Het zal wel uit de context gerukt zijn, en ik zal er mij voor behoeden een ad hominem aan te verbinden (genre ‘heeft die juffrouw zelf wel kinderen, en indien ja, ziet ze die dan soms’), maar volgende uitspraak klinkt ronduit bevreemdend uit de mond van een emancipatieambtenaar van de Vlaamse overheid (Kinderen meenemen naar het werk? Onverantwoord DS 10/08):
“Ouders toestaan hun kinderen mee te nemen naar de werkplek, dat is niet in het belang van het kind noch in dat van de organisatie. Hoe kunnen ouders dan nog geconcentreerd werken, en hoe is dat pedagogisch te verantwoorden ten opzichte van het kind”, reageert Ingrid Pelssens, emancipatieambtenaar van de Vlaamse overheid, op de beslissing van minister van Defensie André Flahaut (PS).
Duh. Geef mij dan maar pragmaticus Jos Bergmans:
“Als werknemers een opvangprobleem hebben, kunnen ze hun kinderen meenemen”, zegt Jos Bergmans, bestuurscoördinator van het district Antwerpen. Hij leidt een dienst van 170 werknemers, 85 procent van hen is vrouw. “Als al mijn vrouwelijk personeel begint met allerlei soorten sociaal verlof te nemen om de kroost op te vangen, dan zijn wij permanent onderbemand. Schoolstakingen of pedagogische studiedagen zijn sowieso een echte ramp. Ofwel zoek ik dan een flexibele oplossing, ofwel kunnen wij de burger geen goede service meer bieden”, zegt Bergmans. Kinderen op de werkplek toelaten is voor hem “een kleine maatregel die veel problemen kan vermijden”.
Eigenlijk zou de regering er bijvoorbeeld in kunnen (moeten?) voorzien dat een van beide tweeverdieners uit een gezin, gedurende minstens de helft van de vakantieperiode in de zomer, een soort tijdskrediet-met-minimaal-verlies-van-wedde kan opnemen (misschien is dat wel zo, en dan mag daar best wat meer ruchtbaarheid aan worden gegeven). Mijns inziens wordt op dat vlak veel te weinig gedaan voor Het Gezin.
De regering en de maatschappij hebben maar al te vaak de mond vol over vervreemding van kinderen en ouders, achteruitgang van de opvoeding (door de ouders), maar tegelijkertijd is het in deze tijden (van consumptie) zo goed als onmogelijk om als gezin met slechts één werkende ouder, te kunnen overleven. Ik herinner mij de uitspraken van Freya Van Den Bossche (Gent zet rem op flexibele kinderopvang DS 15/11/2002), waarin ze de duur van de kinderopvang wou beperkten. Gezien de praktische onhaalbaarheid (tiens, ze heeft ondertussen zelf twee kinderen), werd die beslissing een dik jaar later terug ingetrokken (Gentse kinderen mogen langer dan 45 uur in crèche Schepen van onderwijs Rudy Coddens versoepelt maatregel Freya Van Den Bossche DS 16/06/2004):
Wij vervangen de grens door een richtlijn. Wij bevelen 45 à 50 uur aan, maar er is een marge […]
“Voor de meeste ouders vormde 45 uur al niet echt een probleem”, zegt Inge Van Coppenolle, de verantwoordelijke van Het Uilennestje. “Maar ouders die buiten Gent werken, gingen er wel snel boven.”
Destijds ging ik met mijn ouders ook mee naar het werk. Ze waren zelfstandig, dus het argument van hoe kunnen ouders dan nog geconcentreerd werken
gaat niet echt op. Evenmin trouwens dat andere hoe is dat pedagogisch te verantwoorden ten opzichte van het kind
want ik heb mij tijdens die dagen kostelijk geamuseerd. Mijn ouders hadden een groothandel in fytofarmaceutische producten, en er diende nogal wat te worden uitgevoerd. Gans België heb ik gedurende die zomermaanden doorkruist, van De Panne tot Bouillon. Zo verdomd interessant vond ik dat, dat ik in het voorjaar van 1990, na een verkeerd gekozen curriculum ‘Toegepaste Economische Wetenschappen’ aan de UFSIA, zelf een half jaar heb ‘uitgevoerd’ voor mijn ouders (ook al kwestie van iets terug te kunnen doen voor het in de verkeerde richting geïnvesteerde geld).
Maar hoe luidde uw jobomschijving alweer, mevrouw Pelssens? Of is er geen plaats meer voor het gezin in de emancipatie?