Het tweede Grote Evenement in Parijs beleefde Henri op dinsdag. We hadden ’s ochtends een dagticket voor de metro gekocht, en toen het donker begon te worden, vonden we dat we nog niet genoeg waar voor ons geld hadden gekregen. Zo’n dagticket kost toch wat geld, en als je niet minstens drie ritten maakt, kon je beter individuele tickets (of een carnet van tien) gekocht hebben. Dus gingen we naar de Arc de Triomphe.
De Arc bevindt zich op de Place Charles de Gaulle – Étoille, waar alle grote invalswegen van Parijs samenkomen. Eén daarvan is de Avenue des Champs Elysées. Ik was juiste locatie even vergeten, en in plaats van aan l’Étoille uit te stappen, reden we door naar La Défense, waar zich la Grande Arche bevindt. Dat ligt allemaal op de axe historique, vertrekkende van het Louvre en (voorlopig) eindigend in La Défense.
Vanuit de wagon in de metro tot boven is het een hele klim. Henri was eigenlijk vreselijk vermoeid, en had vooral zin om terug naar het hotel te keren. Elke trap werd met tegenzin genomen, tot we uit de metro op het plein vlak voor de Grande Arche stapten. In één klap kwam al zijn energie terug, rende hij het plein op, eerst weg van de Arche, en vervolgens als een vliegtuig met zijn armen gespreid, de trappen op naar het tentzeil onder de boog. Het enige wat hem deed stoppen was een stevige “niet lopen op de trappen!” die mogelijks tot aan de Champs Elysées hoorbaar was.
(Yashica-Mat, 80mm f/3.5, Fujicolor Pro400H, 400 ASA)
Boven toonde ik hem in de verte de Arc de Triomphe, en na eerst vruchteloos te hebben gevraagd om het geld neer te tellen om de Arche met de lift te bestijgen, insisteerde hij de weg naar de Arc te voet verder te zetten. Eén metrostop verder hebben we hem uiteindelijk toch gedwongen om opnieuw ondergronds te gaan, iets waar hij alleen maar bereid was in toe te stemmen op voorwaarde dat we toch wel honderd procent zeker bij de Arc terug bovengronds zouden komen. De Champs Elysées zelf hebben we wijselijk bewaard voor een ander moment.