music server

Nu komt het wel heel dichtbij: Cambridge Audio hebben op hun website de informatie over hun eerste Music Server vrijgegeven. De 640H (ik neem aan dat de H staat voor Hard Disk) krijgt een plaatsje in de gelauwerde Azur reeks.

Op papier ziet het er alvast zeer goed uit:

– Rip your entire music collection to the 160GB hard drive
– Burn content to CD-R/CD-RW
– Share and stream music from your PC or Mac
– Wireless capability to effortlessly create a multi-room hi-fi system
– Simple on-screen user interface
– and… An audiophile quality CD player

Audiophile betekent in dit geval een Wolfson WM8740 24/192kHz DAC. Er zitten connecties op voor muis, toetsenbord en scherm, drie USB poorten, je kan twee of meer 640H’s met elkaar verbinden om meer HD space te verkrijgen (er is voorzien dat je zo’n 3000 ongecomprimeerde muziekbestanden op 160 GB krijgt), én je kan de Music Server via ethernet of wireless met je computer verbinden. Of je bvb iTunes kan gebruiken om de 640H te sturen, weet ik (nog) niet. In elk geval claimen ze bij Cambridge Audio over een zeer eenvoudig navigatiesysteem te beschikken, via de LCD op het toestel of via OSD op de TV. Zoals ze zelf zeggen in hun forum:

I’m pleased to say that the 640H features a GUI (Graphical User Interface) which means you can see exactly what’s going on through your TV (or plasma / LCD). We’ve developed this in-house and it’s extremely easy to operate. Even the marketing department can use it!

Cmabridge Audio Azur 640H - back

Netwerkverbinding betekent ook dat je de track info en artwork vanop het Internet kan downloaden, en via het toestel krijg je ook toegang tot Internet Radio.

Als nu de prijs nog meezit…

opatuur: tricycle

Zondag werd het seizoen 04-05 bij Opatuur afgesloten met een optreden van Tricycle. Brusselaars Tuur Florizoone (accordeon), Philippe Laloy (sax) en Vincent Noiret (contrabas) zetten de keet in vuur en vlam met een eigenzinnige interpretatie van Europese Jazz.

Centraal staat ‘beweging‘, zowel in de muziek zelf, als bij de muzikanten. Florizoone componeerde de meeste nummers, geïnspireerd door o.a. zijn omzwervingen in Brazilië, en grijpt elke kans aan om de muziek met een paar danspassen te onderstrepen. De instrumenten worden aangewend om het thema aan te duiden, het verhaal te vertellen of te begeleiden, waarbij zowel de accordeon als de bas zeer vakkundig werden ingezet als percussie-instrument.

tricycle

Als voorbeeld: “Pas maintenant, je suis crevé“. Het verhaal van Mr. Champagne, een studiegenoot van Florizoone, die op een bepaald moment geïnteresseerd raakt in een Galicische schone. De vrienden treffen elkaar door Champagnes nieuwe interesse minder en minder, en wanneer Florizoone zijn makker uitnodigt om uit te gaan, krijgt hij meer dan eens “oh oui mais, pas maintenant, je suis crevé” als antwoord. Voor de bruiloft componeerde Florizoone dan maar dit lied, een gesprek tussen hemzelf (contrabas), Champagne (sopraansax) en diens Galicische verloofde (accordeon). Met als laatste waarschuwing: ‘ze babbelen nogal graag, en veel’. Wat volgt is een prachtig samenspel van het trio, dat zeer goed op elkaar is ingespeeld, waarin elk zijn verhaal brengt, over, op, onder, tussen en door elkaar heen. Fascinerend.

Laat ik nog maar even een lans breken voor locaties zoals Opatuur (en ongetwijfeld ook het Damberd, als ik ooit eens zover geraak). Er wordt intimistische, levensechte, (vaak) onversterkte muziek gebracht, met als verschrikkelijk grote troef het directe contact met de artiesten. En als rook het probleem is (er was overigens heel weinig rook, zondag), maar jazz wel uw ding, dan kan je geen betere locatie hebben dan het Duvel-droomschip (van 14u00 tot 16u00 op het Gouden Leeuwplein) tijdens de Gentse Feesten. Maar hou het stil: het is al moeilijk genoeg een plaatsje te bemachtigen.

