Lego Star Wars – Vintage!

Hij was er al een hele tijd naar aan ’t uitkijken, en ik was zo verschrikkelijk graag met hem meegegaan. Gezien ik besnot was, ging echter alleen Tessa mee naar F.A.C.T.S. Henri mocht voor zijn verjaardag (binnen een paar dagen), voor een bepaald bedrag cadeaus kiezen. Zaterdagvoormiddag waren ze nog het stadscentrum ingetrokken, op speurtocht in de speelgoedwinkels, maar hij wou toch liever de F.A.C.T.S. beurs afwachten. “Vorig jaar heb ik ook al mijn poeier in de speelgoedwinkels verschoten”, zei hij beslist.

Henri en zijn Lego-buit

Ze kwamen terug thuis met drie vintage dozen lego.

“Ge weet toch,” vertelde ik hem, “dat, van zodra ge de dozen opent, hun financiële waarde minstens gehalveerd wordt.”

Zijn moeder had hem al iets gelijkaardigs verteld, maar hij wou het speelgoed om ermee te spelen. “Ik ben geen verzamelaar”, stelde hij vastberaden. “Anders kan ik deze dozen volgend jaar wat duurder verkopen, met dat geld dan nog iets duurders kopen, dat dan weer bewaren, het jaar nadien weer verkopen, enzovoort”, zuchtte hij. “En uiteindelijk heb ik er dan nooit mee kunnen spelen.”

Allemaal wreed goed, vond ik dat. Zolang hij maar weet waarvoor hij kiest.

Ziek (x3)

We zijn hier met drie ziek. Op één of andere manier is de mogelijkheid niet geheel uit te sluiten dat Tessa deze keer door de nabijheid van mijn persoon bij de hare ziek is geworden (deze verklaring is geen bekentenis en doet geen afbreuk aan mijn rechten), dus ligt zij hier net zozeer te zieltogen als ikzelve. Enfin, toch bijna, want zij verkeert in een vroeger stadium.

En terwijl ik gisteren ergens anders zat te doen wat ik doen moest, werden bij Henri de amandelen uit zijn keel gehaald. Ik vond het niet nodig om daarbij te zijn want ik kan daar toch niets doen. Om allemaal geheel logische en uiterst begrijpelijke redenen, wordt mij de toegang overal geweigerd, dus blijf ik liever weg dan de nagels van mijn vingers af te kloven. Temeer dat Tessa doctor-arts is, en van die zaken veel meer afweet dan ikzelf. Met als resultaat dat alles goed verlopen is, en de jongen thuis bij ons in bed ligt. Om hopelijk niet datzelfde virus als zijn ouders op te lopen –waarvan het overigens niet uit te sluiten is dat hij de verspreider is.

Piekuup

Dank zijn J. heb ik terug een platenspeler in huis. Met als gevolg dat al mijn jeugdsentiment de komende dagen weer wordt bovengehaald, van Abba tot Zappa, met daartussen zowat alles van The Beatles, en Paul McCartney (met of zonder Wings). Bijna alles ook van Duran Duran, en het jonge Ierse groepje U2. En ook nog ABC, een nog maagdelijke Madonna, OMD, Prince met o.a. Purple Rain, the extended version (en zijn harem, Apollonia 6), Joe Jackson, Lloyd Cole and the Commotions, The Cars, Yello, The Alan Parsons Project, tot Bruce Willis die Under the Boardwalk zingt. En Kim Wilde. En (Introducing the Hardline According to) Terence Trent D’Arby! Maar ook France Gall, Jean-Jacques Goldman, Indochine, en Serge Gainsbourg. De soundtrack van Footloose, The Mission (Ennio Morricone), 37°2 Le Matin (Gabriel Yared) en erm… Bilitis (Francis Lai). Och, en ik zou Vangelis nog vergeten. En Jean-Michel Jarre.

En één plaat van Sidney Bechet, die de eer heeft als eerste te liggen kraken op de nieuwe oude aanwinst.

“Da’s zo van die muziek… die ge niet kunt weerstaan hé”, zucht Henri, terwijl hij pirouetteert door mijn bureau.

(Tot hij de soundtrack van The Return of the Jedi ontdekte, en toen was het hek helemaal van de dam.)

De economie

Wij zapten onlangs over Piet Huysentruyt die SOS-gewijs een roedel jonge vrouwen de finesses van vitello tonnato, tartaar en peperkoek uit de doeken deed. Voor mayonaise –een cruciaal ingrediënt voor de tartaarsaus, wist Piet– dient men een smaakloze olie te gebruiken. Gisteren, tijdens het avondmaal, kwamen we op zijn waarschuwing terug.

