ziek

We zijn ziek. En het is allemaal de Amerikaanders hun schuld. (Ge begint nu al, Bruno, en ge zijt nog niet eens ter plaatse!) Ik steek het op die lange tijd dat ik in Brussel diende rond te dwalen, wachtende tot de ambassade haar ding had gedaan met mijn geliefde. Een situatie die zich in een uitputtingsslag heeft gemetamorfoseerd –ge kunt niet winnen van administratie– gezien ook de dokter aan de bedstee ligt gekluisterd. Ware het niet dat ze maandag terug bij de demon wordt verwacht, en dat zij daarvoor in het bezit moet zijn van haar fotografische beeltenis. Een lichtdrukmaal dat niet zomaar kan worden bijeengetoverd, en waarvoor zij reeds de ganse dag druk in de weer is. Graag had ik haar bijgestaan, maar de nood is bij mij niet zo dwingend en daarom kan ik veel gemakkelijker toegeven aan de zachte dwingelandij van mijn bed –en de digicorder. Ach kijk, daar zingt zij weer –ik hoor u later nog wel (of gij mij).