De Toverfluit

De ToverfluitEr was veel volk, op de matinee van de ‘kinderversie’ van De Toverfluit (Die Zauberflöte). Veel volk, maar lang niet alle plaatsen waren bezet. Ik schrijf met opzet ‘bezet’, en niet ‘verkocht’, want hoewel wij bijvoorbeeld onze kaarten reeds lang op voorhand hadden besteld (op 19 januari om precies te zijn), waren de beste plaatsen toen reeds gemarkeerd als bezet. Niets bleek minder waar. Het eerste balkon kende minder dan 50% effectieve bezettingsgraad, terwijl wij met gezinnen hebben gepraat die zich uit noodzaak hebben moeten opsplitsen tussen pakweg het tweede en het dierde verdiep wegens… gebrek aan plaatsen. En dat is een zeer spijtige zaak.

Over de voorstelling zelf (bijna) niets dan lof. Goed, de zang was misschien niet van topniveau (hoewel zéker niet slecht), maar het entertainmentgehalte en de inbelevingsgraad was hoog. Even was er zelfs directe interactie met het jonge publiek, en de opera leent zich bovendien überhaupt tot een ‘kinderversie’, gezien zowel de inhoud als de vorm. De Toverfluit is een Singspiel: een mengvorm waarin de dialogen die de verschillende aria’s verbinden, worden gesproken. Voeg daaraan toe dat de opera voor deze opvoering werd vertaald naar het Nederlands, en het jonge volkje kon perfect volgen (mits enige uitleg van mama of papa).

De Toverfluit bevat bovendien genoeg humor (Papageno) en leuke deuntjes: het liefdesduet tussen Papageno en Papagena, en de aartsmoeilijke aria Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen (Aria van woede en haat). Die laatste aria is wereldberoemd in de versie van Florence Foster Jenkins, die op haar beurt euhm befaamd was voor haar totaal gebrek aan zangkunst. (U kan het fragment beluisteren vanop die Wikipedia pagina.)

Het verhaaltje in een (hele kleine) notendop (deze versie was tot ongeveer de helft van de normale voorstelling ingekort). Sarastro houdt Pamina, de dochter van de Koningin van de Nacht, gevangen, om haar aan de invloed van haar moeder te onttrekken. De Koningin stuurt de jonge prins Tamino uit om haar dochter te bevrijden, vergezeld van Papageno, die op zoek is naar een vrouw. Zowel Tamino als Papageno slagen vanzelfsprekend in hun doel, en worden bovendien bongenoten van Sarastro, die eigenlijk met iedereen het beste voorheeft.

Deze opera biedt een heleboel scenografische mogelijkheden, die zich voor deze versie op een (voor de kinderen) overzichtelijke manier rond een reusachtig bed werden geconcentreerd. Papageno was sober behouden, wat enerzijds een beetje jammer was (iedereen houdt wel van vreemde vogels), maar anderzijds veel ‘acrobatie’ van het personnage toeliet.

Veel geroezemoes, veel uitleggende ouders, en vooral veel enthousiaste kinderen. Het hoorde er allemaal bij, en maakte deze voorstelling heel geslaagd.

De Toverfluit, gezien in de Vlaamse Opera, op 8 april 2006. Foto: OperaExplorer

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

strips 2006 Q1

Laat ik het mijzelf wat moeilijk maken, moet ik gedacht hebben. Er is geen beginnen aan, en al zeker niet als ik naar mijn collectie durf te kijken, dus neem ik maar –net zoals eerder voor de cds– de recente aankopen/publicaties.

Strips. Een oud en lang liefdesverhaal, dat er bij mij op een of andere onverklaarbare reden met de paplepel is ingegeven. Jommeke, Suske en Wiske (destijd nog zeer instructief en doordacht), Piet Pienter en Bert Bibber, en nadien ben ik daar verder in doorgegleden. Een korte manga-periode, maar ik vond dat er genoeg Europese strips waren (zeker met Manara tijdens de adolescentie), om daar mijn aandacht aan te wijden.

Ganse reeksen heb ik in mijn bezit gehad, en even zozeer heb ik ganse reeksen verkocht. Zeer tot mijn spijt. Als ik iets heb geleerd, dan is het wel (bijna) nooit iets te verkopen. Gelukkig heb ik nog steeds een paar van de uiterst gelimiteerde oplagen van De Negende Kunst (Nederkouter) in mijn bezit: 1 album per bladzijde werd daarvan verkocht, en je kreeg er meteen een originele plaat bij. Nuja, krijgen: die albums waren allesbehalve goedkoop. Bijna had ik een origineel van Sambre in mijn bezit, maar dat is op de valreep afgeblazen.

Edoch. Laat ons beginnen.

