boeken 2007 Q2

Hm. Ik was 2007 niet meteen spetterend gestart, wat betreft literatuur. Dit laatste kwartaal heb toch iets van de ‘schade’ ingehaald, maar het niveau van de boeken die ik heb gelezen, is niet bepaald hoog te noemen. Moordlijst van Denise Danks is ronduit slecht te noemen. Dan hoor ik u al zuchten: “maar Bruno, het is gewoon een thriller”, en dan repliceer ik: “nee, het is een slechte thriller”. Want Lee Child bijvoorbeeld, is ook pulp, maar dan wel goede pulp. En Ruth Rendell behoort tot diezelfde categorie van thrillers, maar dat is ook onvergelijkbaar beter. Al moet ik zeggen dat ik Chabrols verfilming, La demoiselle d’honneur, toch wel nog net dat ietsje beter is –tiens, zou die al uit zijn op DVD?

En goed kijk, we laten die thrillers voor wat ze zijn. Koubaa gaat met Nevski serieus de dieperik in. Het is nog goed dat hij er Gent herkenbaar bijsleurt, of ik had hem een nul gegeven. Dat pover sterretje krijgt hij er nu bij voor de moeite. Maar niet van harte. Japin is nog zo iemand die een onding heeft uitgebracht. Gelukkig telde het maar dik honderd bladzijden, want ik ben er niet zeker van dat ik het vod anders had uitgelezen. En nog één: de ‘Grote Europese Roman’, ofte: laten we eens moeilijk doen gelijk Saskia De Coster, en zien of we dan ook meer au sérieux worden genomen. Nee dus. En de knoert van Peeters bestaat uit drie keer zoveel bladzijden als het vod van Japin. En ik heb ze ook allemaal doorgenomen.

Maar goed, niettemin gaat de kwaliteit toch in stijgende lijn. Tirza –dat doet mij denken aan de hond van mijn groottante, die Mirza heette– krijgt al twee sterren, al is het maar omdat ik mij heel even, in een moment dat sneller voorbij was dan het orgasme van de gemiddelde man, liet denken dat Grunberg de verwrongheid van de maatschappij trachtte te vatten. Nah, toch niet. Maar ik zal die tweede ster maar laten staan zeker?

Met kop en schouders reeds, steekt Pleysiers De Latino’s uit voornoemde hoop. Niet dat zijn boek zo verschrikkelijk goed was, maar eigenlijk behandelt hij eenzelfde soort materie als Grunberg, alleen dan wel zonder daar nodeloos complex over te gaan doen.

Driemaal zo hoog staat Van Reybrouck, precies de enige van al die Nederlanstalige schrijvers die beseft wat schrijven inhoudt, en dat bovendien nog op een deftige manier aan het papier weet toe te vertrouwen.

En hoewel hij evenveel sterren werd toebedeeld als Van Reybrouck, valt eigenlijk geen van voornoemde schrijvers te vergelijken met Gaiman, die daar op eenzame hoogte moet achterblijven. In vergelijking verdient hij ruimschoots vier sterren, ware het niet dat hij nog beter werk heeft geschreven (American Gods bijvoorbeeld.) ’t Is vakantie, ’t is een sprookje, ’t is ideaal om op reis mee te nemen –en vertaald in ’t Nederlands ook (Ster).

  1. The Bridesmaid / Ruth Rendell / 1989 / **(*)
  2. Het gebied van Nevski / Bart Koubaa / 2007 / *
  3. De Latino’s / Leo Pleysier / 2007 / **(*)
  4. Grote Europese Roman / Koen Peeters / 2007 / *(*)
  5. De grote wereld / Arthur Japin / 2006 / *
  6. Slagschaduw / David Van Reybrouck / 2007 / ***
  7. Tirza / Arnon Grunberg / 2006 / **
  8. The Hard Way / Lee Child / 2006 / **
  9. Moordlijst / Denise Danks / Publicatiedatum / 0
  10. Stardust / Neil Gaiman / 1999 / ***

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

jef en piet

Dat doet er mij aan denken: ze hebben daar heel proper sanitair, op het BNRFestvial. En als ik zeg proper, dan bedoel ik wel degelijk proper. Over de vloer wordt (zeer) regelmatig een dweil geslaan, de brillen én de urinoirs worden afgekuist, er is genoeg en deftig wc-papier voorhanden, en ge kunt uw handen wassen met welriekende zeep.

