taalarmoede

Bokitoproof

bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen) · genoemd naar de zilverruggorilla Bokito, die op 18 mei 2007 uit zijn dierenverblijf in Blijdorp ontsnapte en een vrouw ernstig verwondde

…is woord van het jaar 2007. Ik mocht het vernemen op Mezzo, toen ik mij met de wagen tussen Fotoshoppen Dirk en de Media Markt in Oostakker bevond.

Niet dat het om een belangrijk evenement gaat –als we niet uitkijken wordt die woord van het jaarverkiezing al net zo belangrijk als die van de site van het jaar. Niettemin wordt het dringend tijd eindelijk die Nederlandse afsplitsing (zoals B-H-V) te overwegen, afgaande op de winnaar van dit woordconcours. Alleen formatiemoeheid en reltoerist konden mij min of meer bekoren. Een samengesteld woord dat in dit prille stadium van nieuwgevondenheid zoveel uitleg nodig heeft, heeft maar weinig kans op overleven. Overigens, zo vraag ik mij net als Koen Fillet af:

Hét Nederlandse Woord van het Jaar 2007 is dus Engels?

Maar ach, het is niet meer dan een kanttekening. Wie zijn woordenschat en -spel wil uitbreiden, slaat er Carmiggelt of Bomans of Toonder maar eens op na. Laat ze daar bij Onze Taal maar verder epibreren.

vrouwen

Vrouwen hebben niet veel nodig om samen te spannen, en al zeker niet als het over haar gaat. “The most important thing a woman can have – next to talent, of course – is her hairdresser“, zo besloot Patricia haar artikel, Kort met een split rechts (bij Het Project). Veel meer dan dat had de helft van het Gentblogt vrouwenkransje niet nodig.

Haar! schreef mijn madam, alsof ze gans haar leven al met niks anders worstelt. En dan mocht ze mijn nog episch met de omschrijving mijn lief op mijn gevoel trachten te werken, tegelijkertijd droomt ze nu niet alleen hardop van een vertrouwenskapper, ze heeft het bovendien ook op haar blog aangekondigd. Ik zou het, net als Patricia, fantastisch vinden om een kapper binnen te kunnen stappen en te kunnen zeggen: ‘Doe uw goesting. Verras mij. Maak er iets schoons van. Ik vertrouw op u.’ Lap. Geen weg terug.

Waarop bovendien deze mevrouw haar via e-mail gretig bijsprong: “ik ga mee!” En ook deze juffrouw laat zich van haar meest vrouwelijke kant zien: Ik ga precies identiek hetzelfde doen als Patricia, iets dat ik trouwens nog wel al gedaan heb: “beste meneer de kapper, gelieve mijn haar te doen. er mag een heel stuk af.”

*zucht*

En wie ben ik dan om tussen een vrouw en haar haar te staan. Zolang ik achteraf tenminste de foto’s mag vrijgeven…

just do it

Are you a hands-on kind of guy?” was een vraag die ik een tiental jaar geleden kreeg voorgeschoteld tijdens een job interview. Ik had net een half decennium als zelfstandige achter de rug, en het was het moment vlak voor de dot-com bubble zichzelf met een stille zucht van opluchting opblies. Mijn kennis van de Engelse taal was ook toen al behoorlijk, maar de zenuwen van het lot dat mij voor het komende decennium leeg tegemoet staarde, maakten mij voorzichtiger dan ik had moeten zijn.

“Erm, why yes, sure”, stotterde ik uit, en in de woordenbrij die daarop volgde, trachtte ik John –zoals mijn toekomstige baas toen reeds insisteerde dat ik hem aansprak– uit te leggen dat ik wel degelijk van aanpakken weet, maar daarom nog niet onbezonnen te werk ga. Tot vandaag geloof ik nog steeds dat dit antwoord zwaar heeft doorgewogen in hun beslissing om mij aan te nemen. Dat, en er waren toen gewoon zo goed of geen mensen met mijn ervaring die bovendien bereid waren in loondienst te treden –in België toch niet.

Weinig van wat ik toen heb verteld was overigens gelogen –hooguit hier en daar lichtjes bijgekleurd. Ik ben geen manager, en ik hou nog steeds niet van ellenlange zogenaamd probleemoplossende vergaderingen. Ik hou wel van de stille kracht die vaak ondanks alle hinderpalen gewoon blijft doordoen en uiteindelijk vooruit geraakt waar anderen ter plaatse blijven trappelen door –met de beste wil van de wereld– via heelder theorieën en het afwegen van opties te blijven zoeken naar de beste invalshoek.

De beste manier om iets te doen, is eraan te beginnen. Dat is niet hetzelfde als zich als een kip zonder kop nietsontziend in een avontuur storten, maar dat betekent wel ondernemen. Of zoals John het verzuchtte toen ik voor te veel van mijn ideeën zijn toestemming verzocht: “You’ve got the ball; now run with it!”

36 exposures

Is fotografie ten dode opgeschreven –of is het zelfs al ten grave gedragen? Cultuurpessimisten hebben het over de teloorgang van de fotografie aan de consumptiemaatschappij (klik-klik-klik met het digitale fototoestel), optimisten geloven hardnekkig in een opwaardering van hun liefhebberij.

Feit is –maar dat is een algemene trend– dat met de grotere beschikbaarheid, steeds minder mensen bereid zijn zich in te werken in hun speeltje, en misschien moeten we daar maar even bij stil blijven staan, zo suggereert FILE Magazine. Vroeger was het immers anders. Dan had je maximaal 36 foto’s op een rol, en dacht je na voor je die foto nam. In de beperking ontstaat creativiteit, dus organiseren ze een wedstrijd: the 36 Exposures Contest [via].

Haal dat oude fototoestel van onder het stof, koop een filmrolletje, bedenk een concept, en leg dat vast in 36 beelden. De foto’s insturen hoeft zelfs niet (tenzij je een prijs wil winnen), maar u zou ervan verbaasd staan wat één zo’n rolletje voor uw fotografische kunnen vermag.