concerten 200605

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Musica Dal Vivo / 07-05-2006 / Opatuur / *(*)
    Veel Rota, veel Italiaans, zeer veel humour en interactie, maar weinig beklijvend. Jazz met ankers in de klassiek muziek –ik begin het steeds eigenaardiger te vinden dat ik nog geen Gerschwin of Mancini ben tegengekomen in mijn concerten. (bespreking)
  2. Marc-André Hamelin: Beethovensonates / 11-05-2006 / De Bijloke / ***(*)
    Wat dit recital van haar vierde ster verhindert, is voornamelijk het publiek. Er was een GSM, die onlangs het vriendelijke verzoek bij het begin van het concert toch door de luidsprekers van zich liet horen, en het vele geroezemoes (hopelijk beperkt tot de directe omgeving waarin ik mij bevond) van de mensen die toch maar te kennis wouden geven hoe goed ze Hamelin wel vonden. Daarin hadden ze overschot van gelijk, al had ik liever dat ze hun bewondering tot na het concert hadden bewaard. Hamelin speelt met zeer veel subtiliteit in een breed spectrum. Deze Sonates waren voor mij een revelatie, die ik met graagt aan hem toeschrijf. Ondanks het aanhoudende applaus en de staande ovatie, kregen we geen encore, maar op een of andere manier leek me dat ook niet betamelijk. Schitterend concert.
  3. Toine Thys & Frederik Leroux / 14-05-2006 / Opatuur / **
    Goed, maar weinig verrassend. Perfect om bij te ontspannen.
  4. Spectra Ensemble: Kagel, Vermeersch, Van der Harst / 19-05-2006 / De Bijloke / ***(*)
    Prachtig concert. Muziek met een knipoog, maar zonder al die arty farty toestanden die er soms met de haren worden bijgesleept (cfr Luigi Nono met Josse De Pauw). Zeer sterk en vakkundig uitgevoerd, waarbij Vermeersch en Van der Harst perfect in de windstreken van Kagel werden ingepast. Zeer overtuigend.
  5. Van Oost, Verbist, Defoort / 28-05-2006 / Opatuur / **(*)
    Het is altijd een plezier om te zien hoe muzikanten, die goed op elkaar zijn ingespeeld, met elkaar interageren. Ik ben een grote fan van het soort muziek dat Van Oost uit zijn gitaar tovert, en de integratie van blues roots en jazz is absoluut heerlijk om naar te luisteren. His guitar gently weeps, zo wordt gesuggereerd in de omschrijving bij Opatuur. Prachtige sound.

(concerten vorige maand)

De Toverfluit

De ToverfluitEr was veel volk, op de matinee van de ‘kinderversie’ van De Toverfluit (Die Zauberflöte). Veel volk, maar lang niet alle plaatsen waren bezet. Ik schrijf met opzet ‘bezet’, en niet ‘verkocht’, want hoewel wij bijvoorbeeld onze kaarten reeds lang op voorhand hadden besteld (op 19 januari om precies te zijn), waren de beste plaatsen toen reeds gemarkeerd als bezet. Niets bleek minder waar. Het eerste balkon kende minder dan 50% effectieve bezettingsgraad, terwijl wij met gezinnen hebben gepraat die zich uit noodzaak hebben moeten opsplitsen tussen pakweg het tweede en het dierde verdiep wegens… gebrek aan plaatsen. En dat is een zeer spijtige zaak.

Over de voorstelling zelf (bijna) niets dan lof. Goed, de zang was misschien niet van topniveau (hoewel zéker niet slecht), maar het entertainmentgehalte en de inbelevingsgraad was hoog. Even was er zelfs directe interactie met het jonge publiek, en de opera leent zich bovendien überhaupt tot een ‘kinderversie’, gezien zowel de inhoud als de vorm. De Toverfluit is een Singspiel: een mengvorm waarin de dialogen die de verschillende aria’s verbinden, worden gesproken. Voeg daaraan toe dat de opera voor deze opvoering werd vertaald naar het Nederlands, en het jonge volkje kon perfect volgen (mits enige uitleg van mama of papa).

