verkennend gesprek

Kijk, zo heb ik het graag. Zeggen dat we hier nog niet volledig weten hoe we onze zaken willen integreren zou voluit gelogen zijn, maar laten we het erop houden dat we nog volop in de conceptuele fase zitten. Belangrijk in zo’n fase is dat je ofwel intern heel goed kan uitmaken waar je naartoe wilt –maar daar zijn tig belemmeringen mogelijk die ik niet allemaal kan of wil opnoemen– dan wel of je daarbij door een extern persoon kan worden geholpen.

De persoon waarmee ik een groot deel van de voormiddag heb doorgedacht denkt mee. Hij forceert niets in de besluitvorming –stuurt hooguit wat– maar weet door ervaring stilaan wat de mensen bedoelen wanneer ze het hebben over integratie, toegang, en gebruiksvriendelijkheid. En dat zo’n systeem staat op valt met zowel de planning die aan de implementatie vooraf gaat, én de opleiding/begeleiding die voor de gebruikers (en admins) wordt voorzien.

Geen aapies, geen improved releases. Het gesprek dat ik met hem had was verkennend. Binnen een redelijke termijn stuurt hij mij de weerslag ervan op, met een een (paar) voorstel(len), vergezeld van een mogelijke, (zeer) ruwe planning en dito prijs. En als het upper management geïnteresseerd blijft, volgen er demo’s van de mogelijkheden en wordt er meegebouwd aan het integratieplan.

Ziet u wel dat het kan.

vastgeroest

SasHet wordt hoog tijd dat ik nog eens wat andere foto’s neem dan tijdens enkel optredens. Mijn toestel staat ondertussen vastgeroest op ISO640, wat perfect haalbaar is bij een egale verlichting en een onopvallende achtergrond zoals bij Opatuur, maar onaanvaardbaar storend in het buitenlicht. Zeker op een zonnige dag zoals vrijdag en gisteren.

Dat is allemaal niks nieuws, maar blijkbaar zit ik ondertussen reeds zo vastgeroest in die routine dat ik –als de eerste de beste beginneling– verzuimd heb mijn setting(s) aan te passen voor de shoots op vrijdag. Hooguit heb ik mijn dial van manueel (M) naar aperture priority (A) verdraaid, en viel het me tijdens het fotograferen op dat de sluitertijden zéér kort waren. Maar goed, het was prachtig weer, en tijdens binnenopnames gaat het altijd heel langzaam, die sluitertijd. Nog zo’n gewoonte.

Het resultaat: tig overbelichte opnames, die met geen RAW editor meer goed te krijgen zijn, en op die paar ‘aanvaardbaar’ belichte beelden zit een ruis en korrel die gewoon niet door de beugel kan. Het enige beeld dat ermee door kan, is dit (saaie) portret van Sas van Rouveroij, maar dat werd dan ook binnen getrokken, tijdens de persconferentie.

En ja, ik voel me er slecht over. (Niet zozeer voor mezelf, maar wel voor de zeer bereidwillige dames tijdens de eerste shoot vrijdag.)

spontane sollicitatie

Geachte heren Desmet & Mijlemans,

Proficiat met de restyling van uw krant. Sommigen beweren dat de leesbaarheid er niet meteen op vooruit is gegaan, maar ik vermoed dat de gewenning de komende maanden en jaren aan dat euvel wel zal verhelpen –al blijft het jammer dat de kleinere koppen binnen nauwe kleurenbanden worden genepen. Kwatongen beweren dat de vorm nu eindelijk de lifestyle inhoud heeft gevolgd, maar dat zal u mij niet horen zeggen. Meer zelfs, u zal weinig of niets over de gedrukte versie van de krant uit mijn mond vernemen.

