Het proces

Aldus citeert J. Bernlef in zijn boek Haalt jazz de eenentwintigste eeuw? uit 1999, jazz pianist Bill Evans:

Ik geloof in dingen die door hard werken ontwikkeld zijn. Ik houd altijd van mensen die zich in een lang en moeizaam proces ontwikkeld hebben, vooral door introspectie en veel toewijding. Ik denk dat waar zij op uitkomen iets is dat vaak dieper en mooier is dan waar degene mee aankomt die van meet af aan die mogelijkheid en souplesse lijkt te bezitten. […] Ik voel mij meer aangetrokken tot kunstenaars die zich door de jaren heen hebben ontwikkeld en betere en intensere musici zijn geworden.

Ergens vrees ik dat we dat ontwikkelingsproces wat uit het oog verloren zijn, in onze maatschappij.

van koud naar warm

Het was niet zo erg als bij Zapnimf, maar vier van onze twaalf radiatoren weigerden –al twee jaar– de verschroeiende warmte van de brander vrij te geven. Dat de acht andere een tandje bijstaken, liet de vier gietijzeren artefacten siberisch koud. Twee van de vier bevonden zich in twee minder prioritaire ruimten –de dressing en de speelkamer (ex-kattenkamer)– maar de kilte van de andere twee konden we niet langer tolereren bij deze vrieskou. Het was al erg genoeg dat we ’s ochtends bibberend de uitgedoofde brander opnieuw dienden te ontsteken, maar dat onze eetruimte én vooral Henri’s slaapkamer ook ’s avonds kil bleven, was van het goede teveel.

Gisteren kwam Lucas langs. Lucas is de chauffagist van mijn moeder, waar hij enige tijd geleden een modern ding heeft geplaatst dat niet alleen voor de verwarming, maar ook voor het warme water zorgt. Ik wou onze brander al langer eens laten bekijken –het ding is oud, en de nutsfacturen hoog, dus wie weet, kunnen we door een nieuwe brander meer besparen. Bovendien worden er nog steeds premies uitgedeeld voor het plaatsen van energiebewuste branders. En ik wil een waterverzachter. De kalk vreet elke drie-vier jaar een boiler op, en ik denk met bang hart aan het lot van mijn espressomachine.

“Hebt ge een hamer?”, vroeg hij achteloos terwijl hij de kop van één van de thermostatische kranen losvees.

Tik-tik-tik, daar sprong een pin als uit het niets tevoorschijn, en –héla– de radiator werd warm. Op nog geen tien minuten hadden alle weerbarstige radiatoren opnieuw hun buizen vrij om ons te verwarmen.

Dat wordt een factuur zoals in die grap i, vreesde ik al –noppes: geen kosten. Bovendien wist Lucas ook een mogelijke oorzaak voor het uitvallen van de brander aan te wijzen ii, luisterde hij geduldig naar mijn wensen, en hij steekt binnenkort een geheel vrijblijvende offerte binnen. Wat een service.

  1. Ik ken de ‘grap’ niet volledig meer. Een man heeft een probleem met een machine, en hoeveel vakmannen hij ook laat komen, niemand vindt een oplossing. Tot er eindelijk iemand langskomt, de machine eens goed bekijkt, en dan een tik geeft op een obscure plek. En voilà, de machine werkt opnieuw. Als de hersteller nadien zijn factuur stuurt, moet de man een ridicuul hoog bedrag betalen, en hij vraagt om een opsplitsing van de factuur. De hersteller stuurt twee lijntjes terug: “tik geven op machine: 1 euro; weten waar een tik te geven: 2.999 euro”.
  2. ’s Nachts gaat de thermostaat flink wat graden lager, en dus duurt het langer voor de brander opnieuw moet doordraaien. Als gevolg daarvan koelt het boeltje af, en dus ook de schouw. Omdat het zo koud is buiten, koelt het extra (vlug) af, en de gassen die anders naar buiten gaan, durven zich wel eens op te stapelen, en keren naar de brander terug. Mogelijks zit daar een veiligheid in, die bij al die gassen ervoor zorgt dat de machine zichzelf uitschakelt.

messen

Toen wij in Seattle verbleven, kocht ik zowat wekelijks de New Yorker. Dat kost daar nog geen 5 USD, maar als ik datzelfde magazine hier wil kopen, dan kost het mij bijna 8 EUR –en dan zeggen dat men zich in de USA daarop kan abonneren voor ocharme 40 USD per jaar (minder dan 1 USD per editie). If you are not a U.S. resident, please CLICK HERE zegt de abonneerpagina evenwel, en dan komen we terecht op een pagina die ons vertelt dat we het drievoudige moeten neertellen voor een abonnement in het buitenland (nog altijd goedkoper dan wanneer men elke uitgave afzonderlijk moeten betalen). Voor diezelfde 40 USD is er evenwel ook een digitaal abonnement verkrijgbaar, dus misschien laat ik me daartoe nog wel overhalen –al is het in die Digital Reader niet meteen aangenaam om lezen.

