Het heeft even geduurd, maar uw reporter kon niet langer aan de lokroep van de pluchen zetels en het grote scherm weerstaan. Na twee maand zonder film of televisie —op een paar schaarse episodes van Bones op Hulu na— en na menige uren door de zoon gesleten achter een computer, vergezeld van de nodige uitroepen van verwondering, besloten we de nieuwste aflevering van Indiana Jones (and the Kingdom of the Crystal Skull) te gaan bekijken.
Is het een goed idee om met een (bijna) negenjarig kind een PG-13 film te bekijken? In Amerikaanse ogen waarschijnlijk niet, maar ik was amper twee jaar ouder toen de eerste film van de reeks (Raiders of the Lost Ark) in de zalen verscheen. En 15 toen ik Indiana Jones and the Temple of Doom (en Romancing the Stone) ging bekijken. En aan al die films heb ik uitstekende herinneringen, al vergeet ik wel eens of de tomatensoep-met-ogen nu bij Indy dan wel bij Jack Colton werd geserveerd. Blame it on my youth.
Indy —zijn echte naam is Henry Walton Jones, Jr., een voornaam die hij overigens met mijn zoon deelt— is een flink pak ouder geworden. Daarop wordt reeds bij het begin van de film gealludeerd, maar dat verhindert er hem helemaal niet van om nog steeds die zweep te hanteren als was hij twintig jaar jonger. De film begint helaas bijna tergend traag, met tal van allusies naar de iconografie van de jaren 50, zoals o.a. het McCarthyism, Elvis, Marlon Brando, de nucleare tests in de Nevadawoestijn, Hangar (Area) 51, en aliens. Een beetje vermoeiend voor het volwassen publiek en misschien net iets te weinig relevant voor de jongeren. De scène waarin Indiana Jones zijn intrede doet in de film is echter een instant klassieker: een onherkenbare man wordt uit de koffer van een wagen gehaald, zijn hoed rolt in het zand. De man pakt de hoed op —we zien op dat moment enkel zijn benen, en de schaduw van hoofd en romp op de wagen geprojecteerd— en wanneer hij zijn hoed opzet, zwelt de Indiana Jones themamuziek tot een meeslepend crescendo.
Na de ietwat tragere (her)introductie van de personages in het eerste derde van de film, gaat het evenwel in een rotvaart verder als de protagonisten richting Peru vertrekken, op zoek naar de Kristallen Schedel uit de titel. De jungle leent zich vanzelfsprekend tot adembenemende avonturen met fauna, flora, autochtone bevolking, en ‘de slechten’. Enkel de onversaagde eetlust van de vleesetende mieren —die mij beestjes lieten mij terugdenken aan het Vlaams Filmpje “Marabunta”— noopte de jongeman naast mij even tot het afwenden van zijn gezicht.
De typering van de personages en de dialogen zijn eerder vlak en weinig verrassend. Alle clichés komen aan bod, maar laat ons eerlijk zijn, dit is een Indy-film, en geen literatuur. Dit is een film voor een jong publiek of voor volwassenen met nostalgie, die in zijn voor een degelijke brok entertainment volgens bewezen recept. En vanuit dat oogpunt valt deze film dan ook gerust genietbaar te noemen.
Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull, gezien in het Neptune Theatre, Seattle. Te zien in Kinepolis (Decascoop, Ter Platen).