BNRF dag 2: meer vrijkaarten

Ondertussen blijven wij met Het Project maar vrijkaarten weggeven voor het Blue Note Records Festival.

U hebt nog tot donderdagavond de tijd om een redelijk makkelijke (denk ik toch) vraag te beantwoorden over Jason Moran, en dan maakt u kans op één van de vier dagkaarten (max. 1 kaart per persoon) voor de optredens van Washington / Vann / Galland, het Eric Legnini Trio, Jason Moran & The Bandwagon, en het Wayne Shorter Quartet op zaterdag 15 juli.

Erwin Vann Erwin Vann Eric Legnini Wayne Shorter Quartet (iii) Wayne Shorter Quartet (ii)

beau et con à la fois

brussels towers

Même si un jour à Knocke-le-Zoute
Je deviens comme je le redoute
Chanteur pour femmes finissantes
Même si je leur chante “Mi Corazon”
Avec la voix bandonéante
D’un Argentin de Carcassonne
Même si on m’appelle Antonio
Que je brûle mes derniers feux
En échange de quelques cadeaux
Madame je fais ce que je peux
Même si je me saoule à l’hydromel
Pour mieux parler de virilité
A des mémères décorées
Comme des arbres de Noël
Je sais que dans ma saoulographie
Chaque nuit pour des éléphants roses
Je chanterai la chanson morose
Celle du temps où je m’appelais Jacky

Être une heure une heure seulement
Être une heure une heure quelquefois
Être une heure rien qu’une heure durant
Beau beau beau et con à la fois

Même si un jour à Macao
Je deviens gouverneur de tripot
Cerclé de femmes languissantes
Même si lassé d’être chanteur
J’y sois devenu maître chanteur
Et que ce soit les autres qui chantent
Même si on m’appelle le beau Serge
Que je vende des bateaux d’opium
Du whisky de Clermont-Ferrand
De vrais pédés de fausses vierges
Que j’aie une banque à chaque doigt
Et un doigt dans chaque pays
Et que chaque pays soit à moi
Je sais quand même que chaque nuit
Tout seul au fond de ma fumerie
Pour un public de vieux Chinois
Je rechanterai ma chanson à moi
Celle du temps où je m’appelais Jacky

Être une heure une heure seulement
Être une heure une heure quelquefois
Être une heure rien qu’une heure durant
Beau beau beau et con à la fois

Même si un jour au paradis
Je deviens comme j’en serais surpris
Chanteur pour femmes à ailes blanches
Même si je leur chante alléluia
En regrettant le temps d’en bas
Où c’est pas tous les jours dimanche
Même si on m’appelle Dieu le Père
Celui qui est dans l’annuaire
Entre Dieulefit et Dieu vous garde
Même si je me laisse pousser la barbe
Même si toujours trop bonne pomme
Je me crève le coeur et le pur esprit
A vouloir consoler les hommes
Je sais quand même que chaque nuit
J’entendrai dans mon paradis
Les anges les saints et Lucifer
Me chanter la chanson de naguère
Celle du temps où je m’appelais Jacky.

Être une heure une heure seulement
Être une heure une heure quelquefois
Être une heure rien qu’une heure durant
Beau beau beau et con à la fois

La Chanson de Jacky – Jacques Brel, 1966

op repeat

Vroeger kon ik er niet genoeg van krijgen mijn moeder steeds opnieuw dezelfde verhalen te horen vertellen. Het ging telkens over deugenieterijen uit haar jeugd, waar ik maar niet genoeg kon van krijgen, en die net zo goed waren als de verhalen van Tom Sawyer, Huckleberry Finn, De Negerhut van Oom Tom, Alleen op de Wereld, De Laatste der Mohikanen, en wat zat daar nog allemaal in die Lekturama-reeks. Ik raakte het maar niet moe.

Wat volgt heb ik ongetwijfeld ook al eerder verteld, maar voor mij is dit ook een beetje zo’n verhaal, al kan ik mij best voorstellen dat u het, als buitenstaander al meer dan genoeg hebt gehoord. Sla dit gerust over.

In ’96 was ik tegen wil en dank gebombardeerd tot een mengeling van sysadmin (syswatte?), webmaster (uhuh), internet guru (Linux For Administrators, UNIX PowerTools, Programming Perl), en internet designer (web safe colours). Toen ik werd gevraagd om de user interface voor Generale Bank online banking te maken (ondertussen geëvolueerd naar Fortisbanking), vond ik het welletjes, en heb ik bij mijn toenmalige werkgever een graphic design cursus aangevraagd. Een mengeling van spronsoring en werkgeversbijdragen brachten mij bij een zes weken durende cursus graphic design bij het Rhode Island Shool of Design, waar ik –tot mijn grote verbazing– werd geaccepteerd voor hun intensieve Summer School.

