Carlo Nardozza

Het zat echt wel goed met de winnaars van de vorige twee edities van het Jong Jazz Talent in Gent concours. In 2004 won Robin Verheyen, wat hem een tournee met de JazzLab Series –en de opening van het Blue Note Records Festival— opleverde, en onder andere resulteerde in twee uitstekende concerten in Gent. Eerst was er het duo met Harmen Fraanje bij Opatuur, en wat later het concert met het Narcissus Quartet in de Vooruit. In 2005 was het de beurt aan het Carlo Nardozza Quintet, dat we vorige week in wisselende bezetting in Gent mochten ontvangen, alweer bij Opatuur én in de Vooruit in het kader van de JazzLab Series.

Carlo Nardozza Quintet (ii)“Voor we verder gaan, wil ik even de groepsleden aan u voorstellen”, glimlachte Nardozza in de Vooruit, nadat hij ons uitlegde dat de set begonnen was met Table for Five en De Zahir (naar het gelijknamige boek van Paulo Coelho). “Ik ben een grote fan van dat boek –al is het waarschijnlijk ook omdat dit het enige boek is dat ik in drie jaar heb gelezen.” Humor zou een constante blijven tijdens dit concert, zowel verbaal als muzikaal.

“Even vermelden dus,” ging hij verder, “dat ondanks sterke gelijkenissen, ik niet Admiral Freebee ben, die zit in een andere zaal. Want voor je ’t weet schrijven al die recensenten morgen dat de admiraal een toch sterk jazzy geïnspireerde set heeft neergezet.” Het CNQ zelf laat bij momenten dan weer rock invloeden horen, zoals even later bij Rubber Duck, waarin Melle Weijters (gitaar) met verve de hoofdrol vertolkt. Nu is een gitaar op zich niet zo uitzonderlijk in een jazzformatie, maar wel de manier waarop Weijters ze gebruikt. Geen tokkelende solo’s, maar een vaak rauwe klank die meer aan Jimi Hendrix appelleert dan aan Django of Scofield. Maar wat een aanwinst: Weijters komt er op subtiele manier in bijna elke compositie aan te pas, al leeft hij zich natuurlijk pas echt uit in Rubber Duck (een eigen compositie) of in Comba.

Dat laatste nummer, Comba dus, is dan weer –samen met Down To Bernina uit de tweede set– het nummer bij uitstek om te genieten van het samenspel tussen Nardozza en Daniël Daemen (sax). Niettegenstaande Daemen in de groep een beetje op de achtergrond blijft, vult hij nochtans zijn rol als tegengewicht voor Nardozza zeer goed in. Een zeer mooi wisselspel, goed gebalanceerd, maar dat soms wat krachtiger zou mogen zijn.

Het CNQ beperkte zich niet tot het repertoire van de CD Making Choices, maar bracht ook nieuw (?) werk (Tango Kangoo), en een stuk uit de Dozzy Suite (Winterslag). Het was overigens met die Dozzy Suite dat het CNQ in 2005 het Jong Jazztalent concours won. Wie al stukjes uit de Suite heeft gehoord, wacht waarschijnlijk met mij vol ongeduld tot Nardozza ze op plaat uitbrengt.

Het publiek werd in elk geval wild van het concert, en het CNQ was on ter wille met maar liefst twee bisnummers (waaronder een uptempo versie van Down To Bernina). Waarna de techniek resoluut de lichten aanstak en een CD door de luidsprekers duwde of we zaten daar ongetwijfeld nog. Met veel plezier overigens.

Nardozza, Gruarin en Van Acker (vi) Nardozza, Gruarin en Van Acker (v)

Maar goed, het CNQ moest verder op tournee, en het waren dan ook een zwaar vermoeide Carlo Nardozza en Tom Van Acker die we in het gezelschap van Alano Gruarin troffen bij Opatuur. De JazzLab Series tournee had hen ondertussen ook nog naar Genk (waar eerst het CNQ speelde en Nardozza nadien met Texier op de planken stond tijdens het Motives Festival) en Borgerhout gebracht, en zoiets gaat duidelijk in de kleren zitten.

Het concert dat bij Tuur werd gebracht was zoals voorspeld van een ander alooi dan met het CNQ. De composities die werden gebracht waren stuk voor stuk standards, zoals Footprints (Wayne Shorter) en The Thrill is Gone (Chet Baker). “Het doet deugd om ook eens die stukken te kunnen spelen waar ik normaal gezien slechts op CD naar luister,” vertrouwde Nardozza ons toe. De ritmische achtergrond van Van Acker (hij begon destijds als drummer) kwam hier extra tot uiting. En pianist Alano Gruarin –“mijn stadsgenoot”, dixit Nardozza– was een aangename ontdekking.

Hopelijk hebt u minstens één van beide concerten kunnen meepikken, want (beginnende!) groepen van dergelijk formaat komen we maar zelden tegen. Het CNQ gaat nog naar Koksijde en Grimbergen, en als u dat niet haalt, kan ik u alleen maar ten sterkste aanraden de Cd Making Choices met gezonde spoed in huis te halen. Te koop via hun website, uw locale platenboer, of, als het echt niet anders kan, ongetwijfeld ook in de fnac.

