cds 200812

Brian Blade is de drummer met de fantastisch fotogenieke mimiek die bekend is van het Joshua Redman Quartet en die u recenter misschien aan het werk hebt gezien met Wayne Shorter. Eerder dit jaar kocht ik het fantastische Season of Changes van zijn Brian Blade Fellowship, maar deze debuutcd van dat gezelschap is helaas van een minder niveau dan de recentere release. Minder niveau is in deze nog altijd meer dan behoorlijk, maar als u moet kiezen, ga dan zonder enige twijfel voor het nieuwe album, Season of Changes.

Musica Nuda is fantastisch en verfrissend! Tenminste zo gonst het alom, en ik wou ze best een kans geven, maar tenen krulden van schaamt ver weg in mijn schoenen, toen ze de erbarmelijke versie van George Harrisons –u weet wel, van The Beatles– While My Guitar Gently Weeps erm… aanraken. Helemaal cringe wordt het als ze beginnen aan La canzone dei vecchi amanti dat u misschien herkent als La chanson des vieux amants (van Jacques Brel, inderdaad). Maar het zal wel aan mij liggen.

Met Brisa Roché is niet echt iets mis, ik hoor het zelfs graag, en het licht perfect in het genre van wat ik graag hoor. Maar het is een beetje oppervlakkig misschien, en mist wat authenticiteit –maar ik zou toch graag ook het recentere Takes eens horen. Naar wat er te beluisteren valt op myspace is het een stap vooruit (weg van de jazzy dingen die haar niet echt liggen).

Maar hoe weinig geïnspireerd die Musica Nuda mag zijn, des te groots is dan Fabrizio Cassols interpretatie van Bachs Matheuspassie. Pitié heeft een uitgebreide Aka Moon aan boord, een collectief uitmuntende jazz en impro muzikanten. De virtuositeit druipt van deze cd, in wat uiteindelijk niet alleen een herinterpretatie is van, maar ook een hommage is geworden aan, het oorspronkelijke werk. Na VSPRS is ook deze Pitié een cd om te koesteren.

Mógil is de Belgisch-IJslandse groep met Joachim Badenhorst. Deze Belgische klarinettist is (al té) vaak een verborgen te talent, dat dringend onder uw aandacht moet komen als dat nog niet is gebeurd. zit vol verdoken kwinkslagen naar jazz en folk standards, en past perfect in het soms wat etherischer werk waar Badenhorst zich graag in verdiept. U treft er ook schitterende stemmen, prachtig gitaarwerk en een zuivere viool. Voor te proeven via myspace/mogilro, en op 3 februari spelen ze in de Mineral Jazz club.

  1. Brian Blade Fellowship / Brian Blade / 1998 / **
  2. 55/21 / Musica Nuda / 2008 / *(*)
  3. The Chase / Brisa Roché / 2005 / **
  4. Pitié / Fabrizio Cassol / 2008 / ***(*)
  5. / Mógil / 2008 / ***

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(cds vorige maand)

deontologie in de zaak Siffer vs Versnick

Woensdag stuurde Thomas Siffer, Hoofdredacteur Story, Sanoma Magazines Belgium, een ‘persbericht’ de wereld rond, waarin hij zijn ongenoegen uitte over het vermeende gedrag van Geert Versnick, Gentse schepen en volksvertegenwoordiger van open VLD, tijdens een etentje in het Gentse restaurant Steendam 66.

Bij Het Project krijgen we regelmatig gelijkaardige grieven in de redactiebus, maar tenzij het gegeven in een brede en min of meer objectieve context kan worden gesitueerd, worden die zaken erm… geklasseerd. Hoewel het deze keer over een mogelijke overtreding van het rookverbod op restaurant ging, leek de toon van het ‘persbericht’ ons iets te subjectief om zomaar over te nemen.

De collega’s van De Gentenaar dachten daar duidelijk anders over, want zij publiceerden zonder dralen een artikel onder de welluidende naam Open VLD-politicus dreigt met geweld tegen Story-baas. De inhoud van het artikel is bijna eenzijdig op het persbericht van Siffer (25kb word doc) gebaseerd, al laat de tekst uitschijnen dat de journalist op zijn minst een poging heeft ondernomen om alle partijen aan het woord te laten.