Edoch, dat was allemaal maar inleiding. De meest recente New Yorker die ik heb gekocht, is the Food Issue van 24 november, en daarin staat een schitterend artikel –alweer een schitterend artikel: Sharper ofte Bob Kramer and the secret lives of knives.

Bob Kramer maakt al meer dan 15 jaar messen. Met de hand. Een dikke 21 jaar geleden is hij begonnen als messenslijper, en van daaruit is hij gegroeid naar messenmaker (bladesmith). Ondertussen is hij ook meestersmid geworden, en prijkt hij met een handvol gelijken op de pagina ABS Mastersmith van de American Bladesmith Society. Om Mastersmith te kunnen worden, moet een messenmaker zes messen maken. Eén daarvan moet achtereenvolgens in één houw door een manila (een soort hennep) touw van 2,5 cm dik snijden; twee keer een two-by-four (een stuk hout van 4 op 9 cm) door(hakken); en vervolgens –nog steeds met datzelfde mes, en in deze volgorde– wordt het op de onderarm geplaatst om wat haren weg te kunnen scheren; en tot slot moet het in een bankschoef negentig graden gekromd worden.

Kramer gebruikt geen stainless (roestvrij) staal (RVS), maar carbon staal (wat we veralgemenend als ‘ijzer’ kunnen omschrijven). Elk mes moet zeven stappen ‘hittebehandeling’ ondergaan, een proces dat zo’n zes uur in beslag neemt. Kramer maakt ongeveer vijf messen per week, een messenfabriek maakt er gemakkelijk zoveel per uur. 15 jaar vakkennis zit in elk van zijn messen vervat, en toon Cook’s Illustrated hem om een recensie-exemplaar verzocht, werkte hij daar drie dagen aan. (Het verdict over dit 500 USD mes: The Kramer knife outperformed every knife we’ve ever rated.)

Waanzinnig vind ik zoiets –in de meest positieve betekenis van dat woord. De passie, de kennis, de toewijding van zo’n mensen is iets wat mijn grootste bewondering wegdraagt.

36 exposures

Is fotografie ten dode opgeschreven –of is het zelfs al ten grave gedragen? Cultuurpessimisten hebben het over de teloorgang van de fotografie aan de consumptiemaatschappij (klik-klik-klik met het digitale fototoestel), optimisten geloven hardnekkig in een opwaardering van hun liefhebberij.

Feit is –maar dat is een algemene trend– dat met de grotere beschikbaarheid, steeds minder mensen bereid zijn zich in te werken in hun speeltje, en misschien moeten we daar maar even bij stil blijven staan, zo suggereert FILE Magazine. Vroeger was het immers anders. Dan had je maximaal 36 foto’s op een rol, en dacht je na voor je die foto nam. In de beperking ontstaat creativiteit, dus organiseren ze een wedstrijd: the 36 Exposures Contest [via].

Haal dat oude fototoestel van onder het stof, koop een filmrolletje, bedenk een concept, en leg dat vast in 36 beelden. De foto’s insturen hoeft zelfs niet (tenzij je een prijs wil winnen), maar u zou ervan verbaasd staan wat één zo’n rolletje voor uw fotografische kunnen vermag.

dagboekonderzoek

Sinds donderdag (of was het woensdag) doe ik mee aan een dagboekonderzoek van Insites, een Gents e-research & consulting bedrijf. Hun website is geheel in het Engels opgesteld, waarschijnlijk vanuit de gedachte dat ze globaal werken, ofwel louter omdat het marketeers zijn, en dat hun lingo nu eenmaal Engels is. Stel u voor dat ze hun holle frasen in het Nederlands zouden neerpennen, want dan werden ze te gemakkelijk doorprikt.

Maar dat doet hier niet echt ter zake. Want ik probeer wel degelijk mee te doen met die dingen, deels ook omdat ik een van de eersten ben die bij marktonderzoeken luidkeels verkondingen: “Een enquête? Mij hebben ze niets gevraagd hoor!”

