schuim op de lippen

Dat ik verslingerd ben aan koffie, dat wist u onderhand wel al. Liefst neem ik het brouwsel zwart, redelijk sterk, maar ook een goede cappuccino sla ik niet af. Ik heb een hekel aan de weense variant (met slagroom) al ben ik dan wel weer bijzonder tuk op het toefje (zeg maar: de toef) slagroom die bij de Mokabon op een afzonderlijk schaaltje wordt meegeserveerd.

Vanmiddag ging ik lunchen in de k.roes.l (het was de eerste keer niet, en het zal bij lange de laatste keer niet geweest zijn ook). Ik had al half beslist om eindelijk een dessert te proberen (warme appeltaart), maar na mijn boekweitpannenkoek –met witloof, broccoli en tomaat– was ik meer dan voldaan. Dus besloot ik enkel nog een koffie te nemen, en meteen –waarom niet– de cappuccino eens te proberen.

Op de cappuccino die onder mijn boek op tafel wordt geschoven, prijkt evenwel een enorme toren slagroom. Daar had hij me wel even voor mogen waarschuwen. Het kleine beetje ambetantigheid (nah, ik had er eigenlijk al zin in gekregen) verdween helemaal toen ik de eerste koffielepel schuim proefde. Dit was de lichtste slagroom die ik ooit al heb geproefd. Zo licht dat ik dacht dat het een mengsel was van eiwit en melkschuim. Er moest wel eiwit in zitten, want er was geen mogelijkheid dat opgeklopte melk zo stevig kon zijn. Maar neen, het was wel degelijk slagroom. Dezelfde room die ze in de keuken gebruiken, met bijna geen suiker, en een vetgehalte van slechts 20%. Lekker!

Mag ik van mijn verlangenlijstje schrappen:

  • Dirk: een tweede snelkoppelingsplaat voor mijn tripod. Ik was het beu telkens die plaat van mijn Hasselblad naar mijn Canon te moeten versteken, en voor 12 euro kunt ge niet sukkelen.
  • Rogge: twee room-/deeg-/spuitzakken (dúur: 4,50 euro ’t stuk); drie metalen spuiten: een 12, een 10 met karteltjes, en een 8; en een siliconen bakmat (koekvormpjes)
  • Vits-Staelens: vanille-essence

Jawel: morgen bak ik koekjes.

crumiri – maïzenakoekjes

Ach, maïzena is eigenlijk niet correct. Maïzena is een handelsnaam en een beetje een eponiem voor maïszetmeel. Maïszetmeel wordt gebruikt voor een veelheid aan zaken, van cds via babypoeder tot bindmiddel in de keuken.

Dit recept komt van Clotilde Dusoulier (Chocolate & Zucchini), die zich op haar beurt geïnspireerd voelde door het recept van een zekere Ivonne (Cream Puffs in Venice).

Benodigdheden

  • 90 g boter op kamertemperatuur
  • 70 g rietsuiker
  • 1 groot ei
  • een snuifje zout
  • 120 g bloem
  • 55 g maïszetmeel

Goed voor twee dozijn koekjes –en dan heb ik haar recept gehalveerd.

Eigenlijk moest er ook vanille-extract bij, maar dat heb ik nog steeds niet in huis. De volgende keer (tenzij ik het ondertussen wel al in huis heb gehaald natuurlijk) vervang ik gewoon een deel van de suiker door vanillesuiker.

Zo gemaakt

Verwarm de oven voor op 180°C.

Meng de boter en de suiker goed dooreen. Als je een redelijk homogeen mengesel heb verkregen, meng je er het ei onder –je zal zie dat het deeg meteen veel vloeibaarder wordt.

Meng de bloem, de maïszetmeel en het zout in een andere kom samen, en voeg het vervolgens bij het boter-ei-suikermengsel tot een dik deeg.

crumiri - maïzenakoekjes

Het deeg moet niet rusten. Je kan het meteen in een deegspuit overbrengen, en vervolgens vormpjes op een bakplaat spuiten. Ik beschik (nog) niet over een deegspuit of koekjesvormen, maar je kan ze net zo goed met twee koffielepels –in redelijk grillige vormpjes dan wel– op het bakpapier plaatsen.

Of je legt het deeg op vershoudfolie, je sluit dat af, drukt het goed samen, en dan kan je er min of meer vormpjes uit snijden. Opgelet, dat is wel een redelijk kleverige bedoening.

crumiri - maïzenakoekjes

Plaats 12 tot 16 minuten in de oven, tot ze goudgeel zijn aan de randen. Laat ze even op de plaat afkoelen, haal ze dan van het bakpapier en leg ze op een rooster om verder af te koelen.

crumiri - maïzenakoekjes

Je kan ze in een luchtdichte doos ongeveer een week bewaren. Zo zegt men althans, want langer dan 24u gaan ze hier niet mee.