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Lincoln / Olivier Jouvray (scenario) en Jérôme Jouvray (tekeningen) / 2002- / ****
    De anti-held. Lincoln heeft iets tegen de hele wereld. Op een dag ontmoet hij iemand die zich uitgeeft voor God, en vastbesloten is hem door zichzelf op het rechte pad te laten brengen. Kwinkslagen naar de bijbel liggen voor de hand, maar deze strip is allesbehalve religieus. Lincoln wordt een held tegen wil en dank, al laat hij in het meest recente album van de reeks ook een meer duistere kant van zichzelf zien. Het vierde deel is onlangs verschenen.
  2. Paul Moves Out / Michel Rabagliati / 2005 / ****
    Michel Rabagliati is een Canadees; zijn verhalen over Paul heten sterk autobiografisch beïnvloed te zijn. Paul Moves Out, het vervolg op Paul Has a Summer Job (dat ik me zeker ook ga aanschaffen), is een archetypisch coming-of-age verhaal (Bildungsroman), op meesterlijke wijze gebracht. Verwacht geen belerende of Footloose toestanden, maar een rechttoe-rechtaan verhaal waarin velen zich zullen herkennen.
  3. Ingmar / Hervé Bourhis (scenario) en Rudy Spiessert (tekeningen) / 2006 / ****
    Nog zo’n anti-held. Ingmar is de zwakste der Vikingen, maar niettemin tracht hij zijn troonsopvolging veilig te stellen tegenover zijn broer, een Viking ‘pur sang’. Wanneer hij zijn volk weet mee te sleuren op een plundertocht tegen-wil-en-dank (tot razernij van zijn broer, die het zaakje –terecht– niet helemaal betrouwt), valt hij overboord ergens in of vlakbij de poolcirkel. Deze reeks belooft van hetzelfde kaliber als Lincoln te worden, en ik kijk reikhalzend uit naar het vervolg.

Hm. Ik heb nog twee plaatsen, maar nog veel meer albums die ik wil bespreken. Ik denk dat ik al weet wat ik naar Q2 zal overdragen, maar dan heb ik er nog steeds 3-4-5 op overschot. Soit. Snoeien dus.

  1. Kabbale / Grégory Charlet / 2003- / ***
    Kabbale is een tamelijk brute reeks. Gaël heeft het moeilijk met de ontwikkelingen in de huidige maatschappij, die hem verschrikkelijk gewelddadig overkomt. Desondanks slaagt hij er niet in het geweld uit de weg te gaan, en op de koop toe is er de liefde die hij voelt voor Carole, maar die hij maar niet kan verwoorden. In het pas verschenen derde deel neemt het verhaal een nogal apocalyptische wending. Kabale is misschien geen vanzelfsprekende reeks, maar is enorm meeslepend.
  2. Le désespoir du singe / Jean-Philippe Peyraud (scenario) en Alfred (tekeningen) / 2006 / ***
    Le désespoir du singe is in het Nederlands Apenverdriet of Slangenden. Tu vois cet arbre, Josef? On le surnomme ‘le désespoir du singe’ car il ne laisse aucune prise à l’escalade. Notre liaison est comme cet arbre. Elle ne peut se laisser envahir par les sentiments. De stijl van het verhaal en de tekeningen houden het midden tussen Yann (Les Innommables) en Yslaire (Sambre). Donker romantisch, met antagonisten die niet zouden misstaan in een tekenfilm van Raoul Servais.

Gekanteld (ik kan het deze keer niet laten):

  • Trop de bonheur / Jean-David Morvan (scenario) en Steven Lejeune (tekeningen) / 2006 / 0
    Puh-lease. Ik ben een groot fan van Morvan, maar dit is echt beneden alle peil. Aliens, dwaze suggesties van sex, en ander ongeïnspireerd materiaal. Laten liggen. Of verbranden. U kiest maar.

En, wat denkt u? Nuttig? Smaakt naar meer? Of steek ik mijn energie beter elders in?

CDs 2006 Q1

Aldus is het eerste kwartaal van 2006 voorbij. Een tijdje geleden had ik min of meer beloofd een –weliswaar beknopt– overzicht te geven van mijn cd-aanwinsten, waarbij ik vooral de écht goede cds zou tippen, en de écht slechte laten kantelen. Voor de middelmaat zoekt u zelf maar uit hoe het zit.