Het dagboekonderzoek stelt vragen rond de mobiliteitsbehoeften van de Vlaming, meer bepaald de winkelverplaatsingen in een tijdspanne van een week. Waarbij ik het zelf ook interessant vind om eens bij te houden hoe het nu met mijn koopgedrag zit in een typische week.

Alleen vind ik het tijdstip nogal ongelukkig gekozen. Van de 52 weken die een jaar telt, is Insites er in geslaagd één van de meest a-typische weken te selecteren voor hun dagboekonderzoek. Vandaag mag dan wel een zaterdag zijn, het is tevens een feestdag, waardoor alle winkels gesloten zijn (zo vermoed ik toch, en ik heb alvast geen zin om mijn huis uit te komen met grote kans voor gesloten winkeldeuren te staan). En laat het nu net de zaterdag zijn waarop wij –en ik vermoed een verschrikkelijk groot deel van de bevolking– de meeste winkelverplaatsingen doen.

Wat weer maar eens aantoont hoe representatief dergelijke onderzoeken kunnen zijn.

veelbetekenend

Kijk, ik ben helemaal niet gewonnen voor Amerikaanse toestanden waarbij iedereen voor het minste wordt aangeklaagd. Maar deze mededeling van de VVJ (Vlaamse Vereniging van Beroepsjournalisten) is tekenend voor het gebrek aan beroepsernst waarmee bepaalde journalisten zich tegenwoordig door het medialandschap bewegen.

De schadevergoedingen die de gewezen Antwerpse politiechef Luc Lamine eist van drie journalisten van de Gazet van Antwerpen, komen neer “op een flagrante miskenning van de persvrijheid in dit land”. Dat zegt de Vlaamse Vereniging van Beroepsjournalisten (VVJ) dinsdag.

[Belga, via DM Telex]

De noemer journalist mag onder geen beding een vrijgeleide zijn tot het bekladden van iemands reputatie. Ver weg is helaas de deontologie waarop de journalist van weleer prat ging. Get it first, but first get it right, het adagio van The Associated Press, is nog steeds de essentie van de berichtgeving.

Maar basis, ervaring en principes zijn al lang niet meer in de mode. (Voor wie het niet begrepen had: dit heeft niets met persvrijheid te maken.)

’t is een hobby

Vanochtend vond ik een pamflet in de bus van een nieuw (?) initiatief dat zichzelf omschrijft als een wijkclub, maar openlijk politiek geïnspireerd blijkt. Al gaat het nu even niet over politiek –dat volgt later misschien nog– maar over vorm. Want in het pamflet staat te lezen: Ook onze website (www.roodstation.be) speelt vanzelfsprekend een cruciale rol in onze communicatie met de wijk…

Goed. Als men beweert dat het een cruciale rol speelt, dan voelen wij ons verplicht die site te bezoeken (meteen ook een e-mail gestuurd met een pertinente vraag om te zien hoe snel erop gereageerd wordt).

*Kuch* ’t Is lang geleden dat ik nog eens zo’n in een tabel opgemaakt splash screen heb gezien. In een mooi roze tint, niettegenstaande het over rood station gaat. Tiens, zijn dat links, daar in die venstertjes? Ah ja, toch.

Activiteiten staat eerst. Dan klikken we daar toch op. Oh kijk eens: een frameset. Met een iframe nog wel. En van die creepy javascript aangedreven en standaard scrollbar vervangende pijltjes op een absoluut counter intuitive plaats (jaja, veel Engels, ik weet het).

Activiteiten dus. Nee, toch niet: Er zijn geen activiteiten gepland. Bon.

Info dan maar. Die klotepijltjes gebruiken om naar beneden te scrollen, want veel tekst (of foto) past er niet in die iframe. En aaarrrggghhh, bij het scrollen scrollt de navigatie mee. Dus eerst een half uur naar beneden scrollen, en als je dan ergens anders heen wilt, moet je eerst terug naar boven scrollen. En de tekst zelf: bleek roze op een grijze achtergrond. Zeer leesbaar.

Bij Nieuws ontdekken we dat de groepering precies toch al een tijdje langer bestaat dan gedacht, want kijk, wat lezen we daar? Rood Station dient bezwaarschrift in omtrent hoogbouw (2006-05-08)

In het kader van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan omtrent het project Gent Sint-Pieters, en in het bijzonder omtrent de geplande hoogbouw aan de Koningin Fabiolalaan, diende sp.a-Rood Station een bezwaarschrift in bij de bevoegde instanties. Het bezwaarschrift behelst een concreet voorstel, dat de schaduwhinder van de geplande hoogbouwvolumes voor de omliggende buurt (en in het bijzonder voor de bewoners aan de noordkant van de Fabiolaan), in sterke mate moet beperken.