Smakelijk!

quo vadis?

Ze is weer weg. En hoewel ik nu weer ongehinderd mijn menige minaressen mag bespelen, is het spel toch niet hetzelfde. Zo nam ik vandaag Henri mee op mijn excessen, eerst voor de lunch, nadien voor een bijna drie uur durende wandeltocht in de Blaarmeersen. En terwijl hij schattig met groene gummi laarsjes de modder van het weggelopen water te lijf ging, kon ik er twee vervullen –de derde sputterde wat tegen. Van de modder ging het naar de top –waar ik sinds tijden van de skimat niet meer was geweest– en op de terugweg insisteerde hij haar te dragen, in ruil voor koffiekoeken.

“Quo vadis?”, vroeg ik hem op weg naar de bakker, “wat wil dat zeggen?”

“Waar gaat ge naar toe”, antwoordde hij breed lachend.

“Ah, naar de cinema.”

“Oh, en wat spelen ze”, veinsde hij geïnteresseerdheid.

“Quo vadis”, antwoordde ik onschuldig, “maar wat wil dat toch zeggen?”

We proestten het allebei uit.

“Dat is Latijn”, wou ik hem nog uitleggen.

“Ja, dat is de taal van de Romeinen, en net nu zit mama in Rome.”

Toen we met de koeken thuis kwamen, had hij geen zin meer om te poseren. Dus breng ik morgen maar twee in plaats van drie filmpjes bij de fotoman. (Ik moet dringend wat meer foto’s online zetten.)

négenduizend

Op 3 november 2005, toen de .be domeinnamen nog net niet gratis werden weggeven, en nauwelijks drie dagen na de lancering van drieduizend.be, heb ik het domein negenduizend.be aangekocht. We zaten toen in volle expansie met Het Project, waarvoor we reeds een FVDD (foto van de dag) onderdeel hadden, en we zagen het toen niet meteen zitten om daar nog een afzonderlijk photoblog bij te nemen ook. Negenduizend werd op de lange baan geschoven.

Een heel lange baan, zo zou blijken, want ondanks een paar schampere pogingen om het nieuwe project leven in te blazen en ijverig mouwgetrek achter de schermen, is negenduizend.be er vandaag nog steeds niet. Daar komt binnenkort evenwel verandering in.

Neem alvast uw agenda, beste jongens en meisjes, want op 29 februari 2008 gaat ook negenduizend.be van start.

Edoch! Menige berg dient tegen dan nog te worden verzet. Gaan we voor de look & feel van de rest van de familie duizend (twee, drie, acht), of pakken we het anders aan? Gaan we voor een FVDD, of werken we (ook) met series? Wat doen we met de hosting? En, duizend maal (hebt u hem?) belangrijker: wie heeft zin om mee te werken?

Negenduizend is aldus op zoek naar

  • redactieleden: mensen die mee beslissingen willen nemen (van hen wordt een zeker engagement verwacht)
  • contributors: die gewoon een foto willen bijdragen, maar zonder veel verplichtingen

Het basisprincipe: de bedoeling van negenduizend.be is een om –net zoals de rest van de familie duizend– een online fotocollectief te worden waar iedereen aan kan meewerken. De rode draad is de inhoudelijke of visuele band met Gent.

U voelt zich hopelijk aangesproken? Laat dan iets weten op info [at] negenduizend [punt] be. Als er véél respons komt, beleggen we binnenkort mogelijks zelfs een informele bijeenkomst.

à la française

Michel Portal Trio Michel Portal Trio Michel Portal Trio

(Canon EOS 5D, EF 70-200mm f/2.8L IS USM, f/2.8, 1/60s, 1000 ASA)

Áls u de Franse jazz al van enige vergrijzing zou verdenken, dan viel daar niets van te merken in de muziek die het Michel Portal Trio zondag bracht. Toegegeven, de twee zeventigers werden bijgestaan door een frisse jongeling van net geen vijftig, maar uit de jazz die zondag in de Theaterzaal van Vooruit weerklonk, spatte meer energie dan uit een gemiddelde postpunk rockband. Het trio bestond uit een blazer –Michel Portal op klarinet en sax– en een ritmesectie –Bruno Chevillon op bas, en Daniel Humair op drums.

» Lees verder op Gentblogt.

vakantietijd

Ook wij wouden (lees: zij wou) graag nog eens met vakantie. De paasvakantie leek te ver af, dus gaan wij binnenkort voor een korte uitstap naar die Franse lichtstad. Met de Thalys naar een hotel waarvan wordt verteld dat het overal dichtbij is. Ook geen Club Med voor ons dus.

