privacy

’t Is raar. Een paar jaar geleden schreeuwde iedereen moord en brand betreffende privacy en vrijgeven van gegevens en opletten dat niet alle info zomaar op internet terecht komt. Anno 2006 smijt iederéén alles op een of andere manier op Google.

Los van de weblogs die worden geïndexeerd door googlebot voor de search engine, heeft Google een deel van uw e-mail, houdt Google uw kalender bij, uw notities, en uw (excel) tabellen. Binnenkort ook uw tekstdocumenten. (Nee, dit is geen complete opsomming, en ja, ik gebruik al die dingen zelf ook.)

Oh, en dan is er ook nog de Google Browser Sync plugin voor firefox, an extension that continuously synchronizes your browser settings – including bookmarks, history, persistent cookies, and saved passwords – across your computers. Allemaal op het internet. Zolang u maar beseft dat het niet een kwestie is of dat ooit allemaal min of meer publiek toegankelijk wordt, maar wanneer.

Blue Note Records Festival

Op Het Project zijn we ondertussen van start gegaan met de aankondigingen voor het Blue Note Records Festival. i. is de reeks gestart met wat algemene uitleg en een voorstelling van het openingsconcert, gisteren heb ik mij aan dag 1 (14 juli) gewaagd.

Wat meer is, Gentblogt geeft vrijkaarten weg. Er zijn maar liefst 4 vrijkaarten per festivaldag te winnen (1 kaart per persoon), dus u weet waarheen als u ook kans wil maken op zo’n dagticket.

last van de warmte (i)

Maandagavond dwong een vergadering voor Het Project mij naar de zengend hete Albertbrug vanwaar tram 4 mij het dichtste bij mijn bestemming zou brengen (het dakterras van Lien en haar Radiofonisch Instituut).

Ter elfder ure stapte nog een studente (achteraan) op, en meteen deed de ganse tram haar best vooral niet naar achter te kijken. De studente ging namelijk gekleed in flip-flops en een witte bikini met groene bloempjes (heel eigenaardig vond ik het, dat ik dat detail heb opgemerkt). Ze had een grote donkere zonnebril op, zoals dat nu de mode is, en had een tas aan haar rechterarm, waarin ongetwijfeld de nodige kledingstukken zaten verborgen om haar aanwezigheid onbesproken te maken.

Al kwam het enige geluid in de tram van de wind die langs de gekantelde raampjes naar binnen suisde. Tenminste, tot de halte voor de Rozemarijnbrug. Daar stapte ze uit, en amper waren de deuren gesloten, of de tram barstte uit in een collectief gelach en geamuseerd gemonkel.

Jawel, de zomer is begonnen.

30 graden

Mijn baas stevent mijn bureau binnen. “Bruno, you can go home.”

Wanneer hij mijn verbouwereerd gezicht ziet, gaat hij geduldig verder. “It’s 30 degrees or over –actually it’s 38 in the office next to yours– and union regulations dictate that we are not allowed to continue work once the inside temperature has passed the 30 degrees mark. Management agrees, so unless you have something that really needs to be finished by tomorrow, I suggest you go home now. Like everybody else.”

Vakbonden en vakverenigingen, you gotta love it.

24 uur

Soms vraag ik me echt af of jouw dag meer dan 24 uur telt, Bruno.

Wel, ik kan u verzekeren, ik zou ze kunnen gebruiken, die extra uren.

En ondertussen heb ik deze maand nog geen enkele film gezien; ben ik wel (bijna) aan (het einde van) mijn tweede boek; moet ik ook wat rommel op de video bekijken; en stilletjesaan beslissen of ik een abonnement op de Opera en/of De Bijloke neem. En dan ben ik van pakweg 6u15 tot 17u bezig voor de échte job (incl. verplaatsing) en daarna eerst nog quality time met de zoon –nog goed dat hij even graag leest als zijn vader.

Wij houden van een goed gevuld leven, wij.

confituur (iii): eerste poging

De plannen voor mijn ‘nieuwste’ confituur dateren reeds van vorige week zaterdag (9 dagen geleden). Die dag had ik rabarber meegebracht, en ik had er meteen ‘Mes Confitures‘ op nageslaan. De laatste pot Oranges au thé Earl Grey was eind mei leeg geraakt, en het was dan ook hoog tijd voor de nieuwe seizoensconfituur.

Rhubarbe au miel d’acacia et au romarin. Geef toe, het klinkt misschien verrassend, maar evenzeer goed. Twee ingrediënten had ik die zaterdag niet voorhanden (de honing en twee citroenen), maar die rabarber zou na weekje nog wel goed zijn, dacht ik. Helaas. De rabarber besloot mijn huisvlijt niet af te wachten, maar was –hoewel de zichtbare stukken stengel er meer dan behoorlijk uitzagen– in zijn verpakking beginnen rotten. Ondertussen had ik wel reeds de citroenen in huis gehaald (en ik heb nog wel ergens honing), maar ik denk dat ik volgende week maar beter allemaal verse ingrediënten meebreng. Als er nog rabarber te vinden is natuurlijk (ik heb een dikke kilo nodig).

