ma solitude

Pour avoir si souvent dormi
Avec ma solitude
Je m’en suis fait presqu’une amie
Une douce habitude
Ell’ ne me quitte pas d’un pas
Fidèle comme une ombre
Elle m’a suivi ça et là
Aux quatre coins du monde

Non, je ne suis jamais seul
Avec ma solitude

Quand elle est au creux de mon lit
Elle prend toute la place
Et nous passons de longues nuits
Tous les deux face à face
Je ne sais vraiment pas jusqu’où
Ira cette complice
Faudra-t-il que j’y prenne goût
Ou que je réagisse?

Non, je ne suis jamais seul
Avec ma solitude

Par elle, j’ai autant appris
Que j’ai versé de larmes
Si parfois je la répudie
Jamais elle ne désarme
Et si je préfère l’amour
D’une autre courtisane
Elle sera à mon dernier jour
Ma dernière compagne

Non, je ne suis jamais seul
Avec ma solitude
Non, je ne suis jamais seul
Avec ma solitude

Georges Moustaki, Ma Solitude, op de LP Le Méteque.

(Omdat Huug het alleenrecht niet heeft op Fransche teksten.)

bug

Er zit ergens een bug. In WP, of bij Dreamhost, ik weet het niet. Maar telkens ik naar mijn eigen weblog ga, wordt ik geconfronteerd met een blanco pagina. Ctrl-R ofte reload volstaat, maar dat wel voor elke pagina op dit weblog die ik bezoek. En dit zowel via Firefox als MSIE, op win en op mac. Komt u hetzelfde tegen, of zit ik met een network cache die me in mijn achterwerk bijt?

(Och, ik verkeer in goed gezelschap: de nieuwe Robin Verheyen staat op repeat: Narcissus Quartetself-titled heet dat dan– bij de W.E.R.F.. U gaat het nog een paar keer mogen horen, deze week.)

[Update] ik dacht eerst dat het aan WP-Cache lag, maar toen ik de plugin disablede, bleef het probleem zich niettemin voordoen. Na een beetje zoeken, heb ik her en der ontdekt dat er zich soms een probleem voordoet met Dreamhost en gzip (browser compression). Gzip stond echter niet aan in mijn WordPress configuratie, gezien dat niet mocht wanneer men WP-Cache gebruikt. Met WP-Cache ‘af’ en gzip compressie ‘aan’, blijkt het probleem evenwel van de baan. (Het rijm krijgt u er gratis bij.)

het gezelschap (vi)

Isabelle is terug. (Als ik het goed begrepen heb, moet de audit morgen afgewerkt zijn, en krijg ik maandag Bea terug in ‘mijn’ bureel.) Nog geen kwartier nadat Fabien was toegekomen, had Isabelle haar intrede gedaan. Ik was net bij IT (een probleem met Groupwise), en toen ik terugkwam hoorde ik haar al murmelen.

“Mais non, mais quel con.”

Toen ze me zag beantwoordde ze mijn begroeting met veel tegenzin: “ah, oui, bonjour”, waarop ze ongestoord verder ging. “Mais il me fait chier”, gevolgd door “mais qu’est-ce qu’il m’arrive là”, ondersteund door onverstaanbaar gemompel en langgerekte zuchten. Een bibberende Fabien stapelde een warboel fotokopies op haar bureau.

“Ghô mais non, mais qu’est-ce que c’est ça encore.”

Fabien verdween. Twee niesbuien en vier zakdoeken laten bracht hij nóg meer documenten bij haar. Zijn GSM rinkelde (Pump and Circumstances). Haar GSM rinkelde (die Walküre). Beide verdwenen in druk getater, om gedecideerd en enigszins verbolgen het toestel uit te drukken. Hij een fractie van een seconde later dan zij, maar te laat om een afkeurende blik van haar te vermijden.

Hij bekeek zijn schoenen, terwijl zij hem nadrukkelijk fezelend de les spelde, daarbij druk gesticulerend waardoor een deel van de stapel documenten zijn schoenen en de vloer op vloog. Fabien verontschuldigde zich fluisterend en begon de documenten te ruimen. “Ah mais non, va t’en”, kon ik nog net opmaken voor Fabien zich voor de zoveelste keer uit de voeten maakte.

Dat was ongeveer een uur geleden. Zonet kwam ik terug van de keuken, en Fabien was terug. Hij stond over Isabelle gebogen, en hield achter zijn rug een fnac-zak verborgen. Toen ik binnenkwam keken ze allebei geschrokken op. Isabelle werd knalrood, en Fabien keek dermate gestoord mijn richting uit, dat ik me snel op de gang terugtrok terwijl ik met veel nadruk mijn GSM naar mijn oor bracht.