In Providence, RI, waar die Summer School doorging, had ik voor de eerste nacht een kamer gereserveerd in het Biltmore. Een kamer die groter was dan onze toenmalige woonkamer (in de Tarbotstraat), en een badkamer die ongeveer de omvang had van diezelfde woonkamer. Ik ben er slechts één nacht verbleven. Er was toen een jazz festival aan de gang, en vanuit minstens twee van de zeven vensters die mijn hotelkamer telde, had ik een onbelemmerd zicht.

Gezien ik er pas ’s avonds laat was toegekomen, had ik meteen van room service gebruik gemaakt. Ik bestelde Pasta with scallops, hoewel ik met de beste wil van de wereld geen flauw idee had wat scallops waren. Groot was mijn verbazing toen room service met een dienblad mijn kamer betrad, met daarop een reuzebord met een geringe portie spaghetti, maar een des te royale hoeveelheid Sintjacobsvruchten, waar we in dit land met plezier een veelvoud van de daar gangbare prijs zouden neertellen –in een restaurant dat door Michelin met een onbetamelijk aantal sterren zou worden bedacht.

Zo’n verschrikkelijk leuke herinnering, net zoals de hamburger (die in niks gelijkt op wat zin McDonalds in styrofoam verkopen), en het Rolling Rock bier (dat ondertussen hier ook verkrijgbaar is, geloof ik).

schoolgaande jeugd

Vooraanzicht:

naar school (i)

Zijaanzicht:

naar school (ii)

Zo ging hij naar school, ons ventje, met een boekentas vijf maten te groot (“maar ik krijg er zelfs mijn zwemzak in, papa”). Hoewel we hem ondertussen al lang een iets minder ‘belastend’ exemplaar bezorgd hebben, blijft hij dit onding (zijn eigen keuze) graag meezeulen als het zwemles is. De schoolgaande jeugd van tegenwoordig…

noppes

Dat is nu eens zomer zie. Vrijdagavond begonnen met het In-stap-klaar-feest Albertlaan en Groot-Brittanniëlaan, alwaar wij een heleboel vrolijke en aangename mensen hebben getroffen (dag Elke); zaterdag de teneur verder gezet met een babyfeest voor Anna (en ook een klein beetje voor Zelie) (en met vijftig ribbenkasten over); en vandaag een eigen BBQ op onze Hema-grill, die deze keer wonderlijk wel het vlees naar behoren heeft gegaard.

Met Taarten van Françoise gisteren, en taarten van Wittevrongel vandaag. (En dan vragen we ons af waarom we tijdens het weekend altijd een beetje bijkomen.)

Zo’n dagen zijn altijd een beetje vakantie.

grote enquête

Vrijdagavond vond ik –ondanks de aangekondigde staking– een dikke enveloppe van inra in mijn bus. Dat ruikt naar reclame, was mijn eerste gedachte.

Geachte Mevrouw, Geachte Heer,

Net zoals zoveel Belgen, ondervindt ook U zondertwijfel soms hinder van het steeds drukker wordende verkeer in ons land.

U werd toevallig geselecteerd om deel te nemen aan een grote studie die op een gedetailleerde manier de verplaatsingen binnen België in kaart zal brengen.

Uw deelname is voor ons zeer belangrijk.

Mogen wij U vriendelijk vragen om:

  • bijgevoegd dagboekje elke dag in te vullen, beginnend vanaf de dag die er vooraan in vermeld staat
  • de instructies die in het begin van het dagboekje staan aandachtig te lezen

Wanneer (na 7 dagen) het dagboekje is ingevuld, vergeet het dan niet terug te sturen in de omslag « Port betaald door bestemmeling ». U hoeft dus niets te betalen.

Bovendien maakt u kans om een mooie prijs ter waarde van € 500 te winnen!

Indien u verdere vragen heeft, kan u tussen 9u en 20u, steeds terecht op het gratis telefoonnummer 0800 xx xxx.

Wij danken u voor uw bereidwillige medewerking.
Hoogachtend,

Nathalie Robin –Senior Manager

Wel beste Nathalie, ik zal uw verzoek met veel graagte inwilligen (volgens uw schrijven vertegenwoordig ik bovendien 300 Belgen). Ik zal bovendien mijn best doen om mijn reisweg naar Brussel zo verscheiden mogelijk te maken, met trein en –als het weer een beetje meezit– motor. U mag een keurig ingevuld dagboekje terug verwachten.

gazetten

De laatste tijd lees ik bijna geen kranten meer. Ik volg de regionale zaken een beetje via de Actua bij Het Project, en ik durf tijdens het weekend nog wel eens DM doorbladeren (vooral het magazine dan), maar voor de rest nuttig ik weining berichtgeving.