Wordt vervolgd.

uit

Straks gaat de computer weer uit. Voor BBQ en, later op de dag, jazz: het laatse concert van het seizoen bij Tuur. (Ben Sluijs en Erik Vermeulen; wat een afsluiter!)

Als u ook maar een klein beetje op de zomer hebt zitten wachten, kan ik u alleen maar hetzelfde toewensen. Zelf zoek ik de zon niet op (Tessa daarentegen), maar u zal mij met geen stokken binnenkrijgen (de schaduw is mijn vriend). Een boek, een glas water met een ijsblokje, en rust. Meer hoeft dat niet te zijn.

zomervreugd

Sinds vanochtend acht uur tot ongeveer nu, een dikke twaalf uur later heb ik geen stap binnenshuis gezet. Na tien maanden winter mocht dat wel eens. U mag deze mededeling overigens nemen met een klein korreltje zout, want ik ben even tot bij de ijskast gewandeld om een fles water te halen. Maar mijn uiterst geslaagde kreeftenvermomming kan getuigen van een overdaad zon.

Het begon met een wandeling tot bij Bloch, waar wij bijna gewoontegetrouw het ontbijt nuttigen op zaterdag. Een verplichtte wandeling, want eigenlijk gingen we met de tram gaan, ware het niet dat De Lijn (dezelfde van het nakende in-stap-klaar-feest) dit weekend had uitgekozen om de tramsporen ter hoogte van ergens de Delhaize-Bernard Spaelaan-Rozemarijnbrug (ik weet niet juist waar, want ik ben er niet gepasseerd) open te breken. Een excellente timing, want niks zo goed voor de appetijt als een ochtendwandeling.

Twee filmpjes binnen gegeven bij Alltech (ik wil Fotoshop best wel eens proberen, maar het ligt gewoon veel te ver uit onze weg); daarna in de Engelse tweedehands boekenwinkel op de ajuinlei binnengewipt. Drie boeken voor 7 EUR (2 Greenes en een Ludlum); en de Fnac waar ik mijn twee ontbrekende Lee Childs heb gevonden (kan ik eindelijk verder lezen).

Braderij in de Korte Dagsteeg/Walpoortstraat; aperitief bij de Marimain; lunch in Sirena (op de hoek met de Huidevettersstraat). Telkens met grandioos zicht op de voorbijgangers. Op de terugweg in De Poort binnengewipt, snel nog om groenten en fruit in ’t Vitamientje op de Elisabethlaan, en de rest van de dag in de tuin doorgebracht. Geen telefoon, geen computers, geen internet.

En vriendelijk dat iedereen was. Ik heb geen boos gezicht gezien (wel rood, en neen, niet alleen in de spiegel). Ondanks alle gezweet en gepuf waren de mensen vriendelijk, behulpzaam, toegeeflijk, tolerant, en zeer bereid tot een gesprek. Iedereen leek met vakantie. Dat het maar altijd zo zomers is.

er hangt een reukje aan

Sinds dinsdag riekt het in de gang achter onze garagepoort. En sinds eergisteren riekt het tevens in de trapgang (trapgang klopt niet echt, maar trapzaal klinkt te megalomaan en is bovendien niet echt naar waarheid). Als ik ’s ochtends de slaapkamerdeur open is die geur het eerste wat mij tegemoet komt, en ik kan u verzekeren: het is geen pretje om daarmee te moeten ontwaken.

Niet getreurd, want vanaf vanavond moet de geur verdwenen zijn. Het was een penetrante olie-en-benzinegeur, die ik gemakkelijk associeerde met onze grasmachine van twintig jaar geleden of mijn Camino uit diezelfde periode. De schuldige was evenwel mijn Daytona.

Normaal gezien stond ik voor vanavond opgeschreven voor een klein onderhoud bij Daniël (slechts 11.000 km op twee jaar). Toen ik vanochtend de motor nakeek, was er niet alleen die indringende geur, maar had er zich een plasje gevormd rond de pikkel. Een beetje te riskant om heen-en-weer naar Brussel te rijden onder dergelijke omstandigheden, dus ben ik maar rechtstreekt naar BMC gereden.

Rond de kettingas, mooi verstopt achter een afdekking, had zich een heleboel smeervet (van de ketting) opgehoopt. Even dachten we dat we de oplossing hadden gevonden, maar de penetrante geur bleef hangen. Na alles goed te hebben uitbelicht, en een beetje te hebben rondgesnuffeld (letterlijk), ontdekten we een klein lek ter hoogte van de koppeling (niet de koppeling aan het stuur, maar de versnellingsbak zelf —connector benzine snelsluiting volgens de omschrijving). Dat ding is gemaakt uit plastiek, en bij Triumph hebben ze er al meermaals probelemen mee gehad. Mijn vorige motor werd er zelfs voor teruggeroepen.

De ‘mekanieker‘, een sympatieke gast die ik onlangs op Folembray heb ontmoet, heeft het onding eruit gehaald, en een aluminium versie in de plaats gestoken. Allemaal onder garantie gelukkig.

Ze is weer helemaal de oude. (Wat? Natuurlijk is mijn motor een vrouw.)