De prijs is navenant (0,50 € voor een beurt), maar in dit geval wordt die met plezier betaald (denk ik toch, met mijn perskaart mag ik gratis binnen).

Mannen blijven evenwel pubers, vooral als het bier is dat het lichaam langs de pisbuis verlaat. “Jef,” zij hij tegen zijn maat met zwaar Antwerps accent, “’t is hier zo proper dat ze al een juffrouke hebben klaarstaan om straks uwen piet af te kuisen.”

spinnenbeet

Henri heeft een paar hoopjes bobbels op zijn lijf. Een normaal mens kijkt daar over, maar met een dokter in huis dient al gauw molluscum contagiosum te worden uitgesloten (het lijkt er niet op), en wordt een huidarts opgebeld.

Vanochtend ging hij met opa –bij wie hij twee nachten gaat logeren, zodat de dokter zieken kan genezen en de fotograaf zich aan de frontstage van BNRF in het stof kan wentelen– naar de specialist. “Dat zijn typische spinnenbeten, meneer. ’t Is door de koude dat er nu weer meer spinnen zijn.”

Een gedachte die de arachnofoob in mij niet meteen tot de gezelliger wist te rekenen. Vanzelfsprekend vind ik nu ook heelder groepen van die dingen op mijn lijf, en weet ik niet beter of ganse spinnenlegioenen gebruiken mijn lichaam bij nacht om er hun driloefeningen op te houden.

Voor wanneer is die hittegolf nu weer?

gisteren op het BNRF

“Kijk,” zeg ik tegen Henri die voor de eerste act met mij meegekomen is naar het BNRFestival, “ge hebt goede muziek en ge hebt slechte muziek.” Ik las even een pause dramatique in. “Dit is slechte muziek.”

Hij kijkt me vragend aan.

“Nee, je hebt gelijk,” herpak ik mij, “het is goede muziek, maar het is een slechte zangeres.”

Trijntje Oosterhuis heeft een flinterdunne stem, met een bereik dat laat vermoeden dat het niet eens een ganse toonladder beslaat. Ik heb medelijden met Burt Bacharach, wiens oeuvre ze gedurende het ganse concert door hetzelfde register haalt.

Op haar best neigt Oosterhuis naar Whitney Houston, en tijdens de Gentse Feesten zou ze op een aantal plaatsen waarschijnlijk niet verkeerd worden geprogrammeerd. Rond een uur of twee-drie, als de alcohol al rijkelijk heeft gevloeid en het publiek daardoor wat minder kritisch is geworden.

“We spelen dit liedje heel verschillend van het origineel”, zo kondigt ze Raindrops keep fallin’ on my head aan. En dan vergeet ze even de versies van Sacha Distel en Manic Street Preachers, en zingt ze het nummer gewoon wat trager.

Nee, vergeleken met Oosterhuis is Stacy Kent pure sex. Dat is lichtjes overdreven dus, tenzij u valt voor haar hoge Julie-Andrewsgehalte, maar ze had tenslotte ook Gainsbourg te bieden, “my hero tonight“.

For those of you in the audience who don’t speak French –which probably is everyone, except for that one guy. And he’s American“, besloot ze haar in rimpelloos Frans uitgevoerde nummer. Toen het gelach evenwel uitbleef had ze meteen door dat er iets moest zijn misgelopen, en ze verontschuldigde zich dan ook al snel: “I’m sorry, that just came out.” Het was haar vergeven, ze was –hoewel op veilig spelend– onderhoudend, en kwam heel professioneel maar daardoor weinig verrassend over.

Wel goed was dan weer e.s.t. De fotografen hadden ingewikkelde instructies meegekregen van presentator Wilfried Haesen. “Volgt u even, beste fotografen”, waarop hij uitlegde dat we pas vanaf het derde nummer “ons ding” mochten doen, “zonder flitslicht! En niet tijdens de stille passages.”