Het Carlo Nardozza Quintet, gezien in de Vooruit op 14 november; Nardozza-Van Acker-Gruarin, gezien bij Opatuur op 19 november. Het Carlo Nardozza Quintet toert nog verder in het kader van de JazzLab Series

(Deze bespreking verscheen eerder vandaag op Gentblogt.)

De Klara Muziekprijzen: het concert

U hebt het zaterdag reeds op Gentblogt en gisteren in de andere media mogen vernemen: zaterdag werden de Klara Muziekprijzen 2006 uitgereikt in De Bijloke. De ceremonie werd gevolgd door een concert met muziek van Rachmaninov én van de winnaar van de Klara Carrièreprijs 2006, Frédéric Devreese.

Devreese kreeg eerst al een laudatio, gebracht door zijn vriend, de componist en dirigent Dirk Brossé. Brossé lauwerde de componist o.a. voor zijn bezielling en verscheidenheid, waarbij hij benadrukte dat Devreese “meesterlijk heeft geflirt met de meest diverse stijlen en genres”.

Nadien leidde Brossé het Vlaams Radio orkest door een aantal van Devreeses werken. Heel bijzonder was de uitvoering van de niet-geselecteerde Eurovisiesong-opdracht Vannacht uit 1980, door Marina Smolders en Catherine Mertens.

Een beetje achtergrondinformatie: Devreese had reeds de muziek geschreven voor de Belgische inzending voor het Eurovisiesongfestival in 1985. De (toenmalige) BRT was nog op zoek naar een tekst, toen mezzosopraan Mireille Capelle met het gedicht van Hugo Claus op de proppen kwam. Zowel Devreese als Capelle waren zeer gewonnen voor de tekst, maar de BRT was meer geïnteresseerd in een tekst van Bert Vivier, de producent van Woord en Spel. Toen de BRT halsstarrig voet bij stuk hield, trokken zowel Devreese als Capelle zich uit het project terug. Uiteindelijk stuurde de BRT Linda Lepomme naar Göteborg, met het lied Laat me nu gaan, op tekst van Bert Vivier en muziek van Pieter Verlinden. Linda Lepomme eindigde met slechts 7 punten op de laatste plaats.

Voor een Eurovisiesonglied waren zowel het niet geselecteerde Vannacht als het uiteindelijke Laat me nu gaan tamelijk conventioneel. Vergeet niet, dit is twee jaar na de inzending van het heerlijke Rendez-vous, door Pas de deux, op muziek van Walter Verdin (dat evenwel ook al bijna op de laatste plaats eindigde). Vannacht blijft evenwel een belangrijk tijdsdocument, en werd voortreffelijk gebracht door sopraan Marina Smolders, op piano begeleid door pianiste Catherine Mertens.

Devreese gebruikte het thema van het lied later voor de soundtrack van Het Sacrament van Hugo Claus, en het VRO pikte naadloos de draad op van het lied naar de orchestrale uitvoering. Het eerbetoon aan Devreese werd afgesloten met de wals uit Benvenuta.

Brossé is een van die dirigenten waarbij het een waar genoegen is om hen in actie te zien. Zwierig walsend en met enige overdrijving (zonder evenwel over de schreef te gaan) begeleidt hij het orkest. De teneur is modern romantisch, waarmee ik bedoel dat het VRO op geen enkel moment te zwaar of melancholisch werd, maar steeds wel vol gevoel.

Dat stond dan weer in schril contrast met de solist in het tweede deel van het concert. Rachmaninovs derde pianoconcerto is een zeer bekend en graag gehoord stuk. Omdat het technisch veeleisend werk is, duikt het ook vaak op bij de Koningin Elisabethwedstrijd. Het spel van Luc Devos, die soleerde aan de piano, was technisch zeer in orde. De partituur werd mij evenwel iets te doorgedreven staccato gespeeld, en dat kwam zeer steriel en afstandelijk over. Net daarvoor hadden we te horen gekregen dat Rachmaninov bij het derde pianoconcerto had aangegeven dat de pianopartij moest overkomen als was ze een zangstem, en dat effect ging daardoor totaal de mist in. Een te groot contrast dus tussen orkest en solist, en dat was jammer. (En dan moest ik met veel weemoed terugdenken aan het tweede pianoconcert van Rachmaninov, anderhalf jaar geleden in De Bijloke, ook met datzelfde VRO, maar met Aldo Ciccolini als solist. En toen ging er ook al een stuk van Devreese aan vooraf.)

Niettemin een zeer geslaagd eerste gedeelte en een puike prestatie van het VRO. Wat betreft Devos heb ik liever wat meer gevoel dan techniek, maar daar hoeft u het natuurlijk niet met mij eens te zijn.

Devreese & Rachmaninov, door het VRO o.l.v. Dirk Brossé, met Marina Smolders (sopraan) en Catherine Mertens (piano), en Luc Devos (piano). Gehoord op zaterdag 18 november in De Bijloke in het kader van de Klara Muziekprijzen 2006.

