olympisch

Grmpf. Ik had geen zin. It’s that time of the month/season, waarin de aften weer welig tieren, en dat wisselvallig seizoen doet er niet meteen goed aan. (Het heeft er precies van weg dat het in Seattle nog erger is dan in Gent, wat betreft de seizoenen, zo kon ik vergelijken aan de hand van het weekendverslag van het thuisfront.)

Maar goed, enig gegrom en gemompel verder begaven we ons toch te voet naar de andere kant van de stad, omgeving Belltown, vlakbij de Space Needle en een aantal andere attracties, om door het Olympic Sculpture Park te wandelen. Inclusief beachfront alwaar ik met genoegen langs de oever plaatsnam, tot de golven van een Noors cruiseschip bijna mijzelf en mijn apparatuur onder water zette –terwijl Tessa en Henri even gingen kuieren in het aangrenzende Myrtle Edwards Park.

we're in Seattle, baby

Edoch, we gingen (ook) om naar de sculpturen te kijken. (Voor de duidelijkheid: de bijhorende beschrijvingen etc. staan onder de foto.)

we're in Seattle, baby

Stinger van Tony Smith. Ik heb de pancarte niet gelezen, dus ik weet niet waar het over gaat, maar het is minimalistische kunst, zegt wikipedia.

we're in Seattle, baby

Seattle Cloud Cover, Teresita Fernández: onmogelijk om goed op foto vast te leggen, maar dat ‘afdak’ was doorzichtig, en in het (plexi- ?) glas waren wolken gebrand. Leuke gimmick, maar omdat –zoals u op de foto kan zien– de brandende zon in de namiddag van rechts komt, mist dat afdakje zijn doel een beetje, gezien het geen schaduw werpt op de mensen die eronder staan. Enfin, als dat de bedoeling mocht geweest zijn natuurlijk.

we're in Seattle, baby

Wake, Richard Serra. Ook al minimalistisch, maar dit vond ik wel heel mooi. Zeer aangenaam om tussen te wandelen, en te fotograferen. Erg rustgevend.

we're in Seattle, baby

Perre’s Ventaglio III, Beverly Pepper. Mega cool, in Henri-speak. Hier heb ik de pancarte wel gelezen, en het is de bedoeling dat de gaten opvallen, en de reflecterende delen opgaan in de omgeving. Wijs! Wikipedia is wat karig met informatie, maar ze heeft ook een eigen website.

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

Tessa en Henri zitten in één van de Eye Benches I, II, III van Louise Bourgeois. Grappig, er stond nog een ander werk, Father and Son, waar Tessa een foto van mij en Henri heeft getrokken –maar dat filmpje moet eerst nog ontwikkeld worden.

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

Eagle, Alexander Calder. Ik houd vooral van zijn (gigantische) mobielen, maar ook dit werk was heel fotogeniek.

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

Split, Roxy Paine. Hij heeft iets gelijkaardigs staan in New York, maar ik houd wel van die glanzende objecten die bijna volledig in hun omgeving lijken op te gaan.

Een geslaagd uitje (met dank aan mijn doktertje) om mij zacht tot deelname te dwingen. Al moet het gezegd dat de terugreis met de bus mogelijks erger was dan de voetreis er naar toe. Maar dat is stof voor een andere post.

strips 200804

Strips (zowel comics als graphic novels) hebben ze hier bij de vleet natuurlijk, in Seattle. Ik heb mijn uitspattingen controleerbaar gehouden bij Zanadu (lees: ik ben er twee keer langs geweest, en durf mij nu niet meer in die buurt te begeven), maar ik moet dringend toch eens bij Fantagraphics geraken. Dat ligt nog meer uit de weg –ik moet er zelfs een bus voor nemen– maar ik ben eigenlijk wel redelijk erg bang om tot daar te gaan (voor mijn portefeuille dan toch).

Die Battle Royales heb ik nog gauw voor ons vertrek thuis uitgelezen, maar ale Bat-boeken zijn hier gekocht. Het Batgirlboek is –net zoals de War Drums– maar een verhaal dat een beetje aan de eenvoudige kat is. Weinig diepgang, zwart/witte stereotypering, dun verhaaltje; Andersen Gabrych wordt niet meteen mijn favoriete scenarist.