(Erm? Nog goed dat ik het niet over politiek ging hebben, want ik dacht dat zulks toch wel niet geheel overeenkwam met het beleid van de sp.a?)

Een weinig uitnodigende website, zo zullen we het maar omschrijven. Een uit de hand gelopen hobby waarschijnlijk. Dezelfde mens heeft trouwens de site van Animo Gent gedaan. Nu ken ik iemand die daar deel van uitmaakt, maar ik had eigenlijk geen idee waar Animo voor staat. En eerlijk gezegd, nu ik de site bezocht heb, ben ik nog geen moer wijzer geworden. In de navigatie staan er links naar Bestuur, Agenda, Activiteiten, Ideeën, Links, Downloads en Word lid, maar om te weten wat Animo is, of waar het voor staat, moest ik via het onderdeel Links naar Animo Nationaal, alwaar wél heel prominent wie zijn wij en waar staan we voor in de navigatie terug te vinden is.

’t Is nochtans niet dat we in Gent geen goede internetmensen zouden hebben.

van database

Stel nu, in het louter hypothetische geval, dat iemand u vraagt een database te maken voor, laten we zeggen, een ledenlijst? Zou die er bij u dan ook zo uitzien?

  1. CREATE TABLE 'members_en' (
  2. 'id' int(11) NOT NULL auto_increment,
  3. 'lastupdate' date default NULL,
  4. 'nameofficial' varchar(255) default NULL,
  5. 'nameother' varchar(255) default NULL,
  6. 'acronym' varchar(50) default NULL,
  7. 'geography' varchar(100) default NULL,
  8. 'country' varchar(100) default NULL,
  9. 'groupoecd' varchar(10) default NULL,
  10. 'groupfrancophone' varchar(10) default NULL,
  11. 'groupcut' varchar(10) default NULL,
  12. 'groupbig' varchar(10) default NULL,
  13. 'groupdutchnordic' varchar(10) default NULL,
  14. 'groupceec' varchar(10) default NULL,
  15. 'groupbaltic' varchar(10) default NULL,
  16. 'groupetuce' varchar(10) default NULL,
  17. 'groupcentralasia' varchar(10) default NULL,
  18. 'groupsaarc' varchar(10) default NULL,
  19. 'groupasean' varchar(10) default NULL,
  20. 'groupcope' varchar(10) default NULL,
  21. 'lang1' varchar(10) default NULL,
  22. 'lang2' varchar(10) default NULL,
  23. 'status' varchar(20) default NULL,
  24. 'membership' varchar(50) default NULL,
  25. 'dues' varchar(50) default NULL,
  26. 'payment' varchar(50) default NULL,
  27. 'address1' varchar(150) default NULL,
  28. 'address2' varchar(150) default NULL,
  29. 'address3' varchar(150) default NULL,
  30. 'addresscity' varchar(150) default NULL,
  31. 'addressstate' varchar(150) default NULL,
  32. 'addresscountryen' varchar(150) default NULL,
  33. 'addresscountryfr' varchar(150) default NULL,
  34. 'addresscountryes' varchar(150) default NULL,
  35. 'tel1' varchar(50) default NULL,
  36. 'tel2' varchar(50) default NULL,
  37. 'fax1' varchar(50) default NULL,
  38. 'fax2' varchar(50) default NULL,
  39. 'email1' varchar(50) default NULL,
  40. 'email2' varchar(50) default NULL,
  41. 'website' varchar(150) default NULL,
  42. 'p1' varchar(50) default NULL,
  43. 'p1name' varchar(50) default NULL,
  44. 'p1tel' varchar(50) default NULL,
  45. 'p1fax' varchar(50) default NULL,
  46. 'p1email' varchar(50) default NULL,
  47. 'p1website' varchar(150) default NULL,
  48. 'p2' varchar(50) default NULL,
  49. 'p2name' varchar(50) default NULL,
  50. 'p2tel' varchar(50) default NULL,
  51. 'p2fax' varchar(50) default NULL,
  52. 'p2email' varchar(50) default NULL,
  53. 'p2website' varchar(150) default NULL,
  54. 'p3' varchar(50) default NULL,
  55. 'p3name' varchar(50) default NULL,
  56. 'p3tel' varchar(50) default NULL,
  57. 'p3fax' varchar(50) default NULL,
  58. 'p3email' varchar(50) default NULL,
  59. 'p3website' varchar(150) default NULL,
  60. 'p4' varchar(50) default NULL,
  61. 'p4name' varchar(50) default NULL,
  62. 'p4tel' varchar(50) default NULL,
  63. 'p4fax' varchar(50) default NULL,
  64. 'p4email' varchar(50) default NULL,
  65. 'p4website' varchar(150) default NULL,
  66. 'p5' varchar(50) default NULL,
  67. 'p5name' varchar(50) default NULL,
  68. 'p5tel' varchar(50) default NULL,
  69. 'p5fax' varchar(50) default NULL,
  70. 'p5email' varchar(50) default NULL,
  71. 'p5website' varchar(150) default NULL,
  72. 'p6' varchar(50) default NULL,
  73. 'p6name' varchar(50) default NULL,
  74. 'p6tel' varchar(50) default NULL,
  75. 'p6fax' varchar(50) default NULL,
  76. 'p6email' varchar(50) default NULL,
  77. 'p6website' varchar(150) default NULL,
  78. 'comments' text,
  79. PRIMARY KEY ('id')
  80. ) ENGINE=MyISAM DEFAULT CHARSET=latin1 ;