(Dit artikel verscheen eerder al op Gentblogt.)

concerten 200610

  1. 0110 / 01-10-2006 / Sint-Pietersstation / ***
    Een ganse hoop optredens en concerten die ik lang niet allemaal ga bespreken, maar wat verschrikkelijk wijs was om heen te gaan. Zowel muziek als sfeer maakten dat zelfs de regen de pret niet kon bederven. Lang geleden dat ik nog zo’n enthousiast publiek heb gezien.
  2. Jeroen Van Herzeele en Manolo Cabras / 01-10-2006 / Opatuur / **
    Ik was te moe om hier deftig van te kunnen genieten. ’t Was nochtans zeer geslaagd, meende ik te kunnen verstaan aan de reacties van de toehoorders.
  3. Axelle Red / 03-10-2006 / Ancienne Belgique / *(*)
    Min of meer OK concert van de Vlaams-Fransche madam met capsones. De muziek van de nieuwe CD groeit wel na een tijdje, maar ik was niet volledig overtuigd. (bespreking)
  4. Nicolas Kummert en Alexi Tuomarila / 15-10-2006 / Opatuur / **(*)
    Aangename verrassing van de Finnen. Gemoedelijke en zeer luisterbare muziek die smaakt naar meer. Van mij mogen ze nog komen.
  5. Pascal Schumacher Quartet / 19-10-2006 / Concertzaal De Bijloke / ***
    Zeer geslaagde opener van de jazz reeks in de Bijloke. (bespreking)
  6. Marc Godfroid, Kari Antila en Jouni Isoheranen / 22-10-2006 / Opatuur / **(*)
    Trombone! Meer! (bespreking)
  7. Rafik El Maai & El Grillo / 28-10-2006 / Parnassus (Gent) / **
    Goede aanzet voor een brug tussen polyfonie en sufi. Benieuwd naar meer en verder uitgewerkt. (bespreking)
  8. Erik Vermeulen en Robin Verheyen / 29-10-2006 / Opatuur / ***
    Misschien niet zo goed als het Fraanje-Verheyen concert van vorig seizoen, maar zeer zeker het betere werk. Monk staat Verheyen goed, en al zeker als hij daarin wordt bijgestaan door Vermeulen. Jammer als u dit gemist heeft.

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(concerten vorige maand)

Pascal Schumacher Quartet

“De Bijloke wordt en is anders dan een jazzcafé”, zo hoorden we Frank Pauwels vorige week nog vertellen. De Bijloke heeft er nochtans alles aan gedaan om het zo gezellig mogelijk te maken.

Het podium was van de rest van de zaal door een zwaar zwart gordijn afgesloten. Ik kwam in een lege zaal terecht, alwaar een viendelijke jongedame mij vertelde dat het publiek vanavond op het podium zou plaatsnemen. Ik verwachtte even wat tafels en stoelen en een hele hoop kussens op de grond te zien, maar in plaats daarvan was een kleine tribune op het podium bijgezet, met zeven rijen stoelen.

De piano stond –vanuit het publiek gezien– links, geflankeerd door de vibrafoon met recht daarachter, aan de tip van de vleugel de bas, en rechtsachter de drums. De eerste rij, waar ik –na een schijnbeweging naar de derde– plaatsnam, was amper twee meter van de muzikanten verwijderd. Die nabijheid, en de verkleinde concertruimte, zorgden ervoor dat het concert in een aangename intimiteit kon plaatsvinden.

Pascal Schumacher QuartetHet concert zette rustig in, maar ging er met het tweede nummer (Kitchen Song) meteen vandoor, om even later (A Bad Memory) alweer heel etherisch naar een soort rustpunt terug te keren. Een afwisseling die kenmerkend zou blijken voor de hele avond. Vooral Pascal Schumacher trad op het voorplan, maar ook Jef Neve trok aan de piano vaak het laken naar zich toe. Hoe wild het spel ook was, Schumacher bleef er de rust en kalmte zelf bij, terwijl Neve –in zijn ondertussen typerende pose– de cool cat uithing. De linkerarm op het pianoframe, en met de rechter op de andere instrumenten inpikkend. Deze jongens zijn duidelijk op elkaar ingespeeld.

Na de pauze zette de set aan met het solomoment: Schumacher zette in op vibrafoon, speelde de bal door naar Neve, die vervolgens Christophe Devisscher op bas en daarna Jens Düppe aan de drums zeer verdienstelijk het hoge woord liet voeren tijdens Monks Mysterioso. Veel kwinkslagen ook, tijdens het concert, voor mij nog steeds een teken dat de ziel er goed in zit. Niet zomaar een doorslag van de CD(s) overigens, maar we kregen zowel oud als nog niet gereleased werk te horen.

Het geluid was bij momenten iets te overweldigend, maar we zaten er dan ook echt bovenop. En dan verkies ik toch wel het concert te beleven dan een quasi steriele vlekkeloze afhaspeling van het repertoire te ondergaan. Jazz moet men tot nader inzien beleven, en de mensen van De Bijloke hebben alvast zeer hun best gedaan om het publiek bij de twee sets te betrekken.

Wat ik al een paar keer heb mogen meemaken in de Bijloke, gebeurde ook nu: tijdens de pauze en na het concert troepte het publiek rond de instrumenten samen. Vooral Schumachers vibrafoon mocht op behoorlijk wat aandacht rekenen. Vlak voor de tweede set van start ging hoorde ik nog een van de concertgangers spreken over de partituur: “Ik ben gaan kijken naar die partituren, en daar staat zeer weinig op. Alleen een paar akkoorden, die uitgeschreven zijn in letters, H7, A9, enz. En dat voor alle nummers. Verbazingwekkend.” Ik houd wel van dat soort eerbied.