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

klassiek

  1. Chopin: Nocturnes / Maurizio Pollini (piano) / 2005 / ****
    Och kijk, de uitvoering van Pollini kent zijn gelijke niet. Dit is mogelijks dé definitieve versie van de Nocturnes. Quatsch natuurlijk, maar met deze cd haalt u een pareltje van een uitvoering in huis. Blind te kopen.
  2. Orlandus Lassus: Psalmi Davidis Poenitentiales / Collegium Vocale Gent / 2006 / ****
    Oh-oh-oh. Ik beken het, ik heb een zwak voor ‘vroege’ muziek, en in het bijzonder de polyfonie. Philippe Herreweghe brengt met zijn Collegium Vocale een uitvoering waar uw oren u dankbaar voor zullen zijn. Er bestaat geen muziek die rustgevender is, harmonieus, speels, en daarenboven, met psalmen zit u nooit verkeerd. Orlandus Lassus, in zijn veelheid van namen is een halve Vlaming, en een van de meest productieve componisten van zijn tijd (16eE). Een schitterende (dubbel)cd.
  3. Mozart: Sonatas K 331 K 570 – Fantasia K 397 – Adagio K 540 / Tom Beghin (pianoforte) / 2006 / ****
    Pianobouwer Chris Maene heeft speciaal voor Tom Beghin een pianoforte (naar Anton Walter, 1782) nagebouwd. Het resultaat is een Mozart zoals u die maar zelden hebt gehoord. Verschrikkelijk interessant om lezen is daarbij: Mozarts pianoforte onderzocht, gebouwd en bespeeld (Achtergrond bij een wereldprimeur).
  4. Mozart: Complete Sonatas for Keyboard and Violin – Volume 2 / Rachel Podger (viool) – Gary Cooper (piano) / 2005 / ***
    In mijn overzicht van 2005 had ik u er reeds voor gewaarschuwd. De combinatie Podger/Cooper is op zijn minst geslaagd te noemen. Heel geslaagd.
  5. Philippe Boesmans: Julie / Kamerorkest van de Munt / 2005 / ***
    Eigenlijk was ik van plan een lang en uitgebreid artikel aan dit werk te wijden. Tijdsgebrek en alles. Boesmans is een hedendaags componist, en dit is een verschrikkelijk goede hedendaagse… opera. Geen Verdi of Haendel, maar hedendaagse, best toegankelijke muziek. Probeer het eens; ik ben er enorm tevreden over. (Meer, en bovendien interessante info vindt u bij De Munt –waar Boesmans huiscomponist is– en bij La Médiathèque.)

jazz

  1. The Fred Hersch Trio + 2 / 2004 / ****
    Een al wat oudere cd, maar deze mag in uw collectie niet ontbreken. Ik heb The Fred Hersch Trio + 2 live gezien op Middelheim, maar de aankoop lang blijven uitstellen omwillen van de prijs. De prijs zal helaas niet snel zakken, want deze cd is elke cent waard.
  2. Miss Soul / Eric Legnini Trio / 2006 / ****
    Eric Legnini is de pianist die u reeds vorige zomer aan het werk kon zien met Stefano di Battista. Hier gaat hij zijn eigen weg, en leidt ons mee op een tocht doorheen zijn invloeden. Funky, pop (een prachtig nummer van Björk): dit is jazz waarmee u niet kan verkeerd zitten. (Serieus, dit is de ideale plaat voor iedereen die u over de schreef wil halen richting jazz-land.)
  3. Live At Bradley’s II: the perfect set / Kenny Barron Trio / 2005 / ***
    De opvolger van, hoe kan het ook anders: Live At Bradley’s, die in 2001 amper mijn CD-speler heeft verlaten. Invloeden vooral van Monk, maar het is vooral de kunde van Barron zelf die hier garant staat voor een goede plaat (en de belofte ook waarmaakt).
  4. African Flashback / Romano-Sclavis-Texier / 2005 / ***
    African Flashback is de opvolger van het reeds ruimschoots bejubelde Suite Africaine. En wat moet een mens daaraan toevoegen?
  5. Narcissus / Narcissus Quartet / 2006 / ***
    Dat ik een fan ben van Robin Verheyen, had u waarschijnlijk al begrepen. Edoch wil ik u nog evenzeer deze cd met lichte aandrang aanraden.

En terwijl we toch bezig zijn, wil ik graag nog even een lans breken voor werk van eigen bodem.

Jan Muës: Cool Cargo: ik heb het al gezegd, maar ik Opa Pettson uiterst dankbaar voor deze tip. Muës brengt met Cool Cargo een aantal prachtige standards. Zijn stem is een beetje wennen (zoals Wim Mertens), maar dit is een goede plaat.

War, van de Rawfishboys (Joachim Badenhorst en Brice Soniano) is evenzeer de moeite (de cd is waarschijnlijk enkel verkrijgbaar via de website).

Ook nog ’til now van de Hendrik Braeckman Group (feat. Bert Joris en Kurt Van Herck) en Personal Legend van het Pascal Schumacher Quartet.

(En nu hou ik op, voor u mij ervan verdenkt reclame te maken voor W.E.R.F. –mag ik gewoon even benadrukken dat we in België over een aantal schitterende jazz-muzikanten beschikken. Ja? Dank u.)

