diptych: vooruitgang

make way for progress

(Hasselblad 500c/m, Zeiss Distagon CF 50mm f/4 T*, Fuji PRO160S, 160ISO)

Ze waren 35 jaar oud, die gebouwen. De eerste toren (zie foto’s) ging twee zaterdagen geleden tegen de vlakte, de tweede mocht er vorige zondag aan geloven. De vooruitgang staat niet stil, en in 2015 staan er nieuwe gebouwen, zo zeggen ze. Gent, toegangspoort tot de wereld. Of gewoon een kloon van Brussel Noord.

Lomokev – The Shearing

Kevin Meredith, beter gekend als Lomokev op flickr— is bloot. Het was anderhalf jaar geleden dat zijn gezicht nog eens een trimmer –laat staan scheerapparaat– van dichtbij had gezien.

Op 10 november ging zijn baard –al zijn hoofdhaar eigenlijk– eraf, en dat werd vanzelfsprekend gedocumenteerd. Je kan het verloop volgen in de flickr set, of via de video op YouTube. Mis vooral de zeer geslaagde Freddy Mercury impressie niet.

going.... going.... going.... going.... going....
going.... going.... going.... gone!

(All photographs copyright Kevin Meredith – Lomokev)

one down, one to go

Vanmiddag ging de eerste van twee torens van het voormalige postgebouw Gent X aan het Koningin Maria-Hendrikaplein (in Gent dus) tegen de vlakte. Er was behoorlijk wat belangstelling van het publiek en prominenten, en omdat ik er was voor Het Project, mocht ik op het persperron (perron 5-6 van het station) plaatsnemen om foto’s te maken. Ik heb foto’s op film gemaakt, dus daarop is het nog wel even wachten (dinsdag misschien, anders woensdag).

Mooi overigens, om te zien hoe alle fotografen rekening hielden met elkaar. Iedereen ging mooi uit elkaars lensbereik staan, of het nu om fotografen of cameramensen ging. Met één uitzondering, een redelijk arrogante man, die voor ieders lens kroop en desgevraagd te horen gaf dat we mochten doen wat we wouden, maar dat hij daar bleef staan. “Ik werk voor het persagentschap Belga“, snoefde hij ons toe. Wederzijds respect is daar duidelijk geen jobvereiste.

De explosie was voorzien om 15u25, maar werd uitgesteld tot 16u25. Zeer zenuwslopend, want 16u25 was precies het moment waarop de zon –op een paar seconden na– net niet achter de bomen was verdwenen. De belichting ging van 1/125s f/11 naar 1/60s f/5,6 (op 160ISO), en net toen ik opnieuw wou meten en een 400ISO film overwoog, ging het waarschuwingssignaal voor de explosie –dus ik hoop maar dat de foto’s deftig belicht zijn.

Het tweede gebouw is volgende week aan de beurt.

Meer leest u bij Het Project, inclusief een filmpje van collega-makker Huug.

Film is not dead

it just smells funny, is de naam van een (gemodereerde) flickr group, van waaruit dagelijks ook (analoge) foto’s worden geselecteerd voor publicatie op een –alweer– gelijknamige website: smellsfunny.net

Analoge fotografie is precies aan een opmars bezig –herwaardering is misschien een betere omschrijving–, iets wat mij, zoals u wel al weet, niet onberoerd laat. De kwaliteit van de foto’s in de groep –maar zeker op de site– is vaak schrikwekkend hoog, en daar komen dan pareltjes uit zoals die van Mike Stacey, die zowel op middenformaat (Mamyia 7 Mk11) als op groot formaat (Horseman 4 x 5). Terwijl zo’n Mamyia 7 er nog uit ziet als een fors uitgevallen Leica (ongeveer twee keer zo groot), gaat men met zo’n Horseman technische camera niet zomaar op wandel. De Horseman ziet er wat uit zoals de oude camera’s waarachter een schriel mannetje onder een zwart doek kruipt om de foto te nemen, en werkt –in grove lijnen– overigens nog steeds op dezelfde manier.

(Alle camera’s werken eigenlijk op dezelfde manier: er is een opening waar licht doorkomt, dat op een lichtgevoelige plaat terecht komt, éh voilà, een foto. Jawel, ook de digitale camera werkt zo.)

(All pictures copyright Mike Stacey.)

Stacey maakt heerlijke long exposures, waardoor de foto’s er zeer dynamisch en vloeiend uitzien. Ga eens rondneuzen op zijn flickr account, en vergeet vooral niet naar de grotere versies te kijken.

En vergeet niet: film is not dead!

boekenlust

Gisteren stond Tessa terug voor de deur. Aan mijn bed eigenlijk, want hoewel ik Henri ondertussen al naar school had gebracht, had ik nadien terug mijn dagkleren voor mijn pyjama verruild, en was ik terug in bed gekropen. Geheel verwaterd kwam ze boven geslopen, de berregende valies onderaan de trap achtergelaten.

Drie uur had ze geslapen, maar toch zijn we eerst nog een rondje rond de Blaarmeersen gaan lopen –ik twee, zij eentje– waar de hagelstenen tijdens mijn tweede ronde mijn gezicht net niet openschartten. Een snelle lunch in de Progrès, en een bezoekje aan Het Paard van Troje waar wij tegen zeer spartaanse prijzen twee zeer interessante boeken hebben gevonden. En toen ik vanochtend een verse lading clementines ging halen, heb ik ook van bij de Limerick een paar mooie dingen meegebracht.

Dit is niet New York. De iconen voorbij, Jacqueline Goosens (tekst) en Bart Michiels (foto’s). In een aantal recensies (DS en DM, waarvoor JG ook columniste is) had ik gelezen over de manier waarop Michiels zijn foto’s maakt, en hoe hij verschrikkelijk lang kan wachten op het juiste moment (bespreking RVi). Ik kon mij daar erg in vinden, en zijn foto’s mogen er dan ook zijn (understatement). Dit boek zal hopelijk vaak uitgedeeld worden als eindejaarscadeau.

Made in Italy, Giorgio Locatelli. Aangeprezen als het ultieme Italiëkookboek. Een turf van vijf en een halve centimeter hoog, met ruim zeshonderd pagina’s boordevol verhalen, recepten en foto’s. Ter illustratie van de aanpak, het hoofstuk ‘pasta’ (redelijk onmisbaar in een Italiaans kookboek), begint op pagina 274 met een foto, en het eerste recept (voor pasta zelf) staat pas op pagina 290.

Vlees is het mooiste, Bart Moeyaert (selectie gedichten) en Elisabeth Broekaert (foto’s). Intrigerend thema, en mooie, uiterst neutrale foto’s van Broekaert. Bernard Dewulf had er in DM een recensie voor geschreven, die een beetje aarzelend was, maar de foto’s die er toen waren bij geplaatst hadden me al lang over de schreef gehaald om het boek in huis te halen.

En daarnaast heb ik de nieuwe Chabon (Gentlemen of the Road) –ik moet dringend aan The Yiddish Policeman’s Union beginnen, dat hier al meer dan drie maand op lezing ligt te wachten– en een ontbrekende Murakami (Dance Dance Dance) meegebracht. En de usual suspects: Jeroen Brouwers’ Datumloze dagen, Annelies Verbekes Groener gras en de winnaar van de Poirot Prijs, Bob Van Laerhovens De Wraak van Baudelaire.

Genoeg lectuur tot het einde van ’t jaar, vermoed ik.

Ah, en ter afsluiting, een interessant interview met Paul Verhaegen (Omega Minor) in Bookslut (geen angst, ondanks de titel van de site, is dit geheel Safe for Work).