tandarts

Zo. Dat hebben we ook weer achter de rug… tot september. Ik heb ne wree wijzen tandarts, waar je eigenlijk met plezier op controle gaat.

“Da ziet er weer goed uit é. Alleen een beetje tandsteen, en we zullen dat ne keer wat opkuisen zie. En rap een fotooken of twee maken, om te zien of er geen gaatjes zijn ergens tússen uw tanden.”

Think happy thoughts. Niet te rap aan Tessa denken, want zulk een train of thoughts kunnen u dan weer iets té happy maken (nudge, nudge, say no more). En dergelijke situaties wilt ge eerder vermijden als ge in een tandartsstoel op uw rug ligt. Hm.

Henri to the rescue. Kinderen verlichten pijn. Niet dat ik afzag (langs geen kanten), maar ik verplaats mijn gedachten toch liever naar ergens… leukers. (Tiens, vanavond vertel ik hem het verhaaltje van de schildpad en de haas.)

“Gaat het nog?”
– ugh mwghft
(Goede verstaander, half woord; tandartsen zijn daar meester in.)

Prikkeldeprik terwijl het tandsteen alle hoeken van mijn mond te zien krijgt. Een laag fluor om af te werken. En de prijs: “x EUR, en dat krijgt ge allemaal terug van de ziekenkas”.

(’t Zijn echt toch uitzuigers en geldmollen, die dokters en tandartsen.)