Helemaal anders is het gesteld met de Hushboeken door Jeph Loeb. Daar is over nagedacht, er steekt structuur in, er wordt een zekere dimensie in de typering van de personages gelegd, kortom, interessante en spannende lectuur.

Maar we gaan toch eens op zoek moeten naar de graphic novels, en daar hebben ze niet meteen een grote keuze van, bij Zanadu. Op naar Fantagraphics?

  1. Battle Royale, book 5 / Koushun Takami, Masayuki Taguchi / 2004 / **
  2. Battle Royale, book 6 / Koushun Takami, Masayuki Taguchi / 2004 / **
  3. Batman: Hush, Vol. 1 / Jeph Loeb, Jim Lee, Scott Williams / 2004 / ***
  4. Batman: Hush, Vol. 2 / Jeph Loeb, Jim Lee, Scott Williams / 2004 / ***
  5. Batman: War Drums / Andersen Gebrych, Bill Willingham / 2004 / *(*)
  6. Batgirl: Destruction’s Daughter / Andersen Gebrych / 2004 / *(*)

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(strips vorige maand)

thuis

Ons huis. Het staat er nog! Met dank aan reporter Huug, die ons vandaag het bewijs doorstuurde waar we nood aan hadden. Maar wat doen die lelijke –maar zonder twijfel veel efficiëntere– aluminium plooi-ijzers daar rond onze boom? En ook, wederom dank zij de onversaagde verslaggever, weten we nu meteen dat de schoonouders ons huis en onze kat effectief komen bezoeken. Want komt die wagen ons daar niet heel bekend voor?

we're in Seattle, baby

We hebben nog meer nieuws gekregen van onze reporter (hebt u zijn schaduw én zijn boodschappentas opgemerkt in de foto?), maar daar moet u nog een weekje op wachten. En dan krijgt u mogelijks zelfs een video te zien!

Het is hier wel heel leutig, maar we missen toch wel erg den omgang met de mensen thuis, de concerten, de persconferenties, de lunches, de zondagse jazz bij Tuur. Gelukkig is er nog de (interne) mailing lijst van Het Project en de berichtgeving op Gentblogt zelf. En Skype. Nieuwtjes (zoals het bovenstaande berichtje en het pakje van Els) zijn heel erg hartverwarmend. Wreed wijs!

films 200804

Twee films slechts, op een ganse maand. En ik vermoed dat ik mijn volgende film pas zal zien in het vliegtuig op de terugreis naar België. We hebben hier geen televisie –een uitzondering misschien in de USA– maar we missen het niet echt. Het waren nochtans twee goede –of op zijn minst: onderhoudende– films die ik tijdens de heenreis heb bekeken. Ik heb geprobeerd nog een aantal andere te bekijken –bij BA konden we ook in economie onze film zelf kiezen en pauzeren, etc– maar de meeste waren gewoon te saai of te voorspelbaar.

Na Constantine verblijdt video-regisseur Francis Lawrence ons met I Am Legend. Of moet dat zijn: na I, Robot is acteur Will Smith alweer genietbaar in I Am Legend. Met vermoeide ogen –die er niet in slaagden zich tijdens No Country for Old Men open te houden– heb ik deze film met veel plezier gezien op onze vlucht van Londen naar Seattle. Commercieel, een beetje een afkooksel van vanalles en nog wat, maar het hield mij bezig. En is dat niet een beetje waarom men kijkt?