Het is hier plots veel rustiger geworden.

ziek

Henri is ziek. Zelf ben ik voorlopig nog niet ten prooi gevallen aan de virale of bacteriële epidemieën die hier op het werk de ronde doen. Negen man –jawel, dit keer in de geslachtelijke betekenis van het woord, de vrouwen blijken veel resistenter– hebben de strijd reeds opgegeven, hier ten arbeid, en het is niet geheel onmogelijk dat het aantal vandaag nog wordt vergroot. (Hopelijk raakt Fabien zijn bed niet uit. Genezing sluit ik uit.)

Maar Henri is dus ziek. Gisteren overdag werden temperaturen van net geen 40 graden opgetekend, en ’s avonds werd hij –in een deken gewikkeld– naast mij op de zetel gelegd alwaar uit de fleece een zwak “pas op, papa, een granaat” te horen viel, een halve seconde voor het ding in mijn gezicht ontplofte (Call of Duty 2).

Toen ik net in de keuken het eten verder afwerkte, slaakte hij een luide schreeuw gevolgd door wat mij omschreven werd als een “waterstraal maar dan met kots”, waarvan het fleece deken, de zetel, en een aanzienlijk deel van de woonkamer slachtoffer werden. Maar daarmee was het ergste gelukkig achter de rug. Met bibberende hand heeft hij nadien nog een glas water en een groot stuk broodpudding tot zich genomen, om uitgeput in slaap te vallen. (En twee-drie keer tot bij ons bed te komen ’s nachts.)

Vanochtend was hij opnieuw zijn vrolijke zelf, maar toen ik hem daarnet aan de telefoon hoorde, klonk hij opnieuw wat zwakker. Maar misschien was dat vooral omdat ik hem suggereerde toch nog maar even te wachten met televisie kijken.

het gezelschap (v)

Fabien is ziek. Als hij om 9 uur op het werk toekomt, zucht hij zijn carnassière op zijn tafel en zwiert zijn mantel op een stoel, waarna hij in een niesbui uitbarst. Hij diept achtereenvolgens keelpastilles, hoestsiroop, een doos zakdoeken en een tube inotiol uit zijn tas, waarna hij zijn neus snuit alsof er geen einde aan komt. Vier vellen zakdoeken uit de doos moeten eraan geloven.

Hij niest opnieuw wanneer hij de gang oploopt, en ik hoor hem verderop opnieuw zijn neus snuiten (vermoedelijk zitten zijn zakken volgestouwd met pakjes zakdoeken). Wanneer hij terugkomt, houdt hij een tas lauw water voor zich uit, waarin hij twee theezaktjes hangt die hij samen met een pot honing uit zijn tas tevoorschijn haalt. Hij zucht, snelt opnieuw de gang op, met meer energie dan je zou vermoeden, niest nog een paar keer, en komt terug het bureau ingelopen met een lepel waarmee hij drie ruime porties honing in zijn tas schept.

Vervolgens haalt hij een citroen uit de schoudertas –die hij ondertussen op de grond heeft geplaatst en waardoor hij zich dus moet bukken, wat opnieuw een niessalvo ontlokt. Hij kijkt even vertwijfeld rond, komt weer recht, en begeeft zich opnieuw naar de keuken. Wanneer hij ditmaal terugkomt, draagt hij een schoteltje met daarop een netjes gehalveerde citroen mee.

De lucht in de kantoorruimte wordt overladen met een citrusgeur als hij de eerste helft volledig in zijn tas uitknijpt. Hij vist twee-drie pitten uit de tas, roert nog eens vigoureus, en drink ze in één teug leeg. Drie pitten, die naar de bodem van de tas waren gezonken, spuwt hij rechtstreeks in de vuilbak. Tak-tak-tak. (Isabelle had dit hoogst waarschijnlijk niet op prijs gesteld.)

Het hele gedoe herhaalt zich, al komt hij deze keer terug met een tas waaruit een dikke waterdamp stijgt, en geeft hij zijn brouwsel de tijd om af te koelen. Onderwijl blijven de niesbuien en snuitconcerten zonder matiging doorgaan. Wanneer ik even de kamer uit moet, zie ik dat zijn doos zakdoeken reeds danig is geslonken en dat voorzeker de helft van de inhoud verfrommeld in zijn vuilbak is gegooid.