Siffer haalt iedereen door het slijk, niet alleen Versnick:

De discussie escaleerde en Versnick maakte een dreigement, aldus Siffer. “Ik zal u eens een paar pletsen tegen uw kop geven”, zei Versnick. Toen was ik zo onthutst dat ik hem vroeg of hij wel besefte wat hij gezegd had. Maar hij herhaalde: “Ik ga u een paar pletsen tegen uw kop geven als ge niet rap maakt dat ge hier weg zijt.”

maar ook de restauranthouder, waarover hij laat optekenen:

De eigenaar van het restaurant kwam ertussen. Hij zei dat hij al vijfhonderdduizend frank betaald had aan boetes wegens vluchtmisdrijf, snelheidsovertredingen en dronkenschap. Een boete voor roken kon er voor hem nog wel bij.

Vandaag laat De Gentenaar toch ook de restauranthouder zelf aan het woord: Thomas Siffer wou Geert Versnick duidelijk provoceren.

Een getuige van het ophefmakende ‘rookincident’ tussen schepen Versnick en Story-hoofdredacteur Thomas Siffer in restaurant Steendam66 is formeel: “Het is Siffer die naar de tafel van Versnick gestapt is, met zijn vinger heeft staan wijzen en provoceerde. Versnick is al die tijd rustig gebleven.” […] “Maar ja… meneer Siffer was ook wel wat aangeschoten.”

Ondertussen is het kwaad geschied, want De Standaard nam het artikel over, en in de roddelrubriek van De Morgen (Onder vrienden) las ik vanochtend op pagina 4

Een beetje Vlaams politicus kan zich maar beter koest houden in de horeca. Nadat Pieter De Crem een wekenlange kater heeft overgehouden aan een stevig gemarineerd cafébezoek in New York wacht Open Vld-politicus Geert Versnick nu hetzelfde lot. Versnick kreeg het in een Gents restaurant stevig aan de stok met Story-hoofdredacteur Thomas Siffer: die laatste zag het niet zitten dat de tafel van Versnick het rookverbod in restaurants negeerde. De politicus zelf vond dat, aldus Siffer in een brief aan De Standaard, geen probleem: “Ik ben immers tégen die wet. Dus vind ik dat mijn vrienden mogen roken.” Uiteindelijk haalde Versnick zelfs de dreigementen boven: “Ik zal u een een paar pletsen tegen uw kop geven”. Volgens de Open Vld’er is de versie van Siffer “onjuist”.

Zal ik even een paar open deuren intrappen?

  • Feit: Siffer is sp.a (hij was hun communicatie-adviseur voor hij bij Story aan de slag ging); Versnick is Open Vld.
  • Wacht Thomas Siffer nu ook het ontslag zoals Nathalie Lubbe Bakker? Is De Gentenaar nu even gevaarlijk als de gemiddelde blog(ger)?
  • Primeert snelheid op de journalistieke deontologie? Moet men niet eerst wat fact checking doen, voor men klakkeloos een eenzijdige klacht overneemt?
  • En vooral: waar zit de nieuwswaarde in dit bericht?

Wat ervan waar is? Wie gelijk heeft? Dat interesseert mij nu eens echt niet. Dit –al té persoonlijke– potje had gedekt moeten blijven.

(Waarom ik het dan aanhaal? Omdat u nog kritischer zou staan tegenover wat u in/door de media voorgeschoteld krijgt.)

update 12/01/2009: Brecht Decaestecker, mediajournalist bij de krant De Morgen, post op zijn blog een getuigenis van Willem Stellamans, creatief directeur van productiehuis Eyeworks, die deel uitmaakte van Siffers gezelschap. Ook al geen neutrale bron, die bovendien een derde ‘persoon van invloed’ in de modder meesleurt. Niettemin, zijn getuigenis leest u in Thomas Siffer versus Geert Versnick (deel 2).

van génoise tot biscuit (ii): pan di Spagna

Ondertussen heb ik er ook even De Zilveren Lepel i op nageslagen. Daar vind ik twee recepten in terug, een biscuit (kapselbeslag) ofte pasta genovese ii en een biscuitbeslag ofte pasta per pan di Spagna; de bereidingen komen grotendeels overeen met resp. het warme en koude biscuitbeslag van Ons Bakboek.

Ons eerste recept in deze reeks is evenwel de pan di Spagna volgens Mijn Little Italy. Heel eenvoudig om te maken, ik heb het recept tot de letter gevolgd (er was niet veel te volgen aan), inclusief de baktijd (ik heb zelfs mijn caketester niet uitgehaald). Nadien heb ik ik het gebak à l’improviste verder aangekleed. Dit resulteerde in een grote taart. Euh, ik herhaal even: een grote taart, van tien grote porties, die zeker groot genoeg is om twaalf mensen mee te plezieren. Groot dus.

