maar bruno!

…wat doet gij toch allemaal met uw tijd, trekken ze dan aan mijn mouw. Niets meer of minder dan een ander denk ik. Mijn boeken-, cd-, concert-, en filmlijstjes verschijnen deze week, dan bent u weer mee (en ik ook).

Eens zien, de zomer is voorbij, sinds juli zijn we opnieuw in ’t land, en mijn tijd is voornamelijk weggevlogen in jazz. Van jury (Jong Jazztalent) tot foto’s (Gent Jazz, Jong Jazztalent, Jazz Middelheim, Jazz in ’t Park), waaruit we graag nog eens het huisfotograafschap voor Jazz Middelheim aanstippen. Ik heb het gevoel dat ik weer gigantisch veel dingen heb bijgeleerd.

Voor de zottigheid heb ik ook eens gekeken naar de artikels die ik de voorbije maand voor Het Project heb geschreven, en ik kwam uit op 22 (dat is één elke drie dagen, en niet meegeteld de artikels waarvoor ik enkel foto’s heb geleverd):

Komt daar ook nog eens bij mijn hondstrouwe looptraining, die enkel kort werd onderbroken voor Jazz Middelheim. Dagelijks 8 tot 11 km lopen, en zelfs 15 km op zondag. Deze maand voeren we die afstand op, met een minimum van 10 km per dag, en piekjes van 20 km op zondag en 15 km op woensdag. Zaterdag blijft een rustdag. Aan dat lopen ‘verlies’ ik gemakkelijk toch anderhalf tot twee uur (inclusief stretchen en douchen nietwaar).

Maar ik beleef er alleszins veel leute aan. (Anders zou ik het niet blijven doen natuurlijk.) En ik hoop Tessa en Henri toch ook een beetje, want die dutskens worden door mij meegesleurd van het ene naar het andere evenement (waarvoor dank). Zaterdag zat ik er even door, en ik ben dan ook zowel zaterdag- als zondagavond redelijk snel van Jazz in ’t Park naar mijn bed vlucht zodra ik mijn foto’s had. Ik ga het deze week eens wat kalmer aan doen, denk ik.

tempus fugit

“We slapen te weinig.” Vergezeld van deze eenvoudige constatie kwam Tessa mijn tas halen om ze met de koffie te vullen waar ik lief om had verzocht. Van het bed in de loopkleren, van de douche naar het Zuidpark, van de tram achter de computer en weer in het bed. Zo ongeveer zien de dagen eruit sinds we in juli terug thuis zijn gekomen. Voor één van de projecten die ik verkeerdelijk heb toegezegd is eigenlijk geen tijd, want al de rest slorpt gewoon met de tijd ook alle energie uit mij.

Mijn eerste prioriteit gaat uit naar mijn gezin, dacht ik vanochtend in bad terwijl ik alles op een rijtje trachtte te zetten. De tweede naar Het Project en ‘de jazz’ –en achter beide items gaat een onnoemelijk heelal van deelgebieden schuil. De derde naar lopen en lezen en muziek en film en andere dan de concertfotografie die onlosmakelijk met die tweede prioriteit is verbonden. En dan is er tijd voor al de rest. Of liever, geen tijd meer.

Vergis u niet, dit is geen klaagzang, en ik vind mijn leven fantastisch en interessant en boeiend –maar ook uitputtend soms. En dan ben ik nog geeneens aan verbouwingen begonnen en moet ik overdag geen tijd verliezen aan/bij een werkgever.

Soms zet ik hier wel eens van die lijstjes, met deadlines of zaken die ik niet mag vergeten. Zo staan er volgende week er drie artikels gepland voor Het Project; een resem aankondigingstekstjes; fotoverwerking van het voorbije weekend; een verjaardagslunch; een vergadering in Antwerpen; de wekelijkse persconferentie in Gent; Jazz in ’t Park; en mogelijks/hopelijk nog wat avondconcerten. Op iets langere termijn zou ik eigenlijk zou twee interviews willen afnemen (voor artikels op Het Project), en op nog langere termijn (klaar tegen volgende zomer) een nieuwe project in elkaar steken. (Nog goed dat ik die iPhone heb –samen met iCal en Things— om alles een beetje bij te houden.)

Oh, en heb ik al vermeld dat ik in de herfst graag zou beginnen fietsen? En –ergens volgend jaar in de herfst of zo misschien– zwemmen ook?