Het eerste nummer duurde 45 minuten.

Het tweede was relatief korter, en bovendien speelden ze een set van een dik anderhalf uur (ipv het toegestane uur en een kwartier).

Charlie Haden stond op exact dezelfde plaats als twee jaar geleden: helemaal achteraan, met zo min mogelijk licht op hem gericht. Toen was mij door een collega verteld dat hij dat opzettelijk doet om de fotografen te jennen. Ik heb snel mijn foto’s gemaakt, en was van plan om huiswaarts te gaan, maar ik kon mij maar moeilijk van het concert wegtrekken. Ik ben niet tot het einde gebleven, maar het concert was gewoon goed. Niet fenomenaal of fantastisch, maar goed. Het stond er, en het bleef overeind, in tegenstelling tot Haden zelf, die vanochtend aan een hernia werd geopereerd.

vrijaf

Gezien ik gisteren mijn foto’s van eergisteren reeds heb verwerkt, had ik vandaag een dagje vrijaf. Enfin, toch tot 17u, als het spektakel opnieuw van start gaat.

Tijd om –samen met Henri– de paspoorten af te halen, een soepje te slurpen, en koffie te kopen. Mijn voorkeur gaat heden ten dage uit naar de Mysore van de Mokabon, alwaar Henri een kinderijsje binnenlepelde en ik twee heerlijk straffe koffies (met slagroom) mocht drinken. De derde en vierde koffie vandaag overigens, na die bij het ontbijt, en die van het mobiel koffiekraam dat u normaal op de Kouter of op de rommelmarkt Bij Sint-Jacobs kunt aantreffen, maar dat vandaag ook aan het administratief centrum op het Wilsonplein had postgevat.

Vanochtend was het volop zon, dus trok Henri mij al gauw mee naar de speeltuin dieper in het Zuidpark, waar ik over zijn hete chocolademelk mocht waken terwijl hij zich met zijn leeftijdsgenootjes amuseerde. Ik wist dat ik een boek had moeten meebrengen. Och! dat doet er mij aan denken, ik moet dringen mijn boekenlijst aanvullen. Erm, eerst mijn brooddeeg neerslaan, en de was versteken. Ik ben zo meteen terug bij u.

de revolutie is roze

De revolutie is roze! Want onder mijn ramen bewegen zich de dichte drommen mensen die zich eerder vandaag langs de Elisabethlaan naar de arrivé begaven, maar zich nu tussen de korte stortvloeden door, langs de Albertlaan opnieuw naar het station spoeden, om aldus onbewust de koninklijke echtelieden opnieuw met elkaar te verbinden.

predictor
(foto Belga)

De revolutie is roze! Want zo alleen kan men verklaren dat hun leider zich gisteren met gepaste fierheid waagde te vertonen met een shirt in voornoemde kleur waarop reclame prijkt voor een zwangerschapstest.

over *biep* lopen *biep*

Vrijdag was het zalig om te lopen, ondanks het slechte weer. Vóór het begin van de BNRF-periode was ik een beetje bezorgd of het wel zo lukken om te lopen, met die late uurtjes tijdens het festival. Maar gisteren heb ik gewoon mijn afstand een beetje teruggeschoefd. Waar ik vrijdag bijna acht kilometer heb gelopen, heb ik mij vandaag beperkt tot een rustig toertje rond de watersportbaan (iets meer dan vijf kilometer), en dan werk ik wel weer aan de afstand in augustus.

Al heb ik vandaag opnieuw iets meer dan 7 km gelopen (in 40 min). Mijn hartslag heb ik redelijk onder controle, met een gemiddelde van 150-152 op de langere afstanden. Behalve vandaag, waar de Suunto maar bleef piepen omdat ik boven de 155 ging (er zaten nogal wat heuvels in mijn parcours vandaag), zodat ik het alarm afgezet heb, en –na het eerste kwartier– op 160 bpm heb doorgedaan.

Geheel terzijde, maar mijn doel is om volgend jaar de stadsloop (10 km) in minder dan 50 minuten te kunnen afleggen. Sommigen hadden al beweerd dat te kunnen, maar zijn daar dit jaar niet in geslaagd –ik ga geen namen noemen natuurlijk.