Het ‘voordeel’ van zo’n biscuit, is dat de taart heel licht is. Tot we met slagroom aan het werk gaan natuurlijk.

Benodigdheden

  • 6 eieren
  • 160g kristalsuiker
  • 160g bloem
  • 1 snuifje zout

Mijn springvorm heeft een diameter van 23 centimeter.

Zo gemaakt

Verwarm de oven voor op 180°C.

Klop de eieren met de suiker tot een schuimig en (zeer) luchtig deeg. Dit duurt enkele minuten (zelfs met de KitchenAid) –het resultaat is een beetje als vloeibare marshmallow (en smaakt er ook naar). Vouw er dan de (gezeefde) bloem en het zout onder, en giet het deeg in een springvorm.

Bak in 35 minuten (doe de caketest). Verwijder voorzichtig uit de vorm, en laat volledig afkoelen.

Mijn Little Italy: génoise

Als de biscuit volledig is afgekoeld, kan het versieren beginnen. Laat u maar eens goed gaan –al heb ik mij voor mijn eerste keer heel erg ingehouden.

Snijd de cake –horizontaal (!)– in twee, zodat we twee schijven bekomen.

Voor de vulling heb ik een goede 500g (rode) diepvriesvruchten met een weinig suiker (ongeveer 50g) opgewarmd, aan de kook gebracht, en vervolgens weer laten afkoelen. Vervolgens heb ik de vruchten door een zeef gegoten (zonder aandrukken !), en de onderste helft van de cake met de vruchten belegd. Van het resterende vruchtensap heb ik ongeveer een vierde op de vruchten gesprenkeld.

De bovenste helft ging er opnieuw op, en 500ml slagroom werd door de KitchenAid –met een weinig poedersuiker– stevig opgeklopt. En ik bedoel wel degelijk stevig. 500ml was misschien iets te veel van het goede, maar blijft toch zeer genietbaar.

Mijn Little Italy: génoise Mijn Little Italy: génoise

Kapsel uw cake in met de slagroom, en omdat de slagroom stevig werd opgeklopt, is het eenvoudig om die mooi cilindrisch vorm te geven.

Om af te werken hebben we partjes van een bloedappelsien op de taart geschikt, en een stuk donkere chocolade in het midden gelegd. Bij het serveren lepelen we eerst wat coulis (het sap, overgebleven van de vulling) op de borden, waarop dan een stuk taart wordt geplaatst.

Mijn Little Italy: génoise

Smakelijk!

  1. De Zilveren Lepel is het Italiaanse equivalent van het Vlaamse Ons Kookboek van de Boerinnenbond, en werd in 2007 voor het eerst ook in het Nederlands uitgegeven (gebaseerd op de Italiaanse editie van 1997).
  2. Die pasta genovese is dan de génoise, ofte de warme versie van het biscuitbeslag –al wordt voor dit Zilveren-Lepelrecept wel 50g boter gebruikt.

van koud naar warm

Het was niet zo erg als bij Zapnimf, maar vier van onze twaalf radiatoren weigerden –al twee jaar– de verschroeiende warmte van de brander vrij te geven. Dat de acht andere een tandje bijstaken, liet de vier gietijzeren artefacten siberisch koud. Twee van de vier bevonden zich in twee minder prioritaire ruimten –de dressing en de speelkamer (ex-kattenkamer)– maar de kilte van de andere twee konden we niet langer tolereren bij deze vrieskou. Het was al erg genoeg dat we ’s ochtends bibberend de uitgedoofde brander opnieuw dienden te ontsteken, maar dat onze eetruimte én vooral Henri’s slaapkamer ook ’s avonds kil bleven, was van het goede teveel.

Gisteren kwam Lucas langs. Lucas is de chauffagist van mijn moeder, waar hij enige tijd geleden een modern ding heeft geplaatst dat niet alleen voor de verwarming, maar ook voor het warme water zorgt. Ik wou onze brander al langer eens laten bekijken –het ding is oud, en de nutsfacturen hoog, dus wie weet, kunnen we door een nieuwe brander meer besparen. Bovendien worden er nog steeds premies uitgedeeld voor het plaatsen van energiebewuste branders. En ik wil een waterverzachter. De kalk vreet elke drie-vier jaar een boiler op, en ik denk met bang hart aan het lot van mijn espressomachine.

