

Downtime (encore)

Ik verplicht mijzelf morgen genezen te zijn. Om allerlei redenen: omdat ik dringend mijn (mail-)achterstand moet inhalen (die zelfs naar mijn maatstaven hallucinant-beschaamtelijke afmetingen begint aan te nemen), maar vooral ook omdat ik vrees dat Henri mijn beest heeft overgenomen, en ik voor hem paraat moet zijn. Hij is de voorbije dagen een verschrikkelijk grote hulp geweest (zeker met Tessa die in Amerika zit). “Nu begrijp ik wat jullie allemaal voor mij doen, en waarom jullie nog zoveel werk hebben als ik gaan slapen ben.” Is ’t geen schatje?

David Liebman Group in deSingel

deSingel door Bruno Bollaert

Hij ziet er wat uit gelijk een gestampte boer, David Liebman, en wie gitarist Vic Juris en basgitarist Tony Marino op straat tegen het lijf zou lopen, zou nooit geloven dat die mannen muziek maken. Nochtans spelen ze, samen met drummer Marco Marccinko, al sinds 1991 samen in de David Liebman Group. Gisteren speelden ze in deSingel; vooraf was er een inleiding door Hugo De Craen, waarop een kleine tien mensen aanwezig waren (het was nochtans best interessant).

“This might be an evening concert for you guys,” zei Liebman bij de aanvang, “but it’s a matinee for us.” Ze waren net geland uit New York, en voelden zich pal op de middag. Door de jetlag maakten ze van de geplande twee sets, één lange van dik anderhalf uur spetterende muziek. Het was even wennen aan hun muziektaal, maar eenmaal bezig was het trippen van begin tot eind. Het concert zat vol verbazingwekkende ritmewissels van Marco Marccinko, die soms wel haaks op de anderen leek te spelen (wat niet het geval was natuurlijk). Gans het concert zat vol spelletjes, van steeds muterende ritmes tot puntige dialogen tussen de sopraansax van Liebman en de gitaar van Vic Juris. Een schitterend concert.

Suggestie

Daarnet reed ik naar Antwerpen voor een concert in deSingel. Ik vertrok een kleine twee uur voor de aanvang van het concert, want ik geraak traditioneel slechts net op tijd in Antwerpen (Middelheim, andere concerten). Gezien de recente sneeuwval, het weekend, en de notoire files rond Antwerpen, dacht ik maar even tegen mijn gewoontes in te gaan.

Om 18u heb ik thuis aangezet; om 19u parkeerde ik de wagen voor deSingel. (Waarom ze daar in godsnaam geen parking onder gezet hebben toen ze het gebouw recent uitbreidden, het zal mij een raadsel wezen.) Het verkeer was vlot, met de nodige vertragingen vanaf Kruibeke, waar de maximumsnelheid eerst tot 90 en vervolgens, vlak voor de tunnel, tot 70 werd herleid. Al moet u niet trachten die snelheid te eerbiedigen. Enfin, toch niet tot vlak voor de tunnel, en valk voorbij de tunnel, want daar staan flitsers opgesteld. Voor de rest dient u door te vliegen, want als u zich, zoals ik daarnet, toch aan de regels houdt, dan wordt u getrakteerd op zulk een geflikker van de grootlichten van de wagens achter u, dat u zich in Close Encounters of the Third Kind waant. Nadien krijgt u eenzelfde lichtconcert van diezelfde voertuigen die eerst achter u zaten, maar dan woest op de rem gaan staan om de flitsers aan de tunnel de loef af te steken.

Het is kenmerkend voor onze samenleving, vrees ik, zo’n gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel. Het is ook amechtig hypocriet van de overheid, die dergelijke regels oplegt, ze niet hard maakt en daardoor elke interpretatie toelaat. Het is geen regel, denkt men, maar een leidraad. De overheid suggereert dat u hier maar 90 rijdt. Pas op, het is geen verplichting. En hindert u vooral het snellere verkeer niet. In Gent bedankte –in de eerste acht maanden van 2010– meer dan de helft van de automobilisten voor de suggestie van een zone 30. Beboet worden ze toch niet.

Films 201011

Veel minder films dan vorige keer, maar dat geeft niet (ik overweeg heel even mijn hersenen te pijnigen over de vraag in welke omstandigheden het in godsnaam wél zou kunnen geven).