(Ik merk net dat ik geen cds heb laten kantelen. Dat wil daarom niet zeggen dat ik er geen ben tegengekomen. Maar positief is toch altijd beter, nietwaar?)

(Nu nog ergens de cds van Briskey, Moker en het Carlo Nardozza Quintet zien te vinden, dan kan ik die tegen de volgende keer ook opnemen in de ‘bespreking’.)

films 200603

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Wallace & Gromit in The Curse of the Were-Rabbit / Nick Park & Steve Box / 2005 / DVD – Vlaamse versie / 0
    Opgelet met de beoordeling: de film blijft goed, maar doe uzelf een plezier, en kijk niet naar de Vlaamse versie. Het Westvlaams en de andere dialecten waren absoluut geen noodzaak, en hebben voor mij de filmbeleving volledig verprutst. Duizenden keren beter in de oorspronkelijk Engelse versie; een vette nul voor de Vlaamse stemmen.
  2. Oldboy / Chan-wook Park / 2003 / DVD / ***
    Zeer aangename film. Hoewel aangenaam misschien een foutieve woordkeuze is. Park gaat net (niet) over de grenzen van het verdraaglijke, en geeft een prachtige ’twist’ aan het verhaal. Een zeer geslaagd einde, een schitterende opbouw en een mooie psychologie. Verwacht u niet aan gezellige cinema, maar wel aan een confronterende, goed gemaakte film. Een beetje gewelddadig (maar niet gratuit), en beslist de moeite waard.
  3. The Italian Job / F. Gary Gray / 2003 / KA2 / *(*)
    Pretentieloze ontspanning tijdens het weekend. Ik kan me niet voorstellen dat daar veel volk naar in de cinema is gaan kijken. Een klein beetje benieuwd ook naar de originele versie met Michael Caine, maar ik heb zo’n vermoeden dat ik die ooit wel al heb gezien. Ik ben lang een fan geweest van Michael Caine.
  4. Twilight of the Dark Master / Akiyuki Shinbo / 1997 / DVD / *
    Niet echt wat ik er van verwacht had. Goed voor stereotiepe goed/slecht manga/anime, met net geen Japanse tentakelseks. Ik had het gevoel ergens middenin een serie te zijn binnengevallen, maar ik weet niet of dat ook zo was. 50 minuten tijdverlies.
  5. Anklaget (Accused) / Jacob Thuesen / 2005 / DVD / ***
    Een film die ik eigenlijk in de cinema had willen zien. Begint een beetje saai (ttz blijft teveel binnen de verwachtingen), maar maakt in de tweede helft veel goed. Dochter beschuldigt vader van ‘lichamelijke toenadering’, maar beide ouders vallen volkomen uit de lucht. En net wanneer ze denken dat alles achter de rug is, valt er nog af te rekenen met de vooringenomenheid van de rest van de wereld. Veel dwaalsporen in deze film (zeker geen PC toestanden), en een zeer krachtige uitwerking van de personages. Op het einde had ik het nogal moeilijk mijn kotsneigingen te onderdrukken. Geen fantastische film, maar zeker de moeite waard.
  6. Lara Croft Tomb Raider: The Cradle of Life / Jan de Bont / 2003 / KA2 / *
    Ofte: op zoek naar de doos van Pandora. Leuk en ontspannend, maar geen Grote Cinema natuurlijk. En dat ambieert de film ook niet. Mega-keren beter dan die Twilight of the Dark Master, hierboven.
  7. Fauteuils d’orchestre / Danièle Thompson / 2006 / Studio Skoop / **
    Niet meteen iets voor in de DVD-collectie, maar best leuk om naar uit te kijken voor op TV. (bespreking)
  8. Ray / Taylor Hackford / 2004 / DVD / **(*)
    Drugs en muzikanten lijkt een geslaagde formule. Voor Cash (Walk the Line) was er Ray, en ook deze film mag er zijn. In beide gevallen is er een belangrijke rol weggelegd voor een dode broer (en een liefhebbende echtegenote). Goede muziek, een beetje een oppervlakkige behandeling van de nevenliggende thema’s (rassendiscriminatie), maar er valt natuurlijk ook verschrikkelijk veel te vertellen. Goed om zien.
  9. Sideways / Alexander Payne / 2004 / DVD / *(*)
    Geef er een (half)open einde aan, en Amerika vindt het fantastisch. Wat doet dit in godsnaam in de IMDB top 250? OK, het is een acceptabele film, een snuifje Woody Allen, een beetje Rob Reiner, en we hebben een neurotische en complexe liefdesrelaties, maar een weesterwerk zou ik dit niet echt noemen.
  10. Y tu mamá también / Alfonso Cuarón / 2001 / DVD / ***(*)
    Vier sterren of niet, het is een moeilijke beslissing. Een absolute aanrader; bijna onvoorwaardelijk de beste ‘coming of age‘ film die ik heb gezien (ik ben altijd al gek geweest van Martin Amis The Rachel papers, verfilm door Damian Harris in 1989 met Ione Skye (Leitch), dochter van Donovan). Herinnert u zich, vorige maand, The Dreamers van Bertolucci? Waar Bertolucci meende zijn film te moeten bouwen rond een schok-effect van een incesteuze tienersexrelatie? Bij Cuarón is die sex vanzelfsprekend, en bouwt hij een ganse film rond adolescentie, de spanningen in die tijd, en hoe de vriendschappen in die periode niet noodzakelijk uitmonden in een vriendschap voor het leven (hoewel je daar toen van overtuigd was). Zién!
  11. Sen to Chihiro no kamikakushi (Spirited Away) / Hayao Miyazaki / 2001 / DVD / ***
    Kijk, dat is nu eens een film die verdiend in de IMDB top 250 staat. Ik heb hem op een zaterdagnamiddag met Henri bekeken, en hoewel hij voor hem soms een beetje griezelig was (6,5 jaar), denk ik toch dat hij hem de waarden bijbrengt die ik hem graag zie absorberen (hoer graag had ik hier het EN werkwoord acquire gebruikt). Als u hem nog niet gezien hebt (de film dan, Henri is te zien via mijn Flickr account), kan ik het u met aandrang aanraden.
  12. Ice Age / 2002 / DVD / **(*)
    Henri herinnerde zich Ice Age niet meer, en het leek me dan ook de perfecte aanloop naar de release van Ice Age 2 op het einde van de maand. Blijft een goede film, en de animatie is nog helemaal niet verouderd (de mensen waren toen al halfslachtig geportreteerd).
  13. Hostel / Eli Roth / 2005 / Decascoop / 0
    De grootste brol in járen; puberwerk. (bespreking)
  14. Syriana / Stephen Gaghan / 2005 / Decascoop / **
    Mja. Ik was niet overtuigd van Syriana. Een beetje overhyped misschien. Interessant, daar niet van, en mooi opgebouwd, maar mist een beetje schwung. (Wat doet deze film overigens in Kinepolis.) Komt niet in de DVD-collectie.
  15. The Descent / Neil Marshall / 2005 / Decascoop / **
    Sterke vrouwen in de hoofdrol in een griezelverhaal. (bespreking)
  16. Derailed / Mikael Håfström / 2005 / Decascoop / **
    Een (commerciële) format-thriller, maar wel een goede. Geen Grote Film, maar wel een geslaagde manier om pakweg het weekend in te zetten of een werkdag af te sluiten.
  17. CloseUp / Fabrice Chan-Chiang / 2004 / Off-Off / **(*)
    Wreed wijs! En veel meer hoeft daar niet van gezegd worden.