Tricycle, gehoord bij Opatuur op zondag 22 mei 2005. Het volgende seizoen start in september, maar het café (Citadellaan 17) blijft open, elke dag van 18u tot 02u. Wie Tricycle even wil smaken, kan vanop deze pagina (legaal) vier nummers van de recent uitgebrachte CD downloaden.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt; meer foto’s worden gepost op tpv volgende week.)

vanalles en nog wat

vanochtend (vervoer)

Als ik de binnenlandse pers doorneem (nuja, DM & DS), vraag ik mij af of ik vandaag toch niet beter ook met de motor naar het werk was getogen. Laat ons maar optimistisch blijven en hopen dat ik –op een deftig uur– thuis geraak.

vanochtend (spraakverwarring)

Gezien ik sinds gisteren mijn wekker met vijf minuten heb vervroegd, heb ik nu tijd om in het Sint-Pietersstation mijn ontbijt (bij de Panos) te halen.

– Een croissant, een chocoladekoek en een lait russe, alstublieft.

“Alstublieft, meneer. Het was toch een koffie verkeerd hé,” vroeg de juffrouw terwijl ze mijn bestelling ingaf. Op het schermpje van de kassa lichtte in groene matrixprint ‘latte macchiato‘ op.

vanochtend (spek voor mijn bek)

Net (in DS) een mooie recensie over het optreden van het Spectra Ensemble in de Antwerpse Singel gelezen: Meeslepend minimalisme van Spectra. Geschreven door Maarten Beirens. Snel even gegoogled, en terecht gekomen bij zijn personeelsfiche op de KUL: […] waar hij in 1997 afstudeerde met een thesis over Amerikaanse minimal music. Daarbij sluit ook zijn doctoraatsonderzoek aan. Momenteel bereidt hij een doctoraatsthesis voor over Europese minimal music. Daarin worden minimalistische werken van Louis Andriessen, Karel Goeyvaerts, Michael Nyman en Gavin Bryars geanaliseerd en geduid. Alsook: De Europese minimal music. Niet alleen verschrikkelijk interessant, het past perfect in mijn interesses (maar het zal wel weer te technisch voor mij zijn, vrees ik).

vanavond (gokkend)

…wordt dertien plots ook úw geluksgetal.

Rinaldo

Twee sopranen, een mezzosopraan en twee contratenoren: er vielen hoge noten tijdens de opvoering van Rinaldo. De mannelijke hoofdrol werd vertolkt door een vrouw, en de twee mannelijke bijrollen klónken als vrouwen; enkel de ‘vijandelijke’ Saraceen werd voorzien van een diepe basstem. Voeg daaraan toe de verschillende dieren die op de scène werden gebracht, zowel levend als opgevuld: een hond, een ezel, een stapel vinken, en een gigantisch kuiken dat Rinaldo’s bruid, Almerida, wegkaapt. Jawel, Rinaldo is –op zijn zachtst gezegd– een spektakelopera.

een scene uit Rinaldo

Denk vooral niet dat dit spektakel louter ontsproten is aan het MTV-brein van hedendaagse dramaturg. Reeds in 1711 bij een bespreking van de première van de opera in London, schreef Joseph Addison in Spectator:

the opera houses production of Rinaldo is filled with thunder and lightning, illuminations and fire-works; which the audience may look upon without catching cold, and indeed without much danger of being burnt; for there are several engines filled with water, and ready to play at a minute’s warning

Rinaldo was Händels eerste opera voor London, in een tijd waarin de opera als een volledig gezongen muzikaal stuk nog als vernieuwend gold in Groot-Brittannië. Händel werkte daarvoor samen met Aaron Hill, die het schema uittekende voor de opera aan de hand van Torquato Tasso’s La Gerusalemme liberata, een episch gedicht over de Eerste Kruistocht. Het schema werd nadien uitgewerkt door librettist Giacomo Rossi. Het verhaal is niet echt diepgaand, maar wel bijzonder grappig en spektakulair. Ook muzikaal is de score opmerkelijk, met de castratenrollen, de gevarieerde muziek voor houtblazers, en de uitputtende improvistaties op klavecimbel aan het einde van de tweede scène.

een scene uit Rinaldo

Goffredo (Godfried van Bouillon), diens broer Eustazio, zijn dochter Almirena, en de ridder Rinaldo, vinden we allemaal terug bij de belegering van Jeruzalem, dat bezet wordt door de Saraceense koning Argante en Armida, tovenares en koningin van Damascus. Rinaldo wordt de hand van Almirena beloofd als ze erin slagen Jeruzalem in te nemen, maar Almirena wordt ontvoerd door Armida. Dan volgt een magisch avontuur om Almirena terug te vinden, gespijsd met enkele amusante intriges. Argante wordt verliefd op Almirena, Armida wordt verliefd op Rinaldo, en ondertussen proberen Goffredo en Eustazio alsnog de overwinning te behalen op de Saracenen. Armida tracht Rinaldo te verleiden door de vorm van diens geliefde aan te nemen. Rinaldo trapt echter niet in de val, maar ondertussen ontdekt Almira wel Argantes ‘verraad’ wanneer deze laatste Almira –in Almerida’s gedaante– probeert te verleiden. Als wraak verandert ze hem in een hond (schitterend in scène gebracht).

