Ha! Die kende u nog niet, durf ik te wedden. Juni is normaal gezien terugbetalingsseizoen (naast het vakantiegeld-moment). Ook dit jaar behoren we tot de gelukkigen (daar komt mijn nieuwe lens), maar eigenlijk had ik best nog iets gelukkiger kunnen zijn. Tijd voor een nieuwe saga.
Indien u al een tijdje dit weblog volgt, herinnert u zich misschien dat ik, zowat een jaar geleden, in een slachtofferrol werd gedwongen (boem! pets! patat!, la boum deux, amai zijn muile). Aan dát euvel werd echter redelijk snel verholpen (zwart zien, fietsen op de heide), al verliepen niet alle administrativa, daaraan verbonden, even soepel (div). Vooral die laatste entry is van belang voor onze saga. De nieuwe motor werd immers foutief ingeschreven als een 108KW ipv een 72.1KW. Het zijn maar cijfertjes, zo zal u zeggen.
Maar zie, redelijk snel werd het probleem bij de DIV opgelost, al was het niet snel genoeg om de Federale Overheidsdienst Financiën – Sector directe belastingen van de nieuwe situatie op de hoogte te brengen. Ergens eind november kreeg ik een aanslagbiljet in de bus voor een motor van 108KW, goed voor een BIV (Belasting op In Verkeerstelling) van maar liefst 867,00 EUR (te vermeerderen met 19,22 EUR opdeciemen). Terwijl voor een motor van 72.1KW ‘slechts’ 123,00 EUR BIV dient te worden betaald.
Geen nood, op 4 december stuur ik een bezwaarschrift naar de juiste dienst, voorzien van de nodige bewijsstukken (kopie van het aanslagbiljet, kopie van het verbeterde inschrijvingsbewijs, en een kopie van mijn gelijkvormigheidsattest). De administratie reageert prompt, want op 5 januari krijg ik een ‘ontvangstmelding van uw bezwaarschrift’ in de bus.
Nog prompter ontvang ik op 27 januari een herinnering van de Federale Overheidsdienst Financiën – Sector directe belastingen (UITERSTE DATUM VOOR BETALING ONMIDDELLIJK
), waar ik vanzelfsprekend niet op inga.
De volgende correspondentie bereikt mij kort na 18 april, afkomstig van het Ministerie van Financiën, Administratie van de invordering, waarbij mij meteen nalatigheidsinteresten worden aangewreven (15,39 EUR), en het volgende wordt vermeld:
Verschuldig saldo: ER IS NOTA GENOMEN VAN UW BEZWAAR VAN 21.01.2005. ZIE KEERZIJDE PUNT 5 ONMIDDELLIJK TE BETALEN : NOG NIET GEKEND
Keerzijde punt 5 vertelt mij dit:
“In geval van betwisting van deze aanslag, moet U enkel onmiddellijk het bedrag betalen dat U is meegedeeld:
– hetzij door de taxatieambtenaar die belast is met de rechtzetting van de vastgestelde vergissing;
– hetzij door de ambtenaar die belast is met het onderzoek van uw bezwaar (forumlier 178 J). In dat geval kan de ontvanger wel bewarende maatregelen treffen (hypotheek, bewarend beslag…) om de latere betaling van het saldo (kosten en interesten inbegrepen) te waarborgen”.
Vanzelfsprekend laat ik dit niet zomaar aan mij voorbij gaan, en ik stuur een nieuw bezwaarschrift, tegen de ‘verschuldigde nalatigheidsinteresten’, in officieel ogend administratie-lingo:
Enige tijd geleden mocht ik uw schrijven ontvangen waarin sprake is van verschuldigde nalatigheidinteresten ten belope van 15,39 EUR. Bij deze wens ik bezwaar aan te tekenen deze voorvermelde nalatigheidsinteresten, gezien het hier interesten op een bedrag betreft waartegen eerder al bezwaar werd aangetekend. Verder vermeld uw schrijven ook:
“ER IS NOTA GENOMEN VAN UW BEZWAAR VAN 21.01.2005. ZIE KEERZIJDE PUNT 5”
“ONMIDDELLIJK TE BETALEN: NOG NIET GEKEND”
Ik wil graag even de nadruk leggen op het feit dat de BIV voor een motor van 72.1 KW niet wordt gecontesteerd. Indien uw dienst mij verzoekt het verschuldigde bedrag daarvoor te betalen, zal dit zonder verwijl gebeuren, echter zonder ik u daarvoor nalatigheidsinteresten ben verschuldigd, gezien een dergelijk verzoek mij door uw dienst nog niet werd overgemaakt.
Op 23 mei krijg ik een bevestiging van ontvangst.
Op 24 juni bezorgt de postbode mij een aangetekend schrijven, waarin de Federale Overheidsdienst Financiën – Administratie der directe belastingen mij ontheffing verleent van 744,00 EUR, en de teruggave van alle ten onrechte geïnde bedragen uit hoofde van voormelde aanslag
beveelt (met moratoriumintresten ingaande vanaf de maand volgend op de maand van betaling van de betwiste belasting
).
Bent u er nog?
Want ondertussen had ik gedeeltelijk mijn terrugave van de belastingen op mijn rekening gekregen:
Van uw teruggave van xxx EUR wordt daarom 901,62 EUR ingehouden om aan te wenden op deze belastingschuld.
Al dekken ze zich natuurlijk zorgvuldig in:
In de mate dat u de belastingschuld betwist, geldt deze aanwending van uw teruggave als bewarende maatregel.
Puh! Niet alleen betwist ik deze maatregel, de betwisting werd ondertussen reeds in mijn voordeel uitgesproken. Niet alleen heeft de Federale Overheid reeds gedurende meer dan een jaar een teveel van xxx EUR aan mijn bezit onttrokken, ik kan niet eens aanspraak maken op een vergoeding daarvoor. Bovendien weet ik van mijn accountant reeds dat de Federale Overheid mij volgend jaar een gelijkaardig bedrag verschuldigd zal zijn, waarvoor ik evenmin aanspraak zal kunnen maken op een moratoriumvergoeding. laat staan dat ik bij de staat daartoe nu reeds geld zou kunnen inhouden als ‘bewarende maatregel’.
Diefstal, zeg ik u. En u hebt ongetwijfeld gelijkaardige verhalen in uw schuif liggen.