De Toverfluit bevat bovendien genoeg humor (Papageno) en leuke deuntjes: het liefdesduet tussen Papageno en Papagena, en de aartsmoeilijke aria Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen (Aria van woede en haat). Die laatste aria is wereldberoemd in de versie van Florence Foster Jenkins, die op haar beurt euhm befaamd was voor haar totaal gebrek aan zangkunst. (U kan het fragment beluisteren vanop die Wikipedia pagina.)

Het verhaaltje in een (hele kleine) notendop (deze versie was tot ongeveer de helft van de normale voorstelling ingekort). Sarastro houdt Pamina, de dochter van de Koningin van de Nacht, gevangen, om haar aan de invloed van haar moeder te onttrekken. De Koningin stuurt de jonge prins Tamino uit om haar dochter te bevrijden, vergezeld van Papageno, die op zoek is naar een vrouw. Zowel Tamino als Papageno slagen vanzelfsprekend in hun doel, en worden bovendien bongenoten van Sarastro, die eigenlijk met iedereen het beste voorheeft.

Deze opera biedt een heleboel scenografische mogelijkheden, die zich voor deze versie op een (voor de kinderen) overzichtelijke manier rond een reusachtig bed werden geconcentreerd. Papageno was sober behouden, wat enerzijds een beetje jammer was (iedereen houdt wel van vreemde vogels), maar anderzijds veel ‘acrobatie’ van het personnage toeliet.

Veel geroezemoes, veel uitleggende ouders, en vooral veel enthousiaste kinderen. Het hoorde er allemaal bij, en maakte deze voorstelling heel geslaagd.

De Toverfluit, gezien in de Vlaamse Opera, op 8 april 2006. Foto: OperaExplorer

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

CDs 2006 Q1

Aldus is het eerste kwartaal van 2006 voorbij. Een tijdje geleden had ik min of meer beloofd een –weliswaar beknopt– overzicht te geven van mijn cd-aanwinsten, waarbij ik vooral de écht goede cds zou tippen, en de écht slechte laten kantelen. Voor de middelmaat zoekt u zelf maar uit hoe het zit.

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

klassiek

  1. Chopin: Nocturnes / Maurizio Pollini (piano) / 2005 / ****
    Och kijk, de uitvoering van Pollini kent zijn gelijke niet. Dit is mogelijks dé definitieve versie van de Nocturnes. Quatsch natuurlijk, maar met deze cd haalt u een pareltje van een uitvoering in huis. Blind te kopen.
  2. Orlandus Lassus: Psalmi Davidis Poenitentiales / Collegium Vocale Gent / 2006 / ****
    Oh-oh-oh. Ik beken het, ik heb een zwak voor ‘vroege’ muziek, en in het bijzonder de polyfonie. Philippe Herreweghe brengt met zijn Collegium Vocale een uitvoering waar uw oren u dankbaar voor zullen zijn. Er bestaat geen muziek die rustgevender is, harmonieus, speels, en daarenboven, met psalmen zit u nooit verkeerd. Orlandus Lassus, in zijn veelheid van namen is een halve Vlaming, en een van de meest productieve componisten van zijn tijd (16eE). Een schitterende (dubbel)cd.
  3. Mozart: Sonatas K 331 K 570 – Fantasia K 397 – Adagio K 540 / Tom Beghin (pianoforte) / 2006 / ****
    Pianobouwer Chris Maene heeft speciaal voor Tom Beghin een pianoforte (naar Anton Walter, 1782) nagebouwd. Het resultaat is een Mozart zoals u die maar zelden hebt gehoord. Verschrikkelijk interessant om lezen is daarbij: Mozarts pianoforte onderzocht, gebouwd en bespeeld (Achtergrond bij een wereldprimeur).
  4. Mozart: Complete Sonatas for Keyboard and Violin – Volume 2 / Rachel Podger (viool) – Gary Cooper (piano) / 2005 / ***
    In mijn overzicht van 2005 had ik u er reeds voor gewaarschuwd. De combinatie Podger/Cooper is op zijn minst geslaagd te noemen. Heel geslaagd.
  5. Philippe Boesmans: Julie / Kamerorkest van de Munt / 2005 / ***
    Eigenlijk was ik van plan een lang en uitgebreid artikel aan dit werk te wijden. Tijdsgebrek en alles. Boesmans is een hedendaags componist, en dit is een verschrikkelijk goede hedendaagse… opera. Geen Verdi of Haendel, maar hedendaagse, best toegankelijke muziek. Probeer het eens; ik ben er enorm tevreden over. (Meer, en bovendien interessante info vindt u bij De Munt –waar Boesmans huiscomponist is– en bij La Médiathèque.)