Jaren heb ik immers moeten wachten op een online versie, en pas nadat de grootste concurrenten reeds rustig hun plaatsje op het internet hadden verworven, werden wij verrast met een digitale Morgen. Omdat u in uw aankondigen voor de nieuwe layout had gealludeerd op een tienjarige voorsprong voor de gedrukte krant, keek ik vol verwachting uit naar het online equivalent. Hopelijk kan u mijn ontgoocheling begrijpen.

Toegegeven, u bent de New York Times niet, maar van de investering van 110 miljoen euro voor de drukkerij hadden er toch een paar (of had er toch minstens één) af gemogen voor een doordachte website? En dan bedoel ik een echte website, geen online versie van die gedrukte krant, zoals men ook 10 jaar geleden bedrijfsbrochures tot bedrijfssites omtoverde. Want laat ons eerlijk zijn, niemand heeft een boodschap aan de onleesbare thumbnails van de gedrukte krant.

Content is king, schreef Bill Gates in 1996 reeds. En hoewel een krant natuurlijk aan inhoud geen tekort heeft, moet die inhoud toegankelijk zijn (leesbaar, vindbaar, en linkbaar). Kortom, zonder al te veel in details te treden –al zou ik het hier graag eens met u beiden over hebben– zal u het met mij eens zijn dat er (veel) ruimte is voor verbetering.

Mag ik u bij deze mijn diensten aanbieden? Ik heb ruime ervaring met het internet, zowel zelfstandig als in loondienst en als vrijwilliger. Ik heb de boom meegemaakt in de jaren 90 en de bom rond de eeuwwisseling. Ik heb de opmaak zien wijzigen van semantisch naar pixels en tabellen, en opnieuw naar semantisch; van Gopher naar HTML; en van TABLE naar DIV. Ik ken het verschil tussen accessibility en usability, en wat meer is, ik weet het ook toe te passen.

Wat denkt u ervan? Zullen we er samen voor zorgen De Morgen ook op het internet een mooie voorsprong te geven?

improved

Zeg juffrouw C. (niet van diezelfde externe firma) tegen mij gisteren, tijdens een demo van een geupdate versie van I.R.I.S. DocShare: “Natuurlijk is alles ondertussen veel gebruiksvriendelijker geworden.” Waarop ze me demonstreert hoe de admin interface nu altijd in de rechterbovenhoek beschikbaar is.

De admin interface bestaat uit een lijn icoontjes, zonder bijschrift, en geheel afwijkend van wat men zou kunnen omschrijven als standaard iconen (of toch algemeen aanvaard). ‘Logoff‘ is een bliksemschicht (terwijl dat bij FTP programma’s vaak ‘connect’ is); de ‘Admin‘ opties zitten verscholen achter een poppetje, en dan is er nog een wereldbol, waarvan de tooltip leest ‘Extranet‘, en als ik erop klik kom ik in een infinite (refreshing) loop terecht. Die toolbar (mystery meat navigation) ziet er zo uit (op een babyblauwe achtergrond):

Search Basket Settings MailUS Help Extranet Admin Logoff

Vroeger was alles in asp, zo gaat ze verder, maar sinds .net zijn ze de omgeving beginnen ombouwen naar aspx. Zonder twijfel een verbetering –.net is mijn toebak niet– maar ze hadden toch beter wat meer aandacht aan de user interface besteed.

Maar kijk, vroeger kon men alleen commentaar bij een folder leveren, nu kan je ook commentaar bij een document leveren. Je moet gewoon op het icoontje klikken (alles bestaat uit iconen).

Hoe je kan zien of er al commentaar geleverd werd? Wel, door op dat icoontje te klikken, antwoordt de nu lichtjes geïrriteerde developper die juffrouw C. vergezelt, terwijl hij mij aankijkt alsof hij zijn uitleg alweer voor een computerleek moet doen. Of hij er dan niet aan gedacht heeft om daar gewoon een cijfertje naast te plaatsen, zodat men kan zien of er commentaar is vóór men op het icoontje heeft geklikt? Rester bouche bée heet zo’n reactie in zijn moedertaal, geloof ik. Terwijl u en ik best weten dat dergelijk idee niet meteen het meest revolutionaire is.