Allemaal goed en wel, en dan rest mij slechts één dilemma: welk fototoestel neem ik mee. (Al hebben ze mij ooit gezegd dat ge geen vragen moet stellen waarop ge het antwoord zelf al weet.)

mini chelsea buns

Chelsea buns, zo vertelt Linda Collister in haar boek Bijzonder Brood (mijn broodbijbel!), werden gemaakt van het midden van de achttiende eeuw tot 1839 in het Londense Chelsea Bun House (in de Pimlico wijk). Naar verluidt waren ze zo lekker dat zelfs koning George III voor de zoetigheden in de rij stond.

Ze zijn helemaal niet moeilijk te maken. Reken ongeveer twee uur voor de rijstijd –ik liet het deeg de ganse nacht rijzen, zodat ik de broodjes voor het ontbijt kon klaar hebben. Jawel, dat betekent vroeg opstaan op zondagochtend.

Benodigdheden

Voor het deeg

  • 450 g witte bloem
  • een snuifje zout
  • 40 g rietsuiker
  • 175 ml melk
  • 15 g gist
  • 50 g (gesmolten) boter
  • 1 groot ei

Voor de vulling

  • 40 g (gesmolten) boter
  • 60 g donkerbruine suiker
  • 120 g rozijnen en/of gedroogd fruit

Voor de glans

  • 3 eetlepels honing
  • 85 g boter
  • 5 eetlepels melk
  • 100 g rietsuiker

Zo gemaakt

mini chelsea-buns mini chelsea-buns

Stap 1: het deeg

Meng de bloem met het zout en de suiker. Verkruimel de gist in de handwarme melk (koelkastmelk 30 seconden op 900 W in de microgolf). Voeg de boter samen met het losgeklopte ei en het melkmengsel bij de bloem. Meng alles samen tot een deeg.

Kneed het deeg gedurende een tiental minuten. Doe dit met de hand: ge krijgt er zachtere handen van, en er is geen betere manier dan om te voelen of uw deeg vochtig/droog en uiteindelijk elastisch genoeg is.

Doe het terug in de kom, doe er een vochtige handdoek (of als het echt moet: vershoudfolie) over, en laat het in ongeveer anderhalf uur op een warme plaats rijzen tot het in volume verdubbeld is. Zoals vermeld, kunt ge het ook een ganse nacht op een koelere plaats tot het gewenste volume laten rijzen.

Stap 2: de vulling

mini chelsea-bunsHaal het deeg uit de kom (duh), en sla het neer op uw werkvlak. Rol het uit tot een rechthoek van 70 op 20 cm (nee, ik heb geen meetlat gebruikt). Bestrijk het deeg met de gesmolten boter, en bestrooi het dan met de suiker en de rozijnen. Strooi er desgewenst wat kaneel over.

Rol het deeg op langs de lange kant, en snij het in bijvoorbeeld vijftien stukken. Schik die stukken op uw (ingevet) bakblik, en laat het in een afgesloten plastic zak in ongeveer een half uur tot zowat het dubbele rijzen.

De broodjes moeten in een bakblik/braadslee: Chelsea buns zijn vierkantig met een ronde kern.

Stap 3: bakken

Verwarm de oven voor op 200°C.

Plaats de honing, de boter, de melk en de suiker in een steelpannetje op een laag vuur. Breng het (eenmaal alles mooi gesmolten) aan de kook. Laat dit tot een stroop inkoken.

Giet deze stroop over de buns (ik gebruik nooit alles), plaats het bakblik in de oven en bak de Chelsea buns 15-20 minuten. Laat eventjes afkoelen –niet te lang, of je krijgt ze niet meer uit het bakblik zonder ze te beschadigen– en leg ze (eventueel) op een rooster om verder af te koelen.

Smakelijk!

ongeloof

Het ongeloof van de journalist glibbert uit de krantenkop: Politie én betrokkenen zwegen over spoor naar drie moordenaars Kitty.

Opvallend is dat heel wat betrokkenen, van de overlevende slachtffers tot de burgemeester van Beersel al op de begrafenis wisten dat er drie verdachten waren. Al die tijd hielden zij en de politie hun mond.

[…]

‘Ik wist al op de dag van de begrafenis van Kitty dat de politie drie verdachten op de hielen zat. Fantastisch toch dat iedereen zin mond heeft kunnen houden en zo het onderzoek niet in gevaar heeft gebracht?’

Fantastisch inderdaad. Bijna net zo fantastisch als de afgunst en het onbegrip van het journaille dat dit niet in de media om zeep kon worden geholpen. Dat gaat de goede richting uit in elk geval: de media bericht eindelijk nog eens na de feiten (verslaggeving zoals het hoort).