Carpe diem!

intrigerend

…dat is wel het minste wat men van deze dag kan zeggen. En dan heb ik het nog niet eens over het weer. Een dag vol interessante conversaties, met een Lama die mij Batman comics kwam bezorgen bijvoorbeeld (dankuwel!!!), met mijn fotomeneer, mijn boekhouder, en met Haruki Murakami. Jawel, ook een boek lezen kan een vorm van converseren zijn. Vooral met een titel als What I talk about when I talk about running.

Het leven is passie, heb ik uit deze dag meegedragen, en of uw passie nu in uw werk of elders ligt, is eigenlijk van ondergeschikt belang. (Zolang mijn boekhouder de administratieve obstakels maar uit de baan kan ruimen –ik heb er het volste vertrouwen in.) Geld hoeft daarbij overigens geen hinderpaal te zijn.

Hm. Benieuwd hoe u die laatste zin interpreteert.

todelootodo

Het was een lange dag, zo had één van mijn slechtere opstellen in het lagere middelbaar kunnen beginnen. Het was een interessante dag, en morgen zal daar eigenlijk niet voor moeten onderdoen. En overmorgen ook niet.

Vandaag was de tweede keer in korte tijd dat ik in Antwerpen was voor een project –waarover ik voorlopig vanzelfsprekend nog niets lan loslaten. Twee negatieve puntjes deze keer, en dan heb ik het vanzelfsprekend niet over dat project, waar alles nog steeds op interessante zijn gang gaat. (1) Het Astridplein, en dat is het plein dat u opstapt als u het Antwerpse Centraal Station verlaat langs de kant van de Zoo, welnu, dat Astridplein, dat is verschrikkelijk lelijk. Niet zo lelijk als het Woodrow Wilsonplein in Gent, maar vele keren lelijker dan het Hendrikaplein dat u alhier opwandelt bij het verlaten van het Sint-Pietersstation. (2) Aquatopia is klein. Het is beter dan het Seattle Aquarium, maar ghoh, eigenlijk vond ik het aquarium in de Zoo minstens zo interessant. Op 1-2-3 stonden we opnieuw buiten –op dat foeilelijke Astridplein– en dat was dat. Nog goed dat we niet alleen daarvoor naar Antwerpen zijn getrokken.

Euh ja, meer heb ik niet eigenlijk. Behalve een waslijst van todo’s:

  • Dinsdag heb ik confituur gemaakt, en daarover moet ik nog een postje schrijven.
  • Ondertussen ben ik al twee dagen bezig aan een andere confituur, en daar wil ik dan ook nog over berichten.
  • Een nieuw brood: ik heb al twee keer een nieuw brood gemaakt, met een vulling, en daarover wil ik ook iets schrijven. Maar die vulling is nog niet helemaal zoals het hoort, en ik wil eerst dát in orde krijgen voor ik erover schrijf.
  • Binnenkort is het Jazz Middelheim, en daar wil ik ook nog iets over schrijven.
  • Dan moet ik héél dringend tekstjes schrijven voor concertaankondigingen.
  • Morgen met de boekhouder gaan ‘klappen’ over een (ander) project –en over mijn belastingen
  • En dan is er nog een ander project, waar ik graag voor Middelheim mee begonnen was, maar dat zal niet meer lukken. Hopelijk nog voor het einde van de maand, anders zal het voor september zijn.
  • Er zijn nog een heleboel foto’s die ik wil posten –morgen komt er minstens één aan.
  • Film: zaterdag gaan we naam Wall*E; en ik zou dolgraag ook nog Batman zien; maar volgende week zit ik alweer vast met Middelheim (een leuke manier van vastzitten, dat wel)
  • Op woensdag loop ik niet –net zomin als op zaterdag. Die ‘vrije’ zaterdag, dat ga ik behouden, maar vanaf volgende week begin ik toch ook op woensdag te lopen. Ik mis het te erg, zo in het midden van de week.

En dan zijn er nog een pak kleinere dinges. En morgen maak ik cupcakes. Ik heb een nieuw recept –met succes al één keer geprobeerd met rode vruchten; morgen draai ik er stukjes appel in.

Slaapwel!

uitrusten

De Gentse Feesten (e.d.) zijn gedaan! Bijna een maand over-en-weerhollen zijn voorbij, en ik ga vandaag eens goed uitrusten, was mijn gedacht. “Zoeeef”, zegt die dag vervolgens tegen mij.