All’s well that ends well, want op het einde bevechten christenen en saracenen elkaar, waarbij –vanzelfsprekend– de kruisvaarders overwinnen, en de saracenen zich bekeren. Het finale gevecht bevat een aantal weinig subtiele verwijzingen naar de hedendaagse conflicten tussen west en oost (SCUD raketten, zelfmoordcommando), maar net zoals bij Händel is dat conflict niet de boodschap van de opera.

een scene uit Rinaldo

De opbouw blijft gedurende de ganse opvoering evenwel opmerkelijk, met verschrikkelijk veel wissels, waarbij op creatieve manier wordt omgegaan met de mogelijkheden van het podium.

De zang was van hoog niveau. Ik was vooral onder de indruk van Nicola Marchesini’s Goffredo, en Inga Kalna’s Armida, maar ook de andere rollen, en de muzikale ondersteuning van het orkest, werden met het nodige inlevingsvermogen en technische kennis ingevuld. Kortom, een geslaagde uitvoering.

Een Engelse vertaling van de oorspronkelijke tekst van Torquato Tasso, La Gerusalemme liberata (1575) vind je terug bij Project Gutenberg (Jerusalem Delivered). Het libretto van Aaron Hill & Giacomo Rossi, Rinaldo vind je (in het Italiaans) bij Public-Domain Opera Libretti.

Zie verder ook de besprekingen van Rinaldo door Anthony Hicks en Suzanne Aspden bij The Academy of Ancient Music.

Rinaldo, een Dramma Per Musica van Georg Friedrich Händel, gezien en gehoord in de Vlaamse Opera op 6 mei. Hoewel de voorstelling nog wordt vertoond op 10 mei en 13 mei, zijn er enkel nog (een beperkt aantal) kaarten beschikbaar voor vanavond (nadien zijn er ook nog voorstellingen in Antwerpen). Meer inlichtingen via het bespreekbureau in de Schouwburgstraat, 070 22 02 02, info@vlaamseopera.be (foto’s: Annemie Augustijns)

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

seizoen 05-06: de bijloke

Traditie is een mooie zaak, en zo kan u ook deze keer weer van een divers aanbod proeven in De Bijloke: Musica Antiqua, Contemporain, East of Eden, Kwartetten, Symfonisch 1, 2, en 3. Met ook daarin dan weer de usual suspects: Paul Dombrecht (Il Fondamento), Jos van Immerseel (Anima Eterna), Philippe Herreweghe (Collegium Vocale Gent), Filip Rathé (Spectra Ensemble), het Symfonieorkest Vlaanderen, en het Vlaams Radio Orkest. De spelers zijn min of meer bekend, de inhoud bouwt verder op de voorgaande jaargang, kortom: variaties op een thema (dat zijn degelijkheid reeds heeft bewezen).

Wat ik u mag aanraden hangt –net wegens die diversiteit– sterk af van uw eigen voorkeur, dus ik licht er even mijn favorieten uit.

Uit Musica Antiqua haal ik snel even Van Immerseel en Anima Eterna met twee symfoniën (29, 40) en een pianoconcerto (21) van Mozart (20 jan 2006), en de Bachcantates 46, 101 & 102 door Philippe Herrewege en het Collegium Vocale Gent (23 feb 2006). Twee tips dus, en een wildcard: onder de ronkende titel La cantada Española en América brengt het ensemble Al Ayre Español op 27 april (2006) Zuid-Amerikaanse barokcantates ‘a la mañera española‘. Transcripties uit de archieven in Guatemala en Mexico door de dirigent Eduardo López Banzo.