“Hebt ge een hamer?”, vroeg hij achteloos terwijl hij de kop van één van de thermostatische kranen losvees.

Tik-tik-tik, daar sprong een pin als uit het niets tevoorschijn, en –héla– de radiator werd warm. Op nog geen tien minuten hadden alle weerbarstige radiatoren opnieuw hun buizen vrij om ons te verwarmen.

Dat wordt een factuur zoals in die grap i, vreesde ik al –noppes: geen kosten. Bovendien wist Lucas ook een mogelijke oorzaak voor het uitvallen van de brander aan te wijzen ii, luisterde hij geduldig naar mijn wensen, en hij steekt binnenkort een geheel vrijblijvende offerte binnen. Wat een service.

  1. Ik ken de ‘grap’ niet volledig meer. Een man heeft een probleem met een machine, en hoeveel vakmannen hij ook laat komen, niemand vindt een oplossing. Tot er eindelijk iemand langskomt, de machine eens goed bekijkt, en dan een tik geeft op een obscure plek. En voilà, de machine werkt opnieuw. Als de hersteller nadien zijn factuur stuurt, moet de man een ridicuul hoog bedrag betalen, en hij vraagt om een opsplitsing van de factuur. De hersteller stuurt twee lijntjes terug: “tik geven op machine: 1 euro; weten waar een tik te geven: 2.999 euro”.
  2. ’s Nachts gaat de thermostaat flink wat graden lager, en dus duurt het langer voor de brander opnieuw moet doordraaien. Als gevolg daarvan koelt het boeltje af, en dus ook de schouw. Omdat het zo koud is buiten, koelt het extra (vlug) af, en de gassen die anders naar buiten gaan, durven zich wel eens op te stapelen, en keren naar de brander terug. Mogelijks zit daar een veiligheid in, die bij al die gassen ervoor zorgt dat de machine zichzelf uitschakelt.

van génoise tot biscuit (i): ik heef een taart gebakt

Vroeger, toen ik mijzelf nog tiener mocht noemen, was mijn lievelingstaart i een biscuit ii. De etymologie heb ik niet kunnen achterhalen, want biscuit betekent letterlijk “tweemaal gebakken” –en daar voldoet zo’n biscuittaart niet aan. In het (Brits) Engels zijn biscuits dan ook gewoon koekjes, en de meest bekende zijn waarschijnlijk de Italiaanse biscotti di Prato of cantucci, de amandelkoekjes die tweemaal moeten gebakken worden (eerst als ‘brood’, en daarna in sneden).

Een biscuittaart heeft als basis echter een biscuitbeslag (duh) of een génoise of een pan di Spagna. De génoise (génoise cake) stamt uit ergens de achttiende eeuw, en is verwant met de pan di Spagna en de sponge cake. In Mijn Little Italy worden pan di Spagna en génoise als synoniem gebruikt; als ik de Italiaanse uitleg op wikipedia kan volgen, wordt de génoise echter au bain marie gemaakt, en de pan di Spagna (sponge cake) koud. Beide worden echter met dezelfde ingrediënten gemaakt, zonder boter, al is er ook nog zoiets als Victoria sponge, genoemd naar Queen Victoria, die wél boter bevat –de sponge, niet Queen Victoria.

Drie bronnen –naast Wikipedia (NL, FR, IT en EN)– sloeg ik erop na:

  • Mijn Little Italy gebruikt beide baksels door elkaar.
  • Johannes Van Dam maakt in zijn Dedikkevandam een ander onderscheid (p. 113): biscuitbeslag (cakebeslag zonder boter), génoise (cakebeslag met iets meer ei)
  • Ons Bakboek, het referentiewerk van de Boerinnenbond ofte KVLV, maakt een onderscheid tussen warm en koud biscuitbeslag (p. 58).

Maar dat wist ik allemaal niet toen ik het recept ontdekte, helemaal achteraan op pagina 344 van Mijn Little Italy. Wij gingen dus voor de pan di Spagna, met volgend resultaat (het recept volg in een volgende post):

Mijn Little Italy: génoise

Al kan u er donder op zeggen dat ik ook de koude versie van de Boerinnenbond iii én een génoise (warme versie) ga proberen.