Voor een nieuw project moest ik vandaag in Antwerpen zijn. De trein daarheen hebben we nog net gehaald, maar wegens een fout aan het treinstelsel waren er op onze rit minder wagons dan voorzien. “Gelieve de NMBS daarvoor te willen verontschuldigen”, klonk het meermaals tussen Gent-Dampoort en Lokeren en Sint-Niklaas en Berchem en Antwerpen-Centraal, terwijl wij als sardines op elkaar stonden gepakt in een nauwelijks functionerende airco.

“We gaan eerst naar een vergadering,” had ik Henri verteld, “en nadien gaan we naar de zoo. Vergeet dus vooral niet uw boek mee te nemen.” Tijdens de Gentse Feesten had hij achtereenvolgens Koning van Katoren, Pjotr en Briefgeheim (alle uit de Jan Terlouwcollectie van zijn vader) opgeslorpt, vandaag is hij begonnen aan Kruistocht in Spijkerbroek. De vergadering duurde wat langer dan voorzien, maar hij mocht ondertussen ook op een computer prutsen, en tegen goed half vier, kuierden we de zoo binnen. (Het was lang geleden dat ik nog eens zo’n interessante vergadering had meegemaakt overigens.)

We hebben de ganse zoo op ons gemak rondgewandeld –er was bijna evenveel volk als op de Feesten– en allebei met volle teugen genoten.

“Pas op, Henri, een leguaan!”

“Waar?”

“Daar, vlak voor uw voeten!”

“Ieeeeeeee!”

Terwijl het beest voor geen milimeter bewoog. Schitterend.

Terug naar huis, gelopen, gedouched, eten gemaakt, gegeten, en nu dit postje. Maar morgen hé, morgen doe ik niks! Behalve een boek lezen. En een paar dingen die ik dringend moet opzoeken. En nog een ander project wat in gang trekken. En mijn filmpjes moeten dringend binnen. En ’s avonds ga ik met Tessa gaan eten, denk ik. En naar de film. En…

ritmestoornis

Goedemorgen. Ik zit er nog helemaal niet in, in dat Belgische ritme. Vanochtend –na een redelijk late nacht– veel te vroeg wakker geworden, gaan lopen, ontbeten, en vervolgens opnieuw in slaap gevallen, terwijl ik dacht gauw nog iets van de digicorder te bekijken. Euh, en ik moet nog foto’s doen en een artikel schrijven. Ik spreek u later. Over jazz en zo en dinges. Goedemorgen, nogmaals.

(Bij Tessa is het niet veel beter. Zij is bovendien van wacht, waardoor we dan ook frequent uit onze aarzelslaap worden gehaald.)

moe (alweder)

Vandaag gingen wij dus Mount Rainier beklimmen, en zover zijn we ook geraakt –enfin, niet tot de top natuurlijk, maar tot Paradise– en van zover zijn wij ook teruggekomen. Een fotoverslagje volgt later (ergens volgende week), het was zeer de moeite.

creative writing life is hard

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

Volgende week is het gedaan met de leute –of de opeenstapeling van lessen W.O.– en krijgt Henri opnieuw wiskunde en taal en spelling. We kijken er al naar uit!

Eerst slapen.

recuperatie

Zoals verwacht tracht ik het hier redelijk rustig te houden, vandaag. Labour Day mag dan wel pas plaatsvinden in september, hier in de USA, ik lig op mijn gemak in de zetel een boekje te lezen. Veel meer kan ik ook niet doen, want mijn hoofd bonkt, mijn benen willen niet mee, en mijn ogen vallen dicht. Niet dicht genoeg om Henri geen les te kunnen, jammer genoeg voor hem –maar hij heeft gisteren een vrije dag gehad. En we houden het –zoals vermeld– rustig.

(Al heeft de telefoon nog niet stil gestaan, vandaag. Volgende week vertel ik u daar meer over, maar ik heb duidelijk minder schroom dan thuis om mensen op te bellen.)

De combinatie van een uur te lopen + bijna onmiddellijk daarna meer dan 7 km (uphill) te wandelen, blijkt niet meteen voor herhaling te zijn. En vanavond gaan we in het kielzog van gastheer K. wat gallerijen bezoeken, dus ik sluit nog even de ogen.