jazz

  1. The Fred Hersch Trio + 2 / 2004 / ****
    Een al wat oudere cd, maar deze mag in uw collectie niet ontbreken. Ik heb The Fred Hersch Trio + 2 live gezien op Middelheim, maar de aankoop lang blijven uitstellen omwillen van de prijs. De prijs zal helaas niet snel zakken, want deze cd is elke cent waard.
  2. Miss Soul / Eric Legnini Trio / 2006 / ****
    Eric Legnini is de pianist die u reeds vorige zomer aan het werk kon zien met Stefano di Battista. Hier gaat hij zijn eigen weg, en leidt ons mee op een tocht doorheen zijn invloeden. Funky, pop (een prachtig nummer van Björk): dit is jazz waarmee u niet kan verkeerd zitten. (Serieus, dit is de ideale plaat voor iedereen die u over de schreef wil halen richting jazz-land.)
  3. Live At Bradley’s II: the perfect set / Kenny Barron Trio / 2005 / ***
    De opvolger van, hoe kan het ook anders: Live At Bradley’s, die in 2001 amper mijn CD-speler heeft verlaten. Invloeden vooral van Monk, maar het is vooral de kunde van Barron zelf die hier garant staat voor een goede plaat (en de belofte ook waarmaakt).
  4. African Flashback / Romano-Sclavis-Texier / 2005 / ***
    African Flashback is de opvolger van het reeds ruimschoots bejubelde Suite Africaine. En wat moet een mens daaraan toevoegen?
  5. Narcissus / Narcissus Quartet / 2006 / ***
    Dat ik een fan ben van Robin Verheyen, had u waarschijnlijk al begrepen. Edoch wil ik u nog evenzeer deze cd met lichte aandrang aanraden.

En terwijl we toch bezig zijn, wil ik graag nog even een lans breken voor werk van eigen bodem.

Jan Muës: Cool Cargo: ik heb het al gezegd, maar ik Opa Pettson uiterst dankbaar voor deze tip. Muës brengt met Cool Cargo een aantal prachtige standards. Zijn stem is een beetje wennen (zoals Wim Mertens), maar dit is een goede plaat.

War, van de Rawfishboys (Joachim Badenhorst en Brice Soniano) is evenzeer de moeite (de cd is waarschijnlijk enkel verkrijgbaar via de website).

Ook nog ’til now van de Hendrik Braeckman Group (feat. Bert Joris en Kurt Van Herck) en Personal Legend van het Pascal Schumacher Quartet.

(En nu hou ik op, voor u mij ervan verdenkt reclame te maken voor W.E.R.F. –mag ik gewoon even benadrukken dat we in België over een aantal schitterende jazz-muzikanten beschikken. Ja? Dank u.)

(Ik merk net dat ik geen cds heb laten kantelen. Dat wil daarom niet zeggen dat ik er geen ben tegengekomen. Maar positief is toch altijd beter, nietwaar?)