Pascal Schumacher Quartet: Modern jazz, postbop & ballads, gezien op 19 oktober in de Concertzaal van De Bijloke. Het volgende concert in de Jazz Rendez-vous reeks vindt plaats op 18 november, als slot van de Staten-Generaal van de Klassieke Muziek 2006. Dan kunt u er vanaf 22u gratis terecht voor het slotconcert van Tricycle.

(Deze bespreking verscheen eerder vandaag op Gentblogt.)

AR in de AB

De AB was helemaal niet wat ik mij ervan had voorgesteld. Het was kleiner, en deed een beetje denken aan een gekrompen versie van de Concertzaal in de Vooruit (al is het eeuwen geleden dat ik daar nog eens een voet heb binnengezet, in die Concertzaal).

De inkom ziet er jaren 80-modern uit. Je kan binnen via slechts één ingang (hoewel er drie dubbele deuren zijn), en dan moet je via één van de drie of vier door kniehoge aluminium platen gemarkeerde gangen, aan het begin waarvan je je ticket laat scheuren –nu is er geen weg meer terug– en aan het eind waarvan security iedereen monstert. En ja, natuurlijk werd mijn tas doorzocht (ik weet waarom ik niet graag het vliegtuig neem).

Eenmaal binnen kom je in een soort foyer terecht –let wel, stel het je niet te groot voor; van de deur tot dat foyer is het hooguit een meter of tien. Links kan je naar beneden waar de toiletten en de vestiaire zijn. De vestiaire, dat zijn metale kastjes waar je je zaken in kwijt kan, en die op slot kunnen (genre zwemkom). In het foyer kan je drank kopen (ze werken met jetons), die je normaal gezien niet mag meenemen in de zaal zelf. Maar ja, je mag ook geen foto’s of geluidsopnames maken, en er werd gedurende het ganse concert geflitst.

De zaal zelf is –net zoals in de Vooruit– verdeeld in het parterre en links en rechts twee verdiepen gaanderijen. Op het eerste verdiep achteraan zijn bovendien zitplaatsen voorzien. U zit er beter niet te laag, en evenmijn aan de zijkanten. Comfortabele zitjes, goede akoestiek, en een geduldig publiek.

Want Axelle liet op zich wachten. Of het sterallures zijn of niet, ik ben er niet uit, maar tegen acht uur zat de zal stampvol (het concert was uitverkocht), en het duurde tot ongeveer kwart voor negen eer ze aan de set begonnen. Tot groot ongenoegen van het publiek, dat met tegenzin los kwam in de eerste set.

De eerste set bestond voornamelijk uit nieuwe songs. Jardin Secret, haar nieuwe album, werd pas zaterdag gereleased, en hoewel we hem in huis hebben gehaald, hadden we nog geen tijd gehad om ernaar te luisteren. Ook voor het publiek was het wennen, want van de funky Axelle was er maar weinig te merken. Iets na half tien was de set afgelopen.

Axelle verdween, en wij staarden elkaar met open mond aan, want ook de muzikanten verlieten spoorslags het podium. Twee maal 30 EUR voor amper een uur muziek? Dat leek ons toch iets van het goede teveel. Geen nood, binnen de kortste keren stond Axelle er terug, voor de tweede set. “Gezien jullie zo vriendelijk waren naar mijn onbekende nummers te luisteren, zullen we nog een paar bekendere spelen.” Al zei ze het niet letterlijk zo, en bovendien in het Frans, maar daar kwam het op neer. De schizofrene verhouding met onze beide landstalen (laten we even het Duits buiten beschouwing) zou haar gedurende het ganse concert parten spelen. “In Brussel weet ik nooit of ik Frans of Nederlands moet praten”, zo zei ze. “Maar ik heb ondervonden dat de Franstaligen tegenwoordig verschrikkelijk goed Nederlands kunnen.” En na een halve seconde pauze, “et les Flamands Français, évidemment.”

De tweede set was een best of, en werd duidelijk veel meer gesmaakt door het publiek. Sensualité, Je t’attends, Ce matin, A tâtons, A Quoi Ca Sert?, J’ai fait un rêve, … Wie de compilatieCD French Soul in huis heeft, weet waarover ik spreek.

Wat mij betreft een OK concert, met een dikke pluim voor het geluidsvolume en de belichting, al vond ik dat haar stem wat te weining volume kreeg in vergelijking met de muziek. Maar ik denk dat ze daarmee ‘onzuiverheden’ in haar stem wilden verdoezelen. Tessa vond het dik in orde –en zij kent hier meer van dan ik– en heeft haar wreed goed geamuseerd. Wat mij dan weer wreed content maakt, gezien het een cadeau voor haar was.