  1. Weinig origineel, want het is (of was) de meest populaire taartsoort in België.
  2. Biscuit is mogelijks een Belgicisme voor wat de Nederlanders als slagroomtaart verorberen.
  3. De koude versie van de Boerinnenbond omschrijft meer wat ik intuïtief zelf zou doen: eigeel en eiwit afzonderlijk opkloppen.

ter plaatse trappelen

Het is te koud om te lopen. Maandag heb ik nog een 18 km afgelegd, maar die vriestemperaturen werken te sterk door op mijn longen om nog gezond door te draven. Waar vorige week mijn stappen nog hol op de finse piste rond de Watersportbaan weerklonken, snerpte maandag de sneeuw onder mijn schoenen. Niemand anders was die dag zo gek om die piste af te leggen, want mijn voeten mochten zich in een maagdelijk wit tapijt neerplanten. Ook vorig jaar dacht ik de winter door te lopen, maar toen heb ik meer dan twee maanden ‘gerust’. Twee dagen vind ik nu al veel, ik hoop dat ik morgen toch opnieuw de piste op kan. En liefst geen ijspiste.

Maar nu is het te koud. Zelfs in huis, waar de waakvlam van de gasverwarming elke ochtend opnieuw is uitgedoofd en ik bij het vogelgetsjirp en de heldere lux van ons wake-up light eerst de kelder mag opzoeken om het vuur opnieuw aan te maken, terwijl Tessa bibberend onder de douche verdwijnt. 12°C was het vanochtend, in de badkamer, waarin luttele minuten later ook de zoon bibberend verdwijnt.

Straks valt die verwarming opnieuw uit, en trek ik naar de woonkamer, die ik warmstook met ons haardvuur. Veel sneller én goedkoper dan die gasverwarming. En ik kan daar net zo goed werken.

solden!

“Liefje,” vermeldde ik langs mijn neus weg en in allerbeminnelijkste stem, “ik ga vandaag eens naar de solden, denk ik. Ik heb een winterpull nodig.” Mijn nieuwste winterpull dateert van twee-drie jaar geleden, ondanks (minstens) jaarlijks aanhoudend aandringen van datzelfde liefje.

Iederéén was blij, dit weekend, toen ik beslist had om niet naar de solden mee te gaan, maar mijn zaterdagochtend lopend te spenderen. De tram zat vol, de straten liepen vol, de winkels zaten vol, en één keer dat woordje vol is voor mij al —pardon the punvoldoende om het stressniveau de hoogte in te jagen.

Gisteren ben ik om een aantal redenen niet naar het centrum getrokken, niet in het minst omdat ik vreesde dat vele koopjesjagers een verlengd weekend hadden genomen om –zo hoopten zij dan– een rustige soldendag tegemoet te gaan. Mij zouden ze niet liggen hebben.

Dus trok ik vandaag het centrum in, na eerst mijn andere boodschappen hier in de buurt te hebben afgewerkt. Daarna Vooruit in voor een snelle lunch, en toen was het plots 14 uur, en moesten de winkels wel leeg zijn. Het was tenslotte een werkdag.

Eerste halte was: Bilbo. Drie cds voor minder dan 9 euro (per stuk). Tweede halte was: Katherine Bouckaert. Twee handdoeken en één pan. Derde halte was: de tramhalte. Ofte: ik ga naar de solden, en keer terug met een pan. Die dingen komen zelden in afslag (20%), en zeker de vijf sterren braadpannen van Demeyere. Content dat ik ben!

Pulls? Welke pulls?

pizza (Mijn Little Italy)

Iedereen lust pizza. Iedereen: pizza is in wezen gewoon brooddeeg met daarop wat garnituur. En volgens de meeste Italiaans getinte kookboeken geldt daarbij zelfs: beperk uw garnituur.

Pizza is ook supereenvoudig te maken. Echt, eerlijk, waar. Het deeg heeft een kleine twee uur rijstijd nodig, maar voor de rest is het mengen, uitduwen, beleggen, oven, klaar.

Eén van mijn goede voornemens is een paar van die kookboeken, die in mijn kast (om wat voor reden dan ook) liggen te bestoffen, ter hand te nemen, en te zien wat ze nu waard zijn. Ik voorzie ongeveer een maand per kookboek, mogelijks met een paar thema’s die gedurende het jaar zullen weerkeren. Pizza zal alvast zo’n thema zijn.