(Nu nog ergens de cds van Briskey, Moker en het Carlo Nardozza Quintet zien te vinden, dan kan ik die tegen de volgende keer ook opnemen in de ‘bespreking’.)

concerten 200603

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Olivier Collette en Fabien Degryse / 12-03-2006 / Opatuur / **
    Misschien niet het béste wat ik al bij Opatuur heb gehoord, maar toch de moeite waard.
  2. Luigi Nono in woord en beeld / 17-03-2006 / De Bijloke / (*)
    Argh. Josse De Pauw gaf me meteen weer een reden waarom ik uit de theaterzalen wegblijf. Alstublieft zeg, ’t is niet omdat ge op een paar metalen snaren staat te slaan en overdreven versterkt en theatraal als een idioot staat te declameren dat het goed is. ’t Was kunst met een grote K, in De Bijloke. Slecht over de ganse lijn. (Allez, ik wil een uitzondering maken voor Annelies Van Parys.)
  3. Arnozza / 19-03-2006 / Opatuur / ***
    Nardozza weet een prachtige klank uit zijn trompet te halen. (bespreking)
  4. Quasi Virgo / 26-03-2006 / Sint-Pauluskerk / ***
    El Grillo is terug. Het vorige concert was iets minder sterk, maar nu stonden ze er weer helemaal! En ze hebben een cd uit!
  5. Traces / 26-03-2006 / Opatuur / ***
    Traces was precies wat ik mij ervan had voorgesteld. Warme, enthousiaste muziek in de mix van folk en jazz zoals op hun cd Sigh Moon.

(concerten vorige maand)

concerten 200602

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Pink Floyd: de herontdekking van de Waanzin / 03-02-2006 / De Bijloke, Gent / ****
    Verfrissend, verrassend, grappig. (bespreking)
  2. Rawfishboys: Joachim Badenhorst en Brice Soniano / 05-02-2006 / Opatuur / **(*)
    Intieme jazz met dit duo. Ik heb het nog nooit zo stil geweten bij Opatuur. Vooral expressief sterk (niet hun beste concert). (bespreking)
  3. Pierre Van Dormael en Reggie Washington / 12-02-2006 / Opatuur / **(*)
    Rasmuzikanten met een meeslepende set (bespreking)
  4. Mâäk’s Spirit / 16-02-2006 / Vooruit / ***
    Een paar oren te weinig; een muziek die eroma vraagt gezien te worden, zodat je goed de muziek kan volgen met oren én ogen. (bespreking)
  5. Peter Beets, Sjoerd Dijkhuizen, en Jos Machtel / 19-02-2006 / Opatuur / **(*)
    Zeer geslaagd, uptempo, bebop. (bespreking)
  6. Badenhorst-Schumacher-Demuth / 21-02-2006 / Hot Club de Gand / *
    Een tamelijk inspiratieloos optreden, waarin Badenhorst met kop en schouders boven de rest van het trio uitstak.
  7. Erwin Vann & Jozef Dumoulin / 26-02-2006 / Opatuur / ***
    Hm. Dit deed mij terugdenken aan de goede synthesizermuziek uit de jaren ’80-’90. Een heerlijk én makkelijk te volgen orkest, al kan ik mij indenken dat het even schrikken was voor de mensen die een traditionele jazz-pianist hadden verwacht. Ik had het niet willen missen.

(concerten vorige maand)

Ysayë vs. Paganini

Dat het een goed concert was. Maar of het nu door de virtuositeit van Zehetmair was, of door het dwingende stemtimbre van Erna Metdepenninghen, ik zat nog helemaal met mijn hoofd in de muziek toen ik eindelijk Frederik eens ontmoette. (Sociale vaardigheden, ik? Vergeet het.)

Erna Metdepenninghen? Die mocht niet alleen van het concert genieten, ze mocht –als voorzitter van de Vereniging van de Belgische Muziekpers– vlak voor de pauze de René Snepvangers Prijs én de Caeciliaprijs aan Zehetmair overhandigen.

In elk geval is zonder enige twijfel Ysayë als winnaar uit de strijd Ysayë vs. Paganini gekomen. Paganini is zeer technisch, en het was dan ook ronduit verbazingwekkend wat Zehetmair allemaal uit zijn viool wist te toveren. Maar Ysayë is des te beklijvender, en wordt recht naar het hart gespeeld.

