de euro

“Wilt ge nu eens wat weten”, vraag ik aan Henri, op weg naar de Safeway. Waarop hij steevast “nee” antwoordt maar eigenlijk “ja” bedoelt, en ik hem dus fronsend aankijk tot ik het goede antwoord hoor.

“Ik heb geen idee meer hoe de euro’s eruit zien, en welke muntstukken we allemaal hebben.”

Hij slaakt een kreet van verbazing. “Maar, maar… en ik moet tijdens de lessen wiskunde juist altijd het gepaste geld berekenen en zo weinig mogelijk geldstukken uitgeven. En mijn… mijn… meester weet zelf niet eens welke stukken dat allemaal zijn.”

De ganse terugweg –en deels thuis– heb ik het mogen aanhoren. Bjzonder uitgebreid heeft hij me onderhouden over de munstukken, de koperen en de gouden en dan die van één en twee euro –“dat zijn bij ons zo geen briefkes gelijk hier, de briefkes beginnen maar bij vijf”– en hoe die respectievelijk zilver vanbinnen en goud vanbuiten zijn en omgekeerd.

“Papa toch”, besluit hij hoofdschuddend zijn betoog.

“Grmbl. Ge zoudt beter wat rapper eten”, mompel ik hem tussen twee happen door toe.

brioche

Uit het duister klinkt het: “Daar in Amerika, Bruno, maakt gij daar geen eten meer klaar?” En dan word ik –nacht na nacht opnieuw, badend in het zweet– wakker. “Ik zet mij aan het werk, beste mensen, u kan op mij rekenen”, roep ik het duister terug. Het is drie uur ’s nachts en Tessa kijkt mij verongelijkt aan. Ge zoudt voor minder, want binnen twee uur moet ze er al uit. “Ik maak u een brood, liefste,” fluister ik haar verzachtend toe, “zoals ge er nog nooit een hebt gegeten.”

Feit is dat ik over mijn broden niet tevreden geraak. In het thuisland was ik heel dicht bij een eerste goede recept, maar de bloemsoorten die ik hier in Seattle op de kop kan tikken, zijn ver van ideaal. Zeer geschikt voor brownies en muffins, maar niet voor brood. Laat ik dan maar een echt decadent brood maken, dacht ik. Eentje dat net geen cake is, maar eigenlijk ook geen brood meer: een brioche.

de brioche

Het internet is de moeder van alle recepten, en ik kwam al gauw terecht bij La Cerise (die ik prompt in mijn nieuwslezer heb gestoken). Zij vertrok van een recept dat vroeg om bijna een gelijke hoeveelheid boter als bloem, maar behaalde naar eigen zeggen uitstekende resultaten met een recept dat naar de helft boter vereiste.

Benodigdheden

  • 500g bloem
  • 250g boter, op kamertemperatuur (ik gebruik altijd gezouten boter)
  • 6 eieren
  • 60g fijne suiker
  • 60cl melk
  • 20g verse gist (ik had enkel chemische, droge gist, en daarvan heb ik twee TBSP gebruikt)
  • een snuifje zout

de brioche de brioche

Zo gemaakt

Enfin, het duurt een tijdje. Ik heb een paar shortcuts genomen, Astrid van La Cerise doet er veel langer over (lees vooral haar wedervaren) –en bekomt waarschijnlijk nog betere resultaten.

Meng een soeplepel of twee bloem met de melk en de gist tot een papje, en laat dat een half uurtje afgedekt op een warme plaats staan.

Meng zout, bloem en suiker, en voeg er vier eieren aan toe. Meng als goed, en voeg er dan het gistpapje bij. Voeg er dan de laatste twee eieren aan toe. Voeg beetje bij beetje de boter toe, en meng alles tot een homogeen geheel.

Tot de boter eraan te pas komt, is dit nog zeer werkbaar met de handen. Zodra de boter erbij komt, wordt dit een behoorlijke plakboel. Als er één recept is dat schreeuwt om een deegkneder (genre Kenwood of Kitchen Aid), dan is het dit wel. Ik weet niet hoe ik het gedaan heb, maar ik ben er uiteindelijk toch in geslaagd om de brij homogeen te kneden/bepotelen, en zo goed als allemaal terug in een kom te krijgen.

Dek de kom af, en laat dit een uur of twee-drie rijzen.