Hij slaapt

Hij slaapt een gat in de dag, Henri. Het is te zeggen, het is niet eens acht uur ’s ochtends, maar hij ligt nog diep verzeild in een wereld waarvan hij zich –eens wakker geworden– niet veel meer zal herinneren. Hij is er detective of een Trekkie of misschien loopt hij gewoon rond op een zonovergoten weide waar plotsklaps ook alle schoolvriendjes met hem komen meespelen. Want hij mist ze erg, die vriendjes. En Nagiko (onze kat). En Urga (de hond van zijn grotouders). En de mensen thuis. Denk ik.

Maar ondertussen is het acht uur, en nog steeds ben ik niet kunnen gaan lopen. Het endorfinegebrek laat stilletjesaan van zich horen, maar mijn gear ligt in de kamer waar hij slaapt. Dat was eerst onze kamer, maar ze bleek alras veel te geheimzinning om aan onderzoekende jongens te kunnen weerstaan.

Hij slaapt. Maar kijk hij roert zich en in de bocht die hij maakt tussen muur en donsdeken en weer terug lijkt het eerst even alsof hij mij aankijkt om zich dan opnieuw gedecideerd in die geheimzinnige wereld te verliezen. Ik denk dat ik er beter eerst nog even een boek bij neem.

goed

Wilt ge weten dat ik vanochtend al was vergeten wat ik gisterenochtend had gedaan?

“Hoe ge weet het niet meer”, ondervroeg ik mijzelf. “Ge hebt toch weer geen ganse voormiddag doelloos zitten surfen? Of naar tv liggen kijken? Of boeken gelezen?”

“Natuurlijk niet,” kwam het sussende antwoord, “ik ben toch helemaal niet ziek meer.” En toen ik het ontbijt had gemaakt wist ik het weer: “ik heb Skype geïnstalleerd. Voor als we in Seattle zijn.”

En ik heb ontdekt dat ik met Henri naar de tandarts moest. Op tijd ontdekt dat ik met Henri naar de tandarts moest. Ik heb daarna wel een paar keer naar zijn school moeten bellen om te regelen dat ik hem op de middag kon afhalen –’s voormiddags zaten ze met de klas in het park. Het was schoon weer, en de juffrouw had gezegd dat ze zich dan maar warm moesten kleden, en botten aandoen, en dat als het niet regende dat ze dan naar het park zouden gaan. Waardoor hij zijn toets godsdienst in de namiddag heeft gemist. En geen huiswerk heeft meegekregen.

En dan heb ik, nog brood gebakken –ik moet tegenwoordige elke andere dag brood bakken. We eten gemiddeld een brood per dag –de overschot gaat in een doos, en daar maak ik in het weekend broodpudding van. Een klein brood, van zo’n vijf-zeshonderd gram, schat ik, maar toch: een gans brood met ons gedrieën. Het tweede brood, dat er een dag heeft gelegen, vind ik meestal wat slapjes geworden, maar ik heb daar nu een trucje voor gevonden. ’s Ochtends gaat het brood vijf minuten de (niet voorverwarmde) oven in, die op 250°C wordt ingesteld. Na die vijf minuten heeft dat brood opnieuw een knapperige korst zoals het hoort.

En ik heb inkopen gedaan in de Delhaize. Voornamelijk melk, want dat vliegt er hier door, met zo’n opgroeiende slungel. Henri drinkt geen frisdrank overigens. Enkel melk, of water, of (vers) fruitsap. Soms ook wel eens chocomelk. En het is niet dat hij geen frisdrank zou krijgen, hij vindt het gewoon niet lekker. Houden zo, jongen!

En dan was er muziekles.

En dan waren er oliebollen, die we samen met Opatuur hebben opgegeten.

En dan was er vergadering van Het Project, en eigenlijk had ik daar nog wel wat willen blijven plakken, maar ik was te moe, en mijn ziekte liep aan het einde, en ik had geen zin om te hervallen, dus ben ik maar braafjes naar huis gegaan. Ik moet mij overigens flink hebben gedragen, gisteren, want hoewel de regen bij bakjes uit de lucht viel heb ik niet eens lang op een tram moeten wachten –terwijl er rond dat uur gemakkelijk een half uur tussen twee trams kan zitten.

Het was een goede dag eigenlijk, nu ik er zo aan terugdenk.