Weder

Het is hier pokkekoud. Maandag zat ik nog met 30 graden aan het strand; vandaag vriest het, en zie ik sneeuwvlokken langs mijn ramen dwarrelen. En ja, het kan best zijn dat het winter is. In Hawaii was het ook winter.

Winterslaap

Sommige mensen worden actiever in de winter. Het is koud, en activiteit warmt op. Vermoedelijk moet ik ergens van een beer afstammen (al is het maar door associatie: Bruno is een berennaam): zodra de temperatuur zakt, ga ik op zoek naar een warme plaats om als in winterslaap de lente af te wachten. Samen met de temperatuur, zakt mijn enthousiasme voor (uithuizige) activiteit.

Marfa, TX, USA 2010

Ik warm mij in gedachten op aan ons avontuur begin dit jaar, de hitte van Zabriskie Point, Death Valley en White Sands. Aaahhh… ik ga het niet al té lang kunnen uithouden voor mijn verlangen me opnieuw daarheen stuurt.

Koud

“Het is hier gelijk nog nooit eerder zó koud geweest als wij hier waren”, vond Tessa vandaag. We gingen gewoon gaan ontbijten-slash-brunchen, en daarna gingen we meteen terug naar huis. Zulks was het plan, en dus dacht ik dat een lichte pull en een regenjas wel zouden volstaan. Tot we bij het buitenkomen van Emmer & Rye beslisten naar Downtown te gaan. Tessa had een (heel) drukke week achter de rug, een beetje (grotendeels window-)shoppen zou haar zinnen zeker verzetten. Het was sales bij de REI (een broek voor Henri); sales bij de GAP (een short voor Tessa); en op de vijf mijl tussen beide winkels in, waren er nog tal van andere shops die de moeite van het bezoeken waard waren. Meer dan een koffie bij Caffé Vita had ik niet nodig, al had een beetje zon wel deugd gedaan. Of mijn fleece i.p.v. dat stukje zomertextiel. 63F, zeggen de voorspelling voor de komende week, een flinke 17 graden. Waar is mijn zwembroek alweer?

Zee

Wij zaten aan de zee, dit weekend. Ieder een beetje apart. Tessa zat in het Thermae Palace in een kamer met zeezicht én balkon (uit noodzaak, want het was het enige wat nog beschikbaar was), waar ze alleen maar ’s avonds van kon ‘genieten’ omdat ze daar eigenlijk op congres zat. Henri zat in Duin & Zee, voor een muzikaal weekend met de VEM. En ik heb ze allemaal gebracht en afgehaald. En heb in Westende een beetje op het appartement van mijn schoonouders rondgedwaald. De zee, met deze temperaturen, dat is eigenlijk niets voor mij. Ik droom van zachte stranden en warme waters en een fris glas spuitwater met schijfje limoen.

van koud naar warm

Het was niet zo erg als bij Zapnimf, maar vier van onze twaalf radiatoren weigerden –al twee jaar– de verschroeiende warmte van de brander vrij te geven. Dat de acht andere een tandje bijstaken, liet de vier gietijzeren artefacten siberisch koud. Twee van de vier bevonden zich in twee minder prioritaire ruimten –de dressing en de speelkamer (ex-kattenkamer)– maar de kilte van de andere twee konden we niet langer tolereren bij deze vrieskou. Het was al erg genoeg dat we ’s ochtends bibberend de uitgedoofde brander opnieuw dienden te ontsteken, maar dat onze eetruimte én vooral Henri’s slaapkamer ook ’s avonds kil bleven, was van het goede teveel.

Gisteren kwam Lucas langs. Lucas is de chauffagist van mijn moeder, waar hij enige tijd geleden een modern ding heeft geplaatst dat niet alleen voor de verwarming, maar ook voor het warme water zorgt. Ik wou onze brander al langer eens laten bekijken –het ding is oud, en de nutsfacturen hoog, dus wie weet, kunnen we door een nieuwe brander meer besparen. Bovendien worden er nog steeds premies uitgedeeld voor het plaatsen van energiebewuste branders. En ik wil een waterverzachter. De kalk vreet elke drie-vier jaar een boiler op, en ik denk met bang hart aan het lot van mijn espressomachine.

“Hebt ge een hamer?”, vroeg hij achteloos terwijl hij de kop van één van de thermostatische kranen losvees.

Tik-tik-tik, daar sprong een pin als uit het niets tevoorschijn, en –héla– de radiator werd warm. Op nog geen tien minuten hadden alle weerbarstige radiatoren opnieuw hun buizen vrij om ons te verwarmen.

Dat wordt een factuur zoals in die grap i, vreesde ik al –noppes: geen kosten. Bovendien wist Lucas ook een mogelijke oorzaak voor het uitvallen van de brander aan te wijzen ii, luisterde hij geduldig naar mijn wensen, en hij steekt binnenkort een geheel vrijblijvende offerte binnen. Wat een service.