Plaats in de ijskast, gedurende een uur (of twee), tot het deeg voldoende afgekoeld en dus ook weer handelbaar is. Het deeg kan nu in een grote of kleine brochevorm(en). Ik had geen van beide, dus heb ik mijn gewone cake-/broodvorm gebruikt.

Laat dit opnieuw een uur (of twee) rijzen.

Verwarm de over voor, op 180°C voor de grote versie of op 200°C voor de kleine brioches. Bak gedurende ongeveer 35 minuten (grote) of 12 minuten (kleine). Voor de glans kan u de brioches voor ze de oven ingaan met een losgeklopt ei bestrijken (ik wist dat ik iets vergeten was).

Zowel warm, als koud (met confituur), als getoast verschrikkelijk lekker. Tessa stuurde zelfs een e-mail om te zeggen hoe lekker het was.

Smakelijk!

Rampart Ridge Trail

We hadden het reeds over het hoogste en het laagste punt dat we bezocht hadden bij onze uitstap naar Mount Rainier National Park. Daar tussenin zijn we nog een paar keer gestopt, maar de langste trail die we hebben gevolgd, lag in het verlengde van de Trail of the Shadows in Longmire. (Het eerste pad dat we hadden bewandeld.)

Longmire Longmire

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Dit was het zicht dat we hadden vanop de korte Trail of the Shadows. Die liep eigenlijk rond de vlakte (zie de foto’s hierboven), die bestond uit opborrelende mineral springs. Dat water kwam ondergronds de berg(en) af –zo werd op de borden uitgelegd– nam koolzuur op, verzamelde zich op de vlakte, en borrelde daar naar boven.

Rampart Ridge Trail

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Ter hoogte van bovenstaande foto was er een vork waarlangs we de korte trail konden verlaten, en zo op de Rampart Ridge Trail terecht kwamen. Dat pad leidde ons het woud door, zigzag de berg op. Waar we beneden op de kleine trail nog door de sneeuw dienden te waden, was het pad dat de berg opging, bijna geheel sneeuwvrij. Het smeltwater stroomde echter langs vele beddingen de berg af, waardoor het pad op sommige plaatsen moeilijk begaanbaar was. En we hadden duidelijk niet het geschikte schoeisel aangetrokken.

Rampart Ridge Trail Rampart Ridge Trail

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Boven zou de Rampart Ridge Trail in de Wonderland Trail opgenomen worden, en als we die naar rechts volgden, dan zouden we vanzelf opnieuw bij de Longmire basis terugkomen. De Wonderland Trail is een 150 kilometer lang pad, dat zowat het hele National Park rondloopt. Een 200-tal mensen leggen jaarlijks het volledige parcours af –en doen daar ongeveer 14 dagen over– en het kriebelde waanzinnig hard om één van die 200 te zijn. Ooit eens –want, los van het feit dat we op zo’n onderneming niet waren voorzien en andere praktische hinderpalen, was het veel te vroeg in het seizoen om de tocht aan te vangen.

Rampart Ridge Trail

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Toen we bijna de berg opgeklommen waren, nam de sneeuw opnieuw toe. Voor we het goed en wel beseften was het pad volledig ondergesneeuwd, en was het onmogelijk om verder te wandelen. Niet alleen was de sneeuw te diep, maar we konden onmogelijk bepalen waar het pad verderging. Voeg daar nog eens bij dat er zich onder de sneeuw vaak kleine, snelle stroompjes bevonden die het smeltwater van de berg afvoerden, en er zat niks meer op dan rechtsomkeer te maken.

Jammer, maar het was slechts een te verwaarlozen domper op de wandeling die we hebben kunnen maken in de prachtige natuur.

twee winkeltjes, liefje

Voor het eerst in lange tijd is het goed weer in Seattle. Het is een running joke bij alle locals waarmee we te maken krijgen. “So, how do you like Seattle so far“, vragen ze steevast als we vertellen dat we hier voor drie maanden zijn. “It’s great, now that the sun is out“, vertelden we nog aan de bankbediende vandaag. Wat resulteerde in breed grijnzende gezichten alom.

