gisteren op het BNRF

“Kijk,” zeg ik tegen Henri die voor de eerste act met mij meegekomen is naar het BNRFestival, “ge hebt goede muziek en ge hebt slechte muziek.” Ik las even een pause dramatique in. “Dit is slechte muziek.”

Hij kijkt me vragend aan.

“Nee, je hebt gelijk,” herpak ik mij, “het is goede muziek, maar het is een slechte zangeres.”

Trijntje Oosterhuis heeft een flinterdunne stem, met een bereik dat laat vermoeden dat het niet eens een ganse toonladder beslaat. Ik heb medelijden met Burt Bacharach, wiens oeuvre ze gedurende het ganse concert door hetzelfde register haalt.

Op haar best neigt Oosterhuis naar Whitney Houston, en tijdens de Gentse Feesten zou ze op een aantal plaatsen waarschijnlijk niet verkeerd worden geprogrammeerd. Rond een uur of twee-drie, als de alcohol al rijkelijk heeft gevloeid en het publiek daardoor wat minder kritisch is geworden.

“We spelen dit liedje heel verschillend van het origineel”, zo kondigt ze Raindrops keep fallin’ on my head aan. En dan vergeet ze even de versies van Sacha Distel en Manic Street Preachers, en zingt ze het nummer gewoon wat trager.

Nee, vergeleken met Oosterhuis is Stacy Kent pure sex. Dat is lichtjes overdreven dus, tenzij u valt voor haar hoge Julie-Andrewsgehalte, maar ze had tenslotte ook Gainsbourg te bieden, “my hero tonight“.

For those of you in the audience who don’t speak French –which probably is everyone, except for that one guy. And he’s American“, besloot ze haar in rimpelloos Frans uitgevoerde nummer. Toen het gelach evenwel uitbleef had ze meteen door dat er iets moest zijn misgelopen, en ze verontschuldigde zich dan ook al snel: “I’m sorry, that just came out.” Het was haar vergeven, ze was –hoewel op veilig spelend– onderhoudend, en kwam heel professioneel maar daardoor weinig verrassend over.

Wel goed was dan weer e.s.t. De fotografen hadden ingewikkelde instructies meegekregen van presentator Wilfried Haesen. “Volgt u even, beste fotografen”, waarop hij uitlegde dat we pas vanaf het derde nummer “ons ding” mochten doen, “zonder flitslicht! En niet tijdens de stille passages.”

Het eerste nummer duurde 45 minuten.

Het tweede was relatief korter, en bovendien speelden ze een set van een dik anderhalf uur (ipv het toegestane uur en een kwartier).

Charlie Haden stond op exact dezelfde plaats als twee jaar geleden: helemaal achteraan, met zo min mogelijk licht op hem gericht. Toen was mij door een collega verteld dat hij dat opzettelijk doet om de fotografen te jennen. Ik heb snel mijn foto’s gemaakt, en was van plan om huiswaarts te gaan, maar ik kon mij maar moeilijk van het concert wegtrekken. Ik ben niet tot het einde gebleven, maar het concert was gewoon goed. Niet fenomenaal of fantastisch, maar goed. Het stond er, en het bleef overeind, in tegenstelling tot Haden zelf, die vanochtend aan een hernia werd geopereerd.

Een gedachte over “gisteren op het BNRF”

  1. manman, wat zou ik er graag ook alle dagen bij zijn maar helaas is de combinatie met werken voor mij niet ideaal wegens heel erg veel nood aan voldoende slaap voor middernacht, zal voor ooit eens zijn …

Reacties zijn gesloten.