De meeste tijd kruipt in de selectie van de foto’s. Naast het nemen van de foto’s natuurlijk; drie keer per dag anderhalf uur op uw knieën voor een podium kruipen is niet meteen weinig (of comfortabel) te noemen. Ik blijf het echter een schitterende bezigheid vinden, en ik heb in die paar dagen al enorm veel bijgeleerd.
Toe te voegen aan het lijstje van gisteren:
- snelle geheugenkaarten zijn belangrijk. Ik heb er nu twee: een SanDisk Extreme III 1GB (en die is snel), en een Hitachi Microdrive 1GB (die in vergelijking enorm traag is). Bij de SanDisk is de geheugenbuffer van de D70 de traagste factor, bij de Hitachi de snelheid waarmee naar de schijf kan weggeschreven worden. Een merkbaar verschil. Hm. De buffer blijft hetzelfde natuurlijk, maar in het geval van de SanDisk wordt hij sneller naar de schijf weggeschreven.
- trager dan 1/20s sluitertijd kan je het vergeten. Niet omdat je de camera niet lang genoeg kan stilhouden (monopod en VR zorgen ervoor dat dit wél kan); de mensen op het podium blijven gewoon niet lang genoeg stilstaan.
- meer foto’s = beter (in dit geval). In sequentie schieten is soms bijna een noodzaak, vooral als je mensen hebt zoals Richard Galliano, die zelden stil blijven staan, of als Terence Blanchard, die tijdens zijn geblaas (de man speelt trompet), het overtollig vocht (zeg maar ademdamp of spuug) dat in zich zijn trompet verzamelt, als een walvis uitblaast. Schitterend! Maar helaas zat ik toen reeds met de Hitachi, en heb ik geen enkel scherp beeld (hey, any excuse will do).
- f*ckin focus. Ik ga het blijven herhalen. Pak nu Richard Galliano, die met zo’n gigantische trekzak (accordeon in ’t schoon Vlaamsch) voor zijn buik hangt. Bij refocussing trekt dat ding onmiddellijk de focus naar zich toe, ipv naar het gezicht van Galliano. Handmatig bijstellen is geen sinecure, zonder split screen, wanneer je over bij- en verziende astigmatische ogen beschikt.
Maar het is nog steeds even f*cking fantastisch.
En terwijl ik effekens tijd heb: een kleine selectie.
Richard Galliano zelf:
Zijn bassist, Larry Grenadier:
Bert Joris (sorry, de kleuren zitten niet goed):
En bassist Philippe Aerts:
Meer in Blue Note Festival 2005 flickr set.
Ik heb de indruk dat uw Vibration Reduction zich ondertussen al bewezen heeft. Met zo’n lens kan je op 200 mm inderdaad makkelijk tot 1/30 gaan.
Met film heb ik op optredens vaak het “meer is beter” probleem. Bij optreden is er inderdaad een wet die zegt dat het aantal geslaagde foto’s stijgt met het aantal genomen foto’s.
Op de meeste andere terreinen spreek ik dat wel graag tegen. 🙂