(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)
Een zaterdags ontbijt in de Barista in Gent (aan het Hippoliet Lippensplein, vlakbij de Zuid).
Drie keer raden wat morgenochtend het onderwerp van de foto van de dag bij Het Project zal zijn. Ik kan mij levendig voorstellen hoeveel sneeuwlandschappen we in de mailbox van de fotoredactie zullen aantreffen. Wat wel wijs is, overigens. Ook ik kon er niet aan weerstaan, al bleek de batterij van mijn digitaal toestel leeg na de derde foto. (Gelukkig is er ook nog analoog.)
Zo zag de straat eruit, voor Henri en ik er met de slee door trokken en ook nog tot een sneeuwballengevecht overgingen. Tessa trachtte zich achter de poort te beschermen, maar slechts met matig succes.
En zo zag de tuin eruit, met een uitnodigend tapijt op de ligstoel. Ook die tuin ziet er niet langer maagdelijk wit uit. Henri heeft er een burcht gebouwd (hij had geen zin in een sneeuwman), en ook daar hebben we met sneeuwballen gegooid. Een beetje sneeuw, meer moet een mens niet hebben om een gigantisch goede tijd te beleven.
Minder geslaagd, was het recept dat ik vandaag –uit een tijdschrift– probeerde te maken. Ik heb een vermoeden dat ik weet wat het probleem was, en volgende week probeer ik het opnieuw, met een paar wijzigingen. Eenmaal naar mijn goesting gelukt, laat ik hier nog wel wat weten.
Het is heerlijk lopen overigens, in zo’n weer –nu u het toch vraagt. Gisteren liep ik een twintigtal kilometer in achtereenvolgens hagel, smeltende sneeuw, regen, zon, en opnieuw sneeuw. Vanochtend had diezelfde afstand soms wat weg van ijslopen, maar eenmaal een beetje een goede manier van stappen gevonden, viel het best mee. Maar het moet pas écht leutig geweest zijn de mensen die deze avond op die volle sneeuw hebben kunnen lopen. Heerlijk, die verse sneeuw onder uw schoenen te horen –én voelen– snerpen.
Na de bereiding van onze chocomousse, bleven 6 eigelen verweesd in de koelkast achter. Ik heb er geen idee van, hoe lang zo’n eigelen bewaren, maar langer dan absoluut noodzakelijk (de tijd om de chocomousse te maken dus) ging ik ze niet laten liggen. Ik herinnerde mij dat vele recepten uit Les classiques de Camille nogal kwistig met eigeel omsprongen, dus stak ik mijn licht even daar op. Crème Catalane of Crème brûlée leek mij iets te… calorierijk om samen met een chocoladefestijn te maken. Niet getreurd, bij een foto van een brioche-achtige taart, vond ik wat ik zoch: Gâteau battu!
Benodigdheden
Zo gemaakt
Haal de boter uit de koelkast en laat ze op kamertemperatuur komen. Als u met de hand werkt of gehaast bent, kan u gerust de boter wat minder hard maken in de microgolf —opgelet: niet smelten!
Verwarm de oven voor op 180°C
Klop de gist met de lauwe melk tot een homogeen mengsel.
Meng in een kom de bloem, poedersuiker en het zout. Voeg, één per één, de eigelen toe, vervolgens het gistmengsel, en tot slot de boter (in stukjes). Zorg ervoor dat alles heel grondig gemengd is.
Klop de twee eiwitten op (ik heb de twee nieuwe eigelen, gewoon ook voor de taart gebruikt), tot er pieken gevormd worden (werkbaar eiwit dus, niet droog!). Vouw het eiwit onder het beslag.
Giet het deeg in een hoge vorm, bij voorkeur zo’n gekanneleerde grote briochevorm. Bak gedurende 45 minuten in de oven. Ik had de indruk dat de taart er eigenlijk iets vroeger uit mocht. Verifieer daarom na een half uur elke vijf minuten of de taart al klaar is door met een breinaald of brochettestick in de taart te prikken. Als de naald droog uit het gebak komt, is de taart klaar.
Haal uit de vorm (als dat lukt), en laat even afkoelen. Heerlijk met een toefje zure room.
Smakelijk!
(Oh. Deze taart bewaart niet echt goed. Maar geloof mij, daar zal ze ook de tijd niet voor krijgen.)
Alela Diane & Alina Hardin, woensdag in de theaterzaal van Vooruit. Lees het verslag bij Het Project: Alela!
Het was een tijdje geleden dat ik nog eens over een recept uit de homarus trilogie had bericht. Bij deze geef ik u –zo vlak voor het weekend– één van de meest eenvoudige recepten om te bereiden. En volgens een hele hoop kinderen (en zelfs volwassenen, zo heb ik mij laten vertellen), één van de lekkerste.