“Maar waarom gebruikt men olie zonder smaak”, vroeg Henri zich verbouwereerd af.

“Omdat we redelijk wat olie moeten gebruiken voor mayonaise en die smaak dan zou overheersen, jongen.”

“Maar waarvoor gebruikt ge die dan nog, zo’n olie?”

“Euh, wel, voor mijn motor…”, knipoogde ik.

“Ja, duh, ik heb het dus wel niet over het zwarte goud hé.”

En toen ik het daarop uitschaterde keek ook Tessa –een beetje verdwaasd– op van de steak die tot dan toe van haar volle aandacht had kunnen genieten. “Waarover hebben jullie het?”

“Over het zwarte goud, mama.” En Henri legde de situatie opnieuw bondig uit.

Iets te bondig waarschijnlijk, want met een “euh, ik ben niet mee”, staarde Tessa ons opnieuw aan.

“Tsja,” verklaarde Henri dan maar, “dan zijt ge duidelijk ook niet mee met de economie!” En om zijn woorden kracht bij te zetten, tekende hij met zijn handen twee aanhalingstekens rond dat laatste woord.

“Gij zijt veel te veel ne smartass gij”, glimlachte Tessa. Maar ook dat liet hij niet zomaar aan zijn neus voorbij gaan.

To(o) clever or not to(o) clever, that is the question“, kwam het zeer ad rem.

(En toen ik mijn Moleskine bovenhaalde: “Gij zijt dat weer aan ’t opschrijven voor uwen blog zeker, papa?”)

Zombie

De precieze omstandigheden zijn te beklemmend om u geheel uit de doeken te doen.

Een vreemd virus heeft zich van Henri meester gemaakt. Wij dachten eerst nog van doen te hebben met een gemuteerde variant van de Mexicaanse griep, maar de hologige verschijning zijns gelaat verborg echter een meer huiveringwekkende verklaring. Washandjes met ijswater brachten geen verkoeling, tabletten met koortswerende middelen geen verlichting. Ledig, en met wat leek een eindeloos gestaar, bewoog onze zoon zich door de kamers. Zelfs Star Wars kon hem niet boeien, evenmin de vele strips of de spannende boeken.

“Gaat het wel, lieve schat”, fluisterde ik hem toe. Maar hij staarde mij ongenaakbaar terug alsof ik lucht was. “Bel de ambulantie!”, schreeuwde ik verbijsterd, menigmaal. Maar ik kreeg geen gehoor.

En toon boog ik mij om zijn kwaal van naderbij te bekijken. Maar nauwelijk was mijn gelaat bij het zijne, of zijn tanden boorden zich in mijn schedel met een gekraak als het versplinteren van de badkamerdeur in The Shining. Mijn hersenen schoven er nog net niet uit, al bestond er geen twijfel of dat was het doel van het wezen dat zich als mijn zoon had vermomd.

Henri is een zombie, 28/07/2009 Henri is een zombie, 28/07/2009

I walked with a Zombie: original trailer 1943; original song Roky Erickson; cover R.E.M.. Of dit natuurlijk.

Feesten

Elk jaar opnieuw ben ik content dat Gent Jazz zich voor 90% buiten de feestperiode afspeelt, want dan heb ik eindelijk opnieuw tijd om zwaar uit te gaan op de Gentse Feesten. Mijn grootste doel is de Spiegeltent in het Baudelopark, waar zich naar het schijnt aangename jazztoestanden afspelen. Ik moet overdag zelfs geen present meer geven op het Jong Jazztalent in het Duvel-Droomschip op het Emile Braunplein, waar zich tussen het wauwelende en regenschuilende volk wel zeker vijf jazzliefhebbers bevinden, de groepsleden van de spelende jazzband inbegrepen.

Groots waren mijn plannen, en dinsdag 21 juli heb ik het volk getrotseerd om de winnaars van Jong Jazztalent 200, De Beren Gieren, aan het werk te zien. Zien, want horen kwam er niet meteen aan te pas –ik ben verschrikkelijk blij dat de jury de groepen in het festivalcafé van Gent Jazz kan beluisteren. Nadien ben ik een koffie gaan drinken in een lege Mokabon, dat een tien minuten na mijn aankomst volliep van het volk dat liever niet werd natgeregend. Tessa en Henri zaten ondertussen in een snikhete vrachtwagen, alwaar zij sardiensgewijs mochten genieten van één of ander ongetwijfeld fabuleus stukje theater. Ik ontmoette er achteraf in de Duveltent een aantal sympathieke vrienden, waarmee ik nog iets heb genuttigd alvorens hoofschuddend terug huiswaarts te keren.