Hoewel het buiten nog relatief koud is en de verwarming maar half werkt, zit ik al de ganse dag met het raam op een ruime kier geopend. Ik hoop voor Fabien dat hij me niet ziek heeft gemaakt.

het gezelschap (iv)

Isabelle, het vrouwelijke deel van het auditeursduo, heb ik na twee visites niet meer teruggezien. Het kan zijn dat de zwangerschap haar hormonenspiegel helemaal om zeep heeft geholpen, want ik hoor Fabien, het mannelijke deel, nog vaak ootmoedig antwoorden in zijn GSM. De situatie moet hem niet vreemd zijn, want bij het minste belgerinkel krimpt hij spasmodisch in elkaar. Je reinste Pavlov.

De tweede (en dus laatste) keer dat ik Isabelle zag had ik net mijn ring in mijn tas thee laten vallen –ik speel graag met die ring wanneer ik probeer na te denken. Geen van beiden had van het incident iets gemerkt, en ik besloot dan ook niet te proberen de ring met mijn vingers uit de tas te vissen. Alleen keek Isabelle gestoord op, telkens ik een slok van mijn tas nam en de ring daardoor tegen de wand van de beker rinkelde. Voor de rest negeerde ze mij volkomen.

Met de laatste slok thee gleed de ring tot tegen mijn lippen, van waartussen ik hem vervolgens tevoorschijn haalde om opnieuw aan mijn vinger te schuiven. Isabelle verslikte zich. Ze had mij –zonder merkbare onderbreking– de tas zien neerzetten en de ring uit mijn mond zien halen. Fabien had helemaal niets door, en zocht al ijverig naar een doekje om het water op te deppen dat Isabelle in ontzetting over hun documenten had geproest.

Nog geen half uur later was ze verdwenen.

groentensoep

In deze tijden is dat toch niet meer serieus te noemen, zo’n logo (ik durf het zelfs geen logo te noemen) [via]:

20060314_theloop.jpg

Laat ons hopen dat iemand binnen het bedrijf als ‘vrijwilliger’ werd aangeduid om een logo te maken. Iemand tot wiens normale takenpakket het ontwerpen van logo’s eigenlijk niet behoort, maar die wel ‘goed is met de computer’, en daardoor met al die ‘kleinigheden’ wordt opgezadeld.

Nee maar. Let op de subtiele plaatsing van de ‘the‘, en dan ‘Gent’ dat verticaal gealligneerd werd met de L van ‘Loop‘ En die lussen van de twee organisch in elkaar vloeiende o’s die volledig breken met de rechte letters van de rest van het logo. Voorwaar, een pareltje.

En dan die naam! Gent The Loop. We mogen waarschijnlijk van geluk spreken dat het niet Ghent The Loop is geworden, want zo had het vanzelfsprekend een nog veel grotere internationale weerklank gekregen. En ja, ik weet het wel, The Loop verwijst naar Adolphe Pégoud […] de eerste piloot die succesvol een looping met zijn vliegtuig, een ‘Blériot’, heeft uitgevoerd. Maar hadden ze nu echt geen Nederlandstalige term kunnen verzinnen?

Er zal duchtig over nagedacht zijn. Spreek het zelf maar een keer of vijf na elkaar uit. Gent The Loop. Gent The Loop. Gent The Loop. Gent The Loop. Gent The Loop. Gentteloep. Groentensoep.

gescheiden

Twee donderdagen geleden had ik op het werk afsgesproken dat ik tegen vorige vrijdag een zeer basis kladversie van de Digital Document Flow voor de organisatie zou klaarhebben. Vorige donderdag wordt mij –net voor ik naar huis vertrek– meegedeeld dat het wel ‘leuk’ zou zijn als ik maandag (vandaag dus) een presentatie zou kunnen geven over mijn visie op die Digital Document Flow. ‘Het zou leuk zijn’, valt vanzelfsprekend te intepreteren als: doen! Met een presentatie ipv een ‘basis kladversie’.

Het moet zowat zes jaar geleden zijn dat ik nog eens werk mee naar huis heb gebracht. Werk en het echte leven houd ik liever gescheiden, omdat (1) ik me dreig in dat werk te verliezen voor de rest van het weekend en (2) ik stress. Terwijl ik onder normale omstandigheden noch thuis, noch op het werk in een stresskonijn verander.

Aldus was het voor mij grotendeels een minder aangenaam weekend. Maar de presentatie is (zeer) goed verlopen, dank u.