  1. Ik ken de ‘grap’ niet volledig meer. Een man heeft een probleem met een machine, en hoeveel vakmannen hij ook laat komen, niemand vindt een oplossing. Tot er eindelijk iemand langskomt, de machine eens goed bekijkt, en dan een tik geeft op een obscure plek. En voilà, de machine werkt opnieuw. Als de hersteller nadien zijn factuur stuurt, moet de man een ridicuul hoog bedrag betalen, en hij vraagt om een opsplitsing van de factuur. De hersteller stuurt twee lijntjes terug: “tik geven op machine: 1 euro; weten waar een tik te geven: 2.999 euro”.
  2. ’s Nachts gaat de thermostaat flink wat graden lager, en dus duurt het langer voor de brander opnieuw moet doordraaien. Als gevolg daarvan koelt het boeltje af, en dus ook de schouw. Omdat het zo koud is buiten, koelt het extra (vlug) af, en de gassen die anders naar buiten gaan, durven zich wel eens op te stapelen, en keren naar de brander terug. Mogelijks zit daar een veiligheid in, die bij al die gassen ervoor zorgt dat de machine zichzelf uitschakelt.

ter plaatse trappelen

Het is te koud om te lopen. Maandag heb ik nog een 18 km afgelegd, maar die vriestemperaturen werken te sterk door op mijn longen om nog gezond door te draven. Waar vorige week mijn stappen nog hol op de finse piste rond de Watersportbaan weerklonken, snerpte maandag de sneeuw onder mijn schoenen. Niemand anders was die dag zo gek om die piste af te leggen, want mijn voeten mochten zich in een maagdelijk wit tapijt neerplanten. Ook vorig jaar dacht ik de winter door te lopen, maar toen heb ik meer dan twee maanden ‘gerust’. Twee dagen vind ik nu al veel, ik hoop dat ik morgen toch opnieuw de piste op kan. En liefst geen ijspiste.

Maar nu is het te koud. Zelfs in huis, waar de waakvlam van de gasverwarming elke ochtend opnieuw is uitgedoofd en ik bij het vogelgetsjirp en de heldere lux van ons wake-up light eerst de kelder mag opzoeken om het vuur opnieuw aan te maken, terwijl Tessa bibberend onder de douche verdwijnt. 12°C was het vanochtend, in de badkamer, waarin luttele minuten later ook de zoon bibberend verdwijnt.

Straks valt die verwarming opnieuw uit, en trek ik naar de woonkamer, die ik warmstook met ons haardvuur. Veel sneller én goedkoper dan die gasverwarming. En ik kan daar net zo goed werken.

twee winkeltjes, liefje

Voor het eerst in lange tijd is het goed weer in Seattle. Het is een running joke bij alle locals waarmee we te maken krijgen. “So, how do you like Seattle so far“, vragen ze steevast als we vertellen dat we hier voor drie maanden zijn. “It’s great, now that the sun is out“, vertelden we nog aan de bankbediende vandaag. Wat resulteerde in breed grijnzende gezichten alom.

“Het valt toch goed mee”, vindt Tessa, die er vanzelfsprekend niet echt mee inzit dat het oude wijven regent of koud is terwijl zij binnen haar rondes afloopt en wij vanachter de grote terrasramen verlangend naar buiten kijken. Nog een week of twee maximaal en we kunnen het schooljaar afsluiten: Henri en ik zijn helemaal voorbereid op de hittegolf die nadien zonder enige twijfel Seattle liefhebbend zal omarmen.

Voorlopig stellen we het met die paar warmere weekends. Dit is een verlengd weekend bovendien, want overmorgen is de laaste maandag van mei, en dat is Memorial Day –een beetje zoals wapenstilstand bij ons.

“Laat het ons rustigaan doen, vandaag,” besloten we unaniem, “we gaan gewoon downtown naar die Italiaan eten, en dan kan Henri eens in de Magic Mouse binnenspringen.” Een goed plan, voorwaar. “Oh, en ik zou graag nog gewoon twee winkeltjes bezoeken, liefje”, voegde Tessa er nog aan toe. Twee.

Van de Italiaan ging het naar de Magic Mouse (een spy watch voor Henri); naar de G. Gibson Gallery (om werk van Michael Brophy te bekijken); naar de Rocky Mountain Chocolate Factory (voor een appel); naar A Mano (and very European, zo werd het ons toegefluisterd alsof het een zoete zonde was); Borders (ik smijt mij binnenkort op Capote en de biografie van Sylvia Plath); Anthropologie (beter dan Urban Outfitters!); om uiteindelijk af te ronden bij Monorail Espresso (burnt creme latte). Oh, en een klim langs Pike Street van 5th naar 15th.

Zes uur van ons leven, zeer erm… aangenaam gespendeerd. In amper “twee winkeltjes”.