(films vorige maand)

boeken 200603

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Joe Speedboot / Tommy Wieringa / 2006 / ***
    Heel eigenaardig, dat dit boek tot nu toe niet meer bekendheid mocht genieten. Het is een boek met veel schwung, veel snelheid en dynamisme, en het kan gerust met Brijs wedijveren om de Gouden Leeuw. (Wanneer ik dit publiceer is de winnaar reeds gekend.) Veel verbeelding, een goed opgebouwd verhaal dat blijft boeien van begin tot eind. Kortom, een aanrader.
  2. Ultramarijn / Henk Van Woerden / 2005 / *(*)
    De thematiek is veel beter uitgewerkt in de film Oldboy. Dit is een veel te gemanieerd en doorwrocht boek; veel te vergezocht.
  3. Alfa Amerika / Jan Van Loy / 2005 / **(*)
    Alleen al het eerste verhaal maakt dit boek de moeite waard. Manhattan on the left bank is het fictieve verhaal van de Vlaming die zou verantwoordelijk zijn geweest voor de crash van Wall Street, en die daarna heeft getracht een soort Manhattan op de Antwerpse linkeroever op te richten. Verschrikkelijk goed geschreven, zo goed, dat de verhalen in de rest van het boek –hoewel ook zeer genietbaar– in het niets verdwijnen. Ik kan mij echter niet van de indruk ontdoen dat Van Loy heel graag een filmscenario zou schrijven.
  4. Saturday / Ian McEwan / 2005 / ****
    Ik heb er bijna drie maanden over gedaan om dit boek uit te lezen. Niet alleen omdat het een langzaam boek zou zijn, maar vooral omdat dit boek, naar mijn dunken, diende gesavoureerd te worden, en niet verzwolgen. McEwan schrijft een zeer effectief, meeslepend proza, dat de lezer direct betrekt bij het gebeuren. De beste apologie voor dit boek is overigens van Saskia De Coster. U moet haar maar eens vragen naar haar betoog dat ze voor Saturday heeft gehouden tijdens Uitgelezen, een tijdje geleden.