Maar we krijgen ook twee keer Kagel: op 17 november, onder de toepasselijke naam November Music krijgen we vijf werken, waaronder een première (Auftakt) gespeeld door het Prometheus Ensemble en het Cello Octet Conjunto Iberico (cfr hun ‘recente’ Glass interpretatie). Voor wie zulks belangrijk vindt: het concert wordt bijgewoond door Kagel. En voor de tweede keer Kagel, brengt het Spectra Ensemble op 19 mei (2006) Die Stücke der Windrose (recent uitgebracht op het Winter & Winter label), en daarnaast ook werk van Peter Vermeersch en Dick Van der Harst (beide compositieopdrachten van De Bijloke). Het seizoen kan al niet meer stuk.

Ik ga even snel over Voix Gras en East of Eden –met als wildcard de Missa Caput van Ockeghem door Graindelavoix (17 feb 2006)– om terecht te komen bij het abonnement Recital. Eerste tip: op 11 februari (2006) brengt Thomas Zehetmair de vioolsonates van Ysaÿe en Paganini: ik ken alvast een paar mensen die daar heel tevreden mee zullen zijn. En als tweede tip: celliste Marie Hallynck brengt Bach (de vijfde cellosuite) en Reger op 14 oktober (2005). Hallynck vinden we ook terug bij Kwartetten, waar ze samen met het Prazák Quartet Hayden, Schönberg en Schubert brengt op 26 april (2006).

Ten slotte: de abonnementen ‘Symfonisch‘. Fin de Sciècle met het VRO: omschreven als een hommage aan de Belgische Jugendstil of Art Niveau kijgen we werk van Schönberg en de Maeterlinck Lieder van von Zemlinski (op 25 feb 2006); en het celloconcerto van Elgar door Wispelwey en het Symfonieorkest Vlaanderen (18 feb 2006).

Een heleboel, en dan heb ik er nog maar enkel de meest in het oog springende zaken uitgehaald. Je kan de brochure bestellen bij De Bijloke of ze afhalen te plaatse. De brochure is gratis. Veel genot.

seizoen 05-06: de vlaamse opera

Het ziet er weer goed uit. Zowel het aanbod van de Vlaamse Opera als van De Bijloke belooft een aantal interessante avonden voor het komende jaar (of wat had u verwacht).

Om maar meteen met het grootste project te beginnen: de Vlaamse Opera brengt de Ring! Let wel, om uw enthousiasme meteen een (klein) beetje te bekoelen: de cyclus wordt geprogrammeerd over de komende drie seizoenen. Dat betekent dat in juni (en begin juli) 2006 Das Rheingold gebracht wordt in de Opera te Gent. Enkel in Gent, want de Antwerpse Opera werd op 1 april gesloten voor de restauratiewerken; de producties worden voor 2005-06 in wisselende theaters in het Antwerpse gespeeld. Met uitzondering van Das Rheingold dus; er worden zelf speciaal bussen ingelegd om de Antwerpse operabezoekers tijdig tot in Gent te brengen. (Rest nu nog de vraag of we Siegfried samen met Die Walküre dan wel met Götterdämmerung in één seizoen voorgeschoteld krijgen.)

Het Antwerpse effect is ook duidelijk merkbaar in de opera’s die worden gebracht: maar liefst twee concertante uitvoeringen: Verdi’s Nabucco, en Donizetti’s Maria Stuarda; voeg daaraan toe de Prova D’Orchestra van composer in residence Battistelli (die ons dit jaar vergastte op het vooral scenografisch sterke Richard III), Händel’s Semele (een oratorium), en Lehár’s Die Lustige Witwe (een operette) en er blijven nog twee opera’s over (van de zeven) met echt uitgewerkte dramaturgie. Eigenlijk eentje, want Das Rheingold wordt niet in Antwerpen vertoond. Blijft over: Strauss’ Ariadne auf Naxos (waar ik naar uitkijk, ook al omdat ik zo te spreken was over Salome dit jaar).

Één voorstelling minder dan vorig jaar, de abonnementsprijzen zijn iets naar beneden gebracht, en er is een 9e categorie bijgekomen, wat de minimumprijs voor een abonnement naar 46 EUR brengt (voor de premières). Voor die prijs krijgt u waarschijnlijk slechts heel weinig te zien, maar dat is in het komende seizoen duidelijk minder van belang. (Nog even ter referentie: voor de duurste plaatsen moet u precies tien keer dat bedrag neertellen.)

Ik haal er drie tips uit: Das Rheingold, Ariadne auf Naxos, en Die Lustige Witwe (al ben ik zelf meer geïnteresseerd in Semele). Maar pin er mij niet op vast. En, bijna vergeten: de familievoorstelling De Toverfluit, een versie voor kinderen van Mozart’s Die Zauberflöte. Gezongen in het Nederlands, met voorstellingen o.a. tijdens de paasvakantie volgend jaar (voor 5+).

