Tessa was ziek

Enfin, de titel van dit stukje was oorspronkelijk “Lemon-Drenched Lemon Cake“, en ik was half van plan om dat vorige week te maken, omdat Tessa toen ziek was, en een beetje comfort food wel kon gebruiken. Ja, iets met citroen is wel degelijk haar idee van comfort food. Ze is een paar dagen thuis gebleven, maar vertrok op een ochtend vastberaden maar een beetje pips naar het werk –enkel om in de vroege namiddag terug aan de deur te staan. En toen wou ik die cake bakken.

Ondertussen ben ik zelf ziek, van migraine naar iets wat nog steeds in mijn hoofd en maag zit, en de gedachte aan voedsel is nog steeds niet heel erm… comforting. Vanavond is er bovendien, wat bezwangerd is met de belofte om een geslaagd concert te worden in Mineral Jazzclub, met Mógil (en achteraf Bang!). Niet te missen volgens mij (5 euro is echt wel een koopje), en ik ga nog zien of ik er mij zelf heen kan slepen.

migraine

Gisteren nog, ben ik van Westende naar huis teruggekeerd. Ik ben er niet eens 24 uur verbleven, maar ik voelde mij met de moment zieker worden. Mijn boek was uit, mijn krant gelezen, en ik zag het niet zitten om buiten lange wandelingen te ondernemen. Dus ben ik maar alleen terug huiswaarts gekeerd –de zee doet wonderen voor de ademhaling van Tessa en Henri.

Zelf heb ik vanmiddag de ziel uit mijn lijf gekotst, in de vorm van de frambozen, appels, en het stuk perentaart dat ik mij vanochtend als ontbijt had genomen. Al was er van vorm niet veel sprake meer.

De rest van de dag heb ik zieltogend in bed doorgebracht, vergeefs proberend de slaap te vatten, en zoveel mogelijk trachtend het weinig water dat ik tot mij nam ook in mijn lijf te houden. Rond vier uur kwamen Tessa en Henri thuis –daarmee mijn record verbrekend van de dag voordien. Zij deden er iets meer dan drie uur over om met het openbaar vervoer naar huis te komen, ik daags voordien net geen drie uur.

Ik blijf in bed, en dank de voorzienigheid dat ik de grendel niet voor de voordeur heb geschoven, zodat Tessa en Henri zonder mijn interventie binnen kunnen. (Geen Opatuur voor mij vanavond. Helaas.)

kerst –bijna

Vandaag ben ik met een redelijke misselijkheid opgestaan, en hoewel die onder velerlei positieve impuls de kop werd ingedrukt, kwam mijn gal onder weer andere stimuli kokhalzend mijn smaakpapillen verpesten. U hoeft geen boodschap te hebben aan, of te zoeken in, deze zin. Ik was overigens niet de enige, want mijn schoonvader is –sterk tegen zijn zin, zo bracht mijn schoonmoeder te zijner monde mij de boodschap– door hetzelfde euvel aan zijn bed gekluisterd, van migraine tot kopvalling, en daarbij willen we beiden liever niet geweten hebben welk van die vervloekingen juist de overhand heeft gehaald. Ik ben zelfs niet gaan lopen vandaag, hoewel er tot mijn groot genoegen eindelijk weer een deftige afstand op het programma stond: 25 km. Ik herinner mij nog levendig dat ik al danig van mijzelf onder de indruk was toen ik twee keer de afstand van de Watersportbaan in mijn knikkende knieën had gekregen (een tien kilometer is dat dan).

Gemaakt heb ik, over twee dagen verspreid: een chocoladetaart, het recept waarvan ik morgen zal onthullen. Onderwijl zat het gezin duchtig te… werken. Eén van beiden toch.

thuis

Gekregen heb ik –na een eerdere milde gift van chocolade en jazz– een ferrarirode mandoline (van de Buyer). Maar ik vertel er u later allemaal meer over. Tijd voor Opatuur.

ziekskes

Beurgh. Verkouden. Meer snot dan hersenen. Maar. Maar! Waar ik vroeger dan zieltogend in mijn bed kroop, ben ik vandaag gewoon 30 km gaan fietsen. Met felle tegenwind op de terugweg (amai, nogal). Nadat ik vanochtend met Henri op controle ben gegaan (het is al flink verbeterd), nadien bloem heb ingeslaan (10 kg tarwe, 5 kg grootmoeder, 5 kg bourgondisch volkoren, 1kg dolmen, een pak rozijnen en een pak rietsuiker), en Henri naar school heb gebracht. En straks naar Vooruit voor de electronische jazz van Humcrush & Sidsel Endresen. Bring it on (en breng een pakske zakdoeken mee).

u rijdt 10

Morgen zal ik het mij zeker beklagen, maar vandaag heb ik er van genoten. De drang naar endorfines was te groot, de voorraad chocolade te klein, dus ben ik vandaag –ondanks de stevige verkoudheid met hardnekkige keelpijn– toch gaan lopen. Heel erg op het gemak, met een hartslag die nooit boven de 155 bpm is uit gekomen. En dat was niet makkelijk met zo’n tegenwind.

Het bad achteraf deed verschrikkelijk deugd, de twee grote glazen water ook.

