Jose James, and that other person

Dimitriou’s Jazz Alley is één van de grootste jazzclubs in Seattle (zoniet de grootste). Dimitriou begon zo’n dertig jaar geleden in het University District, maar 6 jaar later verhuisde de Jazz Alley, naar de huidge locatie op 6th Street.

Seattle, USA 2010

De club is naar onze standaarden groot, groter dan de concertzaal van De Werf in Brugge, maar vergelijkbaar met het café in Vooruit. Niettemin is het er heel intiem: het publiek zit er bijna tot op de schoot van de muzikanten. Toen wij er zondag kwamen, kregen we de keuze tussen een booth of een tafeltje vlak naast de piano –en ik bedoel wel degelijk vlak naast de piano: Hiromi zat bij u aan tafel, weliswaar een kniehoogte hoger op het podium, maar toch. Wij kozen wijselijk voor de booth, kwestie van toch nog iets van de andere muzikanten te kunnen zien.

De beste plaatsen zijn voor de gasten die ook komen eten –en dat eten is niet bepaald goedkoop (30 USD voor een entree, wat –zoals u waarschijnlijk al weet– verkeerdelijk geïnterpreteerd Frans-Amerikaans is voor hoofdschotel). Die dinner guests mogen vooraan bij het podium zitten, of op een prime spot op het mezzanine.

Zeer gewilde plaatsen, want het zijn niet meteen de minsten, die bij Dimitriou passeren. Cassandra Wilson komt nog langs, deze maand, Joshua Redman komt volgende maand, maar ook McCoy Tyner, Oscar Peterson, Branford Marsalis, Pat Metheny kwamen er al langs.

Seattle, USA 2010

Zondag beluisterden wij de Stanley Clarke Band met Hiromi, dezelfde groep die op 10 juli tijdens Gent Jazz optreedt. Ik zou zeggen, bestel uw tickets maar alvast. De groep biedt een combinatie van entertainment (Hiromi zit geen seconde stil als ze speelt) en boeiende muziek. Ik kom er nog wel op terug.

Het publiek is hier ook iets enthousiaster dan bij ons; er wordt geapplaudisseerd na solo’s, maar op een veel vanzelfsprekender manier dan wanneer dat bij ons gebeurt. Het past ook veel meer in een clubcontext waar er direct contact is met de muzikanten, dan in een iets afstandelijker concertzaal.

Na afloop van het concert zondag, hebben we meteen onze plaatsen gereserveerd voor het optreden van Jose James en Jef Neve. “Ok,” zei de gastvrouw toen ze onze gegevens noteerde, “so I’ve put you down for the concert of Jose James and… erm that other person.” Zouden ze er ‘nieve’ of ‘nevie’ van maken?

Sabam en het internet

When all else fails… blame the internet. Dat hebben ze bij Sabam weer gedacht, toen ze nog maar eens een persbericht de wereld instuurden. Sabam berekende immers het verlies door illegale downloads –voor wie? Voor Sabam natuurlijk. Op de website van Sabam vindt u daaromtrent een PDF, getiteld Voor een eerlijke vergoeding voor creativiteit op het internet.

Ach, ik voelde nog enige sympathie voor Sabam, zelfs toen ze in al hun schijnbare naïviteit hun verlies konden aantonen door de achteruitgang van de Belgische offline-muziekmarkt en, bijgevolg, met de dalende inkomsten aan mechanische reproductierechten van SABAM.

Ze geven een boel opportunistische argumenten (vergeten de nieuwe taks op de blanco datadragers), steken de schuld op breedband, en bieden ten slotte een oplossing. Dat laatste mag hen –hoe ridicuul ook– in alle billijkheid (hebt u hem, hebt u hem) in hun betrachtingen sieren. Hun oplossing is tweevoudig:

1 De exploitanten van beschermde inhoud op internet en de web 2.0- platformen, die rechtstreeks of zijdelings van de verspreiding en de uitwisseling van beschermde werken profiteren, financieel verantwoordelijk stellen.