“Het valt toch goed mee”, vindt Tessa, die er vanzelfsprekend niet echt mee inzit dat het oude wijven regent of koud is terwijl zij binnen haar rondes afloopt en wij vanachter de grote terrasramen verlangend naar buiten kijken. Nog een week of twee maximaal en we kunnen het schooljaar afsluiten: Henri en ik zijn helemaal voorbereid op de hittegolf die nadien zonder enige twijfel Seattle liefhebbend zal omarmen.

Voorlopig stellen we het met die paar warmere weekends. Dit is een verlengd weekend bovendien, want overmorgen is de laaste maandag van mei, en dat is Memorial Day –een beetje zoals wapenstilstand bij ons.

“Laat het ons rustigaan doen, vandaag,” besloten we unaniem, “we gaan gewoon downtown naar die Italiaan eten, en dan kan Henri eens in de Magic Mouse binnenspringen.” Een goed plan, voorwaar. “Oh, en ik zou graag nog gewoon twee winkeltjes bezoeken, liefje”, voegde Tessa er nog aan toe. Twee.

Van de Italiaan ging het naar de Magic Mouse (een spy watch voor Henri); naar de G. Gibson Gallery (om werk van Michael Brophy te bekijken); naar de Rocky Mountain Chocolate Factory (voor een appel); naar A Mano (and very European, zo werd het ons toegefluisterd alsof het een zoete zonde was); Borders (ik smijt mij binnenkort op Capote en de biografie van Sylvia Plath); Anthropologie (beter dan Urban Outfitters!); om uiteindelijk af te ronden bij Monorail Espresso (burnt creme latte). Oh, en een klim langs Pike Street van 5th naar 15th.

Zes uur van ons leven, zeer erm… aangenaam gespendeerd. In amper “twee winkeltjes”.

koud in het park

Een mens zou bijna weemoedig worden van dit pokkeweer. Seattle is een regenstad, zo had ik gehoord, maar al bij al valt de hoeveelheid neerslag hier heel goed mee. Wij Belgen zijn meer gewoon. Maar koud: “Seattle kent een zeer gematigd klimaat,” had iemand mij voor ons vertrek verzekerd, “het is er vanaf ergens april nooit echt koud meer, eerder gematigd 18-20 graden.” En ook hier luidt het dat het precies toch wel abnormaal lage temperaturen zijn voor deze tijd van het jaar. We zijn een maand van de zomer verwijderd, en ik hoef mijn t-shirts nog niet uit de kast te halen –behalve dan om ze onder een dikke trui aan te trekken.

Dit noopt mij om halvelings mijn oog naar warmere gebieden te richten, die pakweg met de wagen bereikbaar kunnen zijn. Dan trek ik een week of zo met Henri wat rond, terwijl Tessa hier verder onder haar noeste arbeid gebukt gaat. Voor een kleine 200 USD kunt ge voor een week een wagen huren, of 24 uur ver (heen en terug) met Amtrak. Vermeerderd nog logies en/of benzine natuurlijk. En de meeste tracks in de National Parks binnen dat bereik are still covered by several feet of snow, dat ook. Grmbl. Laat de temperatuur hier maar gauw een paar graden klimmen.

Paradise

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Een totaal ondergesneeuwde trail achter het Jackson Visitor Center in Paradise, Mount Rainier National Park, WA. De weg werd aangegeven door zwart-oranje gekleurde stokken die her en der in de sneeuw waren geplant. Niemand anders was blijkbaar zo zot om dit parcours af te leggen –maar wij hebben er ons wreed geamuseerd.

Mount Rainier

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Dit was het zicht dat we van daaruit op Mount Rainier wisten te bemachtigen. Zeg nu zelf: de moeite waard toch?

bergbeklimmers

contrast

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Zaterdag dwaalden we rond op Mount Rainier National Park. De eerste stop was Longmire, waar we als opwarmer de Trail of the Shadows afwandelden. Ocharme een kilometer lang, was de trail echter nog volledig ondergesneeuwd, waardoor we er toch iets langer over hebben gedaan dan de geafficheerde 30 minuten. De bubbling mineral springs bruisten als was er een aspirine in gegooid, en borrelden ook buiten hun normale, zomerse, inkapselingen. Het was een sterk contrast tussen de milde temperatuur van de lucht, en de toch wel dikke sneeuwlaag op de grond. Heel verraderlijk, want die sneeuw was niet overal even hard, en als we er te diep doorheen zakten, was de kans niet onbestaand met de voeten in een ondersneeuws waterloopje terecht te komen.