Een dikke pluim ook voor de programmatie, want –in tegenstelling tot de vorige keer (Battistelli – Rota – Stravinsky – Tippett)– waren de stukken heel logisch geprogrammeerd. Het begon met Ysayë, gevolgd door de technische Panini, waarbij Hartman na de pauze perfect aansloot, en het concert werd afgerond met Bach.

Dergelijke concerten mogen er nog zijn. (Als er nu nog wat meer volk zou komen…)

waanzin

Het concert, vrijdag in De Bijloke, was inderdaad boeiend. Meer zelfs, het was een van de meest verfrissende ‘klassieke’ concerten in lange tijd.

(Vermoedelijk had ik mij iets te blind gestaard op Pink Floyd, de noemer symfonische rock, en vervolgens de associatie met klassieke-muziek-rock uit de jaren ’80. U weet wel, Mozart met rockgitaren, synthesizers, en misschien ook wel Berdien Sternberg. In elke geval had ik enige reservaties bij het concept.)

Soit. Het was met Gert Keunen, en dat had eigenlijk al een belletje mogen laten rinkelen. Gert Keunen: is de man achter Briskey (Cucumber Lodge); heeft gespeeld met (o.a.) Peter Vermeersch en Bart Maris (speelt mee in Briskey); is auteur van het Pop! boek. Op Blue Note deze zomer, heb ik hem nog zien optreden, samen met o.a. Isolde Lasoen die ook nu weer achter de drums plaatsnam (en daar kwijlde weer de helft van de Gentse mannelijke populatie, volgens een niet nader genoemd iemand van GB). Maar Keunen herkende ik pas toen ik hem achter het mengpaneel bezig zag.

Het was een zeer geslaagd concert. Kort (té kort misschien), maar krachtig, en daardoor had het ook meteen iedereen mee. Veel jong volk in de zaal, overigens, en zelfs een aantal buitenlanders. Achteraf heb ik een aantal mensen gesproken die Pink Floyd live hadden gezien (zelfs iemand die korte tijd roadie was geweest), en ook zij waren zeer te spreken over wat ze gehoord hadden.

Keunens Pink Floyd project bestaat al sinds 2004, en ik weet niet in welke mate dit een herwerking of herneming was. Het smaakte in elk geval naar meer.

Leck mich im Arsch

“Papa, we hebben vandaag naar een stukje van de Toverfluit van Mozart geluisterd op school tijdens de muziekles. Wij gaan daar toch naartoe hé, naar die voorstelling in de opera? Toe?”

Huh. Het sprak hem duidelijk aan.

– Dat wil lukken jongen. Papa heeft net een CD met muziek van Mozart gekocht vandaag. Als je wil kunnen we er straks samen naar luisteren. En ja, we hebben al kaartjes voor de Toverfluit.

Anderhalf uur later liep het tegen half acht. Hij had flink gegeten (“vlug papa, want ik wil karrewiet nog zien”), en had hij zitten griezelen bij Blue, en zat hij halfweg Ed, Edd en Eddy toen Tessa thuiskwam. Waarop hij de ganse schooldag opnieuw uit de doeken deed.

“We moesten de plank in het water zo vasthouden, en dan met ons hoofd zo” –waarop hij zijn hoofd tussen zijn horizontaal gestrekte armen in het denkbeeldig zwembadwater dompelt– “onder water steken. En dan zo weer bovenkomen” –vertelde hij, om onderwijl proestend weer naar adem te happen.

Tot hij aan het onderdeel Mozart kwam.

“Papa we moeten nog naar die CD luisteren!”, zwierde hij mij met licht verwijtende blik naar het hoofd. Hij drukte de TV uit en duwde me de CD in de handen. “Allez!” moedigde hij me aan.

Bl!ndman viel echter niet in de smaak. Het is ook niet meteen een cliché frivole Mozart, hoewel ik canons en fuga’s altijd verschrikkelijk speels heb gevonden. De stukken op Mozart Machine stammen bijna allemaal uit de Weense periode, waarin Mozart onder de invloed van Bach en Händel is gekomen.

“Wanneer speelt hij piano?”