Atonement is goed bevonden, temeer omdat waar ik voor vreesde is geen waarheid geworden. Noch regisseur Joe Wright, noch actrice Keira Knightley zijn in het soort oppervlakkigheid van Pride & Prejudice vervallen. Het boek is toch beter dan de film, maar de keuzes die Wright heeft moeten maken, zijn helemaal niet slecht uitgedraaid. Ik was behoorlijk onder de indruk van de manier waarop hij van flashbacks heeft gebruik gemaakt om de standpunten over eenzelfde gebeurtenis door twee verschillende personen weer te geven. Het einde vond ik veel minder, maar het was dan ook bijna onmogelijk om de subtitliteit en de kracht van het boek te evenaren. De parallellen met Forster en Merchant-Ivory zijn helemaal niet uit de lucht gegrepen, zowel wat betreft de thematiek als de ontwikkeling van actrice Keira Knightly die angstvallig op de jonge Helena Bonham Carter gelijkt. Benieuwd naar zijn (hun?) volgende.

  1. Atonement / Joe Wright / 2007 / vliegtuig / ***
  2. I Am Legend / Francis Lawrence / 2007 / vliegtuig / **

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(films vorige maand)

coffeecoffee buzzbuzzbuzz

Geen nieuws van het koffiefront. Vanochtend toen ik ging lopen trok ik vol moed de deur open, enkel om nog steeds geen pakje op de brievenbus te vinden. Óp de brievenbus, want zo’n pakjes passen natuurlijk niet ín die very cute maar niettemin very small Amerikaanse brievenbussen. Straks als ik terugkom, dacht ik vol goede moed.

Gisterenavond, net voor ze gretig begon te snurken en ik dus de slaap niet kon vatten, had Tessa immers nog voorspeld: “ik heb het gevoel dat er morgen een pakje gaat zijn.” En dan mag u daar gerust het uwe van denken –dat doe ik normaal gezien ook– Tessa’s voorspellingen zijn hier in Seattle al allemaal uit gekomen. Ze heeft er nog maar twee gedaan (die van dat pakje inbegrepen), daar kan het ook aan liggen, maar toch, toen ze dinsdagochtend naar het werk vertrok, had ze voorspeld dat ik die dag iets over mijn fototoestel zou horen, en voorwaar, later die dag kwam inderdaad het verlossende telefoontje.

Maar helaas, ook toen ik van het lopen terugkwam, lag er geen pakje.

Noch toen ik met Henri inkopen ging doen, noch toen we van die inkopen terugkeerden, was er een pakje te bespeuren.

Kirby (u mag zijn naam gerust weten, ik heb tenslotte zijn adres –dat eventjes het onze is– op het internet gezet) had ons gisteren verteld dat hij een sleutel van zijn garagepoort had laten bijmaken, en dat we dus vanaf vandaag ook zijn fietsen konden gebruiken (we worden hier nogal in de watten gelegd). Toen we van de boodschappen en de lunch terug thuis kwamen was Henri niet meer te houden. “Op voorwaarde dat we daarna koffie gaan kopen”, was mijn flauwe tegenvoorstel, want dat doet hij maar al te graag.

Edoch!

Laat ik even een pause dramatique inlassen.

Wat stond er ons óp de brievenbus op te wachten, toen we van ons fietstochtje terugkeerden? Een pakje! Voor Henri. (Blijdschap en droefnis tegelijk.)

Edoch!

Wat stak er ín de kleine brievenbus? Een pakje! Voor mij! (Blijdschap alom.)

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

Mijn Grote Dank en Erkenning gaat dan ook naar Els P. uit het verre Gent die gehoor heeft gegeven aan mijn smeekbede. Vanochtend had ik het laatste beetje min of meer deftige Seattle koffie gemalen, maar de Misore van de Mokabon heeft hier toch zijn gelijk nog niet gevonden. Ik heb maar een fractie van de hoeveelheid Amerikaanse koffie nodig om het haar op mijn armen recht te laten staan. Heel erg bedankt, het smaakt fantastisch.

En dank aan oma N. van Henri voor de boeken, zo staat hij op mijn rug te mokeren.

U ziet twee blije mensen in die spiegel. Maar als u het mij vergeeft, ik ga even mijn tweede kop koffie zetten. Ik heb heel wat schade in te halen. (Dankuwel Els!)

boeken 200804

Geheel tegen alle verwachtingen in, heb ik toch nog twee boeken gelezen, deze maand. Het moet zijn dat we onze draai toch al een beetje hebben gevonden, hier in het verre Amerika.