Na drie vierde van het traject te hebben afgelegd –ongeveer op de plaats waar bovenstaande foto werd genomen (een hele tijd later weliswaar)– kwamen we op een splitsing die ons naar onze tweede, langere, tocht bracht.

Snoqualmie Falls

Vanavond hebben we afscheid genomen van de schoonouders. Morgenmiddag vertrekken ze opnieuw naar België, en ik had beloofd eerst nog een avondmaal voor hen te bereiden (een stoofpotje van flank steak). Henri was maandag bij hen op de hotelkamer blijven slapen, en ze hebben samen het Olympic Sculpture Park bezocht (waar wij eerder al hadden vertoefd); de Space Needle; en het Experience Music Project/Science Fiction Museum and Hall of Fame. Allemaal zaken die van het programma WO mogen worden geschrapt.

De schoonouders hadden vorige week een auto gehuurd, en die werd maximaal benut. Dinsdag hadden we nog alles te voet gedaan (zoals het bezoek aan SAM), maar vanaf woensdag trokken we erop uit.

Snoqualmie FallsNa een snelle blik in een brochure suggereerde schoonvader E. de waterval die reeds op mijn verlangenlijstje stond (maar waarvan ik de naam was vergeten).

Snoqualmie Falls is a 268 ft (82 m) waterfall on the Snoqualmie River between Snoqualmie and Fall City, Washington, USA. It is one of Washington’s most popular scenic attractions, but is perhaps best known internationally for its appearance in the cult television series Twin Peaks. More than 1.5 million visitors come to the Falls every year, where there is a two acre (8,000 m²) park, an observation deck, and a gift shop.

Woensdag was een miezerige dag. Niettegenstaan had er zich een grote snowmelt voorgedaan, en die had de anders rustig kabbelende waterval herschapen in een woest kolkende waterbrij. Het regende de ganse tijd, een aanhoudende miezelregen die zo zacht was dat ik hem eerst voor een natuurlijke verhoging van de vochtigheidsgraad door de waterval hield.

Snoqualmie Falls

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Vanop een uitkijkpost konden we het steeds aanzwellende water bekijken. We waren duidelijk op het juiste moment langsgekomen, gezien het waterlijk tumult steeds toenam. Wij konden de waterval nog net in vol ornaat bekijken, maar toen zwol de massa steeds meer aan, en vulde ze met dichte nevel de vallei aan haar voeten. We vonden een pad dat ons beneden naar de rivier beloofde te leiden, dwars door een vruchtbaar groen bemost bos.

Snoqualmie Falls

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

De afdaling verliep –zoals steeds– heel gewillig, maar de beklimming van het glibberige pad waar ook de regen een weg naar beneden zocht, zou heel wat langer in beslag nemen. Beneden troffen we een station aan, waar een beperkte hoeveelheid elektriciteit uit de waterkracht werd gewonnen. Een kooi van dikke geïsoleerde kippendraad hield ons van de apparatuur vandaan.

Snoqualmie Falls

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Een fantastische uitstap, in achteraf bekeken schitterende omstandigheden. Zon was misschien leuk geweest, maar de combinatie van de nevel en de lichte regen zorgden voor een heel mooi landschap.

veel aan zijn hoofd

“Papa, mag ik op de computer terwijl gij gaat lopen?”, klinkt het bedeesd. “Om naar Karrewiet te kijken?”

En als ik terug ben gekomen, en we gewassen zijn en ontbeten hebben en hij zijn eerste les(sen) van de dag heeft gekregen: “Papa, mag ik op de playstation?”

Hij kan goed overweg met WipeOut Pure, en onlangs heeft hij Lego Star Wars II uit Target meegebracht. Vanmiddag hadden we met zijn opa en oma afgesproken in Seattle’s Best aan Pike Place Market, en de ganse 7 km daarheen heeft hij me over het spel onderhouden.

“En dan komt daar een platform, en dan moet ik daarop springen en dan moet ook R2-D2 daarop geraken, maar die kan vliegen en Luke Skywalker heeft een laserzwaard maar dan wilt de Emperor één van zijn vrienden doden en dan moet ik die proberen redden en…”

Ongeveer halverwege, op 10 blocks van de plaats van afspraak –zo toonde een bord mij nauwgezet– moeten we de I-5 over. Het gedruis van de voorbijrazende auto’s is oorverdovend, en een normale conversatie is onmogelijk.

