anders

Naar keuze:

  1. ik had er gewoon zin in
  2. het voorkomt helmet hair
  3. henri had er een stuk uitgeknipt
  4. ’t was voor een weddenschap
  5. ik was zat

Anyway, mijn haar is af. Of dat een goede dan wel slechte zaak is, wil ik best in het midden laten.

Carry on. Nothing to see.

les 2

Tweede les: de ontwikkeling. Eerst geoefend in daglicht, met een onbelicht filmpje: supereenvoudig, zelfs met de handen onder tafel, zelfs met het licht uit. Daarna in de donkere kamer met de eigen film en dan dreigde het even mis te lopen natuurlijk!

De filmspoel hoeft ook niet met een blikopener of zo te worden geopend, maar via een hulpmiddeltje dat er op het eerste gezicht een beetje uitziet als een wat breed uitgevallen cutter-mes. Ipv een mes zitten er evenwel twee stukjes flexibele erm… rubber in. Je moet die in de filmcontainer brengen, wat draaien tot je een klik hoort, en er opnieuw uittrekken. Als je alles goed uitgevoerd hebt, komt het aanloopstuk van de film er dan opnieuw uit. (Veel eenvoudiger dan het waarschijnlijk klinkt.)

Vervolgens in de donkere kamer op een spoel gewikkeld, in de paterson tank gedaan, en dan ontwikkelaar (rodinal) ingieten (6 minuten), uitgieten; stopvloeitsof erin, en bijna onmiddellijk terug uitgieten; fixeervloeistof erin (5 minuten), uitgieten; en spoelen met water en bij het laatste water een paar druppels Agepon toevoegen (een soort zeep –wetting agent).

Het geeft toch een behoorlijke voldoening om dan in het licht een (zelf !) ontwikkelde filmrol te kunnen bekijken.

(Volgende week: contactafdrukken.)

magertjes

Volledig ’t akkoord. Wilskracht is de sleutel. Een jaar of vijf geleden ben ik zelf op ongeveer een-twee maand tijd 10 kilo kwijt geraakt (mijn BMI is nu 21). En het belangrijkste dat ik daarvoor gedaan heb, was alle snoep te bannen.

(Nu ja, bannen. Ik snoep heus nog wel, maar ik vermijd het zoveel mogelijk. Het probleem is: ik kan geen snoep zien liggen of ik moet die opeten. Dus ik koop het zelden. Maar ik mis het niet. Zoals nu, ik kan gerust aan snoep denken, en beneden staat een automaat, maar ik voel absoluut geen urge om naar beneden te gaan en een raider of zo te halen. Het water komt me ook niet in de bek.)

BMI tabel -links: kg, onder: cm

Het tweede belangrijkste was terug beginnen ontbijten, en ’s avonds minder eten. Calorieën heb ik nooit geteld, maar ik zorgde er wel voor zo weinig mogelijk vlees en vette dingen te nuttigen.

Drinken deed (doe) ik sowieso al veel: plat water, spuitwater, koffie, thee, cola light, pepsi max…

Ontbijt was meestal iets in de zin van een banaan met cornflakes (geen frosties want dat is puur suiker), middagmaal was sla met een variatie van rauwe groeten (tomaat, komkommer, paprika), olijfolie en azijn, en ’s avonds vaak soep en een boterham.

En sindsdien is mijn gewicht eigenlijk hetzelfde gebleven. Ik let op wat ik eet, maar ik eet best wel frieten en ketchup en mayonaise en macdonalds en vijf gangenmenu’s. Maar niet elke dag. Niet elke week. (En in het begin –het eerste half jaar– zelfs helemaal niet.) En ik heb er nog geen spijt van gehad.

station etc

Zaterdag moeten we onze eigen film ontwikkelen. Daartoe hebben we vorige les een ‘vers’ filmpje Tri-X (400 ASA) gekregen, en dat moeten we tegen de volgende les vol prentjes geschoten hebben. Vermits ik tijdens de week niet echt veel tijd heb, had ik besloten om met Henri naar het Sint-Pietersstation te trekken, en daar wat foto’s te maken. Deel 1 was vandaag.

Om het ook voor hem wat aantrekkelijk te maken, had ik de G5 meegenomen, waarmee hij naar believen samen met papa foto’s kon maken. Het resultaat mag er weer best wezen. De cadrage is misschien nog niet wat het zijn moet, maar de foto’s zijn scherp, hoewel hij lange sluitertijden heeft moeten gebruiken (ik weiger halsstarrig de flits aan te zetten).

Zijn derde foto vandaag:

all aboard

Toen ik hem daarnet in bed ging steken moest ik hem opnieuw de poolster tonen. Het zicht uit zijn raam was te mooi om zomaar te laten voorbijgaan:

voorspelt niet veel goeds

log

Zoals eerder bericht onderzoeken we op het werk hoe we het beste een dagelijks nieuwsoverzicht naar buiten brengen. Via ’t internet, dat staat vast, maar welke tool gebruiken we daarvoor?