Eigenlijk ben ik nu meer benieuwd ben naar hoe het zal vergaan met het lopen in de USA, waarvan men mij voorspelt dat ik er met temperaturen van 30 tot 40 graden zal moeten afrekenen. En waar ik mijn weg niet zal kennen. Maar misschien hebben ze wel fitnessruimtes in de hotels waar we verblijven. We zien wel.

BNRF: een wat trage start

Alles gaat goed overigens, op het BNRF. Vrijdag vertrokken ze een beetje met een valse start –een zekering had het begeven net in het midden van het concert van aRTET, waardoor hun set behoorlijk ingekort werd. Jammer, want ze waren goed bezig. Geen nood, u kan ze nog aan het werk zien (gratis bovendien) op de laatste dag van de Gentse Feesten, in de Duvel Droomschiptent.

Twee big bands, daarna, met stijlen die mijlenver uiteen lagen. Charles Tolliver vond ik iets te chaotisch, al pootte hij een goede show neer. The Vanguard Jazz Orchestra was dan meer een (te) goed geoliede machine, en toen Bert Joris erbij kwam, betekende dat toch een serieuze extra.

Ook het Kenny Werner Quintet was goed (geen uitschieter), maar ik had de indruk dat de zaal vooral op Toots Thielemans aan het wachten was.

Gisteren heb ik genoten van het Gianluca Petrella Indigo 4 –wat een verfrissing– en waren er verbazingwekkend veel mensen opgedaagd om de Vaganée / Del Ferro Group aan het werk te zien. Persoonlijk hoogtepunt was het Belmondo sextet featuring Yusef Lateef –ik ben al langer een fan van Lateef. De man is 90, maar komt duidelijk geen adem tekort!

Het Lincoln Center Orchestra met Wynton Marsalis was alles wat je ervan mocht verwachten. Even professioneel als The Vanguard Jazz Orchestra daags voordien, iets minder bestoft misschien, maar –durf ik het schrijven?– een beetje… te commercieel.

Een wat trage start misschien, maar we komen er wel.

druk

Met de titel van vandaag begon ik de post van gisteren. Vandaag de ganse dag foto’s bewerkt, het verslag (van Roel) staat klaar om door de planner van Het Project gepubliceerd te worden.

De foto’s van de optredens gisteren werden ondertussen op flickr gepost, in de BNRF 2007 set. Ik zet hier ook nog wel het een en het ander online. Maar eerst opnieuw naar het (BNR)Festival.

Tot later!

nieuw speeldgoed

Druk! Vergeef mij dan ook dat ik –terwijl ik dit schrijf– mijn middageten naar binnenspeel. Ik heb net een interview achter de rug –samen met Huug— over Het Project, dat (binnen een tweetal maand) in een vooraanstaand weekblad wordt gepubliceerd. En binnen een klein uur moet ik reeds aanzetten naar de Bijlokesite voor de openingsavond van het BNRF.

Vanochtend ben ik gaan lopen: 7,58 km in 44:40 minuten met een gemiddelde hartslag van 153 bpm. Daarna ging het ijlings richting binnenstad: twee geheugenkaarten gekocht (met de bonnen die ik ten afscheid op mijn werk had gekregen); vervolgens (ontbijten om 11 uur) een koffie met croissant in de Barista; om uiteindelijk te eindigen bij mijn fotomeneer om mijn filmpje binnen te geven en mijn nieuw speelgoed af te halen.

Jawel, sinds vandaag ben ik de trotse bezitter van een Hasselblad 500c/m met Sonnar 4/150. De –Nederlandstalige– gebruiksaanwijzing zat er nog bij in fantastische jaren 70 typeset, én een briefje met daarop handgeschreven de belangrijkste tips voor het gebruik. Om rug van body te halen schuif terug insteken. Schitterend!

Voorlopig geen tijd om foto’s te maken van het toestel of de handleiding of het papiertje, en al evenmin met het toestel. Maar die schade haal ik binnenkort wel in.