Wat mij een klein beetje tegensteekt aan Murakami’s schrijfsels, is de bijna kinderlijk-onschuldige manier van vertellen, dat ik lange tijd als een gebrek van de vertaler heb aanzien. Ik heb de auteur nu echter al door drie verschillende vertalers gelezen, en allen vertalen ze op dezelfde manier. Spijtig dat ik geen Japans ken (hey, anders kon ik ook tattoos vertalen). Maar misschien schuilt ook daar ook ten dele de kracht van Murakami in. De meest gewaagde (nu ja) zaken kan hij zo op vanzelfsprekende manier beschrijven, of het nu gaat om sex of iemand de kop in slaan.

Van dit boek heb ik in elk geval genoten. Het is nogal groot in omvang, maar elk blad leidde tot noodzakelijke vooruitgang in het verhaal. Oorspronkelijk eindigde het boek met het tweede deel, achteraf heeft de auteur er nog een derde deel aan gebreid, waardoor de omvang meteen ook verdubbelde. Aanzie het als een lange wandeling met vreemde gebeurtenissen, laat u gewoon meedrijven en geniet.

The Ruins is zo commercieel als maar kan zijn. Zonder enige twijfel geschreven met een verfilming in het achterhoofd, getuige daarvan die paar gratuite en niets ter zake doende sexachtige scènes (die door heel bevreemdend over komen –het past er gewoon niet in), en de knulachtige aanloop tot een sequel (het einde is goed, maar die paar laatste zinnen staan er enkel om eventueel een vervolg te kunnen schrijven). Maar het boek/verhaal is wel meeslepend. Ik heb het in ongeveer één weekend uitgelezen, zaterdag gekocht, maandagochtend was het uit, en dan alleen omdat ik zondag te moe was om dan verder te lezen. En ik heb meteen het ander boek van Smith gekocht.

  1. De opwindvogelkronieken / Haruki Murakami / 2007 / ****
  2. The Ruins / Scott Smith / 2008 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

view

Verschrikkelijk, die Mike Stacey. Ge kunt zijn flickr account niet op, of hij heeft alweer een prachtige foto geüpload.

Het is gewoon fantastisch hoe hij zo’n schitterende kleurengradaties kan vastleggen: voldoende kleur, maar niet overgesatureerd; voldoende discreet, maar niet “plattekes“. Hij werkt op large format –vanzelfsprekend– maar dat uit zich niet op internet; ik ben benieuwd wat dat geeft op print. En hij gebruikt Portra NC.

En dan heb ik onlangs deze mens (her)ontdekt, Gregory Crewdson (ik denk ergens via een link op flickr ook), en dan blijken al zijn foto’s minutieus in scène gezet. Hij doet er maanden over om zijn foto te concipiëren. Ook al gemaakt met een large format view camera (hij staat met een 10×8 op zijn wikipedia foto, geloof ik).

copyright Gregory Crewdson

Wat voor een fantastische details moet dat niet geven op zo’n grote print. (En hoeveel moet dat allemaal niet kosten.)

recuperatie

Zoals verwacht tracht ik het hier redelijk rustig te houden, vandaag. Labour Day mag dan wel pas plaatsvinden in september, hier in de USA, ik lig op mijn gemak in de zetel een boekje te lezen. Veel meer kan ik ook niet doen, want mijn hoofd bonkt, mijn benen willen niet mee, en mijn ogen vallen dicht. Niet dicht genoeg om Henri geen les te kunnen, jammer genoeg voor hem –maar hij heeft gisteren een vrije dag gehad. En we houden het –zoals vermeld– rustig.

(Al heeft de telefoon nog niet stil gestaan, vandaag. Volgende week vertel ik u daar meer over, maar ik heb duidelijk minder schroom dan thuis om mensen op te bellen.)

De combinatie van een uur te lopen + bijna onmiddellijk daarna meer dan 7 km (uphill) te wandelen, blijkt niet meteen voor herhaling te zijn. En vanavond gaan we in het kielzog van gastheer K. wat gallerijen bezoeken, dus ik sluit nog even de ogen.