Bekijk echter ook de programmatie van de concerten, met o.a. de Polish Composers in Concert, in het kader van het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen, het Recital José Van Dam, met Schubert’s Winterreise, en het concert Battistelli, Rota, Stravinsky en Tipett in De Bijloke. Maar over het aanbod van De Bijloke lees je meer in een volgende entry.

jacob obrecht

Zaterdag was, naast ongetwijfeld zeventig andere opmerkelijke dingen, ook Obrechtdag (vijfhonderd jaar geleden stierf de Gentenaar Jacob Obrecht in Ferrara aan de pest). Jacob Obrecht (die het bij wikipedia helaas moet stellen met een wel heel karige nederlandstalige pagina) is een van de grotere componisten uit de renaissance, die echter pas in de tweede helft van de vorige eeuw uit de schaduw van Josquin Desprez is kunnen treden.

Tijdens het concert, zaterdag, werden de twee heren evenwel broederlijk naast elkaar opgevoerd (met een ratio van 8 tegen 2 voor Obrecht). Wie polyfonische muziek afdoet als saai, moet zoch maar eens dringend zijn oor weer te luister leggen bij een van beide meesters. En zeker aanhangers van het minimalisme zullen er hun gading vinden. Neem nu het verschrikkelijk eenvoudig lijkende Agnus Dei:

Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
Miserere nobis

Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
Miserere nobis

Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
Dona nobis pacem

Het is verbazingwekkend welk een rollende, buitelende, virtuoze, gevarieerde, en speelse muziek, met dit simpele vers wordt gevormd. Tuurlijk, het heeft allemaal een religieuze oorsprong, maar als u, zoals ik, voornamelijk naar de muziek luistert om de muziek zelf, mag dit detail bezwaarlijk tussen u en uw genot staan.

Driewerf helaas, heb ik een van de mooiere momenten aan mij laten voorbijgaan. Bijna pal in het midden van het concert, werd een hedendaagse compositie opgevoerd: In morte Iacobi Obrecht/Quand il lui plaît, een Motet à 5, van Annelies Van Parys. Ik was totaal onvoorbereid. Hoewel ik me het programmaboekje had aangeschaft, had ik verzuimd het door te nemen. En dan krijg je daar plots het koor, begeleid door een trombone, waarin de polyfonie slechts bedekt waarneembaar is, het houvast verdwenen. Tiens, dat klinkt modern, dacht ik nog. Waren ze vijfhonderd jaar geleden reeds met zo’n complexe muziek bezig? Componist Annelies Van Parys:

Het resulteerde in een werk dat bol staat van verwijzingen naar de muziek van de oude Vlaamse meesters. […] Hierbij wendde ik een toonsysteem aan dat een combinatie maakt van boven- en ondertonen van welbepaalde spilnoten wat leidt tot iets wat ik zou omschrijven als een hedendaags-modale toonspraak. Ten slotte verwijzen ook de retoriek en de technieken (imitatie, hoquetus, …) […] naar de muziek van Obrecht en tijdgenoten.

2005 viert ook het tienjarig bestaan van het kamerkoor El Grillo. Opgericht door dirigent Inge Bollaert, heeft het koor in 10 jaar tijd met een gericht repertoire van profane en religieuze polyfonie, een goede reputatie en een trouwe aanhang weten op te bouwen. Zo wisten ze zich vorig jaar nog, tijdens hun eerste deelname in de Provinciale Koorzangtornooien, te bevestigen met onderscheiding in de uitmuntendheidsgraad.

Disclaimer: Inge Bollaert, zoals de naam reeds laat vermoeden, is mijn nicht. Wie mij kent, weet echter dat zulks –soms tot míjn groot ongemak bij ontmoetingen achteraf– nog nooit enige objectiviteit in de weg heeft gestaan. Geloven hoeft u mij echter nooit, en ik kan u alleen maar sterk aanraden zélf de proef op de som te nemen.

De Jacob Obrechtdag vond plaats te Gent, op 30 april, en werd afgesloten met een Obrecht-concert “Orpheus in Gent” door kamerkoor El Grillo en ensemble La Caccia o.l.v.Inge Bollaert.

ambetant

Daar word ík nu ambetant van: wil ik op mijn gemak de nieuwe buit naar mijn iPodje uploaden (en dus eerst in iTunes importeren), en dan word ik met het volgende geconfronteerd:

itunes window

Zodra het maar naar klassiek riekt, gaat het de mist in de song names en de artist. En ik weet niet of het aan iTunes dan wel aan Gracenote (CDDB) ligt.

muziek en taal (bis)

In november vorig jaar had ik bericht over het onderzoek van Aniruddh Patel (dat ik via Nature had gevonden); gisteren had het nieuws ook DS bereikt: Waarom Engelse muziek meer swingt dan Franse – Componeren we zoals we spreken?