Axelle Red, gezien in de AB op 3 oktober 2006. De AB is heel goed bereikbaar met het openbaar vervoer, en bevindt zich op wandelafstand van het Centraal station –er rijden treinen terug naar Gent tot 0:27.

concerten 200609

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Jef Neve en Rony Verbiest / 10-09-2006 / Opatuur / ***
    Zo een schitterende opener van het seizoen. Het zat afgeladen vol, bij Tuur. Als ze nu maar blijven komen.
  2. Bart Quartier en Bart Van Caenegem / 17-09-2006 / Opatuur / **(*)
    Mooi. Ik ga niet zeggen dat ik er zat op te wachten, maar wel dat ik het niet graag had gemist.
  3. Hatzigeorgiou, Cavaliere en Bonetti / 24-09-2006 / Opatuur / **
    Iedereen was dermate in de wolken over Cavaliere, dus ik durf er bijna geen domper op te plaatsen, maar ik vond de versterkte viool eigenlijk niks om voor in zwijm te vallen. Goed, maar geen hoogvlieger. Wel zeer onder de indruk van Hatzigeorgiou (bas).

(concerten vorige maand)

concerten 200608

0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

  1. Pierre Anckaert Project / 24-08-2006 / Jazz in ’t Park / **
    Altijd ambiance; ik had het PAP recent nog aan het werk gezien tijdens Jong Jazz Talent.
  2. Frederik leroux Quartet / 24-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Zeer goed; Frederik groeit door. En ik ben eigenlijk ook wel fan van Peter Ehwald. Zoals eerder vermeld heeft het FLQ een CD uit; later meer daarover.
  3. Andy Declerck & Kari Antilla Group / 25-08-2006 / Jazz in ’t Park / **
    Was goed, op elkaar ingespeeld, maar niet onmiddellijk overweldigend.
  4. Michel Paré & MP4 / 25-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Yummie! Vergeet vooral hun CD niet aan te schaffen.
  5. Electric Miles Project / 26-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Verrassing van de maand. Schitterend concert, met Peer Baierlein, die u misschien kent van Jazzisfaction.
  6. John Snauwaert Project / 26-08-2006 / Jazz in ’t Park / **
    Mja, mij kon het zo niet bekoren.
  7. Bert Joris Quartet / 26-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Hier hoef ik niks over te zeggen; de namen lossen hun verwachtingen ruimschoots in: Bert Joris, Philippe Aerts, Dado Moroni, Dré Pallemaerts. Méér alstublieft dankuwel.
  8. Fabien Degryse Trio / 27-08-2006 / Jazz in ’t Park / **
    Zeer goede gitaarmuziek, maar hij had beter niet gezongen, dacht ik zo.
  9. Ewout Pierreux Trio / 27-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Geef Ewout een piano, zet u neer, en geniet. Voeg daarbij dan nog Yannick Peeters (en Steven Cassiers) en jawel, u geniet nog meer.
  10. Brussels Jazz Orchestra / 27-08-2006 / Jazz in ’t Park / ***
    Ongelooflijk dat zoiets nog kan bestaan. Ongelooflijk dat zoiets dan nog werk van dergelijk niveau kan presenteren. Al zijn het natuurlijk –laten we eerlijk zijn– niet meteen de minsten die mogen meespelen. Als u er niet was, hebt u wel degelijk iets gemist.

(concerten vorige maand)

Post-BNRF (ii)

Publiekstrekkers worden vlotjes afgewisseld met minder bekende goden. Het blijkt een strategie die voor het bestaan van een festival zoals het BNRF levensnoodzakelijks is –een bovendien nog blijkt te werken ook. Tijdens het eerste gedeelte van het Festival betekende dit een programmatie waarin naast concerten van Reeves, Zorn en Madredeus, ook plaats was voor pakweg Paolo Fresu, Nathalie Loriers, en Michel Herr. Een uiterst geslaagde mix, die de festivalgangers naar waarde wisten te schatten.

Zondag 16 juli was zonder twijfel een topdag voor het eerste gedeelte van het festival. De beetje ongelukkige neiging tot middelmaat van de voorafgaande concerten (uitzonderingen niet te na genomen), werd reeds vanaf het eerste concert overwonnen. P.A.R.T.E. –het Paolo Fresu Quintet— speelden een luchtig, zij het enigszins gepolijst spel met veel interactie en een aantal grappige intermezzi die het publiek we wist te waarderen. Loriers ging op het zelfde élan verder, al verliep de verbale interactie met het publiek ietwat stroever. Dat deed echter in het geheel geen afbreuk aan de muziek zelf. Chemins Croisés is onderhand een klassieker op het podium aan het worden (ook de pas uitgebrachte gelijknamige CD ontbreekt beter iet aan uw collectie). Loriers liet zoals gewoonlijk heel wat ruimte aan Karim Baggili, wiens ‘exotischer’ composites naadloos in het programma werden ingepast.

Paolo Fresu (i) Paolo Fresu (ii) Chemins Croisés (i) Chemins Croisés (ii)

Het hoogtepunt van deze dag was –voor deze reporter althans– weggelegd voor het trio Romano-Sclavis-Texier. De muziek is geïnspireerd op de reizen in Afrika die ze ondernamen in het gezelschap van Magnum fotograaf Guy Le Querrec. De composities die daaruit voortvloeiden zijn niet noodzakelijk verwant aan Afrikaanse muziek, maar zijn veeleer gebaseerd op hun herinneringen en de associaties die de foto’s van Le Querrec oproepen. Het samenspel tussen de heren is van een overtreffende trap.