DM doet het niet meer voor mij, sinds ze zijn overgeschakeld naar de nieuwe vormgeving. Te glossy, te weinig dimensie in de opmaak, en bovendien een verschrikkelijk gebruiksonvriendelijke website. DS lees ik niet meer omdat ons abonnement is verlopen, en ik mis die dikke pak papier op zaterdagochtend (als de krant tenminste werd geleverd) wel een beetje. Ook op de trein was het makkelijk (en aangenaam) om op die manier mee te blijven.

Nochtans heb ik niet het gevoel dat ik veel mis, al is dat vanzelfsprekend niet naar waarheid. Misschien neem ik voor het winterspoorseizoen opnieuw een abonnement (op DS), en moet ik mij voorlopig opnieuw online behelpen.

Das Rheingold

Arthur Rackham: FreiaDe Vlaamse Opera heeft het gedurfd de Ring aan te pakken, en na de proloog te hebben gehoord én gezien, zijn wij daar niet rouwig om. Regisseur Ivo Van Hove heeft Das Rheingold in een hedendaagse context binnengebracht, op een manier die volstrekt vanzelfsprekend overkomt. En dat is een uitzondering, want wij herinneren ons nog Peter Sellars‘ Don Giovanni in de straten van het New Yorkse Harlem, dat, hoewel een belangrijke stap in de evolutie van de opera, in retrospect toch een beetje van het goede teveel was.

Van Hove bezondigt zich daar niet aan. De setting dient als achtergrond en illustratie, en trekt niet nodeloos alle aandacht naar zich toe. Het goud als allegorie voor kennis en macht, wat op de scène wordt voorgesteld door de digitale wereld. De informatie wordt bewaard in een computerzaal, de kennis blijkt downloadbaar op een USB stick. Waar de wereld bij Wagner nog bestond uit boven (de goden, het Walhalla) en onder (de onderwereld), heeft tegenwoordig iederéén toegang tot informatie. Het wereldbeeld werd niet gewoon gemoderniseerd door Van Hove, maar geactualiseerd aan de huidige situatie. En dat is precies de reden waarom de enscenering werkt.

Arthur Rackham: FreiaVoor Wagner zelf was de uitbeelding van ondergeschikt belang aan de thematiek en de muziek. Hoewel de afbeeldingen van Arthur Rackham zeer tot de verbeelding spreken, hadden de in berevellen en ijzeren harnassen verscholen acteurs voor een veel minder aangrijpend schouwspel gezorgd dan de hedendaagse bezetting van Van Hove. Wagner zelf was overigens dermate ontgoocheld in die potsierlijke dress code dat hij luidop droomde van een onzichtbare enscenering (net zoals het onzichtbare orkest dat hij in Bayreuth diep in de orkestbak had verstopt).

Bij Van Hove krijgen de acteurs een prominente rol toebedeeld. Net zoals de enscenering is de muziek belangrijk als ondersteuning (Wagner is tenslotte de uitvinder van het Leitmotif), maar krijgen de zangers een belangrijke rol. Hun zang is duidelijk en op de voorgrond, en zorgen ervoor dat het verhaal direct naar de luisteraar wordt gebracht. De muzikale motieven en de dramatische uitwerking dienen voornamelijk als ondersteuning, en het maakt er deze uitvoering alleen maar krachtiger op. De moderne (hier is dat woord dan toch) ondersteuning van de televisieschermen, waarop onder andere het vreselijke lot van Freia bij de reuzen zeer aanschouwelijk en afschrikwekkend (maar niet obsceen) wordt afgebeeld, zorgt voor een zeer waardevolle aanvulling.

Arthur Rackham: FreiaThuis luister ik met veel plezier naar Solti’s Ring, een uitvoering van 1965 die nog steeds als een van de meer representatieve wordt beschouwd, en die ik ergens in de jaren 90 tot grote consternatie van de verkopers in de Fnac mijzelf heb toegeëigend (ik was te jong voor dergelijk oeuvre). De opvoering in de Vlaamse Opera, tijdens de première dinsdag, kan nochtans met glans de vergelijking weerstaan. Technisch kunnen bepaalde gedeelten in Solti’s versie als superieur worden beschouwd, maar in zijn geheel kan ik u niet alleen deze nieuwe versie aanraden; deze vertolking behoort ongetwijfeld tot het betere werk dat de Vlaamse Opera de laatste jaren heeft geleverd. Niet te missen!