Dus den dezen mag zich –samen met de publications editor— een tijdje zoet houden met het onderzoeken van een aantal weblog systemen. Drie werden weerhouden: WordPress, Movable Type, en ExpressionEngine (pMachine).

Ondertussen zijn het er al maar twee meer, want WordPress bleek te ingewikkeld, en had de minst goede interface.

Movable Type ken ik ondertussen door en door, en heeft als groot voordeel (nadeel ?) dat het allemaal statische pagina’s zijn die gegenereerd worden. Voordeel, want die worden door de webserver sneller aan de browser opgediend, nadeel, want als je iets aan de lay-out of structuur etc. wijzigt, dienen alle bestaande pagina’s opnieuw te worden gegenereerd (maar hoeveel keer gebeurt dat).

ExpressionEngine heeft geen statische pagina’s, en lijkt daardoor iets trager. De software biedt wel een voordeel wat betreft beheer van sites en gebruikers. Je kan ook de URL voor een entry zelf bepalen (het systeem waarschuwt als je een duplicate entry zou maken), maar je kan geen twee keer dezelfde titel ingeven. (That’s a pain.)

Voorlopig neigen we naar Movable Type, al zou ik verdomd graag weten welke nieuwigheden er in MT 3.0 gaan opduiken (user management?).

tandarts

Zo. Dat hebben we ook weer achter de rug… tot september. Ik heb ne wree wijzen tandarts, waar je eigenlijk met plezier op controle gaat.

“Da ziet er weer goed uit é. Alleen een beetje tandsteen, en we zullen dat ne keer wat opkuisen zie. En rap een fotooken of twee maken, om te zien of er geen gaatjes zijn ergens tússen uw tanden.”

Think happy thoughts. Niet te rap aan Tessa denken, want zulk een train of thoughts kunnen u dan weer iets té happy maken (nudge, nudge, say no more). En dergelijke situaties wilt ge eerder vermijden als ge in een tandartsstoel op uw rug ligt. Hm.

Henri to the rescue. Kinderen verlichten pijn. Niet dat ik afzag (langs geen kanten), maar ik verplaats mijn gedachten toch liever naar ergens… leukers. (Tiens, vanavond vertel ik hem het verhaaltje van de schildpad en de haas.)

“Gaat het nog?”
– ugh mwghft
(Goede verstaander, half woord; tandartsen zijn daar meester in.)

Prikkeldeprik terwijl het tandsteen alle hoeken van mijn mond te zien krijgt. Een laag fluor om af te werken. En de prijs: “x EUR, en dat krijgt ge allemaal terug van de ziekenkas”.

(’t Zijn echt toch uitzuigers en geldmollen, die dokters en tandartsen.)

kermis

’t Is kermis in Gent; halfvastenfoor. Dit weekend begonnen, maar niet op de vertrouwde locatie:

Aangezien het Sint-Pietersplein onbeschikbaar is wegens de werken aan de ondergrondse parking, ging de Stad Gent aan tafel zitten met de foorbonden, om een andere locatie te vinden. Uiteindelijk is een concensus bereikt rond het parkeerterrein langs de Yachtdreef aan de Watersportbaan.

En die Yachtdreef, die is toch wel behoorlijk dicht bij waar wij wonen. Ttz dicht genoeg om naar toe te wandelen, maar ver genoeg om geen geluidshinder te ondervinden.

Behalve op de openingsavond, zaterdag; toen was er vuurwerk. Net op het moment dat Henri ging slapen. Wat eigenlijk zeer goed uitkwam. Aangezien hij net onder de zolder slaapt (en eigelijk toch een beetje onder het dak), zit hij op een van de hoogste plaatsen van het huis. En vanuit die bevoorrechte positie had hij een schitterend zicht op het vuurwerk. (Waarna hij zich maar had neer te leggen, en hops, hij was in bed.)

Sindsdien is het natuurlijk al elke dag: wanneer gaan wij nu eens naar de kermis, papa? (En dat wil ik hem echt niet ontzeggen.)

jaargang twee

Zaterdag heb ik hem dan van stal gehaald, de motor. Proper afgestoft, geschrokken van de te lage bandenspanning, en naar buiten gerold. Om vervolgens gedurende toch wel een vijf/tiental minuten te proberen hem aan de praat te krijgen.

…wat uiteindelijk ook gelukt is. Maar niet zonder toch wel geruime tijd binnensmonds te vloeken terwijl bijna het angstzweet op mijn rug verscheen. Maar hij startte.

Daarna gaan tanken, en de banden op spanning gebracht (ook een first). Een beetje onhandig, want het procédé daarvoor verschilt nogal vs het slangetje van de gemiddelde fietspomp op een ventiel te vijzen. Hier viel niks te vijzen, maar een soort ‘dop’ werd gewoon op het ventiel geplaatst (ik hoorde al lucht ontsnappen –paniek!) waarna je een hendel indrukt. Iets te lang geduwd bij de voorband, want de drukmeter toonde plots 2,8 ipv de benodigde 2,5.

Vanochtend naar het werk vertrekken was zalig.
(Al is mijn lichaam duidelijk de zithouding niet meer gewoon, en al evenmin de druk op de polsen.)