  1. Bitch Slap / Rick Jacobson / 2009 / *
    Euh. Goede poging? Ik geef toe, ik was nieuwsgierig door de titel, wat net zozeer kon duiden op een uit de hand gelopen pokerpartij als een trio mokkels dat graag uit een stripverhaal was komen gestapt. Had potentieel, maar het is er gelijk niet uit gekomen. (Met Erin Cummings uit Spartacus: Blood and Sand)
  2. The Front / Tom McLoughlin / 2010 / *
    Nog zo’n Patricia Cornwell verfilming. Niet goed genoeg voor Canvas, niet goed genoeg om een reeks van te maken, niet goed genoeg om te bekijken eigenlijk. Als er nog een volgt, zal het niet meer voor mijn ogen zijn.
  3. The Marine 2 / Roel Reiné / 2009 / *
    Ongetwijfeld een vervolg op The Marine 1, is dit leeghoofdig tijdverdrijf zonder negatieve of positieve gevolgen. Vijfduizendste variant op “stoere soldaat moet vrouw uit handen van rebellen redden”, een beetje gelijk de eerste Die Hard.
  4. Cabin Fever 2: Spring Fever / Ti West / 2009 / 0
    Een waterige sequel (van het aanvaardbare origineel uit 2002) waarin alle clichés uit de kast haalt en waarschijnlijk al voorbijgestreefd was nog voor hij gereleased werd. Saai.
  5. Red Riding: In the Year of Our Lord 1980 / James Marsh / 2009 / N.A.
    Ik snap er niks van, behalve dan dit de middelste is van drie films die op zich een verfilming zijn van de vier Red Riding boeken van David Peace, die ik niet gelezen heb. I plead ignorance, en moet eerst het gat in mijn kennis hierover dichten. Het ziet er zeer intrigerend uit in elk geval.
  6. Wrong Turn at Tahoe / Franck Khalfoun / 2009 / **
    Onopvallende maar goedgemaakte crime film van dertien in een dozijn. Door de regisseur van de ondergrondse parking suspense P2.
  7. Ice Age: Dawn of the Dinosaurs / Carlos Saldanha & Mike Thurmeier / 2009 / **
    Blijft mooi en zonder al te veel pretentie. Leutige ontspanning.
  8. Saw VI / Kevin Greutert / 2009 / **
    Zijn er nog mensen die voor het verhaal kijken? Af en toe komt het als rode draad nog eens op de proppen, maar het meest ‘interessant’ blijven toch de ziekelijke spelletjes die op de kijker worden losgelaten. Het is een format gelijk een ander.
  9. One Way / Reto Salimbeni / 2006 / **(*)
    Ik ben een beetje enthousiast over deze film; hij balanceert voortdurend op de grens tussen een VijfTV film en de betere courthouse film. De fotografie zit goed, de acteurs zijn behoorlijk (niet allemaal natuurlijk), en verhaal blijft verrassen. Deze film krijgt zeker en vast het voordeel van de twijfel.
  10. Nobel Son / regisseur / 2007 / **
    Weinig pretentie in deze film, goed geacteerd, en blijft onderhoudend. Het zag er eventjes naar uit alsof het zo’n simplified complicated plot ging worden, maar het script werd ontdaan van de meeste fratsen. Geen hoogvlieger, maar blij dat ik hem gezien heb. Met Alan ‘Snape’ Rickman en Eliza Dushku (Buffy the Vampire Slayer, Dollhouse).
  11. Lesbian Vampire Killers / Phil Claydon / 2009 / **
    Ok. Ik ging eerst niet kijken, want ik vond de titel eigenlijk weinigbelovend. Maar op een dag vond ik gelijk niks anders om mijn boterhammen bij op te eten, dus keek ik maar. En eigenlijk, is dit niet eens half zo slecht als de titel suggereert. Geheel in tegenstelling tot pakweg Bitch Slap (zie hierboven), is het verhaal aanvaardbaar, net zoals de –ahem– acteerprestaties; maar het is vooral de geslaagde fotografie die het hem doet. Een aangename prent om uw boterhammen bij op te eten dus –ondanks het gulvergoten witte vampierenbloed.
  12. SM-rechter / Erik Lamens / 2009 / ***(*)
    Er zit maar één minder moment in deze film, en dat is wanneer dochter Iris (gespeeld door Marie Vinck) het cliché uitstoot “jullie zijn mijn ouders, jullie hebben geen sex.” Voor de rest is dit een meer dan puike prestatie van iedereen. Lees ook Vlot verteld relaas van “De sm-rechter” en SM-rechter: de juridische waarheid achter de film.
  13. Into the Blue 2: The Reef / Stephen Herek / 2009 / *(*)
    In 2005 speelde Jessica Alba nog mee met een film die zowat hetzelfde verhaaltje vertelt –als ik er mij nog iets van kan herinneren, tenminste. Water, bikini’s stoere binken, schattenjacht, problemen, goede afloop. Zoiets?

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(films vorige maand)