[…]

2 Rekening houden met de veranderde rol van de AP’s (Access Providers)

Uiterst amusant allemaal, en het getuigt alweder van een vernuftig en eigentijds inzicht. (Was mijn ironie voldoende duidelijk?) Bij puntje 2 schrijven ze o.a. het volgende:

In het debat over piraterijbestrijding vormen de voorstellen om de internetproviders en de auteursverenigingen ertoe te verplichten om overeenkomsten te sluiten over het inbouwen van specifieke en aangepaste technische voorzieningen (zoals filtering of blokkering van bepaalde sites) al een stap vooruit.

…waarmee ze hun heimwee naar 1984 (of naar China) expliciteren.

Misschien zouden ze beter eens bij de muziekindustrie gaan aankloppen, bij de grote platenmaatschappijen die hun albums voor veel te veel geld op cd persen, veel te weinig geld naar de artiesten doorsluizen, en hun digitale downloads —if any— in lagere kwaliteit dan een cd, maar wel voor bijna evenveel geld, aanbieden.

Misschien zouden ze beter eens aan hun imago werken. Een charme-offensief zou mogelijks beter werken dan onbeschaamde brutaliteiten waarmee rechtencollecteurs hun afzetmarkt bejegenen. “Dank u om deze cd te kopen” ipv een antidiefstalsysteem dat de ‘piraten’ in een handomdraai weten te omzeilen maar dat het de muziekliefhebber echt wel moeilijk kan maken om hun cd op oudere systemen te laten beluisteren of –geheel legaal– op hun eigen computer te kopiëren. “Dank u om deze dvd te kopen” ipv een onomzeilbaar voorfilmpje waarin BREIN u net niet voor dief uitmaakt –terwijl net ú die film hebt gekocht.

Het kan eigenlijk enkel werken als een buyer’s market. Hoe sneller u zich dat realiseert, hoe groter de mogelijkheid dat uw inkomsten een kans maken om ooit nog te stijgen.

Een normale mens is overigens geheel vóór de auteursrechten. Zorg er dan misschien ook eens voor dat ze uitbetaald worden.

Mijn nieuwslezer biedt mij net een vervolg aan: Sabam vraagt wet voor auteursrecht op internet én een reactie van Bart Tommelein: Voorstel Sabam strijdig met EU-regelgeving.

Hebt u deze ook al gelezen: How Much Do Music Artists Earn Online? & The Paradise That Should Have Been

Happy Tessa op moederdag

Seattle, USA 2010

Deze foto zou moeten volstaan, denk ik. Henri had vanalles gepland. Hij had zaterdag zelf een kaart en een cadeau gekocht in een winkel –ik was er niet bij, want ik lag met migraine in bed. Hij was met Tessa gaan winkelen, en terwijl zij –verplicht–buiten wachtte, ging hij boldly alleen de winkel binnen om er een kaart te kopen, een geschenk uit te kiezen, én te laten inpakken. Het gaat goed met zijn kennis van het Engels, vind ik.

Seattle, USA 2010

Tessa werd getrakteerd op Berry Meyer Lemon Pancakes, een recept dat ik heb van Joy the Baker (ik zou die eigenlijk wel eens willen ontmoeten), en nadien een fruitgerecht met Meyer Lemon Curd. Ik wil al zo lang eens Meyer lemons gebruiken, maar bij ons in België is dat gewoon niet te vinden –of ik heb nog niet op de goede plaatsen gekeken.

Voor de pancakes is er enkel zest nodig, die duchtig in de suiker dient gewreven te worden.

Seattle, USA 2010

Het deeg van zo’n Amerikaanse (karnemelk) pancakes trekt overigens in niet op deeg voor Franse pannenkoeken –het is eerder dik zoals voor wafels. Ze moeten ook iets langer, en op een iets lager vuur, in de pan.

Seattle, USA 2010

En die Meyer Lemon Curd is een gewone curd, maar dan met sap van Meyercitroenen i.p.v. gewone citroenen.

Geen recept, maar ik bak die Amerikaanse pannenkoeken nog wel eens (ze werden hier heel erg gesmaakt), en dan bezorg ik u (eindelijk) nog eens een recept.

Museumprijs

De mensen van Adhese/Enchanté hadden mij gevraagd of ik niet eens wat wou doen rond de Museumprijs. In Houston hebben we heel wat musea bezocht, en ik was eigenlijk van plan om dat in Seattle ook opnieuw een beetje te doen. Het is hier gelijk wat drukker dan voorzien, met de lessen van Henri en dergelijke, zodat het er voorlopig nog niet van gekomen is.