(boeken vorige maand)

concerten 200603

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Olivier Collette en Fabien Degryse / 12-03-2006 / Opatuur / **
    Misschien niet het béste wat ik al bij Opatuur heb gehoord, maar toch de moeite waard.
  2. Luigi Nono in woord en beeld / 17-03-2006 / De Bijloke / (*)
    Argh. Josse De Pauw gaf me meteen weer een reden waarom ik uit de theaterzalen wegblijf. Alstublieft zeg, ’t is niet omdat ge op een paar metalen snaren staat te slaan en overdreven versterkt en theatraal als een idioot staat te declameren dat het goed is. ’t Was kunst met een grote K, in De Bijloke. Slecht over de ganse lijn. (Allez, ik wil een uitzondering maken voor Annelies Van Parys.)
  3. Arnozza / 19-03-2006 / Opatuur / ***
    Nardozza weet een prachtige klank uit zijn trompet te halen. (bespreking)
  4. Quasi Virgo / 26-03-2006 / Sint-Pauluskerk / ***
    El Grillo is terug. Het vorige concert was iets minder sterk, maar nu stonden ze er weer helemaal! En ze hebben een cd uit!
  5. Traces / 26-03-2006 / Opatuur / ***
    Traces was precies wat ik mij ervan had voorgesteld. Warme, enthousiaste muziek in de mix van folk en jazz zoals op hun cd Sigh Moon.

(concerten vorige maand)

The Descent

film afficheThe Descent is pas de tweede film van Britse regisseur Neil Marshall, de tweede ook waarvoor hij het scenario zelf heeft geschreven. Hij stuurt zes jonge vrouwen op een speleologietocht. De focus ligt min of meer op Sarah, die een jaar voordien haar man en dochtertje is verloren in een ongeval. Deze inleiding is to the point: genoeg en duidelijke informatie, maar zonder overbodige details of opsmuk. Niettemin heeft de regisseur de kijker reeds van bij het begin in zijn greep, die hij overigens maar zelden zal lossen in de rest van de film.

De tocht wordt geleid door Juno, die de groep zonder hun medeweten in een onbekende grot loodst. De waarheid komt pas aan het licht, wanneer een smalle tunnel net niet op hun hoofden instort, en een uitgang niet meteen wordt gevonden. De vrouwen hebben geen andere keuze dan dieper in de grotten af te dalen, en daar begint de horror pas echt. In een van de grotten worden ze belaagd door witte, mensachtige wezens, die best zin hebben in het verse vlees dat hen onverwacht bijna letterlijk de mond inloopt.

still uit de filmMarshall haalt de kracht van zijn griezelverhaal nochtans niet uit de wezens alleen. De angst in het verhaal is heel herkenbaar, zoals wantrouwen, claustrofobie, angst voor het donker, en paniek. De wezens zelf werden niet gecreëerd als échte monsters, maar vertonen duidelijk herkenbare menselijke vormen. De regisseur verlaagt zich evenmin tot de gratuite schrikeffecten wanneer die niet nodig zijn. De angst en de paniek is heel reëel, en al wordt er al eens geflirt met de overdrijving, de nadruk ligt zeker niet op blood and gore. Al is het onvermijdelijk in het genre.

De film wordt vertoond in zaal 12 van Decascoop (een van de twee kleine zaaltjes in het bioscoopcomplex), en dat was zeer bevorderend voor de beklemmende sfeer. Er waren overigens maar 10 mensen aanwezig, en ook dat droeg bij tot de beleving.

The Descent behoort zeker tot het betere griezelwerk. Het is verbazingwekkend wat Marshall met de beperktheid van de locatie weet aan te vangen (tunnels en grotten), en hoe hij erin slaagt daarmee een snelle en beklemmende film te maken.

The Descent, van Neil Marshall, te zien in Kinepolis Gent (Decascoop), aan Ter Platen.

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

Hostel

scene from the movieAls u in the mood bent voor een avondje clichés en ander herkauwd materiaal, mag u de kans om Hostel te zien niet laten voorbijgaan. Goed, men gaat misschien geen horrorfilm bekijken voor een avondje fijnzinnige film, maar er is in het genre veel beter werk gemaakt dan wat u momenteel als opgewarmde kost wordt toegeschoven onder de noemer Quentin Tarantino presents. De film gooide bij de release in de VS reeds hoge ogen, daar stootte het zelfs King Kong en Narnia van de recette-troon, en hij heeft ondertussen reeds meermaals de productiekost terugverdiend.