En dan was er Charles Lloyd. Crossover muziek, van een man die net niet helemaal van de jazz scène was verdwenen. Lloyd begon aan de piano, zette zich achter de drums, en eindigde tenslotte met sax en dwarsfluit. Helemaal boeien kon het niet, daarvoor miste het concert de nodige dynamiek. Zweverig, is misschien nog de beste omschrijving.

Romano-Sclavis-Texier (i) Romano-Sclavis-Texier (ii) Romano-Sclavis-Texier (iii) Romano-Sclavis-Texier (iv) Sangam (i)

Maandag was een vreemde eend in de bijt. Noch Tania Maria, noch Ed Motta vallen binnen het genre jazz-met-uitroepteken. Maria bleek een pastiche van zichzelf te zijn geworden, terwijl Motta er toch beter in slaagde het publiek mee te trekken.

Bij Madredeus was er voor het publiek geen houden meer aan. Hoewel de uitvoering nogal steriel en statisch was, ging het publiek helemaal uit de bol. De variatie was in dit optreden echter ver zoek: na twee liedjes was de groep zowel choreografisch als muzikaal in een weining boeiend stramien verzandt. Jammer.

Helemaal anders ging het eraan toe bij Mariza. Hoewel ze vorig jaar nog op het festival was te zien, bracht ze deze keer een volledig nieuw en gevarieerd programma. Ze staat er nog steeds fragiel en breekbaar –maar net daardoor straalt ze kracht en ervaring uit die men pas van een meer doorwinterd artiest zou vermoeden. Het betere werk van deze avond.

Ed Motta (ii) Madredeus (iii) Madredeus (i) Mariza (i) Mariza (iv)

Op dinsdag kregen we van Uri Caine en het Bedrock Trio humor van de bovenste plank. Caine baseert zich op een aantal samples –of begeleidt een langere sample– om daaruit een aantal elementen te lichten waarop de groep dan verder bouwt. Populaire deuntjes worden quasi onherkenbaar uitgewerkt via drumsolo’s die worden opgepikt door bas en orgel. Zeer geslaagd.

Hetzelfde kan helaas niet worden gezegd van Madeleine Peyroux, die er zich over verwonderde dat het Vlaamse publiek niet meteen happig was een “Hello Holland”, en er eigenlijk liever de brui aan had gegeven. Muzikaal stelde Peyroux niet zo bijster veel voor; het contrast was redelijk groot met de vakkundigheid van Michel Herr & Life Lines die voor haar hadden opgetreden.

Maar dan was er Toots natuurlijk. Een sublieme bezetting met de blinde pianist Bert Van den Brink en Hein Van de Geyn op bas, maar wat kwam in hemelsnaam Trijntje Oosterhuis op de set zoeken. Haar stem was veel te vlak en monotoon, met weinig onderbouw of draagkracht. Een spijtig accent bij een anders zo mooi klinkend trio.

Michel Herr Madeleine Peyroux Quartet (ii) Toots Thielemans Trio (i) Toots Thielemans Trio (ii) Toots Thielemans Trio (iv)

Gedegen muziek, in dat eerste gedeelte van het Blue Note Records Festival. Onze top vijf bestaat uit –in chronologische volgorde– Dianne Reeves, John Zorn, Jason Moran, Paolo Fresu, en Romano-Sclavis-Texier. Ook over de publiekstrekkers, die vooral in het tweede gedeelte de overhand nemen, waren we in grote mate te spreken. Madredeus bracht het Gentse publiek waar het voor gekomen was, Mariza bezorgde ze net dat ietsje meer. Ook Zorn en Reeves lostten de verwachtingen moeiteloos in.

29.000 mensen bezochten het festival, dat is zo’n 20% meer dan vorig jaar. Directeur Bertrand Flamang is duidelijk op goede weg. Democratische prijzen, gekoppeld aan kwaliteit, zowel wat betreft de programmatie als de sfeer als de catering, zorgen hopelijk voor een blijvende erkenning van het Blue Note Records Festival. De eenmalig subsidie van 100.000 EUR door de Nationale Loterij is alvast een stap in de goede richting.

Het Blue Note Records Festival vond plaats van 13 tot 23 juli op de Bijloke site.

post-BNRF (i)

Het Blue Note Records Festival is in vijf jaar tijd een van de hoogdagen voor de jazz in Vlaanderen geworden. Op tien dagen tijd biedt het festival een overzicht van hedendaagse jazz en aanverwante muziek, dat daartoe min of meer wordt opgesplitst in twee onderdelen: All That Jazz! en All That Jazz? De locatie is de binnentuin van de historische Bijloke-site in Gent, dat ook al een uitmuntende reputatie geniet voor haar concertzaal –waarin het openingsconcert voor het festival plaastvond.

Hoewel het BNRF minder familie-gericht is dan pakweg Jazz Middelheim, weten steeds meer mensen hun weg naar het festival te vinden. Het weer was dit jaar wel bijzonder uitnodigend om meer tijd buiten de concerttent door te brengen, in de schaduwrijke plaatsen die in de buurt van de catering waren voorzien. Daar heerste een gezellige drukte, vaak ook tijdens de namiddagconcerten, die van daaruit probleemloos te volgen waren. ’s Avonds liep de concerttent opnieuw vol, zeker tijdens de optredens van publiekstrekkers zoals Randy Newman en de in Vlaanderen (nog steeds) heel populaire Madredeus.