Maar die Museumprijs ligt niet stil natuurlijk. De Amerikanen hier zouden alvast heel geïnteresseerd zijn in het Ieperse In Flanders Fields Museum –wat zeg ik, ‘zouden’? Toen één van die Amerikanen ergens eerder dit jaar bij ons langs kwam, stond er maar één uitstap op zijn lijstje: net dat museum. Hij was er achteraf overigens heel over te spreken.

Zelf ben ik nogal benieuwd naar het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle waar –ahem– ‘men’ mij reeds verscheidene keren heeft proberen mee te krijgen; naar Cinematek; en naar de Fondation Folon. Kwestie van er uit elke regio één te kiezen –het gaat al moeilijk genoeg in België tegenwoordig, vernemen we.

In Vlaanderen, Wallonië en Brussel zijn dus telkens vijf musea genomineerd. Een professionele jury reikt een prijs uit, maar er is ook nog de Museum Publieksprijs en de Prijs van de Kinderjury, waarvoor iedereen nog kan stemmen tot 28 mei via museumprijs.be.

Vandaag is moederdag, en ik ken er minstens twee die heel graag eens naar een museum (met ons) gaan. Jullie hebben het alletwee nog van ons te goed (nee, het hoeft niet uit die lijst te komen —Le Grand Hornu mag bijvoorbeeld net zo goed). En ondertussen zal ik met Henri hier dan nog wel eens iets bezoeken.

Muziek

Wat ik hier absoluut het meeste mis –behalve dan een handvol mensen die hopelijk weten wie ze zijn, maar ik vermoed dat er een paar zijn die het niet verwachten; edoch ik heb het over wat en niet wie— wát ik dus het meeste mis, dat is mijn muziek. Toegang tot mijn toch wel behoorlijke collectie –die ondertussen grotendeels gedigitaliseerd is, enfin de jazz toch– en een deftige muziekinstallatie om ze op af te spelen.

Wat ik eigenlijk niet echt mis, is de televisie. Ik heb nog geen enkele keer bewust naar tv gekeken. Henri heeft Cartoon Network, waarnaar hij dagelijks even mag kijken –zoals bijvoorbeeld naar seizoen twee van Star Wars The Clone Wars, dat vorige week net afgelopen is. (“Maar geen nood, papa, vanaf vandaag zenden ze gewoon vanaf seizoen één alles opnieuw uit.”)

Och, we gaan eens wat muziek bestellen zie, en op de laptop zetten. En we gaan binnenkort eens naar wat concerten gaan ook. Heb ik al gezegd dat Jef Neve hier binnenkort optreedt? Met José James? Geheel gratis zelfs?

Jazz: niet te missen

Do 6 mei 2010: Carla Bley in De Bijloke; zo 9 mei Rawfishboys bij Opatuur

Met wat een regelmaat begint te lijken (ik kan dat zeggen als zulks zich minstens twee keer voordoet), steekt uw reporter in het zog van Kuifje de grote plas over. Na een korte trip in het Wilde Westen zijn we terug gesetteld in het hippe Seattle (waar de koffie in het bloed zit en de muziek onafhankelijk is), om met een klein beetje spijt naar Gent te blikken om te zien wat we opnieuw allemaal moeten missen. Deze week hebben we het over twee concerten, volgende week over even zoveel (mini)festivals.

Er is muziek waarmee het meteen klikt. De eerste keer dat ik bassist Brice Soniano aan het werk zag, was tijdens Jong Jazztalent ergens in 2006 of 2005, hetzelfde jaar denk ik, waarin ook een piepjonge Isolde Lasoen meedeed. Soniano pulkte en trok aan die bas, en speelde met een intensie die soms naar een orgasme, soms naar een andere dood leek te leiden. Bijna een jaar later speelde hij met Joachim Badenhorst bij Tuur (toen nog in de Citadellaan) en in mijn enthousiasme over de muziek had ik bijna vijf cd’s gekocht. Soniano was zo overdonderd dat hij hals over kop besloot een jaar bij de Pygmeeën in Kameroen te gaan leven (een beetje fictie in een artikel kan nooit geen kwaad), maar in 2008 kwamen Badenhorst en Soniano opnieuw samen. Onder andere bij Tuur, waar ze nieuwe muziek ten gehore gaven, herinterpretaties van composities van Bill Evans, Enrico Pieranunzi, en Thelonious Monk, afgewisseld met de rauwheid van hun eigen werk. Ze doken zelfs de studio in, maar gingen achteraf alweer uiteen, omdat Badenhorst niet langer aan de roep van New York kon weerstaan (en Soniano het zuiderse Kameroen voor het noordelijke Denemarken inruilde).