Grand Opening

Toen we bij Photo-tronics mijn camera gingen ophalen, waren we eigenlijk vlakbij de Space Needle. Henri wou er maar al te graag heen, maar ik zag het op dat moment niet meteen zitten, omdat we reeds redelijk wat achter de rug hadden, maar dat er ons eigenlijk nog een heleboel meer te wachten stond. “Voor het einde van volgende week gaan we ernaar toe”, beloofde ik hem.

Het protest viel mee, waarschijnlijk (hopelijk) omdat hij weet dat ik van mijn woord ben. Of we dan eens tot aan het water konden gaan? Een straat of twee verder zagen we Lake Union schitteren in de zon, en het lag niet eens ver uit de weg om er langs te gaan. Toen we het water bereikten was de hemel nog rdelijk zwaar bewolkt (zie foto hieronder), maar toen we dat brugje waren over gelopen, brak plots de zon door.

we're in Seattle, baby

Aan de overkant wachtten ons een heleboel mensen, en een grote pancarte maakte ons duidelijk dat het Lake Union Park uitzonderlijk open was vandaag tussen 11.00am-1.00pm. Het eerste deel van een geplande verbouwing (opening in 2010) was afgelopen, en werd door burgemeester en notabelen plechtig ingehuldigd. De brug, waarlangs we zopas het water waren overgestoken, was luttele minuten voordien geopend.

we're in Seattle, baby

Er waren allerlei festiviteiten aan de gang, met free food and drinks, waarvoor de rijen ons echter iets te lang leken om aan te schuiven. Er werd zalm gerookt, er werden boottochten georganiseerd, er was een Bubble Man (zeepbellenblazer), en we mochten overal vrijelijk in en uit.

we're in Seattle, baby we're in Seattle, baby

Zo ook op het stoomschip Virginia V, waar Henri ijverige de rugzak-met-wieletjes mee naartoe rolde. Een beetje verder zagen we overigens het FHCRC liggen, maar Tessa vertoefde dan nog in het UW Hospital voor de rondes.

Maar ik denk dat hij het leuk vond.

we're in Seattle, baby

we're in Seattle, baby

we're in Seattle, baby

we're in Seattle, baby

5D: back in business

we're in Seattle, babyHet verlossende telefoontje kwam gisteren. Ik kon nog net de drang onderdrukken om de 23 blocks naar beneden te spurten, maar vooral het besef dat ik de 3,5 km nadien opnieuw moest opklimmen, bezweerden mij dat het al laat op de namiddag was, en dat ik er maar beter een nachtje kon laten over gaan. In mijn redenering was ik inderhaast vergeten dat er vanochtend een run op het programma stond, ik vrees dat er wat spierpijn ligt aan te komen.

Geheel in eerste-meistemming heb ik Henri vandaag dan maar vrijaf gegeven, en vanochtend trokken we –te voet zoals steeds– naar Photo-tronics. Henri had zijn rugzak-met-wieltjes meegenoen, omdat hij liever onmiddellijk daarna ook de boodschappen wou halen. “Anders moeten we eerst nog naar huis, en dat is een omweg.”

Meer dan 7 km hebben we gestapt –met een intermezzo (daarover meer in een volgende post)– en we waren dan ook totaal uitgeput toen we vanmiddag terug hier toekwamen. 386,95 USD armer, maar met een werkend toestel. (Als het nu nog eens kapot gaat, dan zou het wel eens kunnen dat ik de digitale fotowereld voor een tijdje vaarwel zeg.) Ik heb drie maanden garantie op de herstelling, dus ik zit al zeker goed voor de duur van ons verblijf hier.

“Papa,” spraak hij half verontwaardigd toen hij met met het fototoestel zag prutsen, “de eerst foto die je maakt zal er toch wel één van mij zijn, zeker?!” En hij nam onderstaande pose aan. (En dan die op de foto hierboven.)

we're in Seattle, baby

Och, ik ben maar al te blij dat hij wil poseren. (Ja hij ziet wat bleekjes. Het was slecht en hard middaglicht. En we komen eigenlijk niet zoveel buiten, met al die regen hier.)