Naast een onwaarschijnlijke hoeveelheid snot, hebben zich ook twee vrouwen in mijn hoofd genesteld. Enfin, drie, want die ene zal er ook nooit meer uit geraken (nog goed dat ik geen dochter heb).
Na de manga’s, ben ik op ontdekkingsreis getrokken bij de Amerikaanse Superheroes. Mijn eerste stop was Batman –ik ben een beetje ambigu benieuwd naar Holy Terror, Batman!, dat dit jaar zou verschijnen, en waarin Frank Miller alle propagandaregisters open trekt tegen Al-Qaeda. “It is bound to offend just about everybody“, zegt hij er zelf over. Ik ben een beetje geïnteresseerd geraakt in Batman sinds Arkham Asylum, geschreven door Grant Morrison en getekend door Dave McKean (begin jaren 90 was ik wreed into Dave McKean, mede door zijn samenwerking met Neil Gaiman).
Edoch, voor mij in Batman te verdiepen, bevind ik mij bij Catwoman en Batgirl. De laatste (in de Cassandra Cain versie) kent in de eerste episode (Silent Running) alvast minder diepgang; het is vooral Batman die met haar in zit. Catwoman daarentegen is een en al erm… diepgang. Bij Tim Sale is Catwoman nogal voluptueus (iets té naar mijn smaak); veel minder zo bij David Lopez. Al zijn de tekeningen wel intrigerender bij Sale.
Een groot verschil tussen beide episodes, want waar Catwoman zich bij Loeb en Sale nog in de bekende superhero omgeving bevinden, situeert het verhaal van Pfeifer en Lopez zich in de One Year Later periode. One Year Later speelt zich af een jaar na de Infinite Crisis, iets waar ik nog bitter weinig van afweet. Enkel dat hij volgt op de eerste crisis (Crisis on Infinite Earths), en dat er nog een volgt: Final Crisis. Oh, en wat er gebeurt is tussen die Infinite Crisis en dat One Year Later, wordt verteld in de serie 52 (zoals de 52 weken van een jaar). Bent u nog mee? Ik niet geheel in elk geval, maar ik ben er wel zeer nieuwsgierig naar.
In elk geval, die vrouwen zitten in mijn hoofd (ééntje zelfs in twee versies). Ik ga binnenkort nog eens bij Betty Boop langs(*), denk ik.
—
(*) Ja, dat kan allemaal ook via Amazon. Ik ga liever langs bij de Gentse middenstand. De Poort voor de Belgische en Franse strips; Popville voor de graphic novels, en Betty Boop voor manga’s en comics.