Openingsavond

Het BNRF werd op donderdag 13 juli geopend door Dianne Reeves, met in het voorprogramma het Carlo Nardozza Quintet, de winnaars van het Jong Jazz Talent in Gent concours 2005. Een zeer geslaagde opener, door beide partijen. Het Nardozza Quartet mag dan wel (piep)jong blijken in vergelijking met Reeves, de composities van frontman Carlo Nardozza en saxofonist Daniel Daemen zijn zeer spontaan maar structureel gebouwd. Hun debuut Making Choices is dan ook een aanrader, maar meer nog zijn wij onder de indruk van hun live performance. Nardozza’s trompet klinkt stoffig en hees (en dat is goed), maar het samenspel met de andere muzikanten van het kwintet is wat deze groep echt goed maakt. Iets te weining volk nog, voor deze groep, en bij de hoofdact zat de zaal pas echt goed vol. Reeves leidde scattend haar act in, en hield gedurende het hele concert het publiek op het tipje van hun stoel, waarbbij intimiteit naadloos afgewisseld werd met meer swingende momenten. Het encore verliep bovendien vocaal zonder versterking, en daarmee wist ze de reeds razend enthousiaste zaal nog meer te verbazen. Zonder meer een openingsavond van formaat.

Carlo Nardozza Quintet (iii) Carlo Nardozza Quintet (ii) Dianne Reeves (ii) Dianne Reeves (iv)

All That Jazz!

In het eerste gedeelte van het festival krijgen we voornamelijk jazz ‘pure sang’, hoewel de organisatie de overgang tussen beide delen steeds minder duidelijk maakt. Een goede zaak, op het eerste gezicht, maar voor de festivalbezoeker is het minder vanzelfsprekend om zijn festivaldagen te plannen. Voor het principe van de tweevuldigheid van het festival is er niets dan lof. Door (voornamelijk) in het tweede deel een aantal publiekstrekkers te programmeren, krijgen ook de minder evidente artiesten –én eigenlijk de jazzmuziek tout court– de kans aan bod te komen.

Dag één verliep een beetje in mineur. Het concert van het Robert Glasper Trio was net niet ontgoochelend, maar in de groep is maar weinig dynamiek te merken. Heel even wordt het de goede richting in gestuwd, wanneer saxofonist Mark Turner een paar nummers komt meeblazen, maar verder blijft het een eerder vlakke bedoening. Turner verschijnt in het volgende concert opnieuw, voor Kris Defoort’s Sound Plaza. Sound Plaza mist een duidelijke richting, maar beantwoordt dan weer perfect aan haar eigen omschrijving. De muziek wil, zowel in stijl als in invulling, alle kanten uit, wat het zowel boeiend als moeilijk beluisterbaar maakt. Een groot deel van het publiek lijkt er dan ook de brui aan te geven. Jammer, maar begrijpelijk.

Robert Glasper Trio Kris Defoort David Murray

David Murray diende te elfder ure Andrew Hill te vervangen. Het publiek regareerde redelijk enthousiast op de invulling van free jazz en de improvisaties van tenor saxofoinst & The Gwo-Ka Masters. Een geslaagde invulling, maar het publiek zat duidelijk heel ongeduldig op Zorn te wachten. John Zorn bracht in Gent een Acoustic Masada, met Joey Baron op drums, Greg Cohen op bas en Dave Douglas op trompet. De namen alleen al, volstonden om menig jazzfan verlangend naar dit concert te laten uitkijken, maar toen de verwachtingen dan ook nog werden ingelost, leek de extase wel heel dichtbij. Zorn regeert over zijn groep met ijzeren hand. Tenminste, zo leek het toch voor het publiek, en het was duidelijk dat Zorn die status met grote zorg in stand wil houden. Wij zijn al blij dat we niet over ’s mans gedrag hoeven uit te wijden, maar dat tot nader orde de muziek nog steeds de doorslag mag blijven geven. De techniek, het vlammende tempo en de uitmuntende beheersing blijven deze composities de hoogte in stuwen. Het applaus was –net zoals de muziek– oorverdovend. Het absolute hoogtepunt op deze eerste dag.

Acoustic Masada (i) Acoustic Masada (ii) Acoustic Masada (iii)

Dag twee verliep op twee sporen. Een deel van het publiek ging resoluut voor de combinatie Washington-Vann-Galland en achteraf Shorter, terwijl een net zo groot deel veel meer gewonnen was voor Legnini en Moran. De eerste keuze is veel klassieker te noemen, in de zin dat ze voornamelijk concerten zijn die veel aandacht van de luisteraar eisen. Het is geen incidentele muziek waarbij de aanhoorder aan de zijlijn vrijblijvend het veld kan overschouwen, maar vraagt een niet geringe inspanning. Bij Shorter loonde die inspanning zonder meer de moeite, al miste het concert veel van de kracht die we vorig jaar op Middelheim mochten merken. Het kwartet zette niettemin een zeer mooie set neer.