Veel mensen ‘sukkelen’ met chocolademousse: het gerecht is te zwaar, of –godbetert– te zoet. Wel, na dit recept kan u al die argumenten overboord gooien. Niets is zo eenvoudig als chocolademousse. En zoals steeds, het resultaat hangt enkel af van de kwaliteit van de ingrediënten die u gebruikt. Veel hebt u alvast niet nodig. Al levert dit recept toch meteen een redelijk behoorlijke hoeveelheid chocomousse op.
Zeg nu zelf, iedereen heeft dit alles binnen handbereik, en anders brengt u het mee van uw volgende uitstap naar het regionale grootwarenhuis. Of van bij uw buurtkruidenier.
De room haalt u uit de koelkast, de eiwitten (*) zijn bij voorkeur van eitjes die (desnoods de dag zelf) op kamertemperatuur worden bewaard, en de chocolade, tsja, daar kan u zelf zo gek doen als u wenst (**). Hebt u liever een zoete chocomousse, dan gebruikt u melkchocolade. Mag hij wat bitterder zijn, dan gaat u voor de donkere variant. Ik gebruikte een fancy chocolade uit Ecuador, 75% cacao gegarandeerd, maar ik gebruik net zo goed de overschot van de chocolade postuurkes die Sinterklaas of de paashaas ons huis heeft binnengesmeten.
Zo gemaakt
Klop 4 dl van de room flink op (heel handig met die KitchenAid Artisan, maar gaat net zo goed met een garde), en zet in de koelkast.
Klop de eiwitten stijf, maar niet droog (gevaarlijk met die KitchenAid Artisan, want ge zijt er rapper dan gedacht). De eiwitten moeten pieken kunnen vormen, maar moet nog makkelijk met iets anders mengbaar zijn. Zet in de koelkast.
Giet de resterende 1 dl room bij de chocolade, en smelt ze au bain marie. Dat gaat evenwel net zo goed in de microgolf (op 300 of 600W), en veel sneller. Roer tot een homogeen mengsel.
Spatel nu de koude, opgeklopte, room onder de chocolade, en nadien voorzichtig het (opgeklopte) eiwit. Voorzichtig, want het is vooral het opgeklopte eiwit dat van uw chocomousse een luchtig dessert maakt.
Plaats in de koelkast, en laat minstens twee uur opstijven.
Smakelijk!
—
(*) De aandachtige lezer heeft waarschijnlijk opgemerkt dat u met zes eigelen blijft zitten. Plaats die alras in de koelkast, want geen nood, ik heb nog iets anders bereid (ook een dessert). Het recept daarvoor, dat krijgt u morgen!
(**) Opgelet, als u witte chocolade gebruikt, moet u twee (in water geweekte en uitgeknepen) gelatineblaadjes toevoegen, anders stijft de witte mousse niet op!
(Canon EOS 5D, EF 70-200mmf/2.8L IS USM @ 200mm, f/2.8, 1/50s, 1000ASA)
Alina Hardin tijdens het concert van Alela Diane & The Family, Theaterzaal Vooruit, Gent, 19/11/2008. Binnenkort verslag bij Het Project
Soms doet ge wel eens een miskoop. Het is onze eerste niet, en het zal helaas ook onze laatste niet zijn. En had het zoveel geld niet gekost, ik had het al lang met het grof vuil meegegeven. Ik heb het, dames en heren bereidwillige luisteraars, over de Saeco Primea Cappuccino Touch Plus. Een hoogtepunt van design en technologie, met touchscreen, vergt quasi geen onderhoud, en heeft koffiemaker en cappuccinatore in één toestel. Gedaan met het geklungel met melkschuimers, geen grote afwas nadat u een cappuccino hebt gemaakt.
*zucht*
Alles loopt mis, met dit toestel. Onmiddellijk na aankoop moesten we het al twee keer terug sturen omdat er geen koffie uit de machine kwam. Alle vijf voeten moet het waterreservoir worden bijgevuld. Een espresso maken is zo goed als onmogelijk. Het schuim dat op de cappuccino komt is wel zeker één millimeter hoog! Geen afwas na een cappuccino? Vergeet het: de melkweg moet telkens worden gespoeld, het melkreservoir gewassen. Het wateropvangbakje moet met grote regelmaat worden geleegd, net zoals de koffiediklade. De machine moet bijna maandelijks worden ontkalkt; de melkweg nog vaker.
En dan heb ik het nog maar over de directe ongemakken van het toestel.
Dit ding trekt ongeluk aan. Tassen vallen op de grond in haar nabijheid, planten verwelken, kommen gaan stuk. Daarnet nog, stond mijn mooi gevulde ontbijtkom –met appel, muesli, veenbessen en yoghurt– even naast haar een koffie te wachten. En wat dacht u? Jawel: alles op de grond, de inhoud van de kom mooi over de vloer uitgesmeerd. En, laat mij u even vertellen, het is geen grapje om zoiets op te kuisen.