DocShare bestaat eigenlijk uit een basis shell met een hoop losse modules errond gebouwd. Hun module Surveys kostte vroeger 15.000 EUR, maar kost nu nog slechts 5.000 EUR. Nee, het zijn geen solden, maar de prijzen zijn gewoon ‘realistischer’ geworden. Ze hebben nu ook Collaborative Workspace Module (ik heb de prijs niet gevraagd). Waaronder ik verstond dat er zou kunnen samengewerkt worden rond documenten, met versioning en al, maar neen. Uit de demonstratie en de uitleg blijkt dat het gaat om iets wat in pakweg Microsoft Sharepoint wordt omschreven als Dashboards. Een webpagina waarop een aantal zaken zijn samengebracht, zoals een kalender, de coordinaten van de verantwoordelijke(n) van het onderdeel, de relevante groepen, een opsomming van wat documenten en zo’n survey van 5.000 EUR.

Meer logica met icoontjes? Er is een Forum Module, en als je de lijst met topics krijgt, dan krijg je links van elk onderwerp (topic) een icoontje, waarop je moet klikken om de informatie te kunnen lezen. Klikken op het onderwerp zelf, lukt niet. Zeer intuïtief voorwaar.

Integratiemogelijkheden? Ah nee, er is geen synchronisatie mogelijk tussen de Calendar Module de kalender op uw netwerk. Maar ja, er is wel synchronisatie mogelijk voor het adresboek (de Contacts Module). Evenwel enkel van DocShare naar Outlook, niet andersom.

Nee, nee, nee. Het is niet wat ik zoek. Heeft iemand een beter voorstel?

aapie

Antwoordt de niet nader genoemde computermens van de niet nader genoemde externe firma op mijn vraag hoe ik dat adresboek en de kalender op de site dan kan integreren vanuit de gegevens op de server:

“Maar ge kunt daar dus aan met API.”

– Allez gij.

“Hoe bedoelt ge?”

– Is die API ergens gedocumenteerd?

Rolt zijn ogen en kijkt mij meewarig aan. “Maar dat is gewoon API. Juist gelijk SQL.”

groentensoep

In deze tijden is dat toch niet meer serieus te noemen, zo’n logo (ik durf het zelfs geen logo te noemen) [via]:

20060314_theloop.jpg

Laat ons hopen dat iemand binnen het bedrijf als ‘vrijwilliger’ werd aangeduid om een logo te maken. Iemand tot wiens normale takenpakket het ontwerpen van logo’s eigenlijk niet behoort, maar die wel ‘goed is met de computer’, en daardoor met al die ‘kleinigheden’ wordt opgezadeld.

Nee maar. Let op de subtiele plaatsing van de ‘the‘, en dan ‘Gent’ dat verticaal gealligneerd werd met de L van ‘Loop‘ En die lussen van de twee organisch in elkaar vloeiende o’s die volledig breken met de rechte letters van de rest van het logo. Voorwaar, een pareltje.

En dan die naam! Gent The Loop. We mogen waarschijnlijk van geluk spreken dat het niet Ghent The Loop is geworden, want zo had het vanzelfsprekend een nog veel grotere internationale weerklank gekregen. En ja, ik weet het wel, The Loop verwijst naar Adolphe Pégoud […] de eerste piloot die succesvol een looping met zijn vliegtuig, een ‘Blériot’, heeft uitgevoerd. Maar hadden ze nu echt geen Nederlandstalige term kunnen verzinnen?

Er zal duchtig over nagedacht zijn. Spreek het zelf maar een keer of vijf na elkaar uit. Gent The Loop. Gent The Loop. Gent The Loop. Gent The Loop. Gent The Loop. Gentteloep. Groentensoep.