Mijn Little Italy: pizza

Kookboek nummer één voor 2009 is Mijn Little Italy. Het is een heel verzorgde en uitnodigende uitgave, die vorig jaar rond deze tijd, of iets eerder zelfs, zeer en vogue was. Ik koop eigenlijk niet veel kookboeken, maar dit werd alom geprezen, zowel in binnen- als buitenlandse pers, en het zag er in orde uit. De auteur is Laura Zavan, de fotograaf Grégoire Kalt. Zavan is Italiaanse, maar woont al bijna vijftien jaar in Frankrijk. Het boek verscheen dan ook oorspronkelijk in het Frans, Ma Little Italy –waarom dat Engels erbij moet, is mij een raadsel.

Benodigdheden

Voor 800 gram deeg, goed voor één groooote pizza, of drie kleinere, in het formaat zoals het op een bord past (zie foto onderaan).

  • 500g meel i
  • 300 ml lauw water
  • 25g verse gist
  • 3 theelepeltjes fijn zout
  • snuifje suiker
  • 3 eetlepels olijfolie

Zo gemaakt

Voeg de gist en suiker bij het water, en roer flink door. Laat een kwartiertje (afgedekt) staan.

Doe de bloem in een ruime kom, voeg er het zout aan toe, en giet er vervolgens het water en de olijfolie over. Kneed het deeg gedurende 10 minuten stevig met de hand (geen KitchenAid, deze keer). Het deeg moet heel soepel en elastisch worden.

Leg de deegbal in een ruime kom en laat anderhalf tot twee uur afgedekt (!) rusten op een warme plek ii.

Mijn Little Italy: pizza

Maak ondertussen beleg naar keuze. Een basis tomatensaus flans je vlug in elkaar door wat selder, ui en look in een pan te verhitten; snij er een tomaat of twee bij, en laat een uurtje sudderen (op laag vuur). Haal er een staafmixer door, en zeef de saus, en laat ze flink inkoken.

Rol het deeg uit, doe er wat eetlepels van die saus op iii, en leg er wat gehakt op, of wat restjes vlees, en eventueel wat kaas. iv

Plaats gedurende een kleine twintig minuten in een voorverwarmde oven van 200-220°C.

Mijn Little Italy: pizza

Werk af met wat fijngesneden verse tuinkrijden, platte peterselie of kervel.

Smakelijk!

  1. Type 65, heel fijn, zo stond er bij het recept; vaak zien we ook de benaming 00-meel vermeld in zo’n recepten. Het zijn twee verschillende zaken. ’00’ duidt op de malingsgraad (heel fijn dus, voor pasta en pizza); de type-aanduiding staat voor de ‘minerale inhoud’ van het meel. 55 is huishoudbloem; 45 is patisseriebloem; 65 is pastabloem. Belangrijk bij pizza- en pastadeeg is dat er een harde, fijne bloem wordt gebruikt, die rijk is aan gluten (die zorgen ervoor dat het deeg elastisch wordt). Durum wordt vaak vernoemd als typisch pastameel (durum is niet hetzelfde als dürüm). Mijn meel kwam van bij het Gents Bakkershuis, waar ze pizzabloem hebben.
  2. In de buurt van een radiator (niet erop!), of van een open haard –nu het toch winter is. Ik gebruik een bord om de kom af te dekken, maar een vocthige keukenhanddoek werkt net zo goed.
  3. Of snij net zo goed een paar dunne plakjes tomaat, om die op de bodem van de pizza te leggen, met wat grof zeezout en versgemalen peper erover.
  4. Of maak een pizza bianca. Leg helemaal niks op de pizza, maar sprenkel er wat grof zeezout, versgemalen peper en olijfolie over, en bak. Beleg achteraf met bijvoorbeeld een tartaar van zalm, (rucola-)sla, pijpajuintjes, etc. Ideaal voor bij de aperitief, of verfrissend in de zomer.

strips 200812

Bijna allemaal goede dingen, die allemaal ook weinig uitleg behoeven.

Charisma is wreedaardig onverhuld verhaal in vier delen, vol verwoesting en vernieling. Over sektes en religie en eenzaamheid en hoe zelfse de sterkste mensen zich in de luren kunnen laten leggen, vooral als het over het welzijn van hun kinderen gaat. Not for the faint of heart.

Y: The Last Man is een veelbelovend beginnende reeks (met ondertussen reeds tal van episodes), over de laatste man op aarde –letterlijk te nemen, want door één of andere gebeurtenis blijven er enkel nog vrouwen over op onze planeet. En dat leidt niet meteen tot de tienerfantasie die u zich voor de geest zou kunnen halen.