Das Rheingold
, gezien op 13 juni. Nog te zien tot 9 juli in de (Vlaamse) Opera aan de Kouter. Info en tickets via de site van de Vlaamse Opera.

(Deze bespreking verscheen eerder al op Gentblogt.)

bah

Freya is mijn vriend(in) niet. Dat is een louter subjectief gegeven, heeft niets te maken met politieke kleur, en al evenmin met professionele verwezenlijkingen. Laat het er ons gewoon op houden, dat ik in het verleden (heel erg kort) een Freya (wikipedia is verbazend up-to-date) heb gekend die op persoonlijk vlak mij niet geheel lag (en dat beeld is ongetwijfeld achterhaald). Dochter van de minister (die mij nog vele keren minder ligt, of wat dacht u van een eikel die zelfs in het ziekenhuis weigert zijn sigaret te doven), thuisgebracht met chauffeur van papa, en andere toestanden.

Faction daarentegen, is totaal mijn ding. Ik ben enorm fan van de vermenging tussen echt en verzonnen (se non è vero, è molto ben trovatoGiordano Bruno). Faction behoort evenwel voornamelijk tot het domein van de fictie, in die mate dat het geen plaats kent in gereputeerde magazines (van steeds bedenkelijker alooi) die zichzelf erop beroepen tot de kwalitatieve –en dus mogen wij verhopen: objectieve– media in Vlaanderen te behoren. Tiens, ah kijk, zien we daar Koen Meulenaere niet opduiken.

Als Freya al mijn vriendin niet is, dan komt Koen Meulenaere niet eens voor in de lijst van mensen die ik daartoe wil overwegen. Humor is voor mij een ietwat gevoelige zaak. Ik ben nooit fan geweest van het genre dat Ralph Inbar zo populair heeft gemaakt. Ik heb er nooit vreugd in gevonden anderen belachelijk te maken. Humor is in de eerste plaats lachen met jezelf (maar dat is voor een ander betoog).

(Onlangs had ik het er nog over met een collega, toen we een andere collega betrapten op luistervinken. Sommige mensen hebben gewoon geen eigen leven.)

Eerlijk gezegd, in alle koppige warsheid die ik heb gekweekt t.o.v. pakweg Freya, interesseert het mij geen moer of ze haar thesis zelf heeft geschreven. Ik heb nooit geloofd in het papiertje dat bepaalde mensen de toegang gaf –of net ontzegde– tot bepaalde aspecten van de samenleving. Al heb ik naast mij het levende bewijs dat dergelijke uitzonderingen wel degelijk bestaan. Al is ook dat relatief: als er geen sprake is van een zekere consistentie die het papier in daden kan omzetten, valt men toch door de mand (ook daar kan ik u voorbeelden van bezorgen). Of FvdB haar thesis nu zelf heeft geschreven, dan niet, is van weinig belang. Het is mogelijks een indicatie, maar zoals Peter Greenaway al zei: I really, sincerely believe that one should trust the work, and not the author.

En het werk, van mensen die menen zelf in een beter daglicht te komen staan ten koste van anderen, daar geloof ik echt niet in.

toeval

In Studio Zes, één van de boeken uit de crime reeks van DM vorig jaar, luistert het hoofdpersonnage, Annika, naar Jim Steinman. Hij wordt beschreven als de man verantwoordelijk voor de belangrijkste hits van Meat Loaf, een gegeven waarbij ik verder niet bleef stilstaan.

Gisteren was ik evenwel op zoek naar meer informatie over Wagner, en meer bepaald Das Rheingold, voor een mogelijke bespreking van de opvoering in de Vlaamse Opera, dinsdag. En wie staat er bovenaan het lijstje see also? Juist, de uitvinder van de Wagnerian Rock, Jim Steinman. En wat zie ik onderaan Steinmans pagina bij see also? Fire Inc.

Fire Inc. was a Wagnerian rock band that released two songs for the rock & roll film Streets of Fire in 1984. The two songs never had any real commercial success. In 1989 Jim Steinman put together another group called Pandora’s Box in which he included many of the members from Fire Inc. Below follow the two only songs by this band:

Laat mij u vertellen, in 1984 (of waarschijnlijk was het reeds ’85 wanneer het hier in de cinema te zien was) had ik veel gehad aan dat internet. Heelder platenwinkels heb ik afgelopen op zoek naar meer informatie over die rare groep, Fire Inc. En niemand die mij kon helpen. En nu blijkt dat ik toen zelf alle nummers van die groep reeds op plaat had (de soundtrack van Streets of Fire; ik heb de film sindsdien niet meer gezien). Ongehoord.