“U rijdt 10”, beweerde het snelheidsmetende bord in grote led-cijfers toen ik het bij de aanvang van mij route passeerde. Niet erg, want ik mag er immers dertig, daar onder de brug aan de Eedverbondkaai. En bovendien rijd ik niet, maar loop ik. Wat is eigenlijkheid het snelheidsrecord voor de mens? Kan een normaal mens wel dertig halen? (Jawel, zegt Wikipedia: In een sprint worden soms snelheden van 50 km/h gemeten. Al kan men zich afvragen of een sprinter wel een normaal mens is natuurlijk.)

nog ziek

De madam heeft het mij goed doorgegeven, vrees ik (ze steekt het gewoontegetrouw op de zoon natuurlijk, die arme jongen). Terwijl zij weer vrolijk en gezwind (lees: totaal afgemat maar dat stijfkoppig negerend tot ze wéér stuikt) aan het werk blijft, lig ik thuis zelfverklaard te zieltogen. Geef toe, ik heb er een passende dag voor uitgekozen, met die alles omringende storm.

Alles heb ik al geprobeerd ondertussen, van citroensap met warm water, citroensap met hete thee, tot Henri’s favoriete warme melk met chocoladesnippers en honing –tot ik mij bij de eerst teug herinnerde dat ik helemaal geen honing lust. Nog geen wasabi nee (u weet wie u bent).

Vanavond staat Eugene Chadbourne op het programma (die donderdag nog eens terugkomt met The Germans, maar dan ben ik thuis). Het begint maar om 22u, dus tegen dan zal ik wel al uit mijn bed geraakt zijn, hoop ik. Als avondmaal bak ik wel een ei voor de kroost, en dan ga ik morgen wel bij de slager langs en om groenten.

(Ik heb hoofdpijn ook, en vaak is dat de voorbode van een uitstekend concert. En voor 4 euro kunt ge niet bekocht worden.)

ziek

We zijn ziek. En het is allemaal de Amerikaanders hun schuld. (Ge begint nu al, Bruno, en ge zijt nog niet eens ter plaatse!) Ik steek het op die lange tijd dat ik in Brussel diende rond te dwalen, wachtende tot de ambassade haar ding had gedaan met mijn geliefde. Een situatie die zich in een uitputtingsslag heeft gemetamorfoseerd –ge kunt niet winnen van administratie– gezien ook de dokter aan de bedstee ligt gekluisterd. Ware het niet dat ze maandag terug bij de demon wordt verwacht, en dat zij daarvoor in het bezit moet zijn van haar fotografische beeltenis. Een lichtdrukmaal dat niet zomaar kan worden bijeengetoverd, en waarvoor zij reeds de ganse dag druk in de weer is. Graag had ik haar bijgestaan, maar de nood is bij mij niet zo dwingend en daarom kan ik veel gemakkelijker toegeven aan de zachte dwingelandij van mijn bed –en de digicorder. Ach kijk, daar zingt zij weer –ik hoor u later nog wel (of gij mij).

draaiingskes

Vannacht heb ik iets redelijk transcendentaals meegemaakt. Minstens twee keer –voor zover ik het heb geregistreerd– ben ik wakker geworden… om flauw te vallen. Serieus. Stel u voor, ge ligt heerlijk te slapen. Plots wordt ge wakker, draait alles rond u heen, voelt ge u wreed licht worden, en… klik: daar valt ge geheel weg.

En nee, het was geen droom. Het is nog eens gebeurd, en toen ik vanochtend opstond, viel ik meteen in bed terug.

“Och, ’t is iets viraals”, zei doktoor Tessa nonchalant. En toen ze mijn gezicht zag blokte ze meteen af: “nee, ge kunt daar niets tegen doen. En niet meer met de auto rijden!” (Ik moest vanochtend iets dringends gaan afleveren.)

Dank u, dokter. Dat is dan 500 frank zeker?

Ze loopt zelf al een paar maand ziek (“maar nee, ’t is mijn allergie”), waardoor de gezondheid hier stilletjesaan in een vicieuze cirkel valt. Voornamelijk beperkt het zich tussen haar en Henri, maar ze hebben blijkbaar besloten mij mee te sleuren in hun loop.

rasp

Dju toch. Ik was er echt van overtuigd dat ik eraan ging ontsnappen, dit jaar. Ik had al een halfdeftige verkoudheid achter de rug (en voldoende hoofdpijn/migraine), maar door de aanhoudende stroom bacteriën –door mijn huisgenoten welwillend en (de laatste paar weken) onaflatend geproduceerd– voelt mijn keel als het spreekwoordelijke schuurpapier aan. En zitten mijn sinusholtes vol mucus. Ik beloof niets, maar als u mij vanavond op de SvhJ-uitreiking tegen het lijf loopt, verhoogt dat volgens mij uw kansen op een aantal extra verlofdagen.

hypochondrie

Ge maakt mij ziek,
zeg ik dagelijks tegen haar
die mij stellig weerlegt
met een allergie

Nochtans is haar adem
van wilde viooltjes
of kaneel of zijdezachte munt
nu bacteriewarm

En grijpt zij mij de keel
en kweekt het snot
en slijm en hoest

Dat leger dat over mijn gelaat
Mijn neus mijn longen
Binnendringt en ziekt

Gij zijt een hypochonder
fluistert ze mij toe
terwijl haar zacht gekus
nog meer miserie brengt