“Nu hoor ik je wel niet meer, jongen. Dat weet je toch hé”, roep ik hem in het oor. Hij knikt begrijpend, fronst, en maakt met zijn handen wat gekke draaibewegingen rond zijn hoofd.

“Wat was dat”, vraag ik hem als het gedruis even wat minder is geworden.

“Och, gezien we niet goed kunnen praten, ga ik ondertussen wat denken. Het is een goed moment om mijn gedachten wat te ordenen.”

Hij interpreteert mijn glimlach als een aanmoediging –en deels is dat ook zo. “En heb je goed nagedacht”, wil ik weten als we de I-5 ruim voorbij zijn.

“Jaja,” steekt hij onmiddelijk van wal, “want wat ik nog vergeten vertellen was: als Luke Skywalker dan op dat platform…”

Verbazingwekkend hoe snel die 7 kilometer voorbij gaan.

geen ontsnappen aan

Zelfs in Seattle is er geen ontsnappen aan het Eurovisie Songfestival, dank zij intrepid Stranger European Bureau reporter, Griet Verlinde. Eurovision 2008 Party! Let’s make it happen Seattle!, zo bloklettert Slog.

You can read Griet’s great reviews with her years of insight and wit by going to this special Eurovision link.

Who will win? Will it be the Russian with the mullet? Will it be the sassy Grecian goddess with her bevy of gay guys shaking their booties behind her? Will it be the Pirates? Will Serbia take the title for the second year in a row? Or will a puppet of a squawking turkey from Ireland take it all?!?!?!

OMG! I can’t wait to find out!

The final is on Friday the 24th on BBC 1. Is there a bar in town that can get that on satellite? Is there one willing to host this? Will we be able to watch Terry Wogan in his amazing wig being cunning as ever as he introduces each act?

C’mon Seattle! Let’s party Eurovision-style!

Zijn ze in België ook stilletjesaan weer eurovisiezot aan het worden?

a walk through union street

In de inbox, een tijdje geleden:

Ik weet niet of het er nog zal staan als jullie zouden gaan, maar er stond daarnet op de hoek van Union and 19th een wasmachine of droogkast of zo en er hing een briefje op: FREE! Works! Manual inside.

Het was een vrijdag, dus ik was die ochtend gaan lopen, maar toen ik het berichtje na het ontbijt las, gingen Henri en ik alsnog op pad –een viertal uur nadat Tessa er ons was voorgegaan– vastberaden het curiosum te spotten. Voor ons huis vonden we reeds deze ijskast:

union street

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

De avond ervoor hadden we het gevaarte met veel gestommel en gevloek naar buiten weten slepen. “No, thanks, we can manage“, kreeg ik als antwoord toen ik aanbood om te helpen ze de trappen af te dragen. Toen we terugkwamen van onze wandeling was ze verdwenen –nog goed dat ik een foto genomen had voor we vertrokken– en ik heb ze nadien ergens in de laadbak van een pickup zien liggen.

Nog geen block verder hing een sweater in een boom.

union street

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Vergeten na het boomklimmen? Daar verstopt? Geen idee, maar ook dit kledingstuk was verdwenen toen we van onze wandeling terugkeerden. Een niet-gedocumeneerde feature van mijn fototoestel of van de film die ik gebruik?

De machine waarvan Tessa ons op de hoogte had gebracht was verdwenen voor we er een foto van hadden kunnen nemen –dus daar heb ik alvast geen hand in gehad. Ter hoogte van 19th troffen we deze handgeschilderde wagen aan:

union street

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

En –hoewel het niet zo duidelijk is op de foto– hij is echt wel doelbewust beschilderd. Ik vraag me overigens af hoe het zit met wagens in de USA. Moeten die ook naar de keuring? Ik heb hier al exemplaren zien rondrijden die zelfs met de diepste decolleté of de dikste fooi niet door de Belgische autokeuring zouden geraken. Ook al worden sommige wagens/wrakken wel heel kunstzinnig opgesmukt/gecamoufleerd.

Seattle is overigens redelijk kunstzinnig aangelegd. Dit is een kot achter ons huis:

seattle = art

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Aan de zijkant ervan staan onze vuilniscontainers. Ik probeer alvast nog meer dergelijke kunst te spotten.