Vlakaf zeggen dat het slecht was, zou gelogen zijn. Beweren dat het een hoogvlieger was evenzeer. Maandagavond trad een bloednerveuze Joost Zweegers op voor een goed gevulde Blue Note festivaltent. De set opende instrumentaal, met toch wel de betere muzikanten van de Belgische jazz (o.a. Bert Joris en Ewout Pierreux); aan de muzikanten zou het alvast niet liggen.
Zweegers miste vooral in het begin een duidelijke richting, wat zich soms vertaalde in een beetje onvastheid. Zijn stem was eerder vlak, monotoon, zonder een zwaarder timbre met de nodige nuances. Al deed hij ijverig zijn best het gemis daaraan op te smukken met een glas whiskey en een sigaret (wat van hem nog geen Gainsbourg maakt natuurlijk).
Het contrast tussen de muzikanten en Zweegers was niet klein. Trompettist Bert Joris had zaterdag al een indrukwekkende set neergezet, en gaf maandag een al even goede interpretatie van Baker weer (die klankkleur!). Daarnaast moet ook Ewout Pierreux worden vermeld, die niet alleen zeer vakkundig Zweegers begeleidde, maar tijdens de solo’s zijn echte muzikaliteit kon voorleggen.
Na Cry me a River, ongeveer halverwege de set, ging het duidelijk beter, maar helemaal los kwam hij pas bij het tweede (laatste) bisnummer, Never back down. Een song van zijn recente CD, die (naar ik aanneem) door Frank Vaganée (van het Brussels Jazz Orchestra) van jazzy arrangementen werd voorzien, en waar hij zich duidelijk veel meer in thuisvoelde.
Kortom, Zweegers is zeker niet –zoals sommigen misschien hadden gewild– op zijn bek gegaan, al is wel gebleken dat hij zich in zijn eigen genre beter thuisvoelt. En dat lijkt me (voor beide genres) een goede zaak.
Joost Zweegers sings Chet Baker, gezien in het kader van het Blue Note Festival in De Bijloke, op maandag 18 juli. Meer foto’s vind je in deze Blue Note Festival 2005 flickr set