Wayne Shorter Quartet (i) Wayne Shorter Quartet (ii) Wayne Shorter Quartet (v)

Moran bracht een veel meeslepender optreden, dat allesbehalve in academische jazz uitmondde. Het optreden was heel toegankelijk, heel strak maar toch vol emotie. Wij herinneren ons, behalve het pianowerk van Moran zelf, vooral ook Nasheet Waits op drums. Moran vertrekt vanuit een diepgewortelde traditie, om van binnenin vernieuwing te brengen. De citaten en samples die hij daarbij gebruikte vloeien natuurlijk de sterk ritmische muziek binnen.

Legnini en Washington-Vann-Galland waren geschikte opwarmers, maar misten toch een beetje de ‘body’ die in de slotconcerten overduidelijk wél aanwezig was.

Eric Legnini Trio (ii) Jason Moran Trio (i) Jason Moran Trio (ii) Jason Moran Trio (iii)

(wordt vervolgd)

CDs 2006 Q2

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch

Laat ons maar met het slechte nieuws eerst beginnen. Het gebeurt niet vaak, maar ik heb deze keer toch een absolute afrader te vermelden:

  • Wim Mertens: partes extra partes / wim mertens and the flemish radio orchestra / 2006 / 0
    Deze cd is zelfs te vermijden voor (die hard) fans van Wim Mertens. Nooit eerder werd zijn muziek zo vlak vertolkt, zonder gevoel, zonder enthousiasme, zonder iets. Een slechte Hollywood soundtrack ingespeeld door een ondermaats orkest, dat wel de noten weet liggen, maar niet het hart. Een cd om nooit meer naar te luisteren. Schande!

Over en done with.

Op jazz vlak vielen er wél een aantal pareltjes te rapen.

  1. Andrew Hill: Time Lines / 2006 / ****
    Het Meest Gemiste Concert op het voorbije Blue Note Records Festival. Hill moest afzeggen door gezondheidsproblemen, en dat konden wij alleen maar betreuren (zowel de gezondheid als de afwezigheid). Met Time lines toont Hill nog maar eens aan dat hij wiegert op zijn lauweren te rusten, en deze plaat mag dan ook zonder enige schroom in het rijtje van zijn meesterwerken worden opgenomen.
  2. Carlo Nardozza Quintet: Making Choices / 2006 / ****
    Deze CD is een waterige reflectie van hun live optredens, en in het bijzonder dan het optreden op 24 juli in de Duvel Droomschiptent in Gent. Maar dit debuut is the next best thing, en in dit geval is ook dat nog meer dan genoeg. De composities van Nardozza en Damen zijn zeer nauwkeurig en samenhangend. Verbazend ook hoe Nardozza en Damen elkaar ook als muzikanten versterken. Mijn voorkeur gaat uit naar Comba en Trico Traco, maar ook de compositie van Weijters (Rubber Duck) geeft het gevoel dat er toch nog iets beweegt in de Vlaamse jazz. Te koop via hun website voor een luttele 16 EUR (+ 2 EUR verzendkosten). Waar wacht u nog op?!
  3. Paolo Fresu Quintet: Incantamento / 2006 / ****
    Oooh! en Aah! en andere kreten van bewondering zijn niet uit de lucht gegrepen. Fresu is niet meteen groen achter de oren, en dat laat zich beluisteren op deze CD. Veel intrigerender dan de voorganger Kosmopolites, veel frisser en bruisender, en waarin de leden van het Quintet elk veel beter tot hun recht komen. Deze CD is zonder twijfel een van de beste uit de huidige P.A.R.T.E.-reeks, en laat ons met veel verwachting naar de volgende releases uitkijken.
  4. Jean-Philippe Collard-Neven & Jean-Louis Rassinfosse: Regency’s Nights / 2005 / ***(*)
    Eén van de top vijf concerten bij opatuur van het voorbije seizoen. De klassieke scholing van Collard-Neven (die soms deed denken aan Pierre-Alain Volondat –al neemt u deze opmerking beter niet te serieus), gepaard met de iets rebelsere (*kuch*) Rassinfosse: het leidde tot een ingenieuze samenwerking. Zeer zeldzaam zijn bovendien de keren dat zo’n symbiose ook te horen valt op een CD. Dit is zo’n CD, en ik kan hem u van ganser harte aanraden. Gevoel en beheersing zijn twee manieren om de muziek op dit album te omschrijven. (Vanmiddag een ganse hoop zien liggen in de Brusselse Media Markt.)
  5. Charles Lloyd: Sangam / 2006 / ***(*)
    Als er iemand in slaagt verschillende stijlen bij elkaar te brengen, dan zal het Lloyd wel zijn. Hoewel ik van het concert op het BNRF minder dan impressed was, is deze CD behoorlijk meer dan dat. Het zit zo: wanneer ik van de CD reeds onder de indruk ben, dan verwacht ik van een concert eigenlijk toch net dat ietsje meer. Waar op het album reeds duidelijk was dat de muzikanten elkaar zeer sterk hebben beïnvloed, kwam dit tijdens het optreden veel minder naar voor. Het concert was op het routineuze af, waardoor de CD des te waardevoller overkomt. Zoals vermeld is er een zeer goede wisselwerking tussen de muzikanten, wat leidt tot een mooie spanningopbouw en een geslaagde integratie van de verschillende muzikale stijlen.

(zie ook: cds 2006 Q1)