Er wordt ook graag vergeleken met de Asiatische gruwelwerken van Park Chan-Wook (Oldboy) en Takashi Miike (Ichi the Killer) –laatsvernoemde heeft zelfs een cameo in Hostel— maar deze film komt zelfs niet aan de (afgeknipte) tenen van voornoemde pareltjes.

Het verhaal kan niet anders dan ontsproten zijn aan de geest van een scenarist die zijn puberjaren nog niet is ontgroeid. Och, ik geef even een spoiler waarschuwing, zo u wilt, maar het verhaal doet er niet echt toe. Drie jongemannen tekken met de rugzak door Europa, op zoek naar drugs en meisjes. In een Amsterdamse jeugdherberg krijgen ze de tip om naar een ‘hostel’ in Bratislava te trekken, alwaar de meisjes heel gewillig zouden zijn. Eenmaal ter plekke blijkt de tip geen letter overdreven te zijn, en gaan de jongens van bil dat het een lieve lust is. Tot zover het eerste deel, waarmee het puberpubliek waarschijnlijk zwaar aan zijn trekken zou komen, ware het niet dat de film niet toegankelijk is voor jongeren onder de 16. Jammerlijk het doelpubliek voorbij geschoten (no pun intended).

In deel twee loopt het allemaal mis. De jongens verdwijnen één voor één, om elk in een folterkamer terecht te komen. In het plaatsje in Oost-Europa kan men immers, tegen betaling van een vette som geld, op foltervakantie. De folterkamers worden van slachtoffers voorzien door de argeloze studenten naar de herberg te lokken onder het mom van de seks. In de herberg of de aanpalende discotheek worden ze gedrogeerd, en vervolgens afgevoerd.

De gruwelscènes zijn ronduit saai. Er wordt (off-screen) al eens een teen afgeknipt, of met een boor in een bil gedraaid, en eenmaal de slachtoffers dood zijn, worden ze in stukken gehakt en in een oven verbrand. Het wordt allemaal zo grotesk voorgesteld, en de inleving in de personages is echt wel minimaal, dat men zich afvraagt hoe deze film in godsnaam aan zijn publiek komt.

Bij een testscreening moesten verscheidene mensen de zaal verlaten, zo wordt verteld. Iemand stond te braken in de toiletten, en durfde de cinema amper te verlaten. Rare jongens, die Amerikanen. Het ergst geschrokken ben ik –niet bij Hostel— maar op het einde van de trailer van The Descent. Daar ga ik vanavond heen, en u mag zich morgen opnieuw aan een bespreking verwachten.

Hostel, van Eli Roth, te zien in Kinepolis Gent (Decascoop), aan Ter Platen.

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

Fauteuils d’Orchestre

affiche van de filmHet was nog eens tijd voor een feel good movie –alles is goed om de winter van zich af te schudden. Hoewel Danièle Thompson niet meteen een onbekende is in de Franse cinema, is dit pas de derde film die ze zelf heeft geregiseerd. Thompson is echter veel meer gekend als de scenariste voor o.a. een aantal Louis de Funès-films, een aantal vroege films met Sophie Marceau (o.a. La Boum), maar ook de originele Cousin, cousine (vermoedelijk beter bekend van de remake Cousins met Ted Danson –Cheers, weet u nog wel– en Isabella Rossellini). En daar is meteen ook de toon mee gezet. Fauteuils d’Orchestre is een wervelende film die kan bouwen op Thompsons ervaring in het genre om tegen het einde geen oog meer droog te laten in het kleinste zaaltje van de Studio Skoop.

Catherine draait ’s avonds de 100e episode in de soap waarin ze speelt, maar repeteert overdag voor een theaterstuk van Feydeau dat op de 17e in premiére zal gaan. Jean-François is een getaleneerde, succesvolle, en overboekte pianist, die repeteert voor een stuk van Beethoven dat de 17e zal worden opgevoerd. Jacques, kunstverzamelaar bereidt een veiling voor. Op de 17e verkoopt hij zijn hele collectie.

Rode draad tussen deze mensen is niet alleen de datum, maar ook Jessica, die in contact komt met alle personages in de film. Het jonge meisje komt van Mâcon naar Parijs, in de ban van haar grootmoeders verhalen over het bruisende Parijse leven. Op de Avenue Montaigne, waar de 17e zoveel staat te gebeuren, vindt ze werk in het Café des Théâtres als dienster. Het café is de plek waar ze elkaar allemaal vinden: de pianist, de actrice, de verzamelaar, de regisseur, de dienster. De verhaallijnen worden op volkstrekt vanzelfsprekende manier met elkaar gekruist, en dat levert een aantal heel mooie scènes op.

Een zeer indrukwekkende cast, en dat laat zich ook zien. Met Fauteuils d’Orchestre gaat u een ontspannende en boeiende avond tegemoet met een film die niet alleen een evenwicht kan bieden voor de Amerikaanse films in het genre, maar de balans meteen in het voordeel van de Europese cinema doet overslaan.