Maar ziet – en juicht – het is mei, en de kompanen hebben elkaar opnieuw gevonden, om hun nieuw album te presenteren, en opnieuw gaan ze bij Opatuur langs. Ik zal overigens aan Tuur moeten vragen dat hij er mij één achterhoudt, want kijk, het leven is echt wel cyclisch. De Rawfishboys werken in tijdspannes van twee jaar, en twee jaar geleden zat ik – net zoals nu – hier in Seattle, en schreef ik even verwoed over dat andere optreden van de Rawfishboys bij Tuur (toen met Harmen Fraanje ipv Christian Mendoza). Misschien ben ik binnen twee jaar wel thuis. Ondertussen kan u zichzelf een groot plezier doen, en zondag (9 mei) bij Tuur langsgaan voor wat één van de avontuurlijker (maar wel toegankelijke) concerten van het seizoen wordt.

Jazz. What else?

Donderdag (6 mei 2010) speelt Carla Bley met The Lost Chords in de concertzaal van De Bijloke, een concert dat ik van bij het uitkomen van de brochure reeds als ‘niet te missen’ in mijn agenda had aangeduid. Carla Bley heeft haar familienaam van Paul Bley, met wie ze een korte tijd was getrouwd; ondertussen is ze reeds langere tijd samen met Steve Swallow, die ook al deel uitmaakt van The Lost Chords. In 2004 bracht deze groep een eerste cd uit, en dat album werd met voornamelijk positieve besprekingen ontvangen. Drie jaar later (ondertussen ook drie jaar geleden) bracht dezelfde groep een nieuwe cd uit, samen met de Italiaanse trompettist Paolo Fresu (foto hierboven). Beide albums zijn gevuld met toegankelijke, heel speelse jazz. Verrassend, voor wie haar experimenteler werk gewoon is, maar het zijn kleine pareltjes waarvan de humor live extra goed zal overkomen. De Italiaanse flair van Paolo Fresu wuift daar verder doorheen, en ik kan mij zo voorstellen dat het concert van begin tot eind boeiend wordt gehouden. Zat ik nu maar (heel) eventjes niet in Seattle.

Carla Bley & The Lost Chords Find Paolo Fresu spelen op donderdag 6 mei om 20u in de concertzaal van De Bijloke. Toegang € 18 / 15 reductie / 5 -19j.

Rawfishboys (Badenhorst / Soniano / Mendoza) spelen op zondag 9 mei om 20u bij Opatuur in De Centrale. Toegang € 10 / 8 (leden).

Dit artikel was eerder te lezen bij Gentblogt: Jazz wordt gemist

Werkvolk

Seattle, USA 2010

Het is hier gelijk niet veel anders dan thuis, wat Tessa betreft. Ze staat op voor de zon, komt thuis als de zon onder is, en gaat slapen… als het werk gedaan is. Enfin, which is: never, dus stopt ze maar als ik lang genoeg zaag en/of als ze zelf begint te voelen dat ze er daags nadien als een vod gaat bijlopen als ze nog drie minuten verder doet.

Henri is al niet veel beter. Die mat ik af met minstens één thema (Frans, wiskunde, spelling, taal) per dag, zodat we op tijd de lessen kunnen afronden. Het streefdoel is eigenlijk 2,5 thema’s per dag, maar als het bijvoorbeeld les Frans is, dan gaat dat iets minder vlot dan wanneer het over wiskunde gaat. Zelfs al moet hij getallen als 4.278.059 delen door 52 of 0,9 door 0,35 –zonder rekenmachine welteverstaan. Breuken, zegt u dat nog iets?