Het is niet voor mij, die Gentse Feesten, vrees ik. (En dat mag u gerust steken op een of andere fobie –ik voel mij niet op mijn gemak in een mensenmassa.) Maar ik vind het fantastisch om Tessa en Henri te weten genieten.

Henri tijdens het middeleeuws ontbjt in het MIAT, Gent, BE, 26/07/2009

Na dinsdag ben ik de stad niet meer in getrokken, tot vanochtend, voor een middeleeuws ontbijt in het MIAT. Dat ontbijt was niet echt veel soeps, maar het gezelschap was heel aangenaam. De planning nadien? “Ik ga een fles water kopen, en een koffie gaan drinken (alweer in Mokabon) en naar huis”, vertelde ik heel beslist, er een beetje van uit gaande dat Tessa en Henri nog wel in het feestgedruis zouden willen blijven. Maar plots kwam ik terecht op Gent Beach voor de laatste minuten van de Kaboutershow (het Ploplied!), terwijl we even moesten wachten tot de Wii beschikbaar kwamen. En terwijl Henri stond te zwaardvechten en daarna met Tessa te pingpongen, sprong niemand minder dan Paul Severs het podium op. Hoog tijd om weg te gaan dus, al denk ik niet dat ik de aankoop van zo’n Wii nog lang zal kunnen uitstellen, afgaande op het enthousiasme van de rest van het gezin. Een late lunch in de Borsalino, een zoektocht naar ijs, en uiteindelijk ben ik dan toch nog huiswaarts geraakt.

En u dacht al dat ik niet kon uitgaan, tijdens de Gentse Feesten, durf ik te wedden.

Street cred(ibility)

“Papa, wat gaat er nu weer geschonden zijn?”

“Hunh?”

“Ja, als ge met mama haar tas over de straat loopt?”

Henri leest

Tessa en Henri gaan zowat elke dag mee naar Jong Jazztalent Gent (en achteraf Gent Jazz). Tessa maakt daar telkens een halve picknick van, waarvan ik thuis met hevig rollende ogen de voorbereiding aanschouw, maar ter plekke met plezier de vruchten van meepik. Ze heeft zo’n gevlochten boodschappentas die ik waarschijnlijk zo niet mag omschrijven, en waarin alles naar behoren past. Eenmaal gevuld weegt dat ding echter behoorlijk wat, en gezien ze na haar operatie niet zomaar met zaken mag zeulen (dat is een wijventrucje, dat weet ik ook wel) en ik überhaupt niet geneigd ben haar met zware dingen te laten sleuren, heb ik min of meer vrijwillig aangeboden om de tas in haar plaats heen en weer te dragen. “Maar dan alleen langs de kleine wegen, waar de mensen mij niet zien”, voegde ik er gekscherend aan toe. “Anders schend ik mijn street cred.”

Meer af dan aan

De computer staat tegenwoordig regelmatig af. En dan bedoel ik wel degelijk “Shut Down…” en niet “Sleep”. Het is gekomen uit een nood om ’s avonds los van dat internet te komen, en ook om op die manier een beetje energie te besparen. Want mijn computer lijdt aan insomnia: hij heeft de onhebbelijke gewoonte om –zonder aantoonbare reden– vanuit slaapstand wakker te worden. ’s Avonds gaat hij uit zodra het kan, en ’s ochtends start hij automatisch weer op om 7u. En als ik weet dat ik langer dan een uur weg zal zijn, gaat hij ook uit.

Henri, vanzelfsprekend

Dat doet deugd, zo een beetje meer van die computer weg te zijn. En van dat internet.

Haarzorgen

Mijn haar heeft ondertussen de lengte gekregen waarop ik mij –na een tiental jaar– opnieuw zorgen moet beginnen maken over het soort shampoo dat ik gebruik. De laatste paar weken zijn al tig merken en soorten de revue gepasseerd, en het is zelfs al zó ver gekomen dat ik mij een conditioner heb aangeschaft. Iets wat ik sinds 1997 niet meer heb nodig gehad.

Misschien is dat iets wat hij ook kan gebruiken trouwens, zo’n conditioner. Dan moet hij zo geen smoelen meer trekken als we met borstel en/of kam door zijn haar trachten te geraken.

Henri, vanzelfsprekend