Laat ik vooral ook niet vergeten de muziek te vermelden, met de prachtige Franse chansons van Bécaud en Aznavour uit het einde van de jaren ’60 (o.a. Je reviens te chercher).

Fauteuils d’Orchestre, van Danièle Thompson met Cécile De France, Claude Brasseur en Sydney Pollack, te zien in Studio Skoop (aan St.-Anna).

(Deze entry is ook terug te vinden op Gentblogt)

films 200602

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Amores perros / Alejandro González Iñárritu / 2000 / DVD / ***
    Amores perros (hondenliefde(s)) is een lange, lange film. Maar minstens zo goed als hij lang is. De regisseur neemt de tijd om het plot en de structuur terdege uit te werken, en dat resulteert in een beklijvende film die geen moment gaat vervelen. Ondanks de flashbacks en -forwards en de hectische beelden (als is er van nerveus camera-werk geen sprake) verdwalen we nooit in de verhaalstructuur. De regisseur slaagt erin ons helder en duidelijk door de film te leiden. Een puike prestatie van Alejandro González Iñárritu die ons in 2003 21 grams bezorgde.
  2. The Dreamers / Bernardo Bertolucci / 2003 / DVD / *
    Oei. Het maken van Franse ‘intellectuele’ films laat je toch maar beter aan de Fransen over. Verdoe uw tijd niet, tenzij oeverloos gezwets en naakscènes die het Amerikaanse publiek doen steigeren maar het Europese verveeld achterlaten uw ding zijn.
  3. The Libertine / Laurence Dunmore / 2004 / Studio Skoop / **(*)
    Dit debuut van Dunmore schept hoge verwachtingen. De film is voorzien van een zeer toepasselijke score door Michael Nyman. Johnny Dep schittert als de Earl of Rochester! Zeer genietbaar.
  4. The Core / Jon Amiel / 2003 / TV / *(*)
    Joepie, een rampenfilm. Ontspannend, en met veel plezier bekeken; het moet niet altijd een twister zijn. De regisseur is zichzelf niet verloren in de special effects, maar weet zich –verrassende genoeg– te beheersen. (Als is dat dan ook de enige verrassing in de film.)
  5. Blowup / Michelangelo Antonioni / 1966 / DVD / ***
    Meesterwerkje van Antonioni. Waar men tegenwoordig met veel aplomb het kleinste detail digitaal weet uit te vergroten, leverde dit in de jaren ’60 stof genoeg op om een ganse film mee te vullen. Een tijdsdocument. (Met een bijrol voor de 20-jarige Jane Birkin.)
  6. Solaris / Steven Soderbergh / 2002 / DVD / ***
    Dit is geen remake van Tarkovsky’s Solarys. Soderbergh legt duidelijk andere klemtonen (de voorgeschiedenis tussen Chris en Rheya is hier belangrijker), en weert de al te technische zaken die in een moderne verfilming enkel verouderd zouden overkomen. Het is in elk geval zeer de moeite om de drie bronnen te vergelijken.
  7. Ju-on: The Grudge 2 / Takashi Shimizu / 2003 / DVD / *
    Pffft. Haal bijlange het niveau van de eerste niet. Veel minder mysterie, wel een goede poging tot verrassende structuur.
  8. Daredevil / Mark Steven Johnson / 2003 / TV / *
    Oei. In tijden van Sin City, en waarin de z/w tegenstellingen van de comics verdwijnen is dit wel een mager beestje. Het is een opeenstapeling van saai actiescènes, met slechts een flinterdun verhaal. En dan hebben we het nog niet eens over het acteerwerk gehad.
  9. Three Times / Hou Hsiao-hsien / 2005 / Studio Skoop / **(*)
    Stylistisch zeer knappe film van de regisseur van The Puppetmaster. (bespreking)
  10. Solarys / Andrei Tarkovsky / 1972 / DVD / ****
    Tarkovsky houdt zich tamelijk sterk aan het boek van Lem. Hoewel de filmtechnieken (met name de special effects) en de visie op de toekomst verouderd zijn, wordt dit door de kijker niet als zodanig ervaren. Tarkovsky is er in geslaagd de ‘saaie’ passages uit het boek te vermijden, door de voorgeschiedenis van de Solarys-expedities in het inleidende gedeelte van de film te brengen; voor de rest wordt de verhaallijn grotendeels consequent gevolgd. De parallellen met 2001: A Space Odyssey (Kubrick, 1968) zijn voor de hand liggend. Net zoals bij 2001, verwacht u maar beter geen actiefilm. Maar dit is wel een monument van een film (een niveau hoger dan die van Soderbergh, die ik ook met veel plezier bekeken heb).

(films vorige maand)