Dat dacht ik ook niet. *zucht*

geduld is een schone zaak

Schrijft Bert, in reactie op L’importance du jazz:

Die paar zinnen scheppen een heel mooi beeld van hoe het zou kunnen zijn. Als (relatief) jonge fotograaf vind ik het vaak frustrerend dat er zo weinig mensen hun ervaring willen delen.

Een goed vakman zal er niet mee inzitten zijn ervaringen met aankomend talent te delen. Dat wil daarom niet zeggen dat hij alle vakgeheimen meteen zomaar prijs zal geven –dat heeft ook geen zin. Kennis delen, verloopt in gradaties, en naarmate je zelf meer ervaring opdoet, zal je ook meer informatie en tips ontvangen die relevant zijn voor de fase waarin je je bevindt –en die je dus ook zal kunnen toepassen.

Vakmanschap is een process; een in deze tijden bovendien veel te onderschat process. Mensen zijn te snel prosumers: ze zien de professionelen aan het werk met materiaal dat in onze maatschappij binnen hun –financieel– bereik ligt, en denken met de aanschaf van de tools meteen ook het métier in huis te halen. De verschillende stappen die nodig zijn om die tools te (leren) gebruiken worden overgeslaan, terwijl paradoxaal genoeg diezelfde tools ook steeds complexer worden. (Verwar overigens de prosumer niet met de pro-am, die veel dichter bij de pro aanleunt, maar zonder de commerciële dwingelandij.)

Hm. Waar was ik. Vakmanschap. Delen. Leerschool. Dat ik een groot voorstander ben van kennis delen. In fotografie komt het trouwens veel minder aan op het beheersen van die paar essentiële technische trucjes (diafragma, sluitersnelheid, en filmgevoeligheid; en de correlatie daartussen), maar voornamelijk op kijken én zien. Want dan mag je nog alle kennis delen, als het oog er niet is, heeft het allemaal geen zin. Een goede fotograaf zal ook niet klakkeloos de techniek van een leermeester overnemen: niemand zit te wachten op een tweede Dorothea Lange, Henri Cartier-Bresson, James Nachtwey, of Martin Parr. Maar onthou bijvoorbeeld van Cartier-Bresson het concept van le moment décisif, en verwerk het in uw eigen methodes.

Uiteindelijk gaat het erom je eigen weg te vinden met die kennis als basis. En dat vraagt –in de meeste gevallen– tijd.

(Hm. Niet echt een antwoord of reactie op wat Bert heeft geschreven, merk ik nu.)

l’importance du jazz

Je trouve qu’en comparaison, dans l’univers de la photo, beaucoup se prennent vraiment trop au sérieux. De plus, dans le jazz, la transmission me paraît plus solidaire: les “anciens” passent le releais aux jeunes, ils jouent ensemble. Et même si un “jeune” est meilleur techniquement, il reste respectueux du parcours et du talent de son aîné. […] En photo j’ai parfois l’impression, qu’au contraire, il faut ignorer le passé pour mieux imposer son style en le présentant comme novateur.

J’ai donc besoin de la tribu des jazzmen.

Guy Le Querrec, in Réponses Photo, juillet 2006