Het blijft een interessant en boeiend gegeven, vandaar neem ik nog maar even de verwijzingen opnieuw over + een PDFje naar het artikel van DS (die het blijbaar nog steeds te moeilijk vinden om dergelijke referenties in hun artikels op te nemen al hebben ze nu precies wel zélf een artikel geschrevenbygones, and all that).

rhythm in de Bijloke

Donderdag bracht het Symfonie Orkest Vlaanderen, olv Etienne Siebens met Jean-Claude Vanden Eynden (piano), werk van Gershwin, Ravel, Fauré en Honegger in De Bijloke. Mijn date voor die avond liet helaas verstek gaan, waardoor ik het moest stellen met een lege stoel rechts en een heer op leeftijd aan mijn linkerzijde. Ik had het slechter kunnen treffen, want de heer bleek bijzonder goed in de muziekwereld onderlegd, waardoor mijn kennis trivia weer wat is aangescherpt.

Rhythm all over the place, en ook Siebens was in vorm, zowel tijdens als tussen de stukken. Gershwin swingt natuurlijk sowieso langs alle kanten, en het publiek had moeite om stil te blijven zitten. Siebens danste mooi mee met I Got Fascinatin’ Rhythm, en hoewel ik vond dat het orkest wel iets meer bezetting kon gebruiken, slaagden ze er toch in de zaal met de nodige ‘oompf’ te vullen.

Ook Ravel en Honegger hielden wel van het geflirt met de jazz of de populairdere muziek. Ravel’s Pianoconcerto in G werd beïnvloed door de upcoming jazzmuziek uit de tijd, maar vervalt zelfs tijdens de eerste beweging gauw terug in de echt klassieke muziek. De tweede beweging, het adagio assai bevat een prachtige solo voor piano, met veel gevoel gebracht door Vanden Eynden. (Jean-Claude Vanden Eynden werd op twaalfjarige leeftijd tot het conservatorium toegelaten, en was in 1964 (hij was toen zestien) laureaat Koningin Elisabeth Wedstrijd.)

Mijn favoriete stuk was evenwel de Ballade voor Piano en Orkest, Opus 19 van Fauré. Had ik in het programmaboekje niet gelezen dat dit stuk van Fauré was, ik had kunnen zweren dat het door Rachmaninov was gecomponeerd (ik ben nogal te vinden voor Rachmaninov). Dynamiek, subtiele koperblazers, climax-anticlimax; Fauré komt hoog op mijn lijstje ‘verder te ontdekken’ te staan.

De opstelling van het orkest, of liever de positie van de piano tijdens Ravel en Fauré, zorgde helaas wel voor een vertekening van het klankbeeld. Een deel van de strijkers en blazers werd van het publiek afgescheiden, waardoor de muziek vlakker en doffer klonk dan goed was. Groot voordeel was dan weer wel dat de piano er heel duidelijk doorklonk. Bij Honegger werd de piano schuin achter de rest van het orkest geplaatst, waardoor ze nog nauwelijks te onderscheiden viel.

En Honegger was dan weer de favoriet van Siebens. Niet alleen vergastte hij het publiek –totaal onverwacht– op een inleiding, maar de schwung die hij eerder al bij Gershwin opbracht was duidelijk terug. De Symfonie Nr. 4, Deliciae Basilienses is geschreven voor Paul Sacher en de twintigste verjaardag van het Basels Kamerorkest (toen geprofileerd als een van de belangrijkste orkesten voor nieuwe muziek). De muziek kent invloeden van Bach, Beethoven en Wagner, en eindigt in een polyfone structuur, waarin plots het deuntje van de Baselse karnaval weerklinkt. Siebens was zeer enthousiast over Honegger, en dat weerklonk zeer helder in de uitvoering.

Misschien niet het beste concert van het seizoen (een beetje vlak klinkend), maar zeer zeker heel gevarieerd en gedreven.

Gershwin – Ravel – Fauré – Honegger, door het Symfonie Orkest Vlaanderen olv Etienne Siebens. Gehoord donderdag 21 april in De Bijloke. Volgend concert: donderdag 28 april.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)