“Papa, we hebben vandaag naar een stukje van de Toverfluit van Mozart geluisterd op school tijdens de muziekles. Wij gaan daar toch naartoe hé, naar die voorstelling in de opera? Toe?”
Huh. Het sprak hem duidelijk aan.
– Dat wil lukken jongen. Papa heeft net een CD met muziek van Mozart gekocht vandaag. Als je wil kunnen we er straks samen naar luisteren. En ja, we hebben al kaartjes voor de Toverfluit.
Anderhalf uur later liep het tegen half acht. Hij had flink gegeten (“vlug papa, want ik wil karrewiet nog zien”), en had hij zitten griezelen bij Blue, en zat hij halfweg Ed, Edd en Eddy toen Tessa thuiskwam. Waarop hij de ganse schooldag opnieuw uit de doeken deed.
“We moesten de plank in het water zo vasthouden, en dan met ons hoofd zo” –waarop hij zijn hoofd tussen zijn horizontaal gestrekte armen in het denkbeeldig zwembadwater dompelt– “onder water steken. En dan zo weer bovenkomen” –vertelde hij, om onderwijl proestend weer naar adem te happen.
Tot hij aan het onderdeel Mozart kwam.
“Papa we moeten nog naar die CD luisteren!”, zwierde hij mij met licht verwijtende blik naar het hoofd. Hij drukte de TV uit en duwde me de CD in de handen. “Allez!” moedigde hij me aan.
Bl!ndman viel echter niet in de smaak. Het is ook niet meteen een cliché frivole Mozart, hoewel ik canons en fuga’s altijd verschrikkelijk speels heb gevonden. De stukken op Mozart Machine stammen bijna allemaal uit de Weense periode, waarin Mozart onder de invloed van Bach en Händel is gekomen.
“Wanneer speelt hij piano?”
– Huh. Niet op deze CD jongen. Het is alleen zang en saxofoon. (Een saxofoon die ze verdomd goed als een orgel laten klinken.) Wacht.
Ik leg het allegretto uit de pianosonate in A majeur (K.331) in de CD-speler, beter bekend als Alla turca, door Andreas Staier op pianoforte. Hij straalt. “Amai die meneer kan nogal piano spelen.” Met tegenzin gaat hij slapen.
Ondertussen geniet ik van Bl!ndman. Leck mich im Arsch is een canon in B voor zes stemmen (K.382c), door Eric Sleichim getransponeerd naar vier stemmen en twee saxofonen. Schrijft een recensent met getuite lippen (Mozart in een Blindman-jasje, DS 30/01/2006):
Maar van te veel respect hoef je Mozart niet te verdenken: hij wentelt zich in deze werken ook al eens in platte componistenhumor, nergens zo opvallend als in de befaamde KV382c, waar zeer geleerd contrapunt de allesbehalve hoogstaande tekst “Leck mich im Arsch” meekrijgt. (De vertaling besparen wij u).
“Ge kunt mijn gat kussen!”, beste recensent.
Leck mich im Arsch,
laßt uns fruh sein!
Murren ist vergebens!
Knurren, Brummen ist vergebens,
ist das wahre Kreuz des Lebens.
Das Brummen ist vergebens.
Drum laßt uns froh und fröhlich sein!
Vrij vertaald: zaag niet zo en geniet van het leven. Voorwaar een fijne boodschap.
Het allegretto (‘alla turca‘) uit de pianosonate in A majeur (K.331) staat op Mozart: Piano Sonates, gespeeld door Andreas Staier; ‘Leck mich im Arsch‘ is terug te vinden op de nieuwe CD van Bl!ndman, Mozart Machine. Twee aanraders, al gaat mijn voorkeur uit naar Bl!ndman plays Bach. Zelfde uitvoerder(s), andere componist (u had het al begrepen).
wolfie rocks!!!
dat wisten we al langer dan vandaag!
en Blindman! nja, voor de fans zeker? met hun ecclectische experimenten
hoewel “blindman speelt bach” ik nog te doen vind
Mozart Machine van Bl!ndman is zeer toegankelijk. Niks experimentele muziek (waarbij experimenteel dan staat voor atonaal geblaas en gepiep), maar propere canons en fuga’s een beetje anders ‘gearrangeerd’.
Heb ik het al gezegd? Zeer toegankelijk.