– Huh. Niet op deze CD jongen. Het is alleen zang en saxofoon. (Een saxofoon die ze verdomd goed als een orgel laten klinken.) Wacht.

Ik leg het allegretto uit de pianosonate in A majeur (K.331) in de CD-speler, beter bekend als Alla turca, door Andreas Staier op pianoforte. Hij straalt. “Amai die meneer kan nogal piano spelen.” Met tegenzin gaat hij slapen.

Ondertussen geniet ik van Bl!ndman. Leck mich im Arsch is een canon in B voor zes stemmen (K.382c), door Eric Sleichim getransponeerd naar vier stemmen en twee saxofonen. Schrijft een recensent met getuite lippen (Mozart in een Blindman-jasje, DS 30/01/2006):

Maar van te veel respect hoef je Mozart niet te verdenken: hij wentelt zich in deze werken ook al eens in platte componistenhumor, nergens zo opvallend als in de befaamde KV382c, waar zeer geleerd contrapunt de allesbehalve hoogstaande tekst “Leck mich im Arsch” meekrijgt. (De vertaling besparen wij u).

“Ge kunt mijn gat kussen!”, beste recensent.

Leck mich im Arsch,
laßt uns fruh sein!
Murren ist vergebens!
Knurren, Brummen ist vergebens,
ist das wahre Kreuz des Lebens.
Das Brummen ist vergebens.
Drum laßt uns froh und fröhlich sein!

Vrij vertaald: zaag niet zo en geniet van het leven. Voorwaar een fijne boodschap.

Het allegretto (‘alla turca‘) uit de pianosonate in A majeur (K.331) staat op Mozart: Piano Sonates, gespeeld door Andreas Staier; ‘Leck mich im Arsch‘ is terug te vinden op de nieuwe CD van Bl!ndman, Mozart Machine. Twee aanraders, al gaat mijn voorkeur uit naar Bl!ndman plays Bach. Zelfde uitvoerder(s), andere componist (u had het al begrepen).

twee maal bijloke

Vorige week mocht ik genieten van Jos van Immerseel en Anima Eterna, terwijl het er eergisteren eerder stuntelig aan toe ging met Luca Pfaff en het Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera. Tsja, enige toelichting.

Van Immerseel bracht Mozart met Anima Eterna. Het concert was uitverkocht, en met reden. Van Immerseel geniet ondertussen grote (en verdiende) faam in het klassieke wereldje, ondermeer door zijn naar authenticiteit strevende opvoeringen van muziek. Mozart was een van de eerste componisten die hij op die manier aanpakte.

De opvoering was voorspelbaar van grote kwaliteit (voor dergelijke voorspelbaarheid teken ik graag). Het deed deugd om de populairdere deuntjes uit het 21 Pianoconcerto en de 40e Symfonie op een dergelijke, heldere, manier te mogen beluisteren. Weg was de notenbrij zoals we die kennen van Richard Clayderman (om maar eens een extreem tegenvoorbeeld te geven). Elke noot werd afzonderlijk gespeeld, gespeend van de gebruikelijke klef-romantische overdrijving.

Eergisteren lag het niveau beduidend lager. Onder het mom ‘een Rota-opvoering laat je niet zomaar links liggen’ had ik te elfder ure nog een ticket voor de voorstelling gekocht. De vertolkingen waren helaas nogal inspiratieloos, en op een ludieke interventie na zat er zelfs maar weinig animo in de Strada-suite van Rota. De volgorde waarin de stukken werden gespeeld, was bovendien gewijzigd waardoor we niet Battistelli – Rota – Stravinsky – Tippett te horen kregen, maar wel Tippett – Rota – Battistelli – Stravinsky. Dat was geen goede zaak. Tippetts muziek is niet meteen de meest toegankelijke, en mede daarom ook niet aangewezen om een avond mee te openen. Weinig durf in de interpretaties. Jammer.

Tips voor de melomaan:

van kaf en koren: muziek

Muziek. Hm. Kuch. Geritsel van bladeren. (Waar zijn mijn f-cking notities nu weer.)

In 2005 heb ik mijn muziekervaring niet echt bijgehouden; net zo min als de stripverhalen. Vanaf dit jaar komt daar mogelijks verandering in. Eventueel. Soit. Toch een kleine poging misschien?

Veel popmuziek moet u hier niet verwachten. Niet dat ik daar niet naar luister, of dat te min vind, verre van, maar ik ben er gewoon niet in thuis. Net zoals ik geen zak afweet van voetbal. Jan Ceulemans is toch spits bij Brugge, is de gebruikelijke grap, wanneer mijn schoonvader het met mij over een elftal tracht te hebben. Club hé, niet Cercle, voeg ik er dan nog aan toe om te tonen dat ik best weet waar ik het over heb. (Een gelijkaardige kennis uit zich met Zoetemelk of Merckx wanneer het wielerseizoen aanbreekt. Of Bernard Hinault!) Tot zover de popmuziek dus.

Iets beter gaat het mij af met jazz. Ik heb dit jaar niet voor niets de belangrijkste Vlaamse jazzfestivals bijgewoond (al was er vaak nauwelijks tijd om te luisteren, tussen het fotogeklik door). Niettemin, een ‘schampere’ top vijf, ook al omdat ik vaak heruitgaven koop, en die moeilijk als het betere werk van 2005 te omschrijven vallen.

  1. Flow (Terence Blanchard)
  2. Ruby, My Dear (Richard Galliano)
  3. Orange for tea (Tricycle); ontdekt bij Opatuur.
  4. Day is done (Brad Mehldau)
  5. ’til now (Hendrik Braeckman Group)

Met een speciale vermelding voor Ivey-divey (Don Byron); die eigenlijk van 2004 is (maar ik heb hem pas in 2005 gekocht).

Maar dan is er klassiek. Niet alleen is dat veel gemakkelijker, want veel te breed in omvang, maar daar laat ik mij tevens bijstaan door tijdschriften zoals Diapason (waarbij je bijna blind de Diapason d’or kan kopen), en de luisterposten in de (Brusselse en Gentse) fnac.

  1. Delirio – Italian Cantatas Georg Friedrich Händel (componist), Natalie Dessay (sopraan)
  2. Lamento gecomponeerd door een ganse hoop Bachjes en gezongen door Magdalena Kozena. Vooral het Vergnugte Ruh, Beliebte Seelenlust (BWV170) is verschrikkelijk goed.
  3. Rachmaninov – Chopin door Hélène Grimaud. Nóg minder te missen is haar Credo van 2003
  4. La Strada – Il Gattopardo van Nino Rota (componist)
  5. Mozart: Piano Sonatas, K330, 331 (“Alla Turca”), 332 Wolfgang Amadeus Mozart (componist), Andreas Staier (piano)

Een bijzonder eervolle vermelding voor Nouvelles Suites: Tharaud joue Rameau Jean-Philippe Rameau (componist), Alexandre Tharaud (piano). Een CD van 2001 (de belangrijkste reden waarom hij niet op de eerste plaats staat waar hij hoort), die sinds de aankoop (ongeveer een jaar geleden) niet van mijn iPod gewist is.

Overigens tevens zeer goed bevonden: de Scarlatti Sonates door Hantaï; Zodiac door Capilla Flamenca; Violoncelle Solo door Tatjana Vassilieva; en “Il padre”: Psaume 103 / Motets & madrigaux van Alfonso Ferrabosco (componist) door Paul Van Nevel en het Huelgas Ensemble.

En dan nog twee maal Mozart, CDs die niet in de top vijf staan, enkel en alleen omdat er al eentje van Mozart in staat: Sonatas for piano & violin – K303, K304; K377, K526 door Mitsuko Uchida (viool) en Mark Steinberg (piano) en Complete Sonatas for Keyboard and Violin – Volume 1 door Rachel Podger (viool) en Gary Cooper (piano) (volume 2 is net uit). We zullen nog wel meer schitterende Mozart uitvoeringen krijgen tijdens dit Mozartjaar, neem ik aan, maar hiermee hebt u toch al drie, pardon vier, serieuze tips.