Le Tueur is vlot lezende pulp; Kwaïdan past in de momenteel een beetje démodé geraakte Japanse ‘sprookjes’-hype; Esperanto en Mes affinités sélectives zijn een beetje te experimenteel/vergezocht/pointless naar mijn smaak; en Baal iets te voor de hand liggen en vooral stereotiep –een goede aanzet evenwel.

Grootste twijfelgeval is Spirou et Fantasio, tome 50 : Aux sources du Z, dat halvelings leest als een soort best of en aldus heel wat bagage met zich meesleurt, en dus veel inspanning vraagt. Ik ga het nog eens opnieuw lezen, ik heb het gevoel dat het een beetje moet rijpen.

  1. Y: The Last Man, vol. 1: Unmanned / Brian K. Vaughan, Pia Guerra / 2003 / ***
  2. Charisma, tome 2 / Taisei Nishizaki, Tsutomu Yashioji / 2004 / ***
  3. Charisma, tome 3 / Taisei Nishizaki, Tsutomu Yashioji / 2004 / ***
  4. Le Tueur: premier cycle / Luc Jacamon, Matz / 2008 / ***
  5. Kwaïdan Intégrale t01 à t03 / Jung / 2008 / **(*)
  6. Sillage, Tome 11 : Monde flotant / Jean-David Morvan, Philippe Buchet / 2008 / ***
  7. Spirou et Fantasio, tome 50 : Aux sources du Z / Jean-David Morvan / 2008 / **
  8. Esperanto / Otto Gabos / 2008 / *(*)
  9. Mes affinités sélectives / Sylvain Saulne / 2008 / *(*)
  10. Baal / Ludovic Lambour / 2008 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(strips vorige maand)

elle eten: appelsien-amandelcake

“Laat ons nog gauw een cakeske bakken, voor we op ziekenbezoek gaan”, kon ik Tessa moeiteloos overtuigen. Ze had vanmiddag de Elle Eten heel suggestief bij de rest van mijn weekendlectuur gelegd. Er stonden nogal wat feestrecepten in, maar ook een cakerecept. “Ik heb alles in huis,” riep ik verheugd uit, “behalve boter, maar dat heb ik voor dit recept niet eens nodig.”

Dit is een eenvoudig recept. Wat zeg ik, een héél eenvoudig recept. Op tien minuten in elkaar geflanst, en dan hebt u gewoon een uurtje de ovenbereidheid af te wachten. Al kan u daarbij best wat roestvrij stalen zenuwen gebruiken, want die bovenkant, die wordt redelijk donker –maar zo hoort dat, bij dit recept.

elle eten: sinaasappel-amandelcake elle eten: sinaasappel-amandelcake

Benodigdheden

  • 1 (pers)appelsien
  • 3 eieren
  • 125g amandelpoeder
  • 110g kristalsuiker
  • 1/2 tbsp (koffielepeltje) bakpoeder

elle eten: sinaasappel-amandelcake

Zo gemaakt

Verwarm de oven voor op 180°C.

Leg de appelsien 3 minuten in kokend water, om het waslaagje te verwijderen en de schil wat zachter te maken. Wrijf hem goed –maar voorzichtig– schoon met een handdoek. Snij de appelsien in parten, zorg ervoor dat er zich geen pitten in het vruchtvlees verschuilen, en pureer het geheel –schil en vruchtvlees dus– in een blender.

Tijd voor de KitchenAid (of de garde en een koppel stevige armen). Klop de eieren los. Voeg er de suiker aan toe, en roer stevig door. Eenmaal een mooi schuimig mengsel verkregen, voeg er dan ook het amandelpoeder en de appelsienpuree aan toe.

Giet het mengsel in een ingevette en ingebloem(suiker)de taartvorm, en bak dit in 60 minuten gaar. Geen vrees, de bovenkant wordt heel donker, dat is de bedoeling.

Werk eventueel af met zeste van de appelsien en wat poedersuiker.

elle eten: sinaasappel-amandelcake

Smakelijk!

(Lekker zowel warm als koud, en warm alweer heerlijk met wat zure room erbij.)

update 16/01/2009: na de tip van steenbok68 (zie de reactie hieronder) heb ik ook de Nigella versie geprobeerd. Die is nog beter!