Ondertussen weigert het ding om nog koffie te schenken. De bonen worden gemaald en dan meteen in de koffiediklade uitgestort, zonder eerst koffie in mijn tas te schenken. En wat zegt het ding dan? “Gelieve de koffiebonen bij te vullen.”
“Pass it on“, schrijft Jamie Oliver in zijn inleiding bij Jamie’s Ministry of Food. Het gaat slecht met de eetgewoonten van de Britten, zo vindt de Bekende Kok al een hele tijd, en hij besloot een Ministry of Food op te richten. Dat ‘ministerie’ is een verwijzing naar het echte Ministry of Food dat tijdens de eerste wereldoorlog in Groot-Brittannië in het leven werd geroepen. De voedselvoorraden waren schaars, en de regering zond een heleboel vrouwen op pad die kooklessen gaven. Oliver wil iets gelijkaardigs doen, maar dan om (kwaliteitsvolle) home cooking een nieuwe boost te geven. Het recent verschenen kookboek, Jamie’s Ministry of Food, is één van de stappen in dat proces.
Op het einde van zijn inleiding legt hij het pass it on systeem uit. Wie het boek koopt kan een belofte afleggen om de recepten uit het boek te delen. “I pledge to learn a recipe from each chapter of this book. I will then personally teach these recipes to two or more of my friends or family, on the condition that they pledge to do the same.” Er zijn 14 hoofdstukken, en vandaag krijgt u er eentje uit “Family roasts“.
Wij eten toch ongeveer een keer per week of per twee weken kip. Dat beestje wordt vaak bereid in de oven, maar past ook perfect in een braadpan. Een kip bereiden is mij dus niet meteen vreemd –ik heb, wat de gewone kip betreft, een lichte voorkeur voor de maïskip van mijn lokale slager, maar ben makkelijk te verleiden tot een poulet noir of bressekip.
Het belangrijkste bij het bereiden van uw maaltijd, is te vertrekken kwaliteitsvolle grondstoffen. Goed voor 4-6 personen, geeft Jamie Oliver aan. Wij eten zo’n kip meestal met ons drieën.
En een goede braadslee natuurlijk. Eentje die er tegen kan op nadien op het vuur te worden geplaatst. Niet evident, ten huize Bollaert, gezien onze oven aan de kleine kant is, én een ronddraaiende schijf bevat, waardoor ik er dus niet aan moet denken om een ovenbrede bakplaat of braadslee te gebruiken.
Zo gemaakt
Jamie Olivier geeft duidelijke, heldere aanwijzingen. Ik tik even over uit het boek, en vertaal.
Haal de kip 30 minuten voor ze in de oven moet, uit de koelkast. * Verwarm de oven voor op 240°C * De groenten hoeven niet geschild te worden, gewoon afspoelen in in grove stukken snijden. * Breek de tenen los van de lookbol, maar pel ze niet. * Leg alle groenten en de look in het midden van de braadslee, en besprenkel met olijfolie. * Besprenkel de kip met olijfolie en wrijf ze rijkelijk in met het zout en de peper. * Prik met een mespunt rond in de citroen. * Steek de citroen samen met de kruiden in de kip.
Voila. Totdaar de voorbereiding. Steek vervolgens de kip in de oven, en verlaag de temperatuur naar 200°C. Ga gerust een uur en twintig minuten iets anders doen. Tenzij u er nog iets anders bij serveert (ik maakte gestampte saffraanaardappelen), dan keert u best na een uurtje reeds terug.
Haal de kip uit de oven, leg ze op een vleesplenk, dek ze af met aluminiumfolie en daarbovenop een handdoek. Laat een kwartiertje rusten. Net genoeg tijd om uw saus te maken.
De saus. Zet uw braadslee (zonder de kip maar met de groenten dus) op een hoog vuur, maar verwijder ongeveer 90% van het braadvet. Strooi een flinke lepel bloem over de groenten en roer. Hou uw braadslee stevig vast met een ovenwant, en plet de groenten –die mogen grof blijven. Voeg een glas wijn toe, en laat de alcohol uitkoken. Voeg dan (warm) water toe, tot het water een kleine centimeter hoog staat in de braadslee. Laat alles flink doorkoken, en schraap met een houten lepel over de bodem van de braadslee om zo de smaken los te krijgen. Giet de saus door een zeef, en serveer, samen met de kip die nu lang genoeg heeft kunnen rusten.
Smakelijk.
Dit recept kan niet verkeerd lopen, en de kip smaakte overheerlijk. Henri heeft zijn bord zo rap